De Meern. Het is diep in de nacht. Vroeger noemde ik dit moment sluitingstijd. Dan namen we een laatste ronde of rolde ik de kroeg uit richting taxistandplaats. Gedurende een bepaalde periode zelfs op dinsdagnacht. Het is inmiddels een vage herinnering. Niet dankzij Korsakov, maar omdat het alweer lang geleden is.
Nu is het een Pampermomentje voor papa. Na zes weken durf ik te stellen dat het niet zal wennen. Met een hand wrijf ik de slaap uit mijn ogen, op de andere arm ligt het mannetje. Hij kijkt me wakker aan. Zijn grote ogen worden kleiner als ik het licht van de kinderkamer aan knip. Die lamp is te fel en ik neem me voor om daar iets aan te doen.
Morgen, maar dat dacht ik gisteren op dit onmenselijke uur ook al.
De ademhaling van ons kind gaat moeizaam en onregelmatig. Soms lijkt hij kort te vergeten dat zuurstof een primaire levensbehoefte is, om daarna even druk te hijgen. Hij geniet van zijn eerste snotneus. Vooral tijdens het drinken heeft hij daar last van. Nu piept het kereltje af en toe als een muisje. Welk tochtje deze verstopte neusprimeur heeft veroorzaakt heb ik nog niet kunnen ontdekken.
Ik voel dat het rompertje een beetje klam is aan de achterkant. Bij nadere inspectie blijkt dat ik de vorige luier niet strak genoeg heb dichtgeplakt. Een mosterdbruine vlek zit op zijn rug. Het wordt een grote beurt.
De lade waarin de luiers horen te liggen is leeg. Dat is waar ook; vergeten bij te vullen. Het pak ligt in een andere kamer. Het kereltje mag ik veiligheidshalve niet achterlaten op de commode en dus gaan we samen terug. Mijn hand grijpt natuurlijk precies in de poepplek op zijn rug. Nadenken op dit tijdstip is nooit mijn sterkste kant geweest.
We beginnen opnieuw.
Voorzichtig haal ik het vieze rompertje over zijn hoofd. Inmiddels heb ik hier enige handigheid in gekregen, maar het blijft een lastig klusje als de baby enthousiast met zijn armpjes zwaait. Ik maak de luier los en zie een behoorlijk plakkaat. Als ik een billendoekje uit de gele box trek zet meneer beide hakken in zijn eigen creatie. Nu moet ik snel zijn, anders is straks alles vies.
Voortdurend houd ik zijn plasser in de smiezen, maar hoe goed ik ook oplet, hij presteert het toch om een heel klein beetje over mijn hand te pissen. Om het feest compleet te maken ben ik ook eerder vergeten de afvalemmer leeg te maken. Die zit tot boven de rand vol. Ik leg de laatste vieze luier bovenop de deksel en droog mijn hand aan een spuugdoekje. Dat gooi ik op de grond naast alle vieze kleertjes. Morgen weer een witte was.
Het aankleden kan beginnen.
Als we bijna klaar zijn kijkt de kleine man me aan. Dan volgt het mooiste moment van de nacht: Meneer lacht!
Nu is het een Pampermomentje voor papa. Na zes weken durf ik te stellen dat het niet zal wennen. Met een hand wrijf ik de slaap uit mijn ogen, op de andere arm ligt het mannetje. Hij kijkt me wakker aan. Zijn grote ogen worden kleiner als ik het licht van de kinderkamer aan knip. Die lamp is te fel en ik neem me voor om daar iets aan te doen.
Morgen, maar dat dacht ik gisteren op dit onmenselijke uur ook al.
De ademhaling van ons kind gaat moeizaam en onregelmatig. Soms lijkt hij kort te vergeten dat zuurstof een primaire levensbehoefte is, om daarna even druk te hijgen. Hij geniet van zijn eerste snotneus. Vooral tijdens het drinken heeft hij daar last van. Nu piept het kereltje af en toe als een muisje. Welk tochtje deze verstopte neusprimeur heeft veroorzaakt heb ik nog niet kunnen ontdekken.
Ik voel dat het rompertje een beetje klam is aan de achterkant. Bij nadere inspectie blijkt dat ik de vorige luier niet strak genoeg heb dichtgeplakt. Een mosterdbruine vlek zit op zijn rug. Het wordt een grote beurt.
De lade waarin de luiers horen te liggen is leeg. Dat is waar ook; vergeten bij te vullen. Het pak ligt in een andere kamer. Het kereltje mag ik veiligheidshalve niet achterlaten op de commode en dus gaan we samen terug. Mijn hand grijpt natuurlijk precies in de poepplek op zijn rug. Nadenken op dit tijdstip is nooit mijn sterkste kant geweest.
We beginnen opnieuw.
Voorzichtig haal ik het vieze rompertje over zijn hoofd. Inmiddels heb ik hier enige handigheid in gekregen, maar het blijft een lastig klusje als de baby enthousiast met zijn armpjes zwaait. Ik maak de luier los en zie een behoorlijk plakkaat. Als ik een billendoekje uit de gele box trek zet meneer beide hakken in zijn eigen creatie. Nu moet ik snel zijn, anders is straks alles vies.
Voortdurend houd ik zijn plasser in de smiezen, maar hoe goed ik ook oplet, hij presteert het toch om een heel klein beetje over mijn hand te pissen. Om het feest compleet te maken ben ik ook eerder vergeten de afvalemmer leeg te maken. Die zit tot boven de rand vol. Ik leg de laatste vieze luier bovenop de deksel en droog mijn hand aan een spuugdoekje. Dat gooi ik op de grond naast alle vieze kleertjes. Morgen weer een witte was.
Het aankleden kan beginnen.
Als we bijna klaar zijn kijkt de kleine man me aan. Dan volgt het mooiste moment van de nacht: Meneer lacht!
Gefeliciteerd jongen! Veel plezier met je zoon.
BeantwoordenVerwijderenWanneer komen deze verhalen in boekvorm uit? Wordt echt een bestseller!!!!!!
BeantwoordenVerwijderenToch zijn dit momenten waar je, over een jaar, of zelfs over 35 jaar, nog over kunt praten.
BeantwoordenVerwijderen