Venlo. Bladerend in het synoniemenboek van Omroepland stuitte ik zomaar op ‘betweter’ en werd doorverwezen naar ‘cameraman’. Dat kan kloppen, want waar het gaat over televisieprogramma’s heeft elke cameraman een uitgesproken mening. Onder het mom van opbouwende kritiek wordt er nogal eens wat afgemopperd. Zeker wat betreft de hogere in rang; onze producenten en regisseurs. Ook ik maak me daar met enige regelmaat schuldig aan, maar dat is voor vaste lezers van deze blog geen nieuws.
Toch moet ook gezegd worden dat de grote meesters nog steeds bestaan en met enige regelmaat tref ik een talent waar ik met alle plezier van de wereld ‘U’ tegen zeg. Welgemeende complimenten hoor je ook uit te spreken, al zijn er altijd negativo’s en cynici die het opvatten als slijmballerij.
Dat is dan jammer.
Zaterdagavond mocht ik werken met een relatief verse regisseur die absoluut bestempeld mag worden als een van de grootste beloften in Hilversum. Wellicht is dit al een belediging, want ik geloof niet dat hij nog veel te leren heeft en alles wat hij belooft maakt hij op schijnbaar eenvoudige wijze waar. Hij ziet alles, heeft overzicht, visie, verstand van zaken en het is bovendien een aangename persoonlijkheid die rust uitstraalt. Kortom: een verademing in de wereld van haantjes en stresskippen.
Er zijn genoeg regisseurs die menen dat ze de brulboei moeten uithangen om indruk te maken. Zij denken dat een programma beter wordt wanneer je een ploeg onder druk zet. Het afzeiken van welwillende cameramensen, die soms even de mist in gaan, is voor een bepaald slag regisseurs de enige methode. Of diep zuchten in het microfoontje van de intercom. Maar al dat schelden en tieren is een stijltje dat mij persoonlijk niet zo aanspreekt. Mijn bijdrage wordt er niet beter van als ik bang moet zijn voor zo’n blaffend baasje in de regiewagen.
Regisseren is leiding geven.
Schouderklopjes uitdelen op momenten waarop iets heel moois gebeurt werkt beter voor de motivatie van een crew dan afkraken zodra iets mislukt. Dan baalt de cameraman in kwestie zelf al hard genoeg.
De regisseur die dit weekend zoveel indruk op mij maakte begreep dat. Wat niet wil zeggen dat hij niet duidelijk was als hem iets niet beviel. Hij wist het alleen op een heldere manier uit te leggen, zonder kostbare tijd te verdoen aan negatief geklets. En dat is knap in het heetst van de strijd.
De man is zelf een zeer verdienstelijk cameraman geweest. Dat wil niet altijd wat zeggen, maar in zijn geval helpt het. Hij toonde begrip voor risicovolle acties en complexe situaties. Ook dat is minder gebruikelijk dan je zou verwachten. Ik ken meerdere regisseurs die op deze post terecht zijn gekomen zonder enige kennis van zaken. Figuren die beter kunnen aangeven wat ze niet willen dan wat ze wel willen. Zo heb ik het meegemaakt dat een regisseur met jarenlange ervaring niet wist dat cameramensen in zwart-wit zoekers kijken.
Tijdens een voetbalwedstrijd kan het gebeuren dat de tenue’s van twee clubs in kleur zeer afwijkend zijn, maar in zwart-wit nogal op elkaar lijken. Of bijvoorbeeld, zoals afgelopen zaterdag, dat een oranje bal op een licht besneeuwd veld slecht te zien is in de viewer van een camera. Dan is het prettig als de regisseur dat snapt en zijn cameramensen er doorheen sleept met wat extra aanwijzingen.
Ik heb respect voor een regisseur die zijn ploeg beter kan maken en bewerkstelligd dat iedereen voor hem door het vuur gaat. Daar word ik vrolijk van. Zo iemand mag achteraf alles zeggen, want hij heeft recht van spreken. Je kan er nog wat van leren ook.
Ik vond het zaterdagavond mooi om te ervaren dat na afloop alle zes de cameramensen (betwetertjes) enthousiast waren over deze manier van werken. Het is alleen jammer dat wij nooit een regisseur mogen aanvragen. Helaas wordt ons wat dit soort zaken betreft bijna nooit iets gevraagd.
Toch moet ook gezegd worden dat de grote meesters nog steeds bestaan en met enige regelmaat tref ik een talent waar ik met alle plezier van de wereld ‘U’ tegen zeg. Welgemeende complimenten hoor je ook uit te spreken, al zijn er altijd negativo’s en cynici die het opvatten als slijmballerij.
Dat is dan jammer.
Zaterdagavond mocht ik werken met een relatief verse regisseur die absoluut bestempeld mag worden als een van de grootste beloften in Hilversum. Wellicht is dit al een belediging, want ik geloof niet dat hij nog veel te leren heeft en alles wat hij belooft maakt hij op schijnbaar eenvoudige wijze waar. Hij ziet alles, heeft overzicht, visie, verstand van zaken en het is bovendien een aangename persoonlijkheid die rust uitstraalt. Kortom: een verademing in de wereld van haantjes en stresskippen.
Er zijn genoeg regisseurs die menen dat ze de brulboei moeten uithangen om indruk te maken. Zij denken dat een programma beter wordt wanneer je een ploeg onder druk zet. Het afzeiken van welwillende cameramensen, die soms even de mist in gaan, is voor een bepaald slag regisseurs de enige methode. Of diep zuchten in het microfoontje van de intercom. Maar al dat schelden en tieren is een stijltje dat mij persoonlijk niet zo aanspreekt. Mijn bijdrage wordt er niet beter van als ik bang moet zijn voor zo’n blaffend baasje in de regiewagen.
Regisseren is leiding geven.
Schouderklopjes uitdelen op momenten waarop iets heel moois gebeurt werkt beter voor de motivatie van een crew dan afkraken zodra iets mislukt. Dan baalt de cameraman in kwestie zelf al hard genoeg.
De regisseur die dit weekend zoveel indruk op mij maakte begreep dat. Wat niet wil zeggen dat hij niet duidelijk was als hem iets niet beviel. Hij wist het alleen op een heldere manier uit te leggen, zonder kostbare tijd te verdoen aan negatief geklets. En dat is knap in het heetst van de strijd.
De man is zelf een zeer verdienstelijk cameraman geweest. Dat wil niet altijd wat zeggen, maar in zijn geval helpt het. Hij toonde begrip voor risicovolle acties en complexe situaties. Ook dat is minder gebruikelijk dan je zou verwachten. Ik ken meerdere regisseurs die op deze post terecht zijn gekomen zonder enige kennis van zaken. Figuren die beter kunnen aangeven wat ze niet willen dan wat ze wel willen. Zo heb ik het meegemaakt dat een regisseur met jarenlange ervaring niet wist dat cameramensen in zwart-wit zoekers kijken.
Tijdens een voetbalwedstrijd kan het gebeuren dat de tenue’s van twee clubs in kleur zeer afwijkend zijn, maar in zwart-wit nogal op elkaar lijken. Of bijvoorbeeld, zoals afgelopen zaterdag, dat een oranje bal op een licht besneeuwd veld slecht te zien is in de viewer van een camera. Dan is het prettig als de regisseur dat snapt en zijn cameramensen er doorheen sleept met wat extra aanwijzingen.
Ik heb respect voor een regisseur die zijn ploeg beter kan maken en bewerkstelligd dat iedereen voor hem door het vuur gaat. Daar word ik vrolijk van. Zo iemand mag achteraf alles zeggen, want hij heeft recht van spreken. Je kan er nog wat van leren ook.
Ik vond het zaterdagavond mooi om te ervaren dat na afloop alle zes de cameramensen (betwetertjes) enthousiast waren over deze manier van werken. Het is alleen jammer dat wij nooit een regisseur mogen aanvragen. Helaas wordt ons wat dit soort zaken betreft bijna nooit iets gevraagd.
Als ik denk te weten over wie jij het hebt, dan heb je helemaal gelijk.
BeantwoordenVerwijderenZeer prettig om mee te werken.
...daar sluit ik mij volledig bij aan...
BeantwoordenVerwijderenweer en zeer herkenbaar verhaal!
BeantwoordenVerwijderenmaar wie is die verdienstelijke ex-cameraman die nu zo prettig regiseerd? hij mag in dit geval best bekend worden gemaakt.
Het mooie van dit stukje is dat iedereen die ooit met deze persoon gewerkt heeft, onmiddelijk, exact en zonder twijfel weet over wie het gaat! Dat zegt genoeg... Het zegt dus ook inderdaad hoe zeldzaam zo niet uniek een dergelijke regisseur is! Helaas...
BeantwoordenVerwijderenhij is toch nog geen ex-cameraman??
BeantwoordenVerwijderenen hij schrijft ook vaak leuke weblog stukjes toch ja die met dat oog bedoel je o dan snap ik het....