Het is zaterdagavond 1 juni 2019. We zijn in Eindhoven, bij de oefeninterland van de Oranje Leeuwinnen tegen AustraliĆ«. De uitzwaaiwedstrijd voor het WK voetbal, dat over tien dagen in Frankrijk begint. Het PSV stadion is met meer dan 30.000 bezoekers, uitverkocht. We registreren de wedstrijd met zes camera’s en onze beelden worden rechtstreeks uitgezonden bij Veronica. Ik heb met een draadloze camera een soort vrije rol en mag me voornamelijk concentreren op het uitgelaten publiek. De hele avond ben ik een beetje zoekende. Het is lastig om iets toe te voegen aan alle prachtige beelden die mijn collega’s met hun lange lenzen kunnen maken.
In de zeventigste minuut mogen de Nederlandse dames een corner nemen in de hoek waar ik sta. Ik maak het shot van het klaar leggen van de bal. Voor de trap schakelt de regisseur naar camera 1. Ik draai me al om naar het publiek als Shanice van de Sanden achter mij de 3-0 maakt. Het stadion ontploft. Ik zoom in op het juichende publiek als de regisseur in mijn oor roept dat ze op me af komen. “Achter je!” Ik draai me om en zie de uitzinnige van de Sanden in mijn richting rennen. De andere speelsters lopen achter haar aan. Dit is het moment voor mijn shot van de avond. Ik zet een paar grote stappen in hun richting en sta met mijn groothoeklens bovenop de juichende speelsters. Ze springen op de rug van Van de Sande en omhelzen elkaar. Het is geen shot voor de eeuwigheid, maar we brengen het voetbal wel heel dicht bij de kijker. Ik sta met mijn neus bovenop de beleving en ook het geluid van mijn cameramicrofoon moet goed zijn. Uiteraard brandt het rode lampje in mijn zoeker. Ik denk dat het maximaal tien seconden duurt. Dan lopen de dames weer van me af en loop ik terug naar de zijkant van het speelveld.
Daar zitten drie woeste fotografen. Ze schelden me de huid vol. Omdat ik bovenop het juichmoment gekropen ben konden zij niks meer maken. Ze hebben alleen maar foto’s van de kont van een kale, dikke man in een groen hesje en met iets te witte benen.
Ik schrik er van.
Natuurlijk weet ik dat die fotografen daar altijd zitten en ik begrijp hun reactie als geen ander. Als iemand op zo’n moment voor mijn lens springt ben ik ook furieus. Eigenlijk is het een doodzonde in ons vak. Alleen heb ik er in die split-second echt helemaal niet over nagedacht. Het was een impulsieve actie. Ik ging voor het beste shot en heb geen tel nagedacht over de rest van de wereld. Dat heb je wel eens als beeldmaker, maar fraai of heel professioneel is het niet.
Ik laat ze even schelden en tieren. Ze moeten hun ei kwijt. Dat snap ik. Dit moet ik even ondergaan, maar ik kan er heel slecht tegen als mensen boos op me zijn. Ik probeer conflicten doorgaans te vermijden. Gelukkig hoef ik niet naast ze te blijven staan. Ik loop maar even door. Van een afstandje zie ik dat ze er vijf minuten later nog niet overheen zijn.
Als de wedstrijd bijna ten einde is en zij hun spullen inpakken loop ik even naar ze toe. Ik kan niet meer doen dan mijn oprechte excuses aanbieden en toegeven dat het ondoordacht en niet netjes was. Het is de tweede keer deze avond dat ik ze verras. Doorgaans wordt er in dit soort situaties geen ‘sorry’ gezegd. Meestal kijkt de dader een beetje onverschillig en loopt hij schouderophalend weg met zijn unieke beelden. Ik vind dat niet chique en probeer de boosheid een beetje weg te nemen door uit te leggen hoe het ging. Ik geef graag toe dat het een beetje dom was. Het is ook helemaal niet mijn stijl om ten koste van alles en iedereen te scoren. Normaal gesproken probeer ik juist rekening te houden met mijn vakbroeders. Dat is op de langere termijn ook het beste, want je komt elkaar altijd weer tegen.
netjes om je excuses aan te bieden! Alhoewel veel fotografen ons shot verkloten door er voor te springen :-)
BeantwoordenVerwijderenMooi JR !! Opvoeding doet wel wat !
BeantwoordenVerwijderen