Ligt het aan mij of wordt de reportage in sportprogramma’s met uitsterven bedreigd? Vroeger, zei de oude man, zag je door de week nog magazines op tv, met items van vijf tot tien minuten, waar een verslaggever, een cameraploeg en een editor minimaal een dag aan werkten. Liefst langer. Toen gingen we nog met sporters op pad die een verhaal vertelden. Soms werd een fenomeen, een evenement of een traditie belicht in een achtergrondreportage. Daarvoor gingen we echt het land in of zelfs op reis. Tegenwoordig is daar geen ruimte meer voor. Het draait anno 2019 uitsluitend om de korte quote, die in het beste geval wordt opgeleukt met een paar snijshots of archiefbeelden. Vaak is dit louter voer voor meningpoepers in de studio, die het ongelimiteerd mogen herkauwen.
We analyseren ons kapot. Er zijn een stuk of vijf voetbaltalkshows, waarin duurbetaalde ‘deskundigen’ aan een tafel mogen zeggen wat ze denken, maar er is naast alle live-sport geen achtergrondprogramma meer met instarts die langer duren dan een dertig seconden. Sportverslaggevers mogen alleen nog een paar vragen stellen voor een bord dat vol staat met schreeuwende reclame of tijdens een persconferentie. Het resultaat wordt haastig doorgestraald en gelijk online gezet. Daarbij apen alle media elkaar na. Niet lang na een willekeurige wedstrijd of persconferentie kan je op de websites van kranten, regionale omroepen, de clubs zelf, allerlei online platforms en verschillende tv stations dezelfde eenheidsworstjes bekijken. Met alle respect vind ik het vaak weinig zeggende videootjes met een hoog ‘Wat ging er door je heen?’ gehalte.
Ondertussen is ongemerkt het ambacht gesneuveld van de sportverslaggever die gaat filmen, spotten, voice-overs schrijft, zijn muziek zelf uitkiest en die er vervolgens in de edit een echte repo van maakt. Eeuwig zonde, want ik kon altijd genieten van de langere reportages bij Studio Sport, Bureau Sport of Holland Sport. Ik mis soms zelfs Harry Vermeegen, die voetballers altijd zo ver kreeg om iets geks te doen en ondertussen af en toe een pittige vraag wist te stellen. Dat was misschien niet journalistiek hoogstaand, maar wel vermakelijker en veel informatiever dan de zoveelste voorspelbare mening van een mannetje dat zelf ooit middelmatig voetbalde in het 4:3-tijdperk.
Hoe kon dit nou gebeuren? Komt het door teleurstellende kijkcijfers of willen de sporters, trainers en de organisaties daar omheen niet meer meewerken? Waarschijnlijk is het stomweg een geldkwestie. Noem mij gerust oubollig of ouderwets, maar zouden reportages over de sport echt niet meer werken? Ik denk het wel. Als het maar goed gemaakt wordt en met een journalistieke inslag. Daarom pleit ik vurig voor een nieuw sportprogramma op de maandagavond, waarin door middel van oerdegelijke filmpjes verslag wordt gedaan van de mooiste (sport)evenementen van het afgelopen weekend. De televisie moet bij wielrenners, schaatsers, handballers en judoka’s thuis komen. Volg ze tijdens de loodzware trainingen, film trotse ouders, toon hoe de spanning oploopt, vertel wat ze bezielt en laat zien hoe zij leven voor hun sport. Maak weer items met een spanningsboog, een kop en een staart. Neem alle tijd voor een goed gesprek, schiet mooie beelden en registreer dito geluid. Bekijk de wedstrijd nog eens, maar dan vanuit een ander oogpunt. Laat zien hoe het Frenkie de Jong vergaat op de Spaanse les, hoe Jos Verstappen naar de Formule1 kijkt als hij een keer niet met zijn zoon mee mag en controleer of ergens een flitspaal langs de trainingsroute van Tom Dumoulin staat die regelmatig een foto van het achterwerk van onze nationale trots maakt. Kijk verder dan die eerste reactie na een wedstrijd of de voorspelbare mening van zo’n betweterige analist. Kom alsjeblieft met meer beeldverhalen.
Deze column schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét mediavakblad van Nederland. Elke maand mag ik in de reeks ‘Point of view’ een stuk schrijven voor dit prachtige tijdschrift. Dit betoog staat in BM 382, de uitgave van mei 2019. Een abonnement op BM kan ik iedereen van harte aanbevelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.