Vals les Bains. Mart zie ik voor het eerst in Aubernas. Hij komt door een prachtig poortje, dat vanavond zal dienen als decor voor de uitzending, en loopt een klein pleintje op met uitzicht over de streek. Hier gaan we over vier minuten de eerste korte live-schakeling met Hilversum doen. In het Sportjournaal maken we alvast reclame voor het programma om elf uur. Een ‘promo’, zo noemen wij dat.
Het plekje waar ik de camera heb opgesteld is prima, daar waren we het eerder op de middag allemaal over eens. Alleen staat nu de zon laag en moet onze presentator er recht in kijken. Dus ben ik een beetje gedraaid. En een van de lichtjongens heeft snel een felle daglichtlamp voor me klaar gezet, om het contrast -van een kant zon en de andere kant schaduw- in het gezicht op te heffen. Dit is grof geschut, maar alles voor het mooie plaatje.
Ik krijg een ferme hand, word welkom geheten in drie woorden en dan gaan we over tot de orde van de dag. Alsof ik er al vanaf Rotterdam bij ben. Tijd om te acclimatiseren is er niet. De Tour wacht immers op niemand. Zelf vind ik dit ook het prettigst, maar er zijn wel momentjes waarop ik even moet schakelen. Wat voor de anderen inmiddels een automatisme is, is soms nieuw voor mij.
Afijn. We gaan twee promo’s maken. Een korte wordt opgenomen, de andere is live aan het eind van het Tourjournaal.
Er schuift een wolk voor de zon en opeens is alles anders. Uitgerekend die ene wolk aan de strak blauwe hemel verpest mijn plaatje. Mart staat in het donker en op de bergen in de achtergrond schijnt hij nog.
Nog een paar minuten. In de regiewagen vragen ze wat we gaan doen. Ik wil wachten, maar we hebben beperkte straaltijd en het liefst doen ze de opname alvast. Ik kijk naar de wolk en heb goede hoop. Nog even...
De eindredacteur, zich bewust van de drukte op het satellietkanaal, heeft geen geduld meer. Gaan! Dus richt Mart zich tot mijn camera en de kijker in Nederland. De beeldtechnicus en ik worden er een beetje door overvallen. Het plaatje is acceptabel, de gemiddelde kijker zal er niets van merken, maar de kenner weet dat het beter kan. En daar doen wij het voor. Voor onze collega’s die thuis kritisch kijken.
Vlak voor de live-promo springt de geluidsman, die in de buurt is voor eventuele calamiteiten, bij. Hij vraagt of hij de lamp niet even op Mart moet richten. Ik kijk en kan wel door de grond zakken. Die lamp was ik in de haast alweer vergeten en staat het muurtje naast ons te verlichten, terwijl de presentator een beetje in het donker stond.
Een goed begin is het halve werk...
We kijken nog een keer naar de kwaadaardige wolk en mikken de lamp op het gezicht van onze host. Die kijkt niet eens op van al dat licht. Het beeld is opeens een stuk aantrekkelijker. We gaan live. In vijf, vier, drie, twee, een...
‘Goedenavond dames en heren. Welkom in Aubernas. Dit is de Tour de France. Het was een stralende dag in de zinderende hitte van wat wij ‘de bakoven’ van Frankrijk noemen...’
Het plekje waar ik de camera heb opgesteld is prima, daar waren we het eerder op de middag allemaal over eens. Alleen staat nu de zon laag en moet onze presentator er recht in kijken. Dus ben ik een beetje gedraaid. En een van de lichtjongens heeft snel een felle daglichtlamp voor me klaar gezet, om het contrast -van een kant zon en de andere kant schaduw- in het gezicht op te heffen. Dit is grof geschut, maar alles voor het mooie plaatje.
Ik krijg een ferme hand, word welkom geheten in drie woorden en dan gaan we over tot de orde van de dag. Alsof ik er al vanaf Rotterdam bij ben. Tijd om te acclimatiseren is er niet. De Tour wacht immers op niemand. Zelf vind ik dit ook het prettigst, maar er zijn wel momentjes waarop ik even moet schakelen. Wat voor de anderen inmiddels een automatisme is, is soms nieuw voor mij.
Afijn. We gaan twee promo’s maken. Een korte wordt opgenomen, de andere is live aan het eind van het Tourjournaal.
Er schuift een wolk voor de zon en opeens is alles anders. Uitgerekend die ene wolk aan de strak blauwe hemel verpest mijn plaatje. Mart staat in het donker en op de bergen in de achtergrond schijnt hij nog.
Nog een paar minuten. In de regiewagen vragen ze wat we gaan doen. Ik wil wachten, maar we hebben beperkte straaltijd en het liefst doen ze de opname alvast. Ik kijk naar de wolk en heb goede hoop. Nog even...
De eindredacteur, zich bewust van de drukte op het satellietkanaal, heeft geen geduld meer. Gaan! Dus richt Mart zich tot mijn camera en de kijker in Nederland. De beeldtechnicus en ik worden er een beetje door overvallen. Het plaatje is acceptabel, de gemiddelde kijker zal er niets van merken, maar de kenner weet dat het beter kan. En daar doen wij het voor. Voor onze collega’s die thuis kritisch kijken.
Vlak voor de live-promo springt de geluidsman, die in de buurt is voor eventuele calamiteiten, bij. Hij vraagt of hij de lamp niet even op Mart moet richten. Ik kijk en kan wel door de grond zakken. Die lamp was ik in de haast alweer vergeten en staat het muurtje naast ons te verlichten, terwijl de presentator een beetje in het donker stond.
Een goed begin is het halve werk...
We kijken nog een keer naar de kwaadaardige wolk en mikken de lamp op het gezicht van onze host. Die kijkt niet eens op van al dat licht. Het beeld is opeens een stuk aantrekkelijker. We gaan live. In vijf, vier, drie, twee, een...
‘Goedenavond dames en heren. Welkom in Aubernas. Dit is de Tour de France. Het was een stralende dag in de zinderende hitte van wat wij ‘de bakoven’ van Frankrijk noemen...’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.