Een goede verslaggever staat op de momenten die er toe doen achter zijn cameraman en is zich, net als de betere geluidsman, bewust van het feit dat de man met de camera op rechts een gigantische dode hoek heeft. Bovendien is een extra paar ogen altijd welkom. Verslaggevers die op moment suprème even verderop gaan socializen met collega’s en/of voorlichters zijn over het algemeen geen knip voor de neus waard. Zij mogen achteraf niet meer mopperen.
Natuurlijk hoef je een goede cameraman niets te vertellen, maar zo nu en dan souffleren dat er iets staat te gebeuren kan nooit kwaad. Checken of hij gezien heeft wat jij de kijker wil laten zien, dat mag ten allen tijde. Zo lang je de cameraman maar niet gaat aanstoten, in de juiste richting duwen of -erger- aan zijn statief trekt. Voor je het weet verpest je een wereldshot. Gewoon achter hem gaan staan en het zachtjes vragen of mededelen. Een antwoord hoef je niet te verwachten als hij geconcentreerd aan het filmen is, maar een echte cameraman kan luisteren en filmen tegelijk.
Persoonlijk vind ik het leuk om ‘Heb ik al!’ te kunnen zeggen als een verslaggever of regisseur vraagt om een specifiek shot. Dan krijg ik het gevoel dat ik er bovenop zit, dat ik scherp ben en aanvoel wat mijn opdrachtgever wil, ook al moet ik het shot in veel gevallen nog eens draaien, omdat veel verslaggevers van nature wantrouwig zijn.
‘Ja, doe nog maar een keer.’ Zeggen ze dan.
De ‘Hadjedatjes’ zal ik dit soort opnamen voor het gemak even noemen. Want ‘Had je dat?’ is misschien wel de meest gestelde vraag tijdens het draaien. Heel scherpe verslaggevers hebben al gezien of je stond te filmen of niet. Zij willen alleen weten hoe close het is en -als het een complexe opname is- of hij bruikbaar is. ‘Had je dat?’, zeggen ze dan. Zij zien overigens ook aan de gezichtsuitdrukking van een cameraman of hij tevreden is. Of niet.
Maar er zijn helaas ook genoeg verslaggevers die niet opletten en pas wakker schrikken als op het trainingsveld een speler kermend van de pijn ter aarde stort. Zo’n ‘Hadjedat?’ is al irritanter en dan is het altijd erg prettig als je kan antwoorden met een zelfverzekerd: ‘Tuurlijk!’
Een hele erge ‘Hadjedat?’ is die van een verslaggever die het nog durft te vragen terwijl hij kon zien dat de lens van de camera een heel andere kant uit wees op het moment dat die speler zich blesseerde. En al helemaal als hij zelf in paniek aan komt hollen van zijn theekransje.
Dan heb je nog de dooddoener. Als die verslaggever ook nog serieus durft te vragen: ‘Waarom had je dat niet?’ Een collega van mij heeft dat jaren geleden op briljante wijze opgelost door zo’n kluns in het bijzijn van verschillende collega’s heel kinderlijk uit te leggen hoe een camera in elkaar zit:
‘Kijk, dit is de lens. Alles wat zich voor deze lens afspeelt zou ik in beeld kunnen hebben. Mits de camera loopt en ik niet toevallig heb ingezoomd op een ander detail. Dan heb ik het voor het gemak even niet over scherp stellen en diafragmeren. Maar dit is de batterij. In principe de achterkant van de camera. Alles wat zich aan deze kant afspeelt heb ik niet in beeld. Dusss...’
Ik geloof niet dat hij en die verslaggever daarna ooit nog met elkaar gewerkt hebben.
Een legendarische ‘hadjedat?’ uit mijn eigen carrière stamt nog uit de jaren negentig. Twee grote judotrainers hadden bonje met elkaar en hun pupillen stonden tegenover elkaar in de finale van een NK. Na afloop van deze partij draaide alles om het moment waarop die trainers elkaar een hand gaven. Terwijl ik een keurig medium maakte van een van beide heren en hem wilde volgen tot hij de ander tegen kwam, begon de regisseur in blinde paniek tegen mijn rechter elleboog te stoten.
‘Let op, let op, let op, let op... ze gaan elkaar een hand geven!’, gilde hij. En de commentator trok vlak voor moment suprème hard aan de pook van mijn statief. ‘Daar! Daar! Daar! Daar!’ Brulde hij en met zijn andere hand wees hij in de richting waar ik een paar seconden eerder nog een keurig shot had. Dus hadden we niks. Pas op het moment dat die trainers elkaars handen weer los lieten had ik iets wat leek op een scherp shot.
‘Had je dat?’, vroegen de verslaggever en de commentator tegelijk.
Volgens mij ben ik even heel boos geworden. En toen was dat shot opeens helemaal niet meer zo belangrijk.
Wat een verhalen, ik weet niet welke is grappiger vond. Het verhaal over je collega of de idioot die aan je statief stond te rossen. Je mag toch hopen nooit met zulke figuren te hoeven werken.
BeantwoordenVerwijderenhet blijft lekker lezen !
BeantwoordenVerwijdereneen ding vraag ik me af: is die "ten allen tijde" opzettelijk? Misschien beter om toch maar over te schakelen op "altijd". Grijns
"ten allen tijden" hoort bij "insgelijks". Mooie woorden die we van thuis uit hebben meegekregen !!
BeantwoordenVerwijderen@Karin: maar bij je moeder en mijn huis hebben we geleerd dat het "te allen tijde" moet zijn
BeantwoordenVerwijderendeze is trouwens wel mooi als uitleg, die doet ook recht aan je "insgelijks":
BeantwoordenVerwijderenTen alle tijden
Ten algemenen nutte en ten gerieve van mijn taalgemoed noopt een telkenmale foutief geschreven en gesproken gezegde mij tot het ten enenmale rechtzetten van dit kwaad, zodat eenieder dit voorts ten eeuwigen dage correct zal gaan gebruiken. Te dezer zake wordt het kwaad hier belichaamd door ten alle tijden.
Hier te lande wordt deze uitspraak ten getale van duizenden mensen incorrect gebruikt. Ten voorbeeld zijn hier enkele varianten die ten gehore worden gebracht: ten alle tijden, ten allen tijde, ten alle tijde, ten allen tijden, te alle tijde, te alle tijden en te allen tijden. Er kan echter maar één juiste variant te berde worden gebracht en dat is te allen tijde.
Wellicht ben ik te goeder trouw als ik geloof dat mijn inspanningen ter bestrijding van dit woordmisbruik te gelegenertijd vruchten zullen afwerpen en dat ieder de juiste spelling en uitspraak van deze prachtige uitdrukking ter hand zal nemen. Te kwader ure zal ik ieder misbruik van te allen tijde ten genoege van taalminnend Nederland ter beoordeling een 8 toekennen op de irrischaal.
Gepubliceerd door Ben van Balen op 18 februari 2008 in Stopwoorden, Taalfouten, Woordmisbruik
ik had vijfentwintig jaar geleden een soortgelijk verhaal kunnen vertellen (niet zo goed verwoord als het jouwe natuurlijk).
BeantwoordenVerwijderenze zijn schijnbaar niet uit te roeien deze paniekzaaiers.
Wie heeft het hek van het taalpuristenpaviljoen open laten staan...?
BeantwoordenVerwijderenOK Ok, got the message. Zal het niet meer doen
BeantwoordenVerwijderencensuur?, dan voorlopig geen reacties meer.
BeantwoordenVerwijderen@Henk: Censuur? Ik weet van niks. Blogger heeft een paar dagen problemen gehad en ik heb begrepen dat ze een aantal recente berichten hebben gewist. Ik in ieder geval niet!
BeantwoordenVerwijderenJa Blogger had problemen en stond heel lang in read-only-mode...
BeantwoordenVerwijderenMaar ik zei dus; Wie heeft de deur van het taalpuristenpaviljoen open laten staan...?
geen idee wie dat was, maar ik heb beloofd om de volgende keer eerst te kloppen voordat ik binnenkom.
BeantwoordenVerwijderenmea culpa, mea maxima culpa, om het maar eens in het Limburgs uit te drukken.
BeantwoordenVerwijderenwilde alleen maar even vertellen dat deze adhd figuren ook in het diepe verleden al bestonden.
helaas werd het toendertijd nog niet zo herkend en bestond er nog geen pilletje voor.