Hoewel hij inmiddels al 14 jaar dood is, was
afgelopen zondag de dag waar Boudewijn Büch zijn hele leven naartoe geleefd
heeft. In de Oude Lutherse Kerk op het Amsterdamse Spui werd eindelijk de officiële
biografie gepresenteerd van de schrijver annex tv persoonlijkheid. Vijf jaar
lang heeft Eva Rovers gewerkt aan dit prachtige boek. Hiervoor kreeg zij
exclusief inzage in Büch’s persoonlijke archief met dozen vol brieven, foto’s
en dagboeken. Meer dan 150 personen, die ooit met Büch te
maken hebben gehad, heeft ze gesproken.
Precies een jaar geleden, op 12 november
2015, ontving ik een mail van de biografe. Mijn naam was opgedoken in Büch’s
dagboek en ze had op deze weblog verhalen gevonden over mijn ervaringen met Boudewijn
Büch. Graag wilde ze een paar vragen stellen over de reizen die ik als
cameraman in 1998 voor het VARA programma De
Wereld van Boudewijn Büch mocht maken. Ik was vereerd en de datum voor een
afspraak was snel geprikt.
Een paar weken later stond Eva Rovers bij mij
op de stoep. Nog voor ik haar een kop thee had kunnen inschenken waren we al verwikkeld
in een prettig gesprek over het fenomeen Boudewijn Büch. Het was gelijk
duidelijk dat zij inmiddels bijzonder veel van haar onderwerp wist. Haar boek was
in een vergevorderd stadium en ik merkte dat ze antwoorden had op vragen waar
ik al zeventien jaar mee rond liep. Ik werd ontzettend nieuwsgierig naar de
biografie die ze aan het schrijven was. Ondertussen vertelde ik honderduit over
mijn persoonlijke ervaringen. Voor de details, exacte data en bewijsvoering
haalde ik mijn dagboek uit 1998 erbij.
Tijdens de eerste reis die ik met Büch maakte
(Amerika, april 1998), zei ik dat ik
ook schrijver wilde worden. Daarop adviseerde Boudewijn mij om een dagboek te
beginnen, zodat ik dagelijks vlieguren zou maken. Die tip heb ik opgevolgd. Ik kon
een oude laptop van hem overnemen en ben direct gaan schrijven. Dat heeft
uiteindelijk geleid tot een paar interessante dagboeken, deze goed gelezen
weblog en inmiddels ook professionele schrijfopdrachten, maar dat eerste
dagboek uit 1998 is natuurlijk nog lang niet zo goed geschreven. Het is wel heel
uitgebreid en zeer gedetailleerd. Eva Rovers vond het interessant, omdat ze
daarmee een beetje kon controleren wat er wel en niet klopte van het door Boudewijn
uitgegeven dagboek Een boekenkast op reis.
Na enig wikken en wegen heb ik besloten om haar mijn dagboek te laten lezen. Ik
vertrouwde haar volledig en bovendien is dat dagboek alweer zo oud dat de meest
persoonlijke gedachten en gevoelens inmiddels wel verjaard zijn.
Heftig en dagboekwaardig waren die vier
reizen en een commercial voor Lassie Toverrijst wat mij betreft zeker. Ik was
zesentwintig en pas vier jaar cameraman. Büch bleek geen gemakkelijke jongen.
Hij was onvoorspelbaar, licht ontvlambaar en onbetrouwbaar, maar tegelijkertijd
aanstekelijk enthousiast over de meest uiteenlopende onderwerpen, buitengewoon
grappig en uiterst charmant. Hij kon een geweldige gangmaker zijn en een half
uur later totaal depressief. Voor mij was het een geweldige inspirator en
gedurende de honderd dagen die we uiteindelijk samen op reis zijn geweest heeft
hij mij meer geleerd over reizen, boeken, muziek, geschiedenis, politiek en
kunst dan alle docenten uit mijn hele schooltijd bij elkaar. Ik heb veel
positieve herinneringen aan deze fascinerende man en bijna dagelijks is er nog
wel een link naar de tijd die we samen doorbrachten. Het blikje Campbell’s Soup
dat hij op een regenachtig parkeerterrein in Pittsburgh toonde, om de kunst van
Andy Warholl te bespreken, staat als pennenbakje op mijn bureau. Iets verderop
staan beeldjes van Goethe en Napoleon die ik van Boudewijn heb gekregen. Zoals
gezegd heeft mijn passie voor schrijven zich dankzij Boudewijn kunnen
ontwikkelen en daarnaast is er nog steeds onze gezamenlijke liefde voor The
Rolling Stones en mijn licht neurotische neiging om het leven te documenteren.
Aan het eind van 1998 heb ik ook met dank aan
Boudewijn geleerd hoe snoeihard het leven in de televisiewereld kan zijn. Hij
gaf onverwacht en in mijn ogen totaal onterecht zijn manager Erica Reijmerink de
opdracht om mij te ontslaan als cameraman van zijn programma. Daar heb ik een
flinke deuk opgelopen en als ik ooit nog een roman ga schrijven, dan zal het
onder andere over die ervaring gaan.
Een ander interessant gegeven is het feit dat
Boudewijn en ik allebei tegelijkertijd verliefd werden op de bijzondere
productie-assistente die mee ging op reis. Nadat ik er bruut uit gekieperd was
(van Erica en de managers bij het NOB moest ik beloven geen contact meer op te
nemen met Büch en zijn gevolg) heb ik me vaak afgevraagd hoe het tussen haar en
Boudewijn is afgelopen. Dankzij het uitstekende werk van Eva Rovers weet ik dat
inmiddels en heb ik na zeventien jaar weer contact met haar. Afgelopen zondag zaten
we naast elkaar bij de boekpresentatie en na afloop zijn we samen wat gaan
eten.
In de biografie Boud is onze periode met Boudewijn Büch in zes pagina’s beschreven.
Dat is beknopt, maar de schrijfster heeft het zeer treffend samengevat in een
prachtig boek. Ik moet het meeste nog lezen, maar durf wel al te zeggen dat Eva
Rovers er in is geslaagd om een objectief beeld te schetsen van de man die altijd
bezig was met hoe we hem moesten herinneren na zijn leven. Vaak sprak hij tegen
ons over zijn toekomstig biograaf en ik denk dat hij vooral van alles verzonnen
heeft om maar net zo onsterfelijk te worden als zijn grote helden. Of hij zelf
blij zou zijn met de uiteindelijke inhoud van Het verzameld leven van Boudewijn Büch weet ik niet, maar zijn ultieme
doel is bereikt: Er is nu een schitterend uitgegeven, evenwichtige en zeer
omvangrijke biografie over Boudewijn Büch die het lezen meer dan waard is.
Ïk heb zijn boek , Een boekenkast op reis , nog eens open gemaakt.En zal het nieuwe zeker ook lezen.
BeantwoordenVerwijderen