De Meern. Toch nog even terug naar Sao Paulo. Zondagavond, na de race. We waren op weg van het circuit naar ons hotel. Langzaam begon het te schemeren, maar er was genoeg licht om te spreken van klaarlichte dag.
Aan de rand van een favela zagen we een groep jongeren. Favela's zijn typisch Braziliaanse krottenwijken en jongeren zijn, ook hier, mensen die nog geen hoge leeftijd hebben bereikt.
In de buurt van favela's heeft de jeugd een lage levensstandaard en weinig toekomstperspectief. Hun ouders moeten van zeer kleine inkomens rondkomen. Gezinnen wonen in huisjes van steen, maar vaak ook van bijelkaar gesprokkeld hout, verkeersborden of andere materialen die op straat zijn gevonden.
Wij stonden stil bij een stoplicht. Een mannetje van een jaar of elf kwam naast ons staan en riep onverstaanbare teksten. Ik dacht in eerste instantie dat het een pindaverkoper was, maar hij had niets in zijn handen. Dat zag ik pas op het moment dat hij zijn hand door het openstaande raam van de bestuurder stak.
Onze razendsnelle commentator greep in een reflex de arm van het hondsbrutale ventje. Die was op weg naar geld en een dure pen, maar bereikte het borstzakje niet. Het schooiertje bleek voor niets en niemand bang. Hij schrok even en begon vervolgens te schreeuwen. Zijn vrienden schoten hem te hulp. Een grotere jongen schopte tegen het raam van de bijrijder. Anderen begonnen op het dak te slaan. Iemand probeerde een deur te openen, maar die gaan in Braziliƫ blijkbaar automatisch op slot.
Het was een bedreigende situatie. Wij konden geen kant op. Voor ons, naast ons en achter ons stonden auto's in een lange file. Niemand deed iets. Het licht bleef langer rood dan me lief was.
Ik zat achterin de huurauto, opgevouwen op een derde bank. Het voelde als een rat in de val. Ondertussen kneep de chauffeur van onze zwarte Hertzmobiel, met twee handen, het armpje van de brutale Braziliaanse branieschopper fijn. De overige bendeleden stelden dat niet op prijs.
Gelukkig greep niemand naar een wapen. Dat had ook nog kunnen gebeuren. In ons geval sprong het stoplicht op groen en schoot een taxi voor ons weg. Hij maakte plaats, zodat ook wij snel konden verdwijnen. Bij het volgende stoplicht kwam die taxi naast ons staan om te informeren of alles in orde was. We konden hem niet verstaan, maar staken een duimpje in de lucht.
De arme Sao Paulo Ciske heeft de komende weken last van zijn arm. Zwaar gekneusd vrees ik en dat is zijn verdiende loon.
Het is bekend dat Sao Paulo niet bepaald de veiligste plek op aarde is. Vier medewerkers van Toyota zijn overvallen en bedreigd met een pistool. Wat dat betreft hebben we mazzel gehad.
Inmiddels zijn we veilig thuis.
Aan de rand van een favela zagen we een groep jongeren. Favela's zijn typisch Braziliaanse krottenwijken en jongeren zijn, ook hier, mensen die nog geen hoge leeftijd hebben bereikt.
In de buurt van favela's heeft de jeugd een lage levensstandaard en weinig toekomstperspectief. Hun ouders moeten van zeer kleine inkomens rondkomen. Gezinnen wonen in huisjes van steen, maar vaak ook van bijelkaar gesprokkeld hout, verkeersborden of andere materialen die op straat zijn gevonden.
Wij stonden stil bij een stoplicht. Een mannetje van een jaar of elf kwam naast ons staan en riep onverstaanbare teksten. Ik dacht in eerste instantie dat het een pindaverkoper was, maar hij had niets in zijn handen. Dat zag ik pas op het moment dat hij zijn hand door het openstaande raam van de bestuurder stak.
Onze razendsnelle commentator greep in een reflex de arm van het hondsbrutale ventje. Die was op weg naar geld en een dure pen, maar bereikte het borstzakje niet. Het schooiertje bleek voor niets en niemand bang. Hij schrok even en begon vervolgens te schreeuwen. Zijn vrienden schoten hem te hulp. Een grotere jongen schopte tegen het raam van de bijrijder. Anderen begonnen op het dak te slaan. Iemand probeerde een deur te openen, maar die gaan in Braziliƫ blijkbaar automatisch op slot.
Het was een bedreigende situatie. Wij konden geen kant op. Voor ons, naast ons en achter ons stonden auto's in een lange file. Niemand deed iets. Het licht bleef langer rood dan me lief was.
Ik zat achterin de huurauto, opgevouwen op een derde bank. Het voelde als een rat in de val. Ondertussen kneep de chauffeur van onze zwarte Hertzmobiel, met twee handen, het armpje van de brutale Braziliaanse branieschopper fijn. De overige bendeleden stelden dat niet op prijs.
Gelukkig greep niemand naar een wapen. Dat had ook nog kunnen gebeuren. In ons geval sprong het stoplicht op groen en schoot een taxi voor ons weg. Hij maakte plaats, zodat ook wij snel konden verdwijnen. Bij het volgende stoplicht kwam die taxi naast ons staan om te informeren of alles in orde was. We konden hem niet verstaan, maar staken een duimpje in de lucht.
De arme Sao Paulo Ciske heeft de komende weken last van zijn arm. Zwaar gekneusd vrees ik en dat is zijn verdiende loon.
Het is bekend dat Sao Paulo niet bepaald de veiligste plek op aarde is. Vier medewerkers van Toyota zijn overvallen en bedreigd met een pistool. Wat dat betreft hebben we mazzel gehad.
Inmiddels zijn we veilig thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.