dinsdag 12 augustus 2008

de avonturen van doe doe

Limeuil. Dordogne, Frankrijk. De favoriete knuffel van mijn zoon luistert sinds onze vakantie naar de naam Doe Doe. De mevrouw van de camping legde ons uit dat ze dit soort beertjes in Frankrijk zo noemen. Wij checkten in voor twee volwassenen, een dreumes en zijn doedoe.
Papa en mama vonden dat wel zoet klinken en noemen de beer vanaf dat moment Doe Doe. We gaan er vanuit dat Art straks niet beter weet. 
Maar in de Intermarché waren we Doe Doe opeens kwijt. Art zat in de winkelwagen, was een tikkel moe en hield zijn knuffel stevig vast. Tenminste daar gingen wij vanuit. Tot hij bij de vleeswaren luid begon te protesteren. Mama had het gelijk in de gaten.
Godverdomme, waar was Doe Doe?
Papa en Art liepen direct terug, langs de route die we zojuist hadden gelopen. Zorgvuldig speurden we de vloer van de supermarkt af, op zoek naar de kleine hulpeloze beer. 
Niet bij de frisdranken. 
Niet bij de babyartikelen. 
Niet bij de messen en pannen. 
Ik wist zeker dat hij zijn teddybeer mee naar binnen genomen had, maar voor de zekerheid toch nog even controleren bij de auto. En in de auto. 
Niets.
Een verloren speentje kan je overal nieuw kopen. De favoriete knuffelbeer natuurlijk niet. We hebben wel een reservebeertje, maar die is thuis. Op de kinderkamer. Op het schap tussen de apen, honden, schapen en andersoortige beren. Meer dan duizend kilometer noordwaarts.
Hij kon toch niet de winkel uit zijn? 
Alleen als een ander kindje hem had ontvoerd. De kans was groter dat hij werd afgegeven bij de kassa. Maar hoe vraag je in het Frans of er een Doe Doe is gevonden?
Je cherche le doedoe de la mon beebee...
Of zoiets.
Maar daar stond mama al. Met Doe Doe. En een glimlach van oor tot oor. Hij stond in het vak van de zwembandjes. Waarschijnlijk door een vriendelijke meneer of mevrouw van de vloer gered. Of misschien daar door Art zelf achtergelaten.
Art blij en Doe Doe blij. Papa en mama opgelucht. Je raakt toch gehecht aan zo’n beertje.

Twee dagen later was hij weer weg. Ik had met Art een lange wandeling gemaakt. Terug bij de tent ontdekte ik dat mijn zoon zijn Doe Doe niet meer in de hand had. Dat kon toch niet waar zijn. Ik had er voor mijn gevoel nog zo op gelet.
Ik realiseerde me opeens dat ik hem aan het eind van de tocht in de campingwinkel nog had gezien. De campingeigenaar had Doe Doe zelfs bij zijn naam aangesproken. Hij kon dus niet ver zijn. 
Waarschijnlijk had Art meer aandacht gehad voor het kontje van ons stokbrood, dan voor zijn knuffel.
Wij terug. Maar we vonden niets. Art wees vanalles aan; steentjes, auto’s, vogels en een lelijke oude mevrouw, maar geen beertje. 
Pas toen we moedeloos en verdrietig terug sjokten richting tent zag ik hem opeens zitten. Doe Doe wachtte op een paaltje op ons. Hij lachte vrolijk alsof hij wist dat we terug zouden komen.

Daarna hebben we besloten dat Doe Doe heel moe is. De ziekte van Pfeiffer ofzo. Hij moest in ieder geval heel veel slapen en is de rest van de vakantie in de tent gebleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.