'Thanks mate!', zei hij. Mate, dat is volgens
de vertaalmachine een vriend.
De TGV was op weg naar Montereau. Niemand
minder dan Gerrie Knetemann had Vlado en mij van ons hotel in Dijon naar het
station van Besançon gebracht. De Kneet was de avond ervoor te gast in De
Avondetappe. Na afloop van de late live-uitzending had hij een discussie
aangehoord van vermoeide televisiemakers, die er allemaal weinig voor voelden
om een paar collega's in alle vroegte op de trein te zetten. Toen had de
wielerbondscoach geroepen: 'Dat doe ik wel!'
Niemand geloofde dat Gerrie de volgende morgen
serieus voor dag en dauw zou opdagen, maar meneer zat als eerste aan het
ontbijt. 'Beloofd is beloofd.' Vervolgens zou hij in de camerawagen sneller
naar de start in Montereau kachelen dan de TGV met aan boord het hele peloton.
Maar dat terzijde.
Het was zondag 25 juli. Dag van de laatste
Touretappe in 2004. Het jaar van de gele Livestrong armbandjes. Die middag zou
Lance Armstrong met overmacht een zesde Tourzege op zijn naam schrijven en het
oude record van Mercx, Hineault en Indurain uit de boeken rijden. In Parijs
wachtte zijn toenmalige vriendin Sheryl Crow op hem.
De renners hingen ontspannen onderuitgezakt in
hun stoelen. Ze lazen in een boekje, luisterden wat naar muziek, sliepen of
maakten een praatje met elkaar. Een selecte groep mediavolgers mocht mee met
deze speciale TGV. Vlado en ik hadden de eer namens de NOS. We hadden een paar
interviews opgenomen met Nederlandse renners en een kort gesprek met de nummer
twee van dat jaar, Jan Ulrich. Die moest toegeven dat rivaal Armstrong zijn
zaken beter voorelkaar had.
Vlado had Lance de avond ervoor al een paar
vragen mogen stellen, tijdens de gebruikelijke persconferentie van de
Tourwinnaar. In de stadssporthal van Besançon had de Amerikaan, nadat hij de
afsluitende tijdrit ook nog even had gewonnen, uitgelegd waarom hij de
allerbeste was. Focus en toewijding waren de toverwoorden. Wat hij verder
gezegd heeft weet ik niet meer exact, maar het was een briljante quote. Klare
taal.
In de trein maakte ik van Armstrong alleen een
paar shots. Hoe hij in gesprek was met een ploeggenoot. Voor hij mijn
aanwezigheid als storend kon ervaren was ik alweer verdwenen.
Gedurende de rest van de reis zaten Vlado en ik
op een balkon. We evalueerden onze eerste Tour. Tot op een gegeven moment de
deur open ging en Lance Armstrong verscheen. Hij wilde nog even met een paar
journalisten praten en had daarvoor ons balkonnetje nodig. Of wij dat
bezwaarlijk vonden? Natuurlijk niet. We sprongen min of meer tegelijk op om
plaats te maken. Heel even was het onhandig. De aanwezigheid van Lance deed
iets met ons, met de ruimte en met de journalisten die de Tourwinnaar volgden.
Opeens stonden we naast elkaar, Lance en ik. Op
een of andere manier had ik het gevoel dat ik iets moest zeggen of moest doen,
maar ik wist niet goed wat. Zonder nadenken stak ik mijn hand uit en
feliciteerde ik Armstrong met zijn overwinning. 'Congratulations!' zei ik.
Hij keek me recht in de ogen, gaf een ferme hand en
zei: 'Thanks mate!'
De held. Mijn vriend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.