De Meern. De zon brak door. Een mooi moment om mijn vriendin eens een uurtje rust te gunnen. Dus dacht ik rond een uur of vier: 'Ik bugaboo wel even naar de winkel!'
Het mannetje in een jasje gehesen, de kinderwagen van de rem, reiswieg er op en voor de zekerheid de regenhoes in het boodschappenmandje van de hippe babytransporteur. Zelf trok ik mijn afgetrapte gympies aan. Ik dacht zelfs aan een rugzakje, zodat ik geen plastik boodschappentasje hoefde te kopen. Centjes mee en lopen maar.
Opgewekt floot ik kleuterdeuntjes. Liever had ik gezongen, maar ik heb ontdekt dat de teksten van veel kinderliedjes niet meer volledig in mijn geheugen zitten. Bovendien heb ik de neiging om nogal vals te zingen en dat doe ik probleemloos onder de douche of tijdens het verschonen, maar op straat durf ik dat niet.
Zoonlief lag in eerste instantie met grote ogen naar me te kijken. Door de zonneschijn moest hij knijpen en uiteindelijk viel hij -voor we twee straten verder waren- in slaap. Ontspannen wandelde ik verder, langs de nieuwbouw in onze wijk. Een stukje door de modder van een straat in wording en dwars door het Kloosterpark richting het oude dorp.
In het winkelcentrum kocht ik meer dan mijn rugzakje en het mandje van de Bugaboo konden stouwen. Waspoeder en flessen priklimonade moet je kopen wanneer je met de auto gaat en kleine hapjes of versproducten als je met de benenwagen bent. Dat moet ik nog leren. Gelukkig is de baby klein genoeg om zijn bedje te kunnen delen met een pak Omo.
Buiten was het licht uitgegaan. De lucht was inmiddels donkergrijs. Het zag er niet best uit, maar schuilen zonder regen had geen zin en dus besloot ik het er op te wagen.
Precies halverwege voelde ik de eerste druppels en daarna barstte het los. Niet een beetje regen, maar een stortbui die de orkaannaam Rita verdiende.
Onder een boom, die nauwelijks beschutting bood, stond ik te klooien met de regenhoes van onze moderne wandelwagen. Het bleek een ware intelligentietest voor verse vaders. Ik snapte pas waarom het stuk plastik niet paste op het moment dat ik door had dat hij ondersteboven én binnenstebuiten zat. Zelf was ik inmiddels drijfnat. Mijn haar uit model; je kent het wel.
Mijn zoon was wakker geworden van het plotselinge gerommel en het vreemde getik op zijn eerste tentje. De druppels die aan de andere kant van het doorzichtige zeiltje rolden fascineerden hem mateloos. Het kan ook zijn dat zijn focus iets verder lag, op zijn vader, die -half rennend half lopend- de weg naar huis vervolgde.
Daar stond moeders, lachend in de deuropening. En voor de koffie klaar was scheen buiten het zonnetje weer.
Het mannetje in een jasje gehesen, de kinderwagen van de rem, reiswieg er op en voor de zekerheid de regenhoes in het boodschappenmandje van de hippe babytransporteur. Zelf trok ik mijn afgetrapte gympies aan. Ik dacht zelfs aan een rugzakje, zodat ik geen plastik boodschappentasje hoefde te kopen. Centjes mee en lopen maar.
Opgewekt floot ik kleuterdeuntjes. Liever had ik gezongen, maar ik heb ontdekt dat de teksten van veel kinderliedjes niet meer volledig in mijn geheugen zitten. Bovendien heb ik de neiging om nogal vals te zingen en dat doe ik probleemloos onder de douche of tijdens het verschonen, maar op straat durf ik dat niet.
Zoonlief lag in eerste instantie met grote ogen naar me te kijken. Door de zonneschijn moest hij knijpen en uiteindelijk viel hij -voor we twee straten verder waren- in slaap. Ontspannen wandelde ik verder, langs de nieuwbouw in onze wijk. Een stukje door de modder van een straat in wording en dwars door het Kloosterpark richting het oude dorp.
In het winkelcentrum kocht ik meer dan mijn rugzakje en het mandje van de Bugaboo konden stouwen. Waspoeder en flessen priklimonade moet je kopen wanneer je met de auto gaat en kleine hapjes of versproducten als je met de benenwagen bent. Dat moet ik nog leren. Gelukkig is de baby klein genoeg om zijn bedje te kunnen delen met een pak Omo.
Buiten was het licht uitgegaan. De lucht was inmiddels donkergrijs. Het zag er niet best uit, maar schuilen zonder regen had geen zin en dus besloot ik het er op te wagen.
Precies halverwege voelde ik de eerste druppels en daarna barstte het los. Niet een beetje regen, maar een stortbui die de orkaannaam Rita verdiende.
Onder een boom, die nauwelijks beschutting bood, stond ik te klooien met de regenhoes van onze moderne wandelwagen. Het bleek een ware intelligentietest voor verse vaders. Ik snapte pas waarom het stuk plastik niet paste op het moment dat ik door had dat hij ondersteboven én binnenstebuiten zat. Zelf was ik inmiddels drijfnat. Mijn haar uit model; je kent het wel.
Mijn zoon was wakker geworden van het plotselinge gerommel en het vreemde getik op zijn eerste tentje. De druppels die aan de andere kant van het doorzichtige zeiltje rolden fascineerden hem mateloos. Het kan ook zijn dat zijn focus iets verder lag, op zijn vader, die -half rennend half lopend- de weg naar huis vervolgde.
Daar stond moeders, lachend in de deuropening. En voor de koffie klaar was scheen buiten het zonnetje weer.
Hoe kun jij in dat weer een foto maken! Nep!!
BeantwoordenVerwijderenTja... bovenstaande vroeg ik me ook af en vervolgens: Aan welke gek vraagt hij om met dat weer een foto te maken of wie maakt er nu in de strontregen een foto met de zelfontspanner ??
BeantwoordenVerwijderenOnder moeders paraplu
BeantwoordenVerwijderendaar liepen eens twee kindjes
Hanneke en Janneke dat waren dikke vrindjes...:-)
Kijk voor de gein eens op liedjesland.com Rein;-)
groetjes Vivianne