Pats! In een keer is het beeld in mijn viewer
zwart. Ik kijk naar de zijkant van de camera. Die is uit… Zonder enige vorm van
waarschuwing. Midden in het interview met Jaap Stam, de nieuwe manager van
Reading. Accu leeg.
Toen ik halverwege de jaren tachtig bij de lokale omroep begon hadden we een oude auto-accu in een lege mayonaise-emmer. Door middel van een lang snoer konden we de ‘portable’ U-Matic recorder én de losse camera voeden. Mits we geen los contact hadden in het plugje en als iemand die accu de dag er voor aan de lader had gezet. Het was niet bepaald mobiel, maar het voldeed. Wel heb ik tot op de dag van vandaag een hekel aan die dunne ijzeren hengsels van emmers.
Bij AT5 hadden we accubelts bij elke camera. Een soort bomgordels, maar dan vol batterijen. Die dingen waren niet alleen onbetrouwbaar, maar ook buitengewoon onhandig. Als je even snel moest zakte die verdomde riem altijd tot op de knieën. Ik kreeg er altijd blauwe plekken van op mijn heupen. Niet veel later of misschien wel tegelijkertijd hadden we het NP1-tje, een kleine accu die in de camera paste, maar daar kon je hooguit een kwartier mee filmen. Kansloos.
Het NOB had al Slide&Lock accu’s en dat was een hele verademing. Te meer omdat geluidsmannen in die dagen nog bereid waren om zo’n batterij ter grote van een pak suiker in hun mixertas te stoppen. Het werd nog beter toen we de eerste Anton Bauer blokken kregen. Met vier of zes batterijen kon je een hele dag draaien.
Nu zou je zeggen dat het steeds makkelijker en beter wordt. Dat is ook wel zo, maar camera’s gebruiken tegenwoordig meer spanning. En dan heb ik ook zo’n super mooi schermpje op de camera, maar dat vreet stroom. Waarschijnlijk is dat ding de belangrijkste oorzaak van mijn acute probleem.
Sahbi had tijdens de training van Reading nog gevraagd of hij een verse batterij voor mij uit de auto moest halen, maar dat leek mij niet nodig. Nu moet ik zelf lopen. En vlug een beetje. Voortaan zal ik weer naar de geluidsman luisteren.
Batterijenstress is en blijft een factor die voor de meeste spanning in het leven van een cameraman zorgt. Wat me nu overkomt tijdens het interview met Jaap Stam is precies wat ik niet wil. Normaal gesproken ben ik scherp genoeg om zoiets te voorkomen. Dat heb ik al geleerd in de tijd van die auto-accu bij de lokale omroep. Meestal wissel ik veel te snel. Liever het zekere voor het onzekere. Dan denk ik een paar stappen vooruit en in het ergste geval stop ik een reserve accu in mijn jaszak. Behalve vandaag. Black-out. Zomer in de bol. En verrast door de snelheid waarmee deze batterij het begeeft. Net gaf hij nog drie streepjes aan. Van de vier.
Het is maximaal driehonderd meter. Naar en van de auto. Over mijn conditie moeten we het eens andere keer nog maar eens hebben, maar neem van mij aan dat Stam mij zeker niet gaat selecteren op basis van uithoudingsvermogen. Daarmee is het nog slechter gesteld dan met die ene batterij van de camera. Met mijn snelheid zat het wel nog goed, maar gedurende de rest van het interview sta ik zwaar hijgend naast de camera. Alsof ik zojuist de Mont Everest beklommen heb. Jaap Stam kan er gelukkig om lachen. Hij is geduldig blijven wachten. Wat een held!
‘Kan gebeuren,’ zegt hij lachend als ik nog steeds buiten adem mijn excuses aanbied. Ik laat hem maar even in die waan. Want kan wel, maar mag niet…
Toen ik halverwege de jaren tachtig bij de lokale omroep begon hadden we een oude auto-accu in een lege mayonaise-emmer. Door middel van een lang snoer konden we de ‘portable’ U-Matic recorder én de losse camera voeden. Mits we geen los contact hadden in het plugje en als iemand die accu de dag er voor aan de lader had gezet. Het was niet bepaald mobiel, maar het voldeed. Wel heb ik tot op de dag van vandaag een hekel aan die dunne ijzeren hengsels van emmers.
Bij AT5 hadden we accubelts bij elke camera. Een soort bomgordels, maar dan vol batterijen. Die dingen waren niet alleen onbetrouwbaar, maar ook buitengewoon onhandig. Als je even snel moest zakte die verdomde riem altijd tot op de knieën. Ik kreeg er altijd blauwe plekken van op mijn heupen. Niet veel later of misschien wel tegelijkertijd hadden we het NP1-tje, een kleine accu die in de camera paste, maar daar kon je hooguit een kwartier mee filmen. Kansloos.
Het NOB had al Slide&Lock accu’s en dat was een hele verademing. Te meer omdat geluidsmannen in die dagen nog bereid waren om zo’n batterij ter grote van een pak suiker in hun mixertas te stoppen. Het werd nog beter toen we de eerste Anton Bauer blokken kregen. Met vier of zes batterijen kon je een hele dag draaien.
Nu zou je zeggen dat het steeds makkelijker en beter wordt. Dat is ook wel zo, maar camera’s gebruiken tegenwoordig meer spanning. En dan heb ik ook zo’n super mooi schermpje op de camera, maar dat vreet stroom. Waarschijnlijk is dat ding de belangrijkste oorzaak van mijn acute probleem.
Sahbi had tijdens de training van Reading nog gevraagd of hij een verse batterij voor mij uit de auto moest halen, maar dat leek mij niet nodig. Nu moet ik zelf lopen. En vlug een beetje. Voortaan zal ik weer naar de geluidsman luisteren.
Batterijenstress is en blijft een factor die voor de meeste spanning in het leven van een cameraman zorgt. Wat me nu overkomt tijdens het interview met Jaap Stam is precies wat ik niet wil. Normaal gesproken ben ik scherp genoeg om zoiets te voorkomen. Dat heb ik al geleerd in de tijd van die auto-accu bij de lokale omroep. Meestal wissel ik veel te snel. Liever het zekere voor het onzekere. Dan denk ik een paar stappen vooruit en in het ergste geval stop ik een reserve accu in mijn jaszak. Behalve vandaag. Black-out. Zomer in de bol. En verrast door de snelheid waarmee deze batterij het begeeft. Net gaf hij nog drie streepjes aan. Van de vier.
Het is maximaal driehonderd meter. Naar en van de auto. Over mijn conditie moeten we het eens andere keer nog maar eens hebben, maar neem van mij aan dat Stam mij zeker niet gaat selecteren op basis van uithoudingsvermogen. Daarmee is het nog slechter gesteld dan met die ene batterij van de camera. Met mijn snelheid zat het wel nog goed, maar gedurende de rest van het interview sta ik zwaar hijgend naast de camera. Alsof ik zojuist de Mont Everest beklommen heb. Jaap Stam kan er gelukkig om lachen. Hij is geduldig blijven wachten. Wat een held!
‘Kan gebeuren,’ zegt hij lachend als ik nog steeds buiten adem mijn excuses aanbied. Ik laat hem maar even in die waan. Want kan wel, maar mag niet…
foto: Sahbi Touati
Ik werd door een zekere burgemeester van kesteren altijd teruggefloten als ik te vroeg van accu wilde wisselen. "Doe es normaal je kan nog makkelijk 3 discs ermee draaien?!"
BeantwoordenVerwijderen