Onlangs
had ik een klus waarbij de klant het zeer op prijs stelde als alle cameramensen
op het podium een lederhosen droegen. Het liefst mét rood-wit geruit overhemd
en een Tiroler jagershoedje. Op die manier zouden we minder opvallen tijdens de
registratie van het Oktoberfest. Ik begrijp dat en pas mijn kleding altijd
netjes aan als er specifiek gevraagd wordt om donkere kleding, een pak of
veiligheidsschoenen, maar in dit geval ging het verzoek mij een brug te ver.
Persoonlijk wil ik ook niet in een Pietenpak tijdens het Sinterklaasfeest en ik
ga ook nooit in een clownspak werken tijdens carnaval. Er zijn grenzen. Soms is
het wel lastig om die grenzen aan te geven, want camera- en geluidsmensen
zeggen normaal gesproken, als volleerd Japanners, altijd eerst ‘Ja!’ en
ontdekken daarna pas wat de consequenties zijn. In Omroepland heerst een can do-mentaliteit.
Ik
had daar nog nooit van gehoord, tot die ‘can do-mentaliteit’ onlangs in de berichtgeving
over defensie een paar dagen het nieuws beheerste. Bij onze krijgsmacht is de
roep om loyaliteit doorgeslagen en dat is levensgevaarlijk. Gelukkig is het in de
tv-wereld nog lang niet zo dol, al zijn er mensen die het werken bij de
televisie super belangrijk vinden en denken dat ze daarom over de schreef mogen
gaan. Daarnaast zijn er genoeg collega’s die zich gewillig naar de slachtbank
laten voeren door opdrachtgevers met onmogelijke wensen. Zeker aan de
technische kant van Omroepland zijn we doorgaans zeer flexibel en kunnen de
principes in principe altijd wel even overboord, want niemand wil de
‘showstopper’ zijn.
To lederhosen or not to lederhosen, dat is
natuurlijk een stom voorbeeld, maar er wordt met regelmaat iets van ons
verwacht waar we niet met goed fatsoen ‘Nee!’ tegen kunnen zeggen, terwijl we
dat soms wél zouden moeten doen. Onmogelijke begin- en/of eindtijden, broodjes
bij de pomp, extreem lange dagen, hotelkamers delen, veel te late annuleringen,
oneerbiedige kortingsvoorstellen, gevaarlijke cameraposities, scheldende
regisseurs, veeleisende presentatoren, onhaalbare schema’s, werken met
waardeloze apparatuur… en zo ken ik er nog wel een paar, maar wie zijn grenzen
bewaakt is al snel lastig en loopt het risico om op de zwarte lijst te komen.
Dat wil niemand, want zwarte lijsten zijn besmettelijk en ze kunnen je
levenslang achtervolgen. Dus klagen we niet in het bijzijn van de klant,
sputteren we zo min mogelijk tegen en komen we alleen op voor onze
werkomstandigheden als het meer dan druk genoeg is.
Omdat
de concurrentie moordend is zitten producenten in de tang bij omroepen,
facilitaire bedrijven op hun beurt bij die producenten en zelfstandige
cameramensen of editors weer bij die facilitaire bedrijven. Iedereen wil de
schakel boven zich te vriend houden. Klantgericht denken heet dat, maar we
slaan hier en daar wel een beetje door. Er is namelijk niemand die namens ons
allemaal zegt dat genoeg genoeg is. Als ik het niet doe, dan doet een ander het
wel. Dus zou je kunnen spreken van een glijdende schaal. Die can do-mentaliteit
of loyaliteitscultuur kan ons uiteindelijk de das om doen. Daarom denk ik dat
het in deze drukke tijd van economische groei verstandig is om soms, op vriendelijke
en gefundeerde wijze, duidelijk ‘tot hier en niet verder’ te zeggen. Een
freelance beeldtechnicus hoeft geen negen lange dagen achter elkaar te werken,
omdat hij geen ‘nee’ durft te verkopen. De belichter of gripper kan best
aangeven dat een nachtrust van vier uurtjes niet verstandig is en de hard
werkende assistent mag na een dag van zestien uur de overbeladen vrachtwagen
niet meer terug rijden. Een ENG-geluidsman, editor of autocue-operator kan best
een keer met een goede reden een klus terug geven. Het zou fijn zijn als
daarvoor wat meer begrip is, ook al komt het soms verdomd slecht uit.
Die
Tiroler-outfit heb ik overigens lekker niet aangetrokken en ik vind mezelf
ontzettend stoer dat ik ‘nee!’ gezegd heb.
Deze column
schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét mediavakblad van Nederland.
Elke maand mag ik een stuk schrijven voor dit prachtige tijdschrift in de reeks
‘Point of view’. Dit betoog staat in BM 369, de digitale uitgave van november
2017. Een abonnement op BM kan ik iedereen aanraden.
En toch zou het je best goed gestaan hebben !
BeantwoordenVerwijderenLeuk leesvoer. Wel oppassen dat je niet de nationale klaagkont gaat worden, want het is (bijna) nooit goed wat een ander doet. Maak jezelf niet te belangrijk door je 'stoer' te vinden en dat op te schrijven. Zie zo'n verzoek vooral als een poging niet de cameraman, maar de echte podiumdieren te laten opvallen.
BeantwoordenVerwijderen