Utrecht. Gisteren mocht ik een gastles verzorgen voor leerlingen van de School voor Journalistiek in Utrecht. Een prettige, zeer gemotiveerde en geinteresseerde groep jongens en meisjes vuurde vanaf de tweede minuut een stortvloed aan vragen over het vak op mij af. Alles wat ik had voorbereid kon (gelukkig) overboord, want door simpelweg antwoord te geven kwamen alle punten die ik graag wilde bespreken vanzelf aan bod. De twee uur waren zo voorbij.
Deze gretige journalisten wilden onder andere van mij weten hoe ik tegen het fenomeen Camjo (camera/journalist) aan kijk. Of ik dit zie als concurrentie of uitholling van mijn vak. Ik denk het niet!
Toevallig had ik het er zaterdagavond nog over met twee collega’s die veel voor regionale zenders in het noorden van het land werken en onlangs heb ik er ook een tijd over gesproken met cameramensen van L1 in Limburg.
Mijn visie is wellicht verrassend, maar helder en simpel. Het is een niet te stoppen fenomeen. Je kan er niet omheen, maar het hoeft zeker geen bedreiging te zijn voor de cameraman. Het zijn gewoon twee verschillende disciplines. Alleen middelmatige en slechte cameramensen hebben te vrezen van de opkomst van Camjo’s, maar dat is mijns inziens volkomen terecht. Echte cameramensen moeten Camjo’s helpen en steunen waar mogelijk!
Deze gretige journalisten wilden onder andere van mij weten hoe ik tegen het fenomeen Camjo (camera/journalist) aan kijk. Of ik dit zie als concurrentie of uitholling van mijn vak. Ik denk het niet!
Toevallig had ik het er zaterdagavond nog over met twee collega’s die veel voor regionale zenders in het noorden van het land werken en onlangs heb ik er ook een tijd over gesproken met cameramensen van L1 in Limburg.
Mijn visie is wellicht verrassend, maar helder en simpel. Het is een niet te stoppen fenomeen. Je kan er niet omheen, maar het hoeft zeker geen bedreiging te zijn voor de cameraman. Het zijn gewoon twee verschillende disciplines. Alleen middelmatige en slechte cameramensen hebben te vrezen van de opkomst van Camjo’s, maar dat is mijns inziens volkomen terecht. Echte cameramensen moeten Camjo’s helpen en steunen waar mogelijk!
Verder schrijven aan een betoog over het fenomeen Camjo is echter overbodig. Ik herinner me dat ik hierover eerder geschreven heb. Na drie seconden zoeken kwam ik uit op 14 maart 2006 en het verhaal is nog helemaal up to date. Dus vandaag maak ik me er makkelijk vanaf met copy paste. Voor de mensen die deze weblog nog niet zo lang geleden ontdekt hebben:
Steeds vaker gaan programmamakers alleen op pad. Ze filmen zelf, regelen het geluid in en stellen de vragen. Jargon voor deze moderne vorm van televisie maken is Camjo; een afkorting van camerajournalist. De Camjo is een niet te stuiten trend die voort komt uit technische ontwikkelingen en kostenbesparingen. Kwalitatief redelijke camera's worden kleiner, lichter en eenvoudiger te bedienen. Een programmamaker alleen is goedkoper dan het op pad sturen van een regisseur met een complete cameraploeg. 1+1=2
Meestal zijn het regisseurs of verslaggevers die zichzelf ontwikkelen tot doe-het-zelf-filmers. Zij zitten dicht bij het inhoudelijke vuur en krijgen makkelijk het vertrouwen van eindredacteuren om eens iets te proberen. Er zijn een aantal programmamakers die op deze manier tot heel mooie filmpjes komen. Soms werkt een intieme sfeer beter dan de overval met een heel team.
Maar er zijn ook een groot aantal mislukte experimenten die regelmatig te bewonderen zijn op televisie. Het gekke is dat een cameraman de doodstraf riskeert als zijn materiaal niet goed is, maar amateurbeelden van de beginnende Camjo worden vaak gewoon uitgezonden. De kijker wordt lastig gevallen met beginnersfouten en het lijkt alsof er geen tijd is om te oefenen.
Veel programmamakers die overstappen op de Camjo-methode hebben geen zin om eerst een jaar lang cursussen te volgen en een groot aantal proefprojecten te maken. Ze springen gelijk in het diepe en maken items, reportages of zelfs documenten voor een uitgezending; liefst in het buitenland.
Dan is opeens tegenlicht een nieuwe vijand. Of herrie op straat. De techniek die de nieuwbakken Camjo in de steek laat. Routine ontbreekt, evenals de regenhoes of een reserve accu. Er zijn maar weinig Camjo's die met een statiefje zeulen of een lampje gebruiken als het nodig is.
En dus valt het resultaat tegen. Home video. Zwabberen met de eigenzinnige autofocus die niet begrepen heeft waar het filmpje over ging. Geen bruikbaar geluid of donkere beelden. Het matige materiaal wordt toch uitgezonden, anders is de Camjo op korte termijn duurder dan een complete ploeg.
Jammer dat gelijk na het mislukken van de opname het grote indekken begint. "Ja, maarrrrr…."
Alles en iedereen krijgt de schuld, behalve de ambitieuze hobbyfilmer die nog nooit van het Basisboek Televisiemaken heeft gehoord. De manual van de camera is ergens blijven liggen, maar niemand weet waar.
Ik zie zeker de mogelijkheden van het fenomeen Camjo, maar er wordt in veel gevallen nog niet goed over nagedacht. Waarom altijd met zo'n kleine camera en waarom wel een zelf filmende regisseur naar de Zuidpool sturen als je ook kan kiezen voor een regisserende cameraman? Als een redacteur kan leren filmen, kan je ook een cameraman leren interviewen. Geef ze eens de kans. Volgens mij is dan de kans op bruikbaar materiaal groter.
Camjo betekent volgens mij niet dat redacteuren, verslaggevers of regisseurs de expertise van cameramensen over boord moeten gooien. Vraag om advies, hulp en verdeel de klussen op basis van de kwaliteiten van mensen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.