Bordeaux. 16:47 uur. Sylvain Calzati wint de 7e etappe van Saint Meen-le-Grand naar Lorient over 177 kilometer. Wij staan honderd meter verder, net na een bocht en wachten op Tankink en Weening. Beide renners spreken we snel na elkaar. Het bandje wordt uit de camera getrokken en razendsnel afgevoerd naar de verbindingswagen van de NOS. Ik klik een nieuwe accu op de camera en wens mijn collega's een goede reis.
16:58 uur. Rob Harmeling won in 1992 de etappe naar Bordeaux. Tegenwoordig begeleidt hij belangrijke gasten van de Rabobank. Zijn Skoda staat geparkeerd achter de bus van de QuickStep ploeg, waar Tom Boonen ogenschijnlijk ontspannen handtekeningen uitdeelt. Hier hebben we afgesproken. Er is een plaatsje over in de gastenwagen en Rob komt langs het vliegveld. Hij geeft mij een lift.
17:35 uur. Ik ben op tijd op het vliegveld. De renners zijn er nog niet en Aerogare Lorient–Ploemeur is zo klein en overzichtelijk dat ik me totaal niet druk had hoeven maken. Een dame van de organisatie controleert of ik op de lijst sta en legt uit dat ik vandaag geen boardingpass nodig heb.
17:43 uur. Gasten van de A.S.O. (de tourorganisator) arriveren op het vliegveld. Een legertje politieagenten staat klaar, maar er is zo weinig publiek dat de overmacht aan streng kijkende agenten een beetje overdreven lijkt. Bij de deur staat een handje vol fotografen en er zijn vier cameramannen.
17:52 uur. De verslaggever van de VRT vertelt dat Boonen voor hun camera heeft gezegd dat het hem allemaal 'geen klote meer kan schelen'. Het was een duidelijke tekst in een heel kort interview. De Belgen maken hun Tommeke gek.
18:02 uur. Zeven bussen met renners en begeleiders arriveren op het vliegveld. De renners stappen om beurten uit en moeten geduldig wachten bij de paspoortcontrole en de securitycheck. Ik loop mee met de Raborenners.
18:30 uur. Aan boord van de MD80, een van de twee Tour de France charters, zitten de mannen van Rabobank, Discovery, Lampre, Lotto, Quick Step, T-Mobile en CSC met hun begeleiders. Ik neem plaats op de achterste rij. Als dit toestel straks neer stort is de Tour de France in een klap voorbij. Dan wacht niemand meer op de Tour.
18:44 uur. De deuren sluiten. Op het allerlaatste moment neemt een arts van Assistance Medicale de laatste vrije stoel naast me in. Hoewel het nu nog krapper wordt, geeft het toch een veilig gevoel dat er een dokter aan boord is.
Het is bloedheet in het toestel. De motoren brullen. Renners luisteren naar muziek op hun i-Pods. Voor me zitten Boonen, Tankink, Posthuma, Boogerd en Menchov. Ze draaien allemaal aan de aircoknop boven hun hoofd, maar dat lijkt niet te helpen.
18:52 uur. We rijden naar de startbaan. Menchov plaagt de stewardess door aan het luchtmasker te trekken tijdens de veiligheidsdemonstratie. Ze kan er wel om lachen. De renner duikt weer in zijn boek.
18:57 uur. We stijgen op. Een van de renners voor me heeft een scheet gelaten die behoorlijk ruikt. Alle vingers wijzen naar Tankink, die of vliegangst heeft of een reputatie op het gebied van winden laten. De stewardess de naast die renner zit staat zo snel mogelijk op en spuit demonstratief met parfum. Daar kunnen de jongens wel om lachen.
19:05 uur. Alle cameramannen en fotografen aan boord komen tegelijk in actie. Er ontstaan opstoppingen in het gangpad. Ik doe mijn kunstje en maak shots van de Nederlanders aan boord, van Honchar, de gele trui drager en van Mc Ewen, de man van het groen. Daarnaast zoek ik nog een paar andere bekende koppen.
De laatste tien minuten spreek ik met de arts naast me. We hebben een interessant gesprek over een foto van Erik Dekker die we gezien hebben in L'Equipe Magazine. Dekker werd zo slap als een vaatdoek opgetild door een omstander. Misschien was de renner op dat moment zelfs buiten bewustzijn. Hij liet zijn hoofd in ieder geval hangen. Als hij iets aan zijn nek beschadigd had, dan was hij op dat moment vermoord door de man uit het publiek die het daar zo goed bedoelde. De arts was duidelijk. Dit was een heel onverstandige actie van de toeschouwer. Hij had Dekker moeten laten liggen.
19:40 uur. We landen in Bordeaux. De verplaatsing over 500 kilometer is in een kleine veertig minuten gedaan. Op de snelweg voorbij Nantes rijdt een colonne Tourvolgers, die de WK finale op de radio moeten horen. De renners en hun begeleiders zullen op tijd in het hotel zijn voor de tweede helft.
20:03 uur. De bussen zijn vertrokken. Ik zoek een taxi op het vliegveld van Bordeaux, maar die zijn hier schaars op het moment dat Frankrijk de WK finale speelt. Ik tref er een waarin een man en vrouw zitten. Toch mag ik instappen. Dan ontdek ik dat het een stel is. Waarschijnlijk controleert zij of hij wel echt aan het werk is. In de taxi geen radio, maar klassieke muziek. Als ik vraag of de man niet geïnteresseerd is in voetbal reageert hij onverschillig, maar het zwijgende echtpaar kan moeilijk verbergen dat er iets aan de hand is. Hij rijdt als een bezeten gek door de straten van Bordeaux en zucht voortdurend. Het is stil op straat. De stad lijkt verlaten. Een ideaal moment voor inbrekers, maar die houden waarschijnlijk ook van voetbal.
16:58 uur. Rob Harmeling won in 1992 de etappe naar Bordeaux. Tegenwoordig begeleidt hij belangrijke gasten van de Rabobank. Zijn Skoda staat geparkeerd achter de bus van de QuickStep ploeg, waar Tom Boonen ogenschijnlijk ontspannen handtekeningen uitdeelt. Hier hebben we afgesproken. Er is een plaatsje over in de gastenwagen en Rob komt langs het vliegveld. Hij geeft mij een lift.
17:35 uur. Ik ben op tijd op het vliegveld. De renners zijn er nog niet en Aerogare Lorient–Ploemeur is zo klein en overzichtelijk dat ik me totaal niet druk had hoeven maken. Een dame van de organisatie controleert of ik op de lijst sta en legt uit dat ik vandaag geen boardingpass nodig heb.
17:43 uur. Gasten van de A.S.O. (de tourorganisator) arriveren op het vliegveld. Een legertje politieagenten staat klaar, maar er is zo weinig publiek dat de overmacht aan streng kijkende agenten een beetje overdreven lijkt. Bij de deur staat een handje vol fotografen en er zijn vier cameramannen.
17:52 uur. De verslaggever van de VRT vertelt dat Boonen voor hun camera heeft gezegd dat het hem allemaal 'geen klote meer kan schelen'. Het was een duidelijke tekst in een heel kort interview. De Belgen maken hun Tommeke gek.
18:02 uur. Zeven bussen met renners en begeleiders arriveren op het vliegveld. De renners stappen om beurten uit en moeten geduldig wachten bij de paspoortcontrole en de securitycheck. Ik loop mee met de Raborenners.
18:30 uur. Aan boord van de MD80, een van de twee Tour de France charters, zitten de mannen van Rabobank, Discovery, Lampre, Lotto, Quick Step, T-Mobile en CSC met hun begeleiders. Ik neem plaats op de achterste rij. Als dit toestel straks neer stort is de Tour de France in een klap voorbij. Dan wacht niemand meer op de Tour.
18:44 uur. De deuren sluiten. Op het allerlaatste moment neemt een arts van Assistance Medicale de laatste vrije stoel naast me in. Hoewel het nu nog krapper wordt, geeft het toch een veilig gevoel dat er een dokter aan boord is.
Het is bloedheet in het toestel. De motoren brullen. Renners luisteren naar muziek op hun i-Pods. Voor me zitten Boonen, Tankink, Posthuma, Boogerd en Menchov. Ze draaien allemaal aan de aircoknop boven hun hoofd, maar dat lijkt niet te helpen.
18:52 uur. We rijden naar de startbaan. Menchov plaagt de stewardess door aan het luchtmasker te trekken tijdens de veiligheidsdemonstratie. Ze kan er wel om lachen. De renner duikt weer in zijn boek.
18:57 uur. We stijgen op. Een van de renners voor me heeft een scheet gelaten die behoorlijk ruikt. Alle vingers wijzen naar Tankink, die of vliegangst heeft of een reputatie op het gebied van winden laten. De stewardess de naast die renner zit staat zo snel mogelijk op en spuit demonstratief met parfum. Daar kunnen de jongens wel om lachen.
19:05 uur. Alle cameramannen en fotografen aan boord komen tegelijk in actie. Er ontstaan opstoppingen in het gangpad. Ik doe mijn kunstje en maak shots van de Nederlanders aan boord, van Honchar, de gele trui drager en van Mc Ewen, de man van het groen. Daarnaast zoek ik nog een paar andere bekende koppen.
De laatste tien minuten spreek ik met de arts naast me. We hebben een interessant gesprek over een foto van Erik Dekker die we gezien hebben in L'Equipe Magazine. Dekker werd zo slap als een vaatdoek opgetild door een omstander. Misschien was de renner op dat moment zelfs buiten bewustzijn. Hij liet zijn hoofd in ieder geval hangen. Als hij iets aan zijn nek beschadigd had, dan was hij op dat moment vermoord door de man uit het publiek die het daar zo goed bedoelde. De arts was duidelijk. Dit was een heel onverstandige actie van de toeschouwer. Hij had Dekker moeten laten liggen.
19:40 uur. We landen in Bordeaux. De verplaatsing over 500 kilometer is in een kleine veertig minuten gedaan. Op de snelweg voorbij Nantes rijdt een colonne Tourvolgers, die de WK finale op de radio moeten horen. De renners en hun begeleiders zullen op tijd in het hotel zijn voor de tweede helft.
20:03 uur. De bussen zijn vertrokken. Ik zoek een taxi op het vliegveld van Bordeaux, maar die zijn hier schaars op het moment dat Frankrijk de WK finale speelt. Ik tref er een waarin een man en vrouw zitten. Toch mag ik instappen. Dan ontdek ik dat het een stel is. Waarschijnlijk controleert zij of hij wel echt aan het werk is. In de taxi geen radio, maar klassieke muziek. Als ik vraag of de man niet geïnteresseerd is in voetbal reageert hij onverschillig, maar het zwijgende echtpaar kan moeilijk verbergen dat er iets aan de hand is. Hij rijdt als een bezeten gek door de straten van Bordeaux en zucht voortdurend. Het is stil op straat. De stad lijkt verlaten. Een ideaal moment voor inbrekers, maar die houden waarschijnlijk ook van voetbal.

Mazzel dat je met het vliegtuig mee kon, anders had je moeten rijden ;-)
BeantwoordenVerwijderen