Surhuisterveen / Marem. Afslag Buitenpost. Goede titel voor een boek. Het is tien voor zeven, ik heb haast. Had er al lang moeten zijn, maar het is een volle dag. Te laat vertrokken en geen rekening gehouden met vrijdagavondspits op de A6 richting Friesland. Ook daar staan tegenwoordig files.
Veel tijd om iets door te spreken met de kabelassistent voor deze avond is er nietmeer. Ik geef een hand. Vraag naar zijn naam, maar die kan ik niet onthouden. Doe na drie keer schreeuwen in de volle feesttent ook geen moeite meer. Het lijkt een aardige knul. Jong, maar enthousiast. Geen idee of hij ervaren is met camerakabels en overijverige cameramannen.
In het begin van het concert gaat het helemaal niet goed. Ik ben te snel of hij is te traag. Een paar keer struikel ik bijna over de kabel als ik met de camera achteruit loop. Daar is de kabelassistent voor, maar we zijn nog niet op elkaar ingespeeld.
Een paar boze blikken, een opmerking en een tip helpen. Duidelijkheid kent geen tijd. Langzaam gaat het beter. Hij staat inmiddels niet meer te dromen of te genieten van de muziek. Steeds als ik achter me kijk zie ik de jongen keihard werken. Het komt goed. Dit wordt een mooie avond.
Vol gas probeer ik te bewijzen dat ik de meest geschikte man ben voor deze vliegende camera op het podium. Zweet gutst richting bilnaad. De assistent zweet ook. Iedereen in de overvolle partytent heeft het warm.
De camera's draaien rond de artiesten. Ik en mijn collega Arjan, aan de andere kant van het podium, schieten om beurten naar voren en snel weer terug. Op grote schermen is alles te zien. De kijker zit er bovenop.
Van de navelstreng die me verbindt met de regiewagen heb ik steeds minder last. Alles is mogelijk. Ik word overmoedig. Mijn kabelaar moet er om lachen. Hij gaat mee in de gekte tot ik halverwege de avond in een ooghoek zie dat hij van het podium stort.
Net een stapje te ver naar achteren en hij dondert anderhalve meter naar beneden. Als een kat komt hij op beide benen terecht. Beveiligers, waar hij bijna bovenop viel, houden hem overeind. Met de camerakabel nog in zijn hand rent hij zonder nadenken naar het trapje om zo snel mogelijk weer achter me te staan. Iedereen lijkt geschrokken behalve deze stuntassistent.
Natuurlijk vraag ik hoe het met hem gaat, maar dit is een kerel die niet zeurt. Doorgaan! Dat mag ik wel. De slowmotion van zijn actie zit op mijn netvlies en de rest van de avond zie ik het nog voor me. Zelf ben ik vanaf dat moment iets voorzichtiger en blijf verder van de rand.
Na afloop vraag ik nogmaals hoe het met de gevallen kabelaar gaat. Hij zegt nergens last van te hebben. Dat is een wonder. Zeker op vrijdag de 13e.
Nu wil ik toch echt weten hoe deze stuntman heet. Patchanka. Een mooie naam voor een katachtige.
De val van Patchanka. Ook een goede boektitel.
Veel tijd om iets door te spreken met de kabelassistent voor deze avond is er nietmeer. Ik geef een hand. Vraag naar zijn naam, maar die kan ik niet onthouden. Doe na drie keer schreeuwen in de volle feesttent ook geen moeite meer. Het lijkt een aardige knul. Jong, maar enthousiast. Geen idee of hij ervaren is met camerakabels en overijverige cameramannen.
In het begin van het concert gaat het helemaal niet goed. Ik ben te snel of hij is te traag. Een paar keer struikel ik bijna over de kabel als ik met de camera achteruit loop. Daar is de kabelassistent voor, maar we zijn nog niet op elkaar ingespeeld.
Een paar boze blikken, een opmerking en een tip helpen. Duidelijkheid kent geen tijd. Langzaam gaat het beter. Hij staat inmiddels niet meer te dromen of te genieten van de muziek. Steeds als ik achter me kijk zie ik de jongen keihard werken. Het komt goed. Dit wordt een mooie avond.
Vol gas probeer ik te bewijzen dat ik de meest geschikte man ben voor deze vliegende camera op het podium. Zweet gutst richting bilnaad. De assistent zweet ook. Iedereen in de overvolle partytent heeft het warm.
De camera's draaien rond de artiesten. Ik en mijn collega Arjan, aan de andere kant van het podium, schieten om beurten naar voren en snel weer terug. Op grote schermen is alles te zien. De kijker zit er bovenop.
Van de navelstreng die me verbindt met de regiewagen heb ik steeds minder last. Alles is mogelijk. Ik word overmoedig. Mijn kabelaar moet er om lachen. Hij gaat mee in de gekte tot ik halverwege de avond in een ooghoek zie dat hij van het podium stort.
Net een stapje te ver naar achteren en hij dondert anderhalve meter naar beneden. Als een kat komt hij op beide benen terecht. Beveiligers, waar hij bijna bovenop viel, houden hem overeind. Met de camerakabel nog in zijn hand rent hij zonder nadenken naar het trapje om zo snel mogelijk weer achter me te staan. Iedereen lijkt geschrokken behalve deze stuntassistent.
Natuurlijk vraag ik hoe het met hem gaat, maar dit is een kerel die niet zeurt. Doorgaan! Dat mag ik wel. De slowmotion van zijn actie zit op mijn netvlies en de rest van de avond zie ik het nog voor me. Zelf ben ik vanaf dat moment iets voorzichtiger en blijf verder van de rand.
Na afloop vraag ik nogmaals hoe het met de gevallen kabelaar gaat. Hij zegt nergens last van te hebben. Dat is een wonder. Zeker op vrijdag de 13e.
Nu wil ik toch echt weten hoe deze stuntman heet. Patchanka. Een mooie naam voor een katachtige.
De val van Patchanka. Ook een goede boektitel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.