zaterdag 16 december 2023

Doosjes


Elke dag maak ik een foto van de camera waarmee ik werk. Deze kiekjes plaats ik op mijn Instagram en zo ontstaat een grappig overzicht van alle projecten die ik doe, van de locaties waar ik kom en vooral van de verschillende camera’s die ik in handen krijg. In elk stadje een ander schatje. Zie het als een soort fotodagboek. Dit jaar heb ik al meer dan 100 foto’s gemaakt en als ik snel tel kom ik op minimaal zestien soorten camera’s. De configuratie met lens, viewer, statief of dolly is bijna nooit hetzelfde. Er zijn tegenwoordig oneindig veel smaken en keuzes in de wereld van film en video. 

Dat was in september ook goed te zien op de IBC in Amsterdam. De International Broadcast Convention is een gigantische beurs in de RAI, waar ieder jaar de nieuwste snufjes op het gebied van beeld en geluid worden geshowd. Je kan daar dagenlang verdwalen in grote hallen met stands waar ze kabeltjes, knopjes en kastjes aanprijzen. Op mijn vakgebied zijn er altijd een paar enorme hallen met lampen, lenzen, statieven, cranes, maar natuurlijk ook camera’s. Je kan het zo gek niet bedenken of er is wel een firma die daar ook weer accessoires voor maakt. Houdertjes, schermpjes, lampjes, filtertjes, appjes, kabeltjes en andere peperdure gadgets. Iedereen zoekt op die beurs naar het ei van Columbus. 

Mij viel het dit jaar vooral op dat er nauwelijks nog echte televisiecamera’s worden gemaakt. Het zijn tegenwoordig allemaal vierkante doosjes met wat knopjes en een gat waar een lens op geschroefd moet worden. Vervolgens mag je er zelf met allerlei hulpstukken een apparaat van maken dat je ook kan bedienen. De tijd van camera’s met een fijne viewer, knoppen op logische plekken en die vervolgens op je schouder of in de hand gelijk in balans zijn, lijkt definitief voorbij. Nu het gewicht van het apparaat in principe geen issue meer is, maakt geen fabrikant zich nog druk over ergonomie.

Ik krijg sterk de indruk dat niet veel ontwikkelaars van camera’s aan gebruikers vragen wat de bedoeling van zo’n apparaat is. Ze maken zich louter druk over technische mogelijkheden, proppen zoveel mogelijk functies in een klein doosje en kijken vooral naar de specificaties van het plaatje dat eruit komt. Het is in de mode om iets te maken voor nerds die houden van Technisch Lego. 

Deels komt dit voort uit het feit dat het voor iedereen betaalbaar moet zijn. Gevolg is wel dat je nog een fortuin kwijt bent aan protheses voor deze gemankeerde camera’s. Als een camera-operator zijn of haar werk een beetje wil doen moeten er eerst nog allerlei kostbare rigs, gimballs, losse schermpjes, adaptors en/of magic armpjes worden aangeschaft. Alleen wordt het op deze manier nooit echt een apparaat voor het betere hit-and-run werk. Gebruikersgemak blijft in veel gevallen ver te zoeken. 

Je kan je afvragen of we er de afgelopen jaren wel op vooruit zijn gegaan. Ja, het beeld is mooier, maar de man of vrouw die op pad gaat met zo’n camera, loopt volgens mij veel meer te klooien dan een jaar of vijftien geleden. Toen waren er minder smaken en draaiden we bijna alle reportages met een robuuste en gebruikersvriendelijke XDCAM camera. In meercamera-situaties hadden we altijd een peperdure Sony of GrassValley. Die camera’s waren (en zijn nog steeds) super praktisch, maar ze zijn ook drie tot vier keer zo duur dan de industriële bouwpakketten die nu steeds vaker gebruikt worden. 

Collega’s die geïnvesteerd hebben in de moderne oplossingen spreken niet over gebruiksgemak, maar over ‘het filmische plaatje’, over ‘de mooie scherptediepte’ en ‘de lichtgevoeligheid’. Er zijn zoveel mogelijkheden dat zelfs ervaren professionals door de menu’s met oneindig veel instellingen en opties niet overzien wat de beste keuze is voor een bepaald type programma. Al die mogelijkheden leiden ook tot allerlei meningen en oneindig veel discussies. 

Waar omroepen en grote producenten vroeger een standaard bepaalden zien zij tegenwoordig door de bomen het bos niet meer. Er is niet langer één vastgestelde norm. Financiële afwegingen en vooral strategische belangen spelen een steeds belangrijkere rol bij de keuze voor apparatuur en opnamenorm. Daarnaast bevatten de verkooppraatjes van de facilitaire kant soms halve waarheden, omdat elke leverancier weer zijn eigen voorkeuren heeft. Voor partijen die faciliteiten inkopen is het hierdoor knap lastig om alle aanbiedingen met elkaar te vergelijken. Bovendien ontbreekt het ook nog wel eens aan kennis van zaken om appels en peren van elkaar gescheiden te houden. 

 

De meest populaire camera onder professionele filmploegen in Omroepland is momenteel de Sony Fx9. Een allemachtig mooi apparaat, waar je een prachtig plaatje mee kan maken. Zonder al te veel opties kost deze camera ongeveer tienduizend euro. Dat is, zeker in vergelijk met wat we dertig jaar geleden aan een camera uitgaven, zeer betaalbaar. Het voordeel is ook nog eens dat je anno 2023 allerlei relatief goedkope (foto)lenzen (met autofocus!) kan gebruiken, waarmee je al snel een aardig setje hebt om te filmen. Met de prijs/kwaliteitverhouding is niks mis. 

Dus hebben veel collega’s en facilitaire partijen hierin geïnvesteerd. Zij roepen natuurlijk dat dit de allermooiste camera op aarde is. Dat mag, maar het is niet helemaal correct als je klanten wijs maakt dat zo’n Fx9 (met fotolenzen) onder álle omstandigheden de beste keuze is. Voor het snelle (nieuws)werk is deze configuratie zeker niet ideaal. Je kan bijvoorbeeld met zo’n fotolens lang niet zo ver inzoomen als met een goede videolens en een minimale scherptediepte is in een oorlogsgebied of op een rampplek helemaal niet gewenst. Om maar iets te noemen. 

Wie kritisch tv kijkt zal het zijn opgevallen dat shots, die met een Fx9 vanuit de schouder zijn gedraaid, vaak per ongeluk een tikkeltje scheef zijn. Dat heeft te maken met de knullige ophanging van de viewer en met de manier waarop je het apparaat vasthoudt. Het handvat, dat je aan de zijkant van de camera kan schroeven en waardoor de camera steeds omvalt als je hem even snel op de grond wil zetten, zorgt ervoor dat de operator deze camera al snel een beetje schuin houdt. Doordat de viewer niet goed is bevestigd zit deze lang niet altijd recht en kan het gebeuren dat de operator tijdens het filmen niet in de gaten heeft. Of de waterpasfunctie in de camera onder alle omstandigheden even accuraat is waag ik bovendien te betwijfelen.

Gelukkig kan men tegenwoordig in de nabewerking bijna alles oplossen. Licht, kleur en zelfs de kaders kunnen eventueel nog worden aangepast. Als je maar in een hele hoge resolutie draait kan je zelfs scheve kaders in de montage recht zetten. Zo wordt al het gepruts en klooi van de opnamen vaak weer verdoezeld. Alleen komt daarmee ons mooie ambacht wel een beetje onder druk te staan.

 

 


1 opmerking:

  1. Een geweldig artikel! Ik ben herintreder in het video vak en ja ik mis enorm het gemak van de ouderwetste shoudercamera's waar ik toen nieuws mee draaide. Dat waren betacam SP en de eerste digitale camera de betacam 700. Ik ben een enorme fan van de huidige mogelijkheden. Eye auto focus is nu zo goed, dat je daar op kan vertrouwen. Maar hoe je nu je camera inricht voor een makkelijke shoot, het is een puzzel geworden. Mooi dat je deze kant belicht

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.