Ik geef het direct toe. Het was, op zijn zachtst
gezegd, een tikkeltje onverstandig. Of ja, een buitengewoon domme actie
mijnerzijds. Zeker nadat mijn Lieve Lief de waarschuwende woorden ‘Zou je
dat wel doen?’ gesproken had. Voor mij was dit echter hèt signaal om koppig
door te zetten. Zoals een man van 42 betaamd.
‘Tuurlijk wel!’, zei ik zo overtuigend mogelijk en
met mijn volle gewicht ging ik zitten. Overmoedig draaide ik me om, gooide
soepel de beentjes omhoog en rustig liet ik mezelf achterover zakken in de
nagelnieuwe hangmat.
‘Ziejewel!’, riep ik ook nog.
Op dat moment knapte het touw.
En daar ging papa.
Ik smakte met een harde klap tegen de grond. Een
centimeter of veertig lager in een fractie van een seconde. Bijna honderd kilo
is duidelijk teveel voor het vierdubbelgespannen blauwe draad, waarin elke
kampeerder onmiddellijk een stuk waslijn zal herkennen.
Ik lag op mijn rug. Gelukkig niet op de wervel, maar
op de rechter flank. Los van een aardige vetrol was er weinig demping op
de camping.
Het is lang geleden sinds ik voor het laatst
sterretjes heb gezien. Alsof de 8mm-film uit de projector liep. Alle lucht op slag uit mijn longen geperst. Even voelde ik niets. Pas na een paar
seconden gingen de eerste alarmbellen in mijn lijf loeien. Ik hapte naar adem
en dat deed pijn.
Voor het gemak hield ik mijn ogen gesloten. Dat was
maar goed ook. Niet dat de geschrokken gezichten van mijn kinderen het trauma zouden
hebben vergroot. Wel het hoofd van mijn vrouw, die min of meer in haar
zomerjurkje pieste van het lachen. Over haar wangen biggelden gelijk een paar
tranen en die waren niet van verdriet.
Ik zelf had geen energie om te huilen. Ik deed
niks. Geen idee ook of ik nog iets kon. Pas na een korte time-out checkte ik
voorzichtig mijn armen en benen. Die waren er nog.
‘Gaat het papa?’ vroeg mijn dochter van vijf bezorgd.
Zij wel. Alleen wist ik het niet. Nog niet. Mijn rug deed zeer. Behoorlijk. En
ik werd een beetje misselijk.
‘Daar gaat je vakantie...’ schoot door mijn gedachten
en ik maakte mezelf uit voor ongelofelijke eikel. Hoe had ik zo eigenwijs
kunnen zijn? Zo onvoorzichtig. Waarom had ik die hangmat überhaupt opgehangen? Waarom
niet lager? Vlak boven de grond bijvoorbeeld.
Krankenhaus, dat kon ik nog verzinnen, maar
wat is rug in het Oostenrijks? En hoe zeg je hangmat of dwarslaesie?
Zijn er gipsvluchten in de zomer? En breekt het mannetje van de ANWB dan je
tent af? Waar zou hier de hubschrauber moeten landen?
Ik wist het niet en misschien dat ik daarom na een
paar minuten voorzichtig ben opgestaan. Elke beweging deed zeer. Ik voelde
pezen waarvan ik niet wist dat je ze zo vaak gebruikt. Blijkbaar hebben ze
allemaal met elkaar te maken. Nooit geweten dat je zoveel spiertjes tegelijk
nodig hebt voor de kleinste stapjes.
Zelf schuld, dikke bult, maar ik heb mijn straf wel
gehad. Een week lang strompelde ik als Quasimodo over de camping. Er was
stomweg geen ‘beste houding’. In en uit de auto stappen bleek rugtechnisch een
uiterst ingewikkelde exercitie. Ik kreeg pijnscheuten op de meest
onvoorspelbare momenten. Alsof ik zo nu en dan geëlektrocuteerd werd. Gekke
krampjes en soms leek er iemand met een lange naald in mijn rug te prikken.
Ga dan maar eens slapen op een hobbelig luchtbed. Dat
is al een kastijding als je niks mankeert. Nu was het de hel op aarde. Niet
bepaald een fijne therapie. Omdraaien in de nacht, zonder de kinderen wakker te
maken, bleek een hele uitdaging. En kom als Padre Familias maar eens snel uit je
tentje gekropen, met je zere stijve rug, wanneer de rest van de familie gilt dat
er drie naaktslakken op de rits van de tent zitten en iemand in zijn broek
dreigt te plassen. Of probeer in zo’n kleine campingdouche je
voeten af te drogen, zonder dat de handdoek op de grond komt. Dan zwijg ik over het gepruts met een schone onderbroek, die eveneens niet nat mag
worden, terwijl je je been niet hoger dan vijf centimeter op kan tillen. Gedoe gedoe.
Vloeken in het bijzijn van mijn kinderen probeer ik normaal
gesproken te voorkomen, maar als je ze binnenkort hartgrondig ‘GODVERDOMME’ hoort
roepen, of iets dat lijkt op ‘KUT’ dan is het allemaal de schuld van mijn gehannes met die
stomme hangmat op dag 1 van de vakantie.
En weet je wat het ergste is? De naam van de camping!
Genoemd naar het gehucht in Oostenrijk waar het allemaal gebeurde: Au an der Donau.
Nou, dat heb ik geweten.
Dit is wel heel erg [stom]. Ik heb wel met je te doen, maar kan Christel ook begrijpen.Zo,n lachbui heb ik ook eens gehad na een ongelukje in de vouwwagen en dat werd me niet in dank afgenomen! Marei.
BeantwoordenVerwijderenEn in AU .Dit geloof je niet !
BeantwoordenVerwijderengelukkig heette de volgende camping Lazy!
BeantwoordenVerwijderen