woensdag 25 april 2007

poli

Nieuwegein. De wachtkamer van de afdeling dermatologie zit vol. Ik ben op tijd. Veel te vroeg, zou je ook kunnen zeggen. Het verkeer zat mee, ik kon voor de deur parkeren en het aanmaken van een ponskaartje ging sneller dan ik dacht. Met een tijdschrift neem ik plaats tussen de treurig kijkende patiënten van dokter Goedhart.
Twee zusters laten midden in de gang een bed achter. Onder de lakens ligt een oude man die meer dood dan levend lijkt. Aan het bed zitten verschillende apparaatjes met lampjes en digitale displays. Er loopt een slangetje naar de neus van meneer Apegapen. Mond wijd open, gebit los en de ogen gesloten.
Een deprimerender locatie dan een ziekenhuis is er niet. Of het moet een mortuarium zijn. Hier kom je niet voor je plezier. Ik heb dan ook respect voor dokter Goedhart, de zusters en al het overige personeel in de polikliniek, die hier iedere dag willen zijn.
Ver kom ik niet in mijn Nieuwe Revu. Ik word constant afgeleid als iemand opstaat of als er verse patiënten plaats nemen. Telkens vraag ik me af welke ziekte die persoon onder de leden heeft. Ik zie niks.
Zelf heb ik een soort eczeemplekjes op mijn hoofd. Dat vind ik vies. Hoewel de huisarts gezegd heeft dat het vrij onschuldig is, wilde ik er uiteindelijk toch een specialist naar laten kijken. Hoop op een definitieve oplossing heb ik niet.
Die plekjes zijn aanstellerij als je zo'n levenloze man ziet liggen.
Het bed gaat plotseling piepen. Luid en duidelijk. Toch reageert er niemand. Mensen in de wachtkamer kijken op, maar iedereen blijft keurig zitten. De meneer onder de lakens ligt doodstil.
Péééééééééééééééééééééééééééééééé!
Péééééééééééééééééééééééééééééééé!

Er is in geen velden of wegen medisch personeel te bekennen. Bij ER komen ze in dit soort situaties altijd van alle kanten. Hier laten ze de man piepen.
Seconden tikken voorbij.
De mevrouw aan de overkant kijkt me aan. Zij haalt haar schouders op en heeft een gezichtsuitdrukking van 'ik-weet-het-ook-niet'. Iedereen voelt zich ongemakkelijk bij het piepje. Het zal geen levensbedreigende situatie zijn, maar zeker weten doen we het ook niet.
Ik sta op. Bij de receptie zijn twee dames. De ene belt en een ander staat rustig in papieren te bladeren. Zij horen die piep ook. Dat kan niet anders.
'Ehm… mevrouw?' Probeer ik voorzichtig. 'Er piept hier iemand…'
'Ja, ja!' Zegt de dame met een telefoonhoorn in haar hand. Er zit zelfs irritatie in haar stem. Kennelijk vind ze me paniekerig.
Dit wordt geen spannend verhaal. Die man gaat dood, maar waarschijnlijk niet nu.
Er komt een zuster die op een paar knopjes drukt. Het piepen stopt. De duffe man opent even zijn ogen en sluit ze weer.
Ik pak mijn blaadje en probeer te lezen.
Meneer Apegapen wordt opgehaald en pas na veertig minuten wachtkamer ben ik aan de beurt. Dokter Goedhart is met mij snel klaar. Over vier weken terug komen. Daar verheug ik me nu al op.

3 opmerkingen:

  1. Het is heel erg er staat een huis in brand!!!!!! Zei snuffie die bruine hond van Nijntje.
    Hier moest ik meteen aan denken toen je schreef over meneer Apegapen, ook heel erg.. en toch heb ik kostelijk gelachen met het hele verhaal, eigenlijk erg....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat van Nijntje zegt nog niks, wacht maar tot je ook in deze boekjes scene zit....

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Piepende ziekenhuisapparaten, die aan een mens vastzitten...ik werd daar ook altijd heel zenuwachtig van, daarom werk ik dus ook niet in een ziekenhuis. Vreemd hè,dat je,als je de mensheid probeert te redden, voor sommigen meteen irritant bent. Ik heb dat nooit begrepen. Volgens mij noem je dat toch gewoon zorgzaamheid of bezorgdheid. Irritant hè.

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.