vrijdag 13 oktober 2017

visuele armoede

Voor een reportage interviewen we mensen die allemaal boos zijn op hetzelfde bedrijf. De redactie heeft drie afspraken gepland. Binnen tien uur moeten we het rondje Hilversum – Hoofddorp – Naaldwijk – Sliedrecht – Hilversum maken. Het komt er op neer dat we effectief ongeveer twee uur per locatie hebben. De lunch wordt een broodje bij de pomp en we mogen niet in de file terecht komen.
We filmen onze hoofdpersonen thuis. Ze wonen allemaal in piepkleine huizen of flats, roken shag en op de bank ligt een grote stinkende hond. Die zwarte oude bank staat tegen de kale witte muur of onder het raam. Daar recht tegenover hangt de allergrootste LCD die je kan vinden. Er zijn nog twee lelijke draaistoelen in de ruimte (op eentje ligt de dikke luie kat) en een kleine eetkamertafel die ook tegen de muur staat. Het creëren van een interviewshot met enige diepte is in zulke woonkamertjes een hele opgave. Zeker vandaag, want het is een voor cameramensen dodelijke ‘zon-wolken-zon-wolkendag’. Om de twintig seconden verandert het licht. Het ene moment schijnt de zon fel, even later is het hartstikke donker. De cameraman moet voortdurend aan het diafragma schroeven met alle gevolgen van dien voor de scherptediepte. De verouderde lichtset is niet toegerust om tegen deze zon op te boksen. Het sluiten van gordijnen is geen optie, want tijd en ruimte om dit woonkamertje uit te lichten is er niet. Bovendien kom je dan weer in de knoei met de onvermijdelijke snijshots.
Die ‘snijshots’, daar moeten we het even over hebben. Het onderwerp is niet bepaald sexy, de locatie niet fotogeniek en de hoofdpersoon ook niet. Hij of zij kan niets doen wat met het onderwerp te maken heeft, maar de interviews zijn oeverloos en moeten bruut worden ingekort. Daar heb je bij televisie dan beelden voor nodig die je over de audiolassen heen kan plakken. Dus vragen we na afloop van het interview aan de mensen of ze even plaats willen nemen achter hun computer. In principe levert dit nog de meest voor de hand liggende beelden op. Close muis, close toetsenbord, overshoulder naar computerscherm en recht van voren, de persoon in het gezicht kijkend. Een extreme close van ogen die iets lezen… Maar wat dan? Vaak is dit voor een verslaggever of regisseur niet genoeg. In de montage kunnen ze misschien nog iets met de screenshots van een website, maar eigenlijk willen ze altijd meer verschillende beelden hebben. Bijvoorbeeld om iemand te introduceren. De filmploeg gaat krampachtig op zoek naar kleine scenes… die er nooit zijn. Dus draait het uit op een mevrouw die Senseo aan het zetten is, een boterham moet smeren, komt aanlopen met de koffie, quasi intellectueel een boek uit de kast pakt en op de bank gaat zitten. Een brief lezen of desnoods een tijdschrift. Doen alsof aan de telefoon. Dingen opruimen die al opgeruimd waren voor de cameraploeg langs kwam. Hond uitlaten. Over de galerij lopen met een tas vol zogenaamde boodschappen.
In het aller ergste geval van visuele armoede draaien we losse luistershots van de interviewer. Knikjes of zelfs de vragen opnieuw stellen in een zogenaamd ‘tegenshot’. Het leidt bijna altijd tot tenenkrommend acteerwerk. Je ziet de mensen waar je te gast bent ook gek kijken wanneer je vraagt of ze nog even willen bladeren in die ene ordner, maar als je uitlegt hoe het werkt gaat er een wereld voor ze open. Zij kijken nooit meer normaal naar de televisie. Elke avond zullen ze dit soort clichébeelden voorbij zien komen en zich realiseren dat weer iemand toneel heeft moeten spelen.

Volgende keer behandel ik de overbodige shots van plaatsnaambordjes, ‘onherkenbaar in beeld’ en exterieurshots die uit de (wolken)lucht komen vallen.



Deze column schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét mediavakblad van Nederland. Elke maand mag ik een stuk schrijven voor dit prachtige tijdschrift in de reeks ‘Point of view’. Dit betoog staat in BM 368, de uitgave van oktober 2017. Een abonnement op BM kan ik iedereen die werkzaam is in de audiovisuele sector aanraden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.