Mende. De aankomstplaats ziet er alweer verlaten uit. Bij een paar verouderde hotels staan auto's en bussen van wielerploegen, maar verder is het spookachtig stil. De renners en hun begeleiders zitten aan tafel. Een agent wijst een paar grote vrachtwagens de weg. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het al kwart voor negen is.
Terwijl de verslaggever en satellietoperator een reportage over Robert Geesink monteren kan ik even snel iets eten en als het lukt ook een maaltijd voor mijn collega's regelen.
Nadat we bij de finish zonder resultaat gepoogd hebben een reactie van Alberto Contador op te vangen, zijn we in de auto gesprongen en naar het hotel van de Rabobankploeg gereden. Niet veel later brak een hevig onweer los en spoelde al het publiek met ons van de berg. In het stadje aan de voet van de slotklim was het even chaos. De mechaniciens hadden bij wijze van spreken geen water nodig om helmen en fietsen schoon te spuiten.
Om kwart voor acht, na de massage, had Geesink tijd voor ons en konden we in een treurig vergaderzaaltje een rustig gesprek met hem opnemen. Dat ging onder andere over de staat van hotels in Frankrijk.
Met twee matige hamburgers onder de arm loop ik terug naar de montagewagen. We moeten dadelijk nog een uur rijden naar de uitzendlokatie, waar we net wel of net niet op tijd zullen zijn voor het begin van de Avondetappe. Ik ben daar nodig om een van de drie camera's te bemannen.
Het materiaal van onze reportage is inmiddels in Hilversum. We moeten alleen nog even helpen met een zwaar aggregaat en kunnen dan over de donkere weg, tegen de rijrichting van de Tour de France in, terug naar Smeets en consorten. Tomtom meldt alvast dat het spannend wordt.
Drie minuten voor aanvang van het programma komen we bij een smal weggetje waar de eindredacteur ongeduldig op ons wacht. Hij loodst me naar de set, waar ik direct achter camera 1 spring. Iemand anders parkeert de auto. Dit is een close finish. Mart zegt goedenavond tegen mij en de kijkers.
Na afloop, het is inmiddels bijna twaalf uur, breken we met z'n allen af en als ik zeg met z'n allen, bedoel ik ook met z'n allen. Niemand verzaakt in deze ploeg.
Nu hoeven we alleen nog maar naar ons hotel. Dat is ook weer een uur rijden overr bochtige wegen die wij in Nederland bestempelen als slecht fietspad. Ik red een egel en zie verschillende konijnen in paniek wegduiken, alleen de vos in de berm is ons te slim af.
Om twee uur geeft de verbaasde eigenares van een idyllisch hotelletje ons een biertje. En nog een. Dat is ontzettend sympathiek van de dame die niet meer verwacht had dat we nog zouden komen.
Terwijl de verslaggever en satellietoperator een reportage over Robert Geesink monteren kan ik even snel iets eten en als het lukt ook een maaltijd voor mijn collega's regelen.
Nadat we bij de finish zonder resultaat gepoogd hebben een reactie van Alberto Contador op te vangen, zijn we in de auto gesprongen en naar het hotel van de Rabobankploeg gereden. Niet veel later brak een hevig onweer los en spoelde al het publiek met ons van de berg. In het stadje aan de voet van de slotklim was het even chaos. De mechaniciens hadden bij wijze van spreken geen water nodig om helmen en fietsen schoon te spuiten.
Om kwart voor acht, na de massage, had Geesink tijd voor ons en konden we in een treurig vergaderzaaltje een rustig gesprek met hem opnemen. Dat ging onder andere over de staat van hotels in Frankrijk.
Met twee matige hamburgers onder de arm loop ik terug naar de montagewagen. We moeten dadelijk nog een uur rijden naar de uitzendlokatie, waar we net wel of net niet op tijd zullen zijn voor het begin van de Avondetappe. Ik ben daar nodig om een van de drie camera's te bemannen.
Het materiaal van onze reportage is inmiddels in Hilversum. We moeten alleen nog even helpen met een zwaar aggregaat en kunnen dan over de donkere weg, tegen de rijrichting van de Tour de France in, terug naar Smeets en consorten. Tomtom meldt alvast dat het spannend wordt.
Drie minuten voor aanvang van het programma komen we bij een smal weggetje waar de eindredacteur ongeduldig op ons wacht. Hij loodst me naar de set, waar ik direct achter camera 1 spring. Iemand anders parkeert de auto. Dit is een close finish. Mart zegt goedenavond tegen mij en de kijkers.
Na afloop, het is inmiddels bijna twaalf uur, breken we met z'n allen af en als ik zeg met z'n allen, bedoel ik ook met z'n allen. Niemand verzaakt in deze ploeg.
Nu hoeven we alleen nog maar naar ons hotel. Dat is ook weer een uur rijden overr bochtige wegen die wij in Nederland bestempelen als slecht fietspad. Ik red een egel en zie verschillende konijnen in paniek wegduiken, alleen de vos in de berm is ons te slim af.
Om twee uur geeft de verbaasde eigenares van een idyllisch hotelletje ons een biertje. En nog een. Dat is ontzettend sympathiek van de dame die niet meer verwacht had dat we nog zouden komen.
vandaag is 't de oavend en murge de daag det weer dich besteke moge!!! marein.
BeantwoordenVerwijderen