woensdag 16 juli 2008

doe maar (2)

Rotterdam. Het was mijn tweede vakantiedag. Zaterdag 12 juli 2008. Ik was bijna 36 en inmiddels trotse papa van een zoon. Doe Maar zou optreden in de Rotterdamse Kuip. Met mijn vrouw Christel reed ik in de omgeving van het stadion, op zoek naar een parkeerplek voor de Volkswagen Bora. We luisterden naar een CD van de band. 
Ergens op een hoek stond een verkeersregelaar. Hij dirigeerde de meeste auto’s in de richting van een ver afgelegen terrein, terwijl voor de bioscoop, vlak bij het stadion, nog voldoende lege plekken waren. Kennelijk bestemd voor filmliefhebbers. Ik zette de radio zacht, opende het raampje en zei droogjes dat wij naar Pathé wilden. Christel had dat niet verwacht en schoot bijna in de lach, maar even later zette ik de auto schuin tegenover het stadion. 
Een beetje sjoemelen mag in dit soort gevallen. Dat had ik al op jonge leeftijd geleerd. 
Bij de kassa’s wachtten Esther en Marcel. Zij hadden ons uitgenodigd voor een avondje jeugdsentiment. Een dag helpen met verhuizen en het maken van Fundafoto’s leverden ons nu twee VIP-kaartjes op. 
Vijfentwintig jaar na Pinkpop ging ik alsnog naar Doe Maar. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik ook in 2000 van de partij was, toen de band een aantal concerten in Ahoy gaf.
Vanaf een hoge tribuneplek zagen we het stadion vol lopen met leeftijdgenoten. We zaten recht tegenover het podium, dat gelukkig in de breedte van het veld was geplaatst. Desondanks waren Henny, Ernst, Jan en Jan kleine poppetjes in de verte. Maar wie naar een concert bezoekt gaat in eerste instantie voor de muziek. De sfeer komt op de tweede plek en in principe zijn licht, show en video bijzaken. Zeker bij Doe Maar anno 2008.
Tijdens de eerste nummers zat ik nog wat onwennig in mijn fauteuil. Het was echter geen optie om gedurende het hele optreden te blijven zitten. De Ska en reggaeklanken kriebelden me uit de stoel. Jammer voor de mensen die achter ons zaten. 
Muzikaal waren mijn helden van welleer top. Volgens eigen zeggen beter dan ooit. Het geluid stond als een huis. Op een paar nieuwe experimenten na gleden we van het ene feest der herkenning in het volgende. Twee uur en een kwartier lang.
Nu begreep ik wél waar de Doe Maar teksten over gaan. Dat was 25 jaar geleden toch anders. Vrijen was in mijn ogen niet meer dan zoenen. Laat staan dat ik wist wat ‘Je lul achterna lopen’ betekende. En als ventje van tien had ik geen idee wat heroïne of nederwiedewiedewiet was. 
Gelukkig kon ik na al die jaren alles nog steeds woord voor woord meeblèren. Inclusief de tweede stemmen en oewee oeweetjes. Ah-a-a-a-a ah. Het was zelfs zo erg dat ik in het heetst van de strijd mijn stem ben kwijt ben geraakt. Opeens was ik weer helemaal het jongentje met de baard in de keel. 
Het hoogtepunt van de avond was het door Joost Belinfante gezongen lied over een plant. Een groene plant. Een mooie en welriekende plant. En vijfentwintigduizend uitzinnige dertigers lieten luid en duidelijk horen dat ze precies wisten hoe je dit plantje, stap voor stap, moet kweken. Het ging over de Cannabis Sativa Hollandica. De Nederlandse tolerantie ten top. Wat mij betreft mag dit nummer ons Wilhelmus vervangen. Nederwiet als volkslied. Laat maar gaan, dat gaat wel goed!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.