zaterdag 14 maart 2009

sportpers

Amsterdam. De gepasseerde keeper is teleurgesteld. Bedroefd en misschien ook een beetje boos. Hij heeft geen zin om dit te bespreken met de mannen van de sportpers, die massaal op zijn verhaal zijn gedoken. Het zal aan mij liggen, misschien ben ik een slecht journalist, maar ik begrijp die jongen.
Natuurlijk is het omgaan met de media een wezenlijk onderdeel van zijn vak. Hij speelt op het hoogste niveau en weet dat het journaille hem in de gaten houdt. Als er goed nieuws te melden is, dan zijn ze er ook. Maar toch. Soms even niet. Gezien de emoties van dit moment kan hij alleen maar verkeerde dingen zeggen. Of liegen.
Het schijnt dat hij op het vliegveld, bij terugkeer uit het buitenland, iets tegen een paar heren van de krant heeft gezegd. Televisie zou hij volgens de voorlichter bij het stadion doen. Langs het trainingsveld staan vier cameraploegen te wachten. De moed zakt hem in de schoenen zodra hij ze ziet en dat wordt dan natuurlijk gelijk van alle kanten gefilmd. Als een geslagen hond loopt de keeper een paar rondjes. Alles is nieuws!
Na afloop van de training verdwijnt hij als eerste. Een reporter vraagt nog of hij niet wil praten voor de camera. Dat klopt. Hij wil niet. 
Tijdens de geplande persconferentie zal de trainer er nog wel iets over zeggen. Zijn voorlichtster kapt het onderwerp na een tijdje af. Nu moet de pers volgens haar vooruit kijken naar de wedstrijd van zondag. Onzin! Er is op dit moment maar één verhaal. 
Na afloop van de persconferentie ontploft een journalist van de krant die vandaag even niet helemaal wakker was. Hij reageert zijn frustratie af op de voorlichters van de club. Op een of andere manier zit in zijn hoofd dat de keeper verplicht is om met hem te praten. Er is immers ook met andere krantenjongens gesproken. Deze man voelt zich enorm belangrijk en reageert alsof hij wereldnieuws dreigt te missen. Zijn kop is knalrood en hij spuugt een beetje tijdens het praten. Hoe langer het gesprek met de pr-mensen duurt hoe bozer hij wordt. Hij toont geen enkel begrip voor de arme keeper.
Later, buiten op de parkeerplaats, staat de sportjournalist te bellen. Hij is nog steeds woest. Ik hoor hem zeggen dat hij wel even een pittig stukje zal tikken. Hij gaat gewoon opschrijven dat de keeper -zoals gebruikelijk- ongemotiveerd was en dat hij geen zin had om met de pers te praten. Het komt op mij over als iemand die niet goed overweg kan met zijn eigen frustraties.
Wat me vooral opvalt is dat deze sportjournalist het allemaal wel heel erg serieus neemt en zijn onderwerp buitenproportioneel belangrijk vindt. Volgens mij is het máár voetbal...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.