dinsdag 5 juni 2018

DBA / ZZP update

Op maandag 4 juni was ik in Den Haag bij een informeel gesprek met minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën. Het ging over de wet DBA en vooral over de opvolging daarvan. In de voormalige Caballerofabriek waren negen ZZP’ers en elf opdrachtgevers uitgenodigd om met de twee bewindslieden van gedachten te wisselen over praktische problemen, punten van zorg en mogelijke oplossingen met betrekking tot dit ingewikkelde dossier.
Ik moet zeggen dat het een buitengewoon aangename bijeenkomst was. Twee uur lang hebben we open en eerlijk met elkaar gesproken. De minister en staatssecretaris stelden kritische vragen, hebben goed geluisterd en openhartig meegedacht. De ZZP’ers waren stuk voor stuk serieuze zelfstandigen, die allemaal bewust hebben gekozen voor deze manier van leven en werken. Zo bleek bij een rondvraag dat deze freelancers niet iets anders gaan doen als bij wijze van spreken de zelfstandigenaftrek sneuvelt. De vrijheid van werken zonder directe baas en waarbij je zelf kan bepalen welke projecten je aanneemt, tegen welke tarieven en onder welke omstandigheden wegen veel zwaarder. Deze mensen willen zelf bepalen hoe ze een oudedagsvoorziening opbouwen en wat ze regelen voor een onverhoopte arbeidsongeschiktheid. Ze nemen bewust het risico dat ze geen WW krijgen als er op een dag even geen werk meer voor ze is.
Ze willen alleen allemaal heel graag duidelijkheid. De overheid moet snel komen met regels en heldere afspraken zodat ZZP’ers en hun opdrachtgevers weten waar zij aan toe zijn. Nu doet iedereen maar wat en hangt er nog steeds een zwaard van Damocles boven de markt. Niemand weet precies wat de belastingdienst accepteert en wat niet. Wat is schijnzelfstandigheid en wat niet? Op basis van de huidige regels (die nu niet gehandhaafd worden) durven veel opdrachtgevers geen beleid te maken. Er moet iets gebeuren, maar wat?
Uit het gesprek met de twee bewindslieden bleek maar weer eens hoe ontzettend lastig het is om goede kaders te scheppen voor de groeiende groep kleine zelfstandigen. Aan de onderkant moet je mensen, die niet geheel vrijwillig voor een bestaan als ZZP’er kiezen, wellicht beschermen en aan de andere kant is een wildgroei niet wenselijk. Er moet eigenlijk een goede balans zijn tussen het vaste dienstverband en het aantal zelfstandigen die kiezen voor minder zekerheid en een bepaalde mate van vrijheid. Maar lang niet alle zelfstandigen hebben hun zaakjes netjes voor elkaar en dat leidt weer tot oneerlijke concurrentie. Sommige opdrachtgevers huren ZZP’ers in tegen tarieven die zo laag zijn dat je gerust kan aannemen dat de betreffende zelfstandigen geen arbeidsongeschiktheids-verzekering, bedrijfsrisicopolis of oudedagvoorziening kunnen betalen. 
Het grootste probleem op dit moment is dat er geen sluitende definitie te maken is van de ZZP’er. Er zijn nogal wat verschillende soorten en maten freelancers ontstaan in de afgelopen jaren. Van post- of maaltijdbezorgers, via cameramensen naar ICT-ers die soms wel een paar jaar aan een bepaald project werken. De tarieven die ZZP’ers rekenen lopen enorm uiteen. 
Aan het eind van het gesprek met de minister en de staatssecretaris was dan ook de conclusie dat de oplossing jammer genoeg niet voor het oprapen ligt. Het zal nog wel even duren voor er een nieuwe wet is en het is nog maar de vraag of er uiteindelijk regels komen waar iedereen mee kan leven. Dit dossier is voorlopig nog een zorgenkindje voor de regering, hoewel volgens mij het basisidee, zoals beschreven in het regeerakkoord, zo gek nog niet is. Maak een onderscheid tussen drie groepen. Iedereen die minder verdient dan 18 of 20 euro per uur kan geen echte zelfstandige zijn. Mensen die meer dan 70 euro per uur verdienen mag je in principe lekker hun gang laten gaan. En dan blijft er een grote middengroep over, waarbij je op een of andere manier moet vaststellen of ze echt zelfstandig ondernemer zijn… of niet. 
Ik kan wel een paar criteria bedenken:

-       heeft een tarief dat hoger is dan 20 euro per uur
-       is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
-       betaalt netjes de verplichte belastingen 
-       is in het bezit van een bedrijfsrisicoverzekering
-       heeft zelf aantoonbaar iets geregeld voor onverhoopte arbeidsongeschiktheid
-       heeft zelf aantoonbaar iets geregeld voor pensioen
-       heeft meer dan drie verschillende opdrachtgevers per jaar  
-       werkt niet meer dan 70 procent voor één opdrachtgever
-       heeft een zakelijke website / doet aan acquisitie
-       doet (kleine) zakelijke investeringen 
-       maakt geen aanspraak op WW

Dit kan je jaarlijks checken doormiddel van een computermodel. Degene die aan alle voorwaarden voldoet krijgt een soort VAR 2.0. Twijfelgevallen worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Wie bijvoorbeeld verhoudingsgewijs teveel belasting moet betalen heeft zijn aftrekposten (pensioen en arbeidsongeschiktheid) niet op orde. 
Het enige waar je dan nog iets op moet verzinnen is het zogenaamd ‘goede opdrachtgeverschap’. Hoe zorg je ervoor dat opdrachtgevers zich bewust zijn en blijven van het feit dat je ZZP’ers op een fatsoenlijke wijze moet betalen. Je kan namelijk niet verwachten dat de kleine zelfstandige aan steeds meer (veiligheids)eisen en regels voldoet, maar deze daar tegelijkertijd niet voor belonen. Wie daar iets op weet mag het zeggen.

Ik ben in ieder geval blij dat ik aan dit positieve kringgesprek met minister Koolmees en staatssecretaris Snel mocht deelnemen en hoop dat hier binnenkort ook nog een vervolg op komt. Ik denk namelijk graag met ze mee.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.