Melbourne, Australië. 'Do you have a tripod?'
Ik vraag het vriendelijk aan mijn collega van Fuji TV. Normaal gesproken krijg ik het altijd mee, want Japanners kunnen geen 'nee' zeggen. Vandaag heeft de man met kleine oogjes echter een probleem. Ik zoek wel verder.
Lange tijd was ik trots op het predicaat 'luie cameraman'. Ik vond het een geuzennaam, die stond voor efficiënt en praktisch. Mijn werk mocht er niet onder lijden, maar het was sport om alles te hebben met zo min mogelijk inspanning. Helaas is het een beetje uit de hand gelopen.
'Do you have a tripod?' vraag ik aan een cameraman van ITV. Het ding ligt onder zijn stoel, maar hij lijkt niet van plan om het mee te geven. 'Sorry', zegt hij nog wel.
Er is (nog) nooit iets wezenlijk mis gegaan bij Formule1. Ze hebben me wel eens betrapt tijdens het niksen, terwijl ik net een opdracht had gekregen, maar uiteindelijk stond het betreffende shot gewoon op het bandje. Ze hebben me gewoon niet vaak zien hollen en dan heb je al snel het stempel 'lui'.
'Excuse me. I don't have a tripod, but I need one. May I use yours?' De Duitser kijkt alsof hij water ziet branden. Waarschijnlijk begrijpt hij me niet helemaal. Ik probeer het opnieuw.
'Ich muchte gerne dein sjtatief lenen…' Stamel ik.
Uiteindelijk snapt hij wat ik bedoel. Helaas kan hij me niet helpen, want hij staat zelf op het punt om een lang interview te gaan draaien. Die Duitsers interviewen wat af.
Tegenwoordig hoor ik zelfs van mensen die het helemaal niet kunnen weten dat ik een luie cameraman ben. Ze hebben de klok horen luiden, maar met mij nog nooit gewerkt. Dat steekt wel een beetje. Misschien moet ik oppassen voor mijn imago. Straks denkt half Hilversum dat het waar is.
Ik ga steeds sneller lopen. Over een kleine tien minuten begint het interview met Christijan Albers en ik heb nog steeds geen statief. Het wemelt van de cameramensen in het paddock, maar de meeste draaien net als ik van de schouder.
'Where is your tripod?'
De Oostenrijker moet lachen als ik vraag waar zijn statief is. Het is niet voor het eerst dat ik zijn driepoot wil lenen. Helaas staat het aan de andere kant van de baan, anders had ik het zeker mogen gebruiken.
Tijdens verre Formule1-reizen neem ik nooit een statief mee. Dat is een beetje gemakzuchtig; zeg maar lui. Ik vind het vooral praktisch, want het is een enorm gezeul en in feite gebruiken we het maar één keer, vijf minuten. Tot nu toe is het me altijd gelukt om er een te ritselen. De meeste collega's in het paddock zijn bereid elkaar te helpen, zolang ze niet strijden om de eerste reactie van een rijder.
'Ehm… do you need your tripod at the moment?' vraag ik aan twee mannen met Steve Irwin hoedjes. In knauwend Engels vragen ze: 'Why?'
Ik leg uit dat we van vier uur tot tien over vier een belangrijk interview hebben en lieg dat mijn statief stuk is. De cameraman van het Australische TEN staat op en vraagt aan zijn reporter of het goed is. Ik krijg op het allerlaatste moment een onhandig Manfrottostatief mee en ben weer gered.
Misschien ben ik inderdaad een tikkeltje lui, maar het komt altijd goed.
Ik vraag het vriendelijk aan mijn collega van Fuji TV. Normaal gesproken krijg ik het altijd mee, want Japanners kunnen geen 'nee' zeggen. Vandaag heeft de man met kleine oogjes echter een probleem. Ik zoek wel verder.
Lange tijd was ik trots op het predicaat 'luie cameraman'. Ik vond het een geuzennaam, die stond voor efficiënt en praktisch. Mijn werk mocht er niet onder lijden, maar het was sport om alles te hebben met zo min mogelijk inspanning. Helaas is het een beetje uit de hand gelopen.
'Do you have a tripod?' vraag ik aan een cameraman van ITV. Het ding ligt onder zijn stoel, maar hij lijkt niet van plan om het mee te geven. 'Sorry', zegt hij nog wel.
Er is (nog) nooit iets wezenlijk mis gegaan bij Formule1. Ze hebben me wel eens betrapt tijdens het niksen, terwijl ik net een opdracht had gekregen, maar uiteindelijk stond het betreffende shot gewoon op het bandje. Ze hebben me gewoon niet vaak zien hollen en dan heb je al snel het stempel 'lui'.
'Excuse me. I don't have a tripod, but I need one. May I use yours?' De Duitser kijkt alsof hij water ziet branden. Waarschijnlijk begrijpt hij me niet helemaal. Ik probeer het opnieuw.
'Ich muchte gerne dein sjtatief lenen…' Stamel ik.
Uiteindelijk snapt hij wat ik bedoel. Helaas kan hij me niet helpen, want hij staat zelf op het punt om een lang interview te gaan draaien. Die Duitsers interviewen wat af.
Tegenwoordig hoor ik zelfs van mensen die het helemaal niet kunnen weten dat ik een luie cameraman ben. Ze hebben de klok horen luiden, maar met mij nog nooit gewerkt. Dat steekt wel een beetje. Misschien moet ik oppassen voor mijn imago. Straks denkt half Hilversum dat het waar is.
Ik ga steeds sneller lopen. Over een kleine tien minuten begint het interview met Christijan Albers en ik heb nog steeds geen statief. Het wemelt van de cameramensen in het paddock, maar de meeste draaien net als ik van de schouder.
'Where is your tripod?'
De Oostenrijker moet lachen als ik vraag waar zijn statief is. Het is niet voor het eerst dat ik zijn driepoot wil lenen. Helaas staat het aan de andere kant van de baan, anders had ik het zeker mogen gebruiken.
Tijdens verre Formule1-reizen neem ik nooit een statief mee. Dat is een beetje gemakzuchtig; zeg maar lui. Ik vind het vooral praktisch, want het is een enorm gezeul en in feite gebruiken we het maar één keer, vijf minuten. Tot nu toe is het me altijd gelukt om er een te ritselen. De meeste collega's in het paddock zijn bereid elkaar te helpen, zolang ze niet strijden om de eerste reactie van een rijder.
'Ehm… do you need your tripod at the moment?' vraag ik aan twee mannen met Steve Irwin hoedjes. In knauwend Engels vragen ze: 'Why?'
Ik leg uit dat we van vier uur tot tien over vier een belangrijk interview hebben en lieg dat mijn statief stuk is. De cameraman van het Australische TEN staat op en vraagt aan zijn reporter of het goed is. Ik krijg op het allerlaatste moment een onhandig Manfrottostatief mee en ben weer gered.
Misschien ben ik inderdaad een tikkeltje lui, maar het komt altijd goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.