vrijdag 26 augustus 2022

windtunnelonderzoek en cameramotoren

 

Het is niet eenvoudig om als cameraman, vanaf een rijdende motor, mooie beelden te maken van wielrenners of hardlopers. Je moet je balans houden, mag niet te veel onverwachte bewegingen maken en kijkt in een zoeker om te zien wat je filmt. Ondertussen moet je de camera recht en stilhouden, de focus instellen, soms het diafragma controleren, inzoomen of uitzoomen. Het is mooi als je de sporters zoveel mogelijk in het gezicht kan kijken. De kijker ziet graag af en toe een close-up en niet alleen ruime totaalshots. Terwijl motor en sporter ten opzichte van elkaar blijven bewegen, moet je als cameraman anticiperen. Drempels, slecht wegdek, scherpe bochten, smalle wegen, remmen en optrekken; het helpt allemaal niet mee. Soms is een shot minutenlang in de uitzending en gaat de motor min of meer in een halve cirkel om het onderwerp heen. Dan moet je de camera over de motorrijder heen tillen, want je wil de motor en de bestuurder het liefst niet in beeld zien. Op het ene moment kijk je vooruit en even later zit je als een wokkel gedraaid om achteruit te kijken. Dat vereist een bepaalde lenigheid, kracht, handigheid, kennis van de sport en lef. 

Zelf heb ik enige ervaring op dit gebied, maar ik heb het nooit geschopt tot grote wielerkoersen. Dat is de ‘Champions League’ van het motorcamerawerk en daarvoor ben ik niet goed genoeg. Wellicht niet lenig en/of niet sterk genoeg. Trots ben ik op een aantal belangrijke marathons en triatlons die ik heb mogen filmen vanaf de motor, waaronder de marathon van Berlijn en die van Amsterdam. De triatlon van Almere doe ik al jaren en de afgelopen week was ik voor de tweede keer bij de Collins Cup in Slowakije. Dat is een nieuwe vorm van triatlon, waarin teams uit verschillende werelddelen het tegen elkaar opnemen. Het vorig jaar heb ik na de eerste editie in een blog uitgelegd hoe dit werkt. Ook dit jaar waren we weer met twaalf (!) cameramotoren van NEP The Netherlands van de partij.

Tijdens het onderdeel wielrennen kwam er een motor van de jury naast ons rijden, om aan te geven dat wij met onze cameramotor te dicht op de atleet reden en dat we meer afstand moesten nemen. Ik dacht dat ik gek werd. We reden al minimaal vijftien of twintig meter voor de dame op de fiets en niet eens recht voor haar, maar een beetje schuin ervoor. Als we nog verder naar voren zouden gaan, dan kon ik geen steady beeld meer maken. Je moet weten dat het lastiger wordt als je vanaf de rijdende motor verder moet inzoomen om een wielrenner in je shot te houden. Elke kleine trilling van de camera wordt door het inzoomen uitvergroot. Als televisiekijker word je uiteindelijk gek van het zwabberende beeld.

Om eerlijk te zijn ergerde ik me aan het jurylid met zijn dwingende gebaartjes en hij stoorde zich blijkbaar ook aan de verontwaardiging bij ons. Een hele poos bleef hij in onze buurt rijden om te controleren of we wel voldoende afstand hielden. 

Ik vertelde dit verhaal zondag in het vliegtuig naar huis tegen een collega. Hij wees me op recente Tweets van onderzoeker Bert Blocken (@realBertBlocken), die voor de TU in Eindhoven en KU in Leuven onderzoek doet naar het effect van voertuigen die voor, achter en naast een wielrenner rijden. Ik zag daarbij een soort grafiek waaruit blijkt hoeveel profijt wielrenners hebben van motoren in de koers. 

Zelfs wanneer een cameramotor veertig meter afstand houdt, dan nog heeft de renner (als deze 46,8 kilometer per uur rijdt) een voordeel van 2,6 seconden per kilometer ten opzichte van een tegenstander waar geen motor in de buurt is. Ook als je met een motor tien meter achter een renner rijdt, heeft de renner blijkbaar een minimaal voordeel door de voortstuwende werking. Uit deze onderzoeken in de windtunnel blijkt ook dat renners er baat bij hebben wanneer je naast ze rijdt. 

Om even terug te keren naar ons jurylid bij de Collins Cup; ik weet niet of die zich bewust was van het feit dat zijn eigen jurymotor ook effect had op de triatleet in kwestie. Zij reden nogal dicht achter haar en twee motoren in de buurt van een renner doen meer dan één professionele cameramotor. Om de wedstrijd eerlijker te maken had hij beter voor de nummer twee kunnen gaan rijden.

Ik heb deze week het onderzoek van Bert Blocken gelezen. Het betoog is helder. Een cameramotor is altijd van invloed op de prestaties van de deelnemers aan een wedstrijd. In mijn ogen is dit onvermijdelijk en iets waar iedereen zich bij neer moet leggen. Je kan nou eenmaal niet zoveel afstand nemen dat je geen invloed hebt, want dan kan je onmogelijk nog beelden maken waar de televisiekijker rustig naar kan kijken. En televisie is de reden waarom sponsors de sport interessant vinden. Zonder tv, geen geld. Zonder geld geen sport. 

Blocken zelf stelt in zijn conclusies voor dat wielerkoersen wellicht in de toekomst in beeld gebracht kunnen worden met behulp van drones. Dat klinkt leuk, maar die techniek is nog lang niet zo ver dat je daarmee een wielerkoers over grote afstanden kan coveren. Op dit moment is dat veel te gevaarlijk voor renners en publiek. Drones kunnen niet lang genoeg vliegen op hun batterijen, de beeldkwaliteit van kleine drones is niet goed genoeg, je kan er niet mee inzoomen, verbindingen zijn niet stabiel en een drone operator moet zicht hebben op zijn drone wanneer hij in onbekend terrein vliegt. Grote drones doen ook iets doen met luchtcirculatie, maar laten we het daar niet over hebben, want anders gaan ze straks nog onderzoek doen naar de effecten van laaghangende helikopters.

Om de sport eerlijker te maken moet je bij elke ontsnapping een motor moeten laten rijden, maar dat gebeurt in grote koersen al. Bij de Collins Cup zou dat betekenen dat we niet met 12, maar met 36 motoren in de wedstrijd hadden moeten rijden. Dat gaat best ver. 

Neem van mij aan dat er geen pasklare oplossing is voor dit probleem. Dus denk ik dat we voorlopig niets opschieten met de meetresultaten van Blocken. Het zal vooral leiden tot onrust, irritatie en frustratie. Renners en ploegleiders worden boos op cameramotoren als het ze niet uitkomt of ze maken er juist dankbaar gebruik van wanneer het in hun voordeel is. Juryleden hebben er hun handen vol aan en de ‘deskundigen’ zullen in hun analyse telkens weer wijzen naar die verfoeide motoren. De cameramensen en hun motards, die ervoor zorgen dat we kunnen genieten van mooie tv-beelden, zijn de gebeten hond.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.