maandag 16 maart 2009

Oxford (3)

Londen, Engeland. De kredietcrisis heeft ook zo zijn voordelen. Het was zaterdagmiddag extreem rustig op Schiphol, de vlucht naar Londen zat niet vol en in Engeland kregen we een veel luxere huurauto dan we besteld hadden. Twee dagen cruisen we al aan de linker kant van de weg in een SUV van Mercedes Benz. De ML 320 CDI. Volgens de prijslijst die ik op internet gevonden heb kost de standaarduitvoering al meer dan 80.000 euro.
Niet gek dus dat we allemaal een stukje wilden rijden. Nu, op de weg terug naar Heatrow, ben ik aan de beurt. Het is even wennen, want alles gaat elektronisch in deze vette bak. Zelfs het sluiten van de achterklep is volledig automatisch. Dat lukt alleen als je het knopje weet te vinden. Zo ook het stellen van de stoel en de spiegels. 
Bovendien ga ik voor het eerst in tijden weer eens links rijden. Om te beginnen een heel stuk achteruit om iemand op te pikken in een doodlopend steegje. Ik moet wennen aan de ruimte op links en zit al snel op de stoep.
Dan zijn we eindelijk onderweg. We hebben geen haast, maar moeten wel opschieten. Over iets meer dan twee uur gaat onze vlucht. Volgens het complexe navigatiesysteem is het een klein half uur rijden. Tot er opeens allemaal rode autootjes op het beeldscherm verschijnen en ik aan de remlichten voor me zie dat dit ‘file’ moet betekenen. Ik baal vooral, omdat ik het gas nauwelijks heb kunnen aantippen.
Stapvoets gaan we over Hammersmith Bridge, waar we nog geen twee uur geleden met een bootje onderdoor voeren. Dat ging een stuk sneller. De doorgang is extreem smal, dus gaat de auto op allerlei manieren piepen. Ik ook, want dit is met stip de duurste auto waarin ik ooit heb gereden. Deze SUV is in ieder geval waardevoller dan mijn Bora. Schade herstellen zal ook wel prijziger zijn. Kost wat kost wil ik zoiets voorkomen.
We slakken verder richting M4. Het schijnt dat een rugbywedstrijd tussen Engeland en Frankrijk net is afgelopen, hier niet ver vandaan. En alle dagjesmensen keren huiswaarts. De eerste zonnige zondag van 2009 gooit aardig roet in ons eten. Een diner zal er zeker bij inschieten.
Langzaam begin ik me zorgen te maken. Niet eerder heb ik een vlucht gemist omdat ik te laat was. Ik ben meer van ‘ruim op tijd’.
De verslaggever belt met een producer in Hilversum om uit te vinden of er latere vluchten zijn. Helaas blijkt dat niet het geval. Er is geen alternatief. Maar maandag is papadag en ik kan mijn zoon helaas nog niet alleen laten. De vlucht missen is absoluut geen optie. 
Met de minuut word ik nerveuzer. Ergens in mij voel ik het chagrijn opborrelen. Wie nu op positieve wijze gaat zitten zwetsen kan een sneer krijgen. 
Eindelijk komt er schot in de zaak. Ik geef gelijk gas. Veel harder dan de toegestane snelheid gaan we niet, want daarvoor is het nog te druk op de snelweg naar het vliegveld. 
De eerste afrit Heatrow neem ik bijna, maar gelukkig zit de geluidsman op opletten. Op het allerlaatste moment schiet ik weer naar rechts. Verkeer achter me knippert met de lichten. We moeten de volgende ‘exit’ hebben.
Tot aan de Kiss and Fly gaat het weer stapvoets. Alleen de laatste tweehonderd meter kan ik doorrijden. In opgefokte toestand scheur ik over een smal weggetje omhoog naar de ingang van Terminal 1. Veel harder dan normaal komt onze Mercedes Benz SUV aangescheurd. 
We zijn er echt bijna als plotseling twee agenten met Uzi’s op de weg springen. Ze richten hun wapens duidelijk op mij. Ik schrik me rot en stop. Wat is dit nou weer? 
Ik ben de taxibaan opgereden en verderop staat een geldwagen. Het gewone volk moet een laantje naar links. Omdat onze gevaarlijk ogende wagen zo hard aankwam zijn de agenten waarschijnlijk ook geschrokken. Ze zwaaien met de loop van hun geweer en kijken streng. Ik moet achteruit en snel een beetje, maar in paniek schakel ik de automaat niet in zijn achteruit en schieten we nog een stukje naar voren. De heren van de Marechaussee kunnen daar niet om lachen.
We zijn er bijna. Ik vrees dat we de vlucht niet zullen halen, omdat we de apparatuur nog moeten inchecken en de huurauto moet terug naar Hertz. De parkeerplaats is een paar kilometer van de terminal. Dan ben je ook nog eens afhankelijk van zo’n stom shuttlebusje.
Toch zullen we het proberen. De geluidsman gaat inchecken, samen met Gerritjan, onze gast van dit weekend. Ik zal proberen de huurauto ergens te droppen en krijg hulp van de verslaggever. Maar bij de balie van Hertz in de aankomsthal zit op zondagavond niemand die kan helpen. Dan zie ik het busje rijden. Ik spring er voor en smeek de chauffeur om hulp. Die zegt echter dat het achterlaten van een huurauto bij Kiss and Fly steng verboden is in verband met overijverige sleepdiensten. Iets regelen gaat heel veel geld kosten. Zeker in zijn ogen, want ik vermoed dat deze meneer geen riant salaris krijgt voor zijn oersaaie werk. Wij rekenen echter ook snel uit wat nieuwe tickets en een extra hotelovernachting zal kosten. Bovendien heb ik geen idee hoe ik het oppasprobleem op maandagochtend ga oplossen, als de BD115 dadelijk zonder mij vertrekt.
Ik roep naar de verslaggever waar hij mijn paspoort kan vinden en spring in de SUV. Zonder nadenken scheur ik naar Short Term Parking. Dat is een paar honderd meter van de terminal. Daar parkeer ik de auto op de eerste vrije plek die ik zie. Dan hol ik naar de lift en druk blind op knoppen. Pas als ik weer tot rust kom zie ik dat ik deze lift helemaal niet moet hebben. Ik stap uit en ren die paar honderd meter terug naar de terminal. In de vertrekhal prop ik de sleutel en het ticket van de garage in een brievenbusje van Hertz. Ondertussen ontvang ik een sms van mijn vrienden die zojuist hebben ingecheckt. Ze staan in zone B.
Daar aangekomen zie ik niemand. Ik hijg als een carapatiƫnt na het lopen van de marathon in de Sahara. Mijn (ex)vrienden zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ze zijn toch niet zonder mij vertrokken? Even dreigt nieuwe paniek, maar dan piept de gsm en blijkt dat ze honderd meter verderop, bij de balie voor afwijkende bagage, staan. In elke normale situatie had ik dat zelf kunnen verzinnen.
Ik krijg een ticket. We gaan door de douane. Hollen naar de gate en zien op de monitoren in rode letters de alarmerende tekst ‘gate is closing’. Maar bij B23 gaan de laatste personen net door de controle. We hebben het gehaald! 
Achter ons sluiten ze de deur van het toestel. Enkele minuten later stijgen we op. Ik heb dorst, honger en meer okselzweet dan een vrouw in haar hele overgang, maar ik heb nog nooit een vlucht gemist omdat ik te laat was...

1 opmerking:

  1. Wat een heerlijk verhaal, ik heb er heerlijk om kunnen lachen..is dit nu leedvermaak....:) ?

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.