vrijdag 22 augustus 2014

inmiddels gaat het beter...

Ik geef het direct toe. Het was, op zijn zachtst gezegd, een tikkeltje onverstandig. Of ja, een buitengewoon domme actie mijnerzijds. Zeker nadat mijn Lieve Lief de waarschuwende woorden ‘Zou je dat wel doen?’ gesproken had. Voor mij was dit echter hèt signaal om koppig door te zetten. Zoals een man van 42 betaamd.
‘Tuurlijk wel!’, zei ik zo overtuigend mogelijk en met mijn volle gewicht ging ik zitten. Overmoedig draaide ik me om, gooide soepel de beentjes omhoog en rustig liet ik mezelf achterover zakken in de nagelnieuwe hangmat.
‘Ziejewel!’, riep ik ook nog.
Op dat moment knapte het touw.
En daar ging papa.
Ik smakte met een harde klap tegen de grond. Een centimeter of veertig lager in een fractie van een seconde. Bijna honderd kilo is duidelijk teveel voor het vierdubbelgespannen blauwe draad, waarin elke kampeerder onmiddellijk een stuk waslijn zal herkennen.
Ik lag op mijn rug. Gelukkig niet op de wervel, maar op de rechter flank. Los van een aardige vetrol was er weinig demping op de camping.
Het is lang geleden sinds ik voor het laatst sterretjes heb gezien. Alsof de 8mm-film uit de projector liep. Alle lucht op slag uit mijn longen geperst. Even voelde ik niets. Pas na een paar seconden gingen de eerste alarmbellen in mijn lijf loeien. Ik hapte naar adem en dat deed pijn.
Voor het gemak hield ik mijn ogen gesloten. Dat was maar goed ook. Niet dat de geschrokken gezichten van mijn kinderen het trauma zouden hebben vergroot. Wel het hoofd van mijn vrouw, die min of meer in haar zomerjurkje pieste van het lachen. Over haar wangen biggelden gelijk een paar tranen en die waren niet van verdriet.
Ik zelf had geen energie om te huilen. Ik deed niks. Geen idee ook of ik nog iets kon. Pas na een korte time-out checkte ik voorzichtig mijn armen en benen. Die waren er nog.
‘Gaat het papa?’ vroeg mijn dochter van vijf bezorgd. Zij wel. Alleen wist ik het niet. Nog niet. Mijn rug deed zeer. Behoorlijk. En ik werd een beetje misselijk.
‘Daar gaat je vakantie...’ schoot door mijn gedachten en ik maakte mezelf uit voor ongelofelijke eikel. Hoe had ik zo eigenwijs kunnen zijn? Zo onvoorzichtig. Waarom had ik die hangmat überhaupt opgehangen? Waarom niet lager? Vlak boven de grond bijvoorbeeld.
Krankenhaus, dat kon ik nog verzinnen, maar wat is rug in het Oostenrijks? En hoe zeg je hangmat of dwarslaesie? Zijn er gipsvluchten in de zomer? En breekt het mannetje van de ANWB dan je tent af? Waar zou hier de hubschrauber moeten landen?
Ik wist het niet en misschien dat ik daarom na een paar minuten voorzichtig ben opgestaan. Elke beweging deed zeer. Ik voelde pezen waarvan ik niet wist dat je ze zo vaak gebruikt. Blijkbaar hebben ze allemaal met elkaar te maken. Nooit geweten dat je zoveel spiertjes tegelijk nodig hebt voor de kleinste stapjes.
Zelf schuld, dikke bult, maar ik heb mijn straf wel gehad. Een week lang strompelde ik als Quasimodo over de camping. Er was stomweg geen ‘beste houding’. In en uit de auto stappen bleek rugtechnisch een uiterst ingewikkelde exercitie. Ik kreeg pijnscheuten op de meest onvoorspelbare momenten. Alsof ik zo nu en dan geëlektrocuteerd werd. Gekke krampjes en soms leek er iemand met een lange naald in mijn rug te prikken.
Ga dan maar eens slapen op een hobbelig luchtbed. Dat is al een kastijding als je niks mankeert. Nu was het de hel op aarde. Niet bepaald een fijne therapie. Omdraaien in de nacht, zonder de kinderen wakker te maken, bleek een hele uitdaging. En kom als Padre Familias maar eens snel uit je tentje gekropen, met je zere stijve rug, wanneer de rest van de familie gilt dat er drie naaktslakken op de rits van de tent zitten en iemand in zijn broek dreigt te plassen. Of probeer in zo’n kleine campingdouche je voeten af te drogen, zonder dat de handdoek op de grond komt. Dan zwijg ik over het gepruts met een schone onderbroek, die eveneens niet nat mag worden, terwijl je je been niet hoger dan vijf centimeter op kan tillen. Gedoe gedoe.
Vloeken in het bijzijn van mijn kinderen probeer ik normaal gesproken te voorkomen, maar als je ze binnenkort hartgrondig ‘GODVERDOMME’ hoort roepen, of iets dat lijkt op ‘KUT’ dan is het allemaal de schuld van mijn gehannes met die stomme hangmat op dag 1 van de vakantie.
En weet je wat het ergste is? De naam van de camping! Genoemd naar het gehucht in Oostenrijk waar het allemaal gebeurde: Au an der Donau.
Nou, dat heb ik geweten.








3 opmerkingen:

  1. Dit is wel heel erg [stom]. Ik heb wel met je te doen, maar kan Christel ook begrijpen.Zo,n lachbui heb ik ook eens gehad na een ongelukje in de vouwwagen en dat werd me niet in dank afgenomen! Marei.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. gelukkig heette de volgende camping Lazy!

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.