Zürich, Zwitserland. Van 29 juli tot 9 augustus 1998 verbleef Boudewijn Büch in Zürich. Hij maakte in Zwitserland opnamen voor zijn VARA programma De Wereld van Boudewijn Büch. Ik was mee als cameraman. We waren op reis met zijn vieren. Samen met geluidsman Peter en producer Saskia werkten we aan een serie over Goethe.
Het is vandaag de drieënvijftigste dag dat ik mag werken met Boudewijn Büch. De derde reis is zijn laatste week ingegaan. Inmiddels hebben we bijna twee maanden van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat met elkaar opgetrokken. Toch begrijp ik hem nog steeds niet. Dat is fascinerend, maar tegelijkertijd vreselijk frustrerend. Ik mag Boudewijn graag, maar soms haat ik hem ook. Vandaag is hij zielig.
(Zürich, maandag 3 augustus 1998)
Stom toevallig was ik exact tien jaar later terug in Zürich. Nu met vrouw en kind. Aan het eind van de vakantie kwamen we uit bij mijn zwager, die sinds kort in de Zwitserse stad woont.
Om mijn geheugen op te frissen heb ik het dagboek dat ik tien jaar geleden schreef er even op nageslagen. Het verhaal van toen ging weer helemaal leven.
Opeens is Boudewijn erg somber. Het lijkt erop dat hij in een hevige depressie terecht is gekomen. Daar zijn we mooi klaar mee. Het bleek vanmorgen bij het ontbijt, maar gisteren heeft hij al een paar toespelingen over zijn somberheid naar Saskia gemaakt. Hij zei dat hij met een zwarte plaat voor zijn hoofd wakker was geworden en wilde dat die dag zo snel mogelijk voorbij zou zijn.
Dat was gisteren, maar de donkere wolken in zijn hoofd zijn niet opgetrokken. Het is erger geworden, want hij kan het niet langer voor ons verbergen. Gisteren hadden we nog dikke pret, vandaag is alles anders.
Na het ontbijt besloot hij dat wij deze dag maar met zonder hem op pad moesten gaan. Hij wilde zich afsomberen. Zielig zijn en piekeren. Uiteindelijk besloot hij, na enig aandringen van onze kant, om toch maar volgens schema te gaan draaien. Het leek alsof hij die beslissing voor onze gemoedsrust had genomen.
Op weg naar de waterval bij Schaffhausen, de Rheinfall, zat hij achter in de bus met een pruillip naar buiten te staren. Blik op oneindig. De hele weg heeft hij geen woord gezegd. Oogcontact met hem krijgen was onmogelijk. Ik werd er behoorlijk nerveus en ongemakkelijk van.
(Zürich, maandag 3 augustus 1998)
Anno 2008 liep ik fluitend door de stad. Het ergste wat me kon overkomen was dat ik onenigheid kreeg met mijn vrouw, over wie de Bugaboo mocht voortduwen. Tien jaar geleden was mijn leven in Zürich iets gecompliceerder.
Ik ben vanavond de roman 'Geestgrond' gaan lezen. Ik wil Boudewijn begrijpen en zijn boeken helpen me op weg. Natuurlijk moet ik bij het lezen oppassen voor Wahrheid und Dichtung.
Tot nu toe klopt alles wat ik van Boudewijn gelezen heb redelijk. Wat hij schrijft lijkt autobiografisch. Ergens deze week heeft Boudewijn tegen me gezegd dat hij op zijn vader lijkt en dat hij daar best bang voor is. Hij weet het allemaal dondersgoed. Volgens mij lijdt hij aan een erge vorm van depressiviteit. Manisch depressief?
Ik roep het wel, maar weet niet precies wat dat is.
Misschien kan hij er slecht tegen dat het zo goed gaat. Even dreigde hij gelukkig met ons te zijn en dat maakt hij nu voor zichzelf kapot. Ging het te goed? Het blijft gissen en gokken. In zijn bol kan ik niet kijken. Als hij maar niet verliefd is op Saskia, want dat ben ik al.
(Zürich, maandag 3 augustus 1998)
We wandelden langs hotel Glockenhof, midden in het centrum van de stad. Ik maakte er een foto van en wees mijn vrouw het raam van het kamertje waar ik in ’98 een week sliep. Een piepklein en naargeestig hok. Veel kleiner dan de suite van Boudewijn. Vandaar dat ik in mijn vrije uurtjes veel door de stad wandelde of met mijn collega op een terras zat.
We hoefden zeker niet hard te werken. Het was vermoeiend, omdat we op reis waren met de meest complexe persoonlijkheid die ik ooit gekend heb. En ik maakte het nog iets ingewikkelder door verliefd te worden op de producer.
Het is half een, middernacht geweest. Ik ben bovenop 'De Avonden' in slaap gevallen als Saskia voorzichtig op de deur klopt. Met een dik rood hoofd maak ik de deur open. In de spiegel zie ik dat er vouwen van het kussen in mijn gezicht zitten. Geen idee hoelang ik geslapen heb. Ik denk ongeveer drie kwartier.
Sas gaat op het bed zitten, ik op de stoel bij het bureau. Ze vertelt over haar gesprek met Boudewijn. Hij heeft het zwaar. Voor hem is het steeds moeilijker om op reis te zijn. Depressies worden erger. Hij kan zich er bijna niet meer doorheen slepen. Toch doet hij het, want het is zijn werk. Dat begrijp ik niet. Ik heb de indruk dat hij het niet voor het geld hoeft te doen.
Het gaat nu wel weer. Als het licht is zien we verder. Na het slapen gaan we de bergen in. Daar kan hij erge hoofdpijn van krijgen. En het schijnt dat Bou er een beetje tegenop ziet.
(Zürich, vrijdag 7 augustus 1998)
Terug in het appartement van mijn zwager las ik delen uit mijn oude dagboek voor. Misschien wel meer voor mezelf dan voor mijn vrouw.
Hotel GlockenhofGotthardpass, ons laatste doel van deze reis. Vandaag was Boudewijn weer in zijn sas. Dat maakt het allemaal een stuk gemakkelijker. Via het plaatsje Schweitz zijn we naar de Gotthardpass gereden. Een lange rit, maar het liet ons een klassiek Zwitsers landschap zien.
Prachtig. Hoge bergen in een stralende zon. Onderweg heb ik mijn Bert en Ernie imitatie moeten doen voor Boudewijn. Hij heeft zich kapot gelachen. "Poeh Bert, wat zitten wij hoog, zeg!"
Op de top van de berg, voor een kapel heeft Boudewijn Edelweiss geplukt voor Saskia en ik maakte voor de grap duidelijk dat ik van dit soort romantiek tijdens het werk niet gediend ben.
(Zürich, zaterdag 8 augustus 1998)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.