Haaksbergen. Op weg naar locaties in het land hoor je de interessantste verhalen. Zo zat ik deze week met iemand in de auto die levendig kon vertellen over het tot stand komen van originele formats en over de strijd die omroepen moeten leveren om nieuwe projecten van de grond te krijgen. Het gesprek ging over omroeppolitiek, baasjes en netmanagers. Over de profielen van onze publieke netten en over de eigen identiteit van omroeporganisaties.
Naar mate het gesprek vorderde bleek dat ik vrij naïef was over het verkopen van briljante ideeën. Dat gaat namelijk nooit meer zonder slag of stoot in Hilversum. Passie en creativiteit komen al lang niet meer op de eerste plaats. Het zijn de getallen die regeren. Kijkcijfers en kostenplaatjes. Uitzendschema’s en vooraf bedachte structuren waar een format in moet passen.
Er wordt ontzettend ingewikkeld en lang nagedacht over elk nieuw programma. Een voorstel wordt helemaal stuk vergaderd voor er een pilot wordt gemaakt. En daarna geven de eindredacteuren, samenstellers, omroepdirecteuren, programma ontwikkelaars, programmaleiders, programmamanagers programmeurs en netcoördinatoren hun mening. Het grote schaven en kneden is begonnen. En het kan niet anders, als zoveel mensen zich er mee mogen bemoeien, dat het eindresultaat bijna altijd een compromis is.
Als er al eens een gokje wordt gewaagd, dan wordt een minimaal aantal afleveringen besteld. Het betreffende programma wordt weggestopt op een onmogelijk tijdstip. Er zijn nog maar weinig formats die langdurig de kans krijgen om zich onder gunstige omstandigheden te ontwikkelen.
De moraal van het verhaal was dat -ook bij publieke omroepen- de kijkcijfers en de analyses van die cijfers regeren. Wat dat betreft is het een wonder dat er nog zoveel mensen met passie en liefde aan programma’s kunnen werken.
En met dit verhaal in mijn achterhoofd las ik vanavond een blog van regisseur Eduard Huis in ’t Veld over kijkcijfers. Hij beschreef precies wat ik ook dacht. Namelijk dat het heel prettig is als niet iedereen zich voortdurend door de getallen laat leiden. Gevoel, liefde en kwaliteit zijn ook begrippen die horen bij het proces dat ‘televisiemaken’ heet. Daar zijn de managers misschien niet meer zo mee bezig; de meeste mensen op de vloer gelukkig wel...
Naar mate het gesprek vorderde bleek dat ik vrij naïef was over het verkopen van briljante ideeën. Dat gaat namelijk nooit meer zonder slag of stoot in Hilversum. Passie en creativiteit komen al lang niet meer op de eerste plaats. Het zijn de getallen die regeren. Kijkcijfers en kostenplaatjes. Uitzendschema’s en vooraf bedachte structuren waar een format in moet passen.
Er wordt ontzettend ingewikkeld en lang nagedacht over elk nieuw programma. Een voorstel wordt helemaal stuk vergaderd voor er een pilot wordt gemaakt. En daarna geven de eindredacteuren, samenstellers, omroepdirecteuren, programma ontwikkelaars, programmaleiders, programmamanagers programmeurs en netcoördinatoren hun mening. Het grote schaven en kneden is begonnen. En het kan niet anders, als zoveel mensen zich er mee mogen bemoeien, dat het eindresultaat bijna altijd een compromis is.
Als er al eens een gokje wordt gewaagd, dan wordt een minimaal aantal afleveringen besteld. Het betreffende programma wordt weggestopt op een onmogelijk tijdstip. Er zijn nog maar weinig formats die langdurig de kans krijgen om zich onder gunstige omstandigheden te ontwikkelen.
De moraal van het verhaal was dat -ook bij publieke omroepen- de kijkcijfers en de analyses van die cijfers regeren. Wat dat betreft is het een wonder dat er nog zoveel mensen met passie en liefde aan programma’s kunnen werken.
En met dit verhaal in mijn achterhoofd las ik vanavond een blog van regisseur Eduard Huis in ’t Veld over kijkcijfers. Hij beschreef precies wat ik ook dacht. Namelijk dat het heel prettig is als niet iedereen zich voortdurend door de getallen laat leiden. Gevoel, liefde en kwaliteit zijn ook begrippen die horen bij het proces dat ‘televisiemaken’ heet. Daar zijn de managers misschien niet meer zo mee bezig; de meeste mensen op de vloer gelukkig wel...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.