De Meern. De Tour de France is aangekomen in de Noord-Franse stad Compiègne, ongeveer 80 kilometer boven Parijs. Deze plaats is bekend van de wapenstilstand die er aan het eind van de Eerste Wereldoorlog werd getekend in een treinwagon. Ik heb vooral herinneringen aan Compiègne, omdat we er het vorig jaar tijdens de Tour een avond en nacht hebben doorgebracht.
Op 5 juli 2006 aten we Margret de Canard in Hotel Flanders, een statig restaurant aan de Oise. De bediening was traag, omdat zij in de keuken naar de WK wedstrijd Frankrijk – Portugal keken. Uiteindelijk waren we de enig overgebleven klanten. De kleine NOS-equippe waar ik een deel van was bestond uit vijf personen; een verslaggever, de commentator, zijn chauffeur, een geluidsman en de cameraman. Dit selecte gezelschap kwam later die avond in een ongekend feestgedruis terecht, omdat Frankrijk de halve finale won.
We hebben het Franse volkslied meegezongen, hoewel ik de tekst niet ken. We hebben gejuicht met de uitzinnige Compiègners en net één biertje te veel gedronken, omdat we toch niet konden slapen van de herrie op straat. De mensenmassa op het plein voor Hotel de Ville was vast uitbundiger dan in 1918 toen maarschalk Foch de wapenstilstand tekende. Ik in ieder geval wel. Die avond zal ik niet snel vergeten.
Vanavond belde mijn vriend Maarten Ducrot vanuit Hotel Flanders. De heren zaten er weer, maar de Margret de Canard was uitverkocht. Dat hij aan mij dacht stemde me vrolijk. Ze zijn me niet vergeten. Maar tegelijkertijd realiseerde ik me weer dat de Tour de France dit jaar aan mij voorbij gaat.
De etappes kan je thuis op televisie beter volgen, maar een onderdeeltje zijn van dit unieke circus is een geweldige belevenis. Als je er een keer aan geroken hebt wil je nooit meer zonder. Elke avond een ander stadje. Al die verschillende restaurants en hotels. De sfeer van Frankrijk in de zomer, kilometers vreten, het Tourpasje om je nek en de onderbroekenlol die je hebt met je collega's. Lang leve de korte momenten van rust op terrasjes of in restaurants.
Ik kick af, maar mijn Tourverslaving zal nooit helemaal verdwijnen. Een baby is geweldig en ik had hem deze drie weken zeker niet willen en kunnen missen. Toch ik hoop opeens vurig dat Maarten Ducrot mij het volgend jaar niet hoeft te bellen.
Op 5 juli 2006 aten we Margret de Canard in Hotel Flanders, een statig restaurant aan de Oise. De bediening was traag, omdat zij in de keuken naar de WK wedstrijd Frankrijk – Portugal keken. Uiteindelijk waren we de enig overgebleven klanten. De kleine NOS-equippe waar ik een deel van was bestond uit vijf personen; een verslaggever, de commentator, zijn chauffeur, een geluidsman en de cameraman. Dit selecte gezelschap kwam later die avond in een ongekend feestgedruis terecht, omdat Frankrijk de halve finale won.
We hebben het Franse volkslied meegezongen, hoewel ik de tekst niet ken. We hebben gejuicht met de uitzinnige Compiègners en net één biertje te veel gedronken, omdat we toch niet konden slapen van de herrie op straat. De mensenmassa op het plein voor Hotel de Ville was vast uitbundiger dan in 1918 toen maarschalk Foch de wapenstilstand tekende. Ik in ieder geval wel. Die avond zal ik niet snel vergeten.
Vanavond belde mijn vriend Maarten Ducrot vanuit Hotel Flanders. De heren zaten er weer, maar de Margret de Canard was uitverkocht. Dat hij aan mij dacht stemde me vrolijk. Ze zijn me niet vergeten. Maar tegelijkertijd realiseerde ik me weer dat de Tour de France dit jaar aan mij voorbij gaat.
De etappes kan je thuis op televisie beter volgen, maar een onderdeeltje zijn van dit unieke circus is een geweldige belevenis. Als je er een keer aan geroken hebt wil je nooit meer zonder. Elke avond een ander stadje. Al die verschillende restaurants en hotels. De sfeer van Frankrijk in de zomer, kilometers vreten, het Tourpasje om je nek en de onderbroekenlol die je hebt met je collega's. Lang leve de korte momenten van rust op terrasjes of in restaurants.
Ik kick af, maar mijn Tourverslaving zal nooit helemaal verdwijnen. Een baby is geweldig en ik had hem deze drie weken zeker niet willen en kunnen missen. Toch ik hoop opeens vurig dat Maarten Ducrot mij het volgend jaar niet hoeft te bellen.
Je blogjes uit de Tour worden hier best gemist. Het was iedere keer weer een prachtig kijkje achter de schermen.
BeantwoordenVerwijderen