Het was augustus 2001. We waren in Noorwegen voor het
programma Jules Unlimited. In de buurt van Hemsedal filmden we twee dagen voor
een onderwerp over ‘downhill wheelchairing’. Onze hoofdpersoon, waarvan ik de
naam nergens terug kan vinden, was bij een ongeluk tijdens het mountainbiken
verlamd geraakt. Nu was zijn motto: ‘Ik
heb tóch al een dwarslaesie!’ en dus was hij zo gek als een deur. Tijdens
zijn eerste demonstratie in de aangepaste rolstoel, die veel weg had van twee aan
elkaar geknoopte mountainbikes, sloeg hij gelijk hard over de kop.
Voor de jeugdige lezers onder ons: Jules Unlimited was een populair
wetenschappelijk programma dat van 1989 tot 2004 werd uitgezonden door de VARA.
De drie presentatoren van het programma deden allerlei experimenten en ze
probeerden extreme sporten uit. Elke aflevering bestond uit drie onderwerpen
die in de montage door elkaar gevlochten waren. Bijzonder aan dit programma was
dat er, lang voor de uitvinding van de GoPro, gebruik gemaakt werd van “kleine”
camera’s. Die werden overal op en aan geplakt, zodat de kijker het gevoel kreeg
dat hij of zij er bovenop zat. Technisch was dat altijd een ingewikkelde klus,
want vooral de accu’s en losse recorders waren in die tijd nog zwaar en erg
groot.
Jules Unlimited was zeer succesvol en heeft bijna twintig
seizoenen gelopen. Bekende presentatoren waren Menno Bentveld, Yvette Forster
en Jan Douwe Kroeske. In Noorwegen maakte Lottie Hellingman haar debuut. Het
was de bedoeling dat zij in die speciale racerolstoel van een berg af zou
crossen. Daar had ze op slag niet meer zoveel zin in toen ze onze nieuwe vriend
op de berghelling zag stuiteren.
De eerste dag deden we het rustig aan. Lottie kreeg uitleg
over die supersonische rolstoel en mocht voorzichtig haar eerste meters maken
op een verlaten bergweg. Onze gast reed op een dikke rode quad achter haar aan
en gaf al schreeuwend aanwijzingen. Wij reden er met een auto voor, zodat ik
het allemaal goed kon filmen. Geluidsman Roel moest de nodige kapriolen
uithalen om de huurauto op het juiste pad te houden.
De volgende morgen had Lottie er vertrouwen in. Ze zou
voorzichtig over de piste naar beneden gaan. Er lag natuurlijk al lang geen
sneeuw meer. Ze moest door het gras, door geulen en over stenen heen springen.
In eerste instantie deed ze dat behoorlijk voorzichtig, in de hoop dat wij het
er spectaculair uit konden laten zien door middel van cameravoering en montage.
Het was echter niet voldoende. De regisseur wilde meer.
Met een touw aan de quad werd de mountain-wheelchair de berg
op getrokken. In etappes zou Lottie naar beneden crossen. Roel en ik monteerden
met klemmen een camera op de voorkant van de rolstoel en namen vervolgens een
positie in op de berg, honderdvijftig meter lager.
Lottie gaf gas. De deskundige scheurde er achteraan met zijn
quad. Ik zoomde zo ver als mogelijk in, Roel hield twee zenders in de gaten en
stak zijn microfoonhengel hoog in de lucht. De regisseur stond verderop met een
kleine camera om nog een extra shot te maken. In rap tempo kwamen de rolstoel
en de quad dichterbij. Lottie stuurde geconcentreerd als een volleerd Jan de
Rooy, maar achter haar kon de man op de quad een kleine greppel niet ontwijken.
Zijn voorwielen sloegen om, de motor op vier wielen blokkeerde en de achterkant
kwam omhoog. Voor de tweede keer in twee dagen zagen we onze (deels verlamde)
stuntman door de lucht vliegen. Ditmaal gevolgd door zijn loodzware quad. Ze
maakten een koprol en eindigden in het grind.
Roel en ik keken elkaar aan. Lottie probeerde te remmen. Ik
smeet mijn camera in het gras, Roel deed zijn mixertas af. Samen holden we zo
snel mogelijk naar de plek des onheils. Daar lag onze man kreunend onder zijn
motor. Hij was bij lange na niet in staat om zichzelf te redden, maar gaf wel aan
dat alles ‘oké’ was. We kregen heldere instructies. Eerst moesten we de quad
recht zetten. Daarna konden we de man met dwarslaesie terug zetten op zijn
voertuig. Dat deden we. Ik pakte hem bij zijn armen, Roel bij de benen.
We werden vriendelijk bedankt en konden weer verder. Hij
startte de quad al. Lottie liep naar haar rolstoel en wij richting
cameraspullen. Toen keek Roel naar zijn hand. ‘Shit!’ zei hij en hij vloekte
nog iets. Ik keek ook. Roel had poep op zijn hand. Grote mensenpoep en niet een
beetje.
Blijkbaar was de stomazak van de man geknapt door de val.
Daar stonden we dan. Op een berg in Noorwegen. Om ons heen
niks dan gras en modder.
Shit happens!
Hij heet Kenneth.
BeantwoordenVerwijderen