Autoroute du Soleil, Frankrijk. Tim en ik evalueren de klus. Het is allemaal erg goed gegaan, maar natuurlijk zijn er altijd verbeterpuntjes. Zo mag ik geen windjes meer laten als we een kamer moeten delen en Tim belooft plechtig om eerst na te denken voor hij grappen maakt over kale mannen.
Ondertussen razen we over de A7 richting Lyon. Het is half tien. We zijn een klein uur onderweg en moeten nog meer dan duizend kilometer rijden. Als niets tegen zit zijn we rond half acht vanavond in Hilversum. Misschien kunnen we zelfs iets van deze ‘estimated arrival time’ afsnoepen als we doorrijden. Wat dat betreft is Tim goed bezig.
Plotseling zie ik achter een viaduct twee motoragenten staan. Ik waarschuw mijn Belgische collega, die vervolgens stevig op de rem trapt. De wijzer van onze snelheidsmeter schiet naar beneden. Toch zien we de heren in het voorbij rijden hun helmen opzetten.
In de spiegels ziet Tim dat de flikken komen. Het is even de vraag of ze achter ons aan zitten, maar als het zwaailicht aan gaat op het moment dat ze de DutchView Peugeot passeren weten we genoeg. De voorste agent wijst met een duidelijke armbeweging naar de vluchtstrook. We moeten volgen. De andere agent blijft vlak achter ons.
Tim zwijgt.
Even later staan we stil. Een stoere Franse agent, poloshirt zonder motorjas en ook geen beschermende broek, zet zijn motor min of meer tegen onze auto aan, zodat wij onmogelijk kunnen vluchten. Niet dat we het zouden durven, maar als we zouden willen konden we wel door de grond zakken.
Gelukkig spreekt Tim vloeiend Frans. Hij begrijpt de agenten en zij begrijpen hem. Al snel is er een gemoedelijke sfeer. Waarschijnlijk ben ik de enige die niet begrepen heeft hoe serieus de zwaantjes onze overtreding nemen. Als we één kilometer harder gereden hadden, dan was de boete twee maal zo hoog geweest. Wat dat betreft mag mijn collega mij wel bedanken. Als ik niet gewaarschuwd had, zat hij nu in een Frans cachot, want dan hadden we lang niet genoeg geld gehad.
Aan Tim te zien zijn we de auto niet kwijt en ik vermoed dat hij zijn rijbewijs mag houden. Dat zou mooi zijn, want ik vind het wel prettig dat hij graag lange stukken wil rijden.
Zevenenveertig euro en vijftig cent en of we direct willen betalen. Dus moeten Tim en ik ons laatste vakantiegeld bij elkaar schrapen. Samen komen we er net. Maar dan blijkt dat de agent niet kan of wil wisselen. Hij neemt genoegen met vijfenveertig. Van die twee vijftig mogen we een ijsje gaan kopen, zegt hij.
Er wordt gelachen. Eigenlijk zijn deze macho’s best vriendelijk. Ze willen ons ook nog wel even uitleggen wat de regels in Frankrijk zijn en ze zijn al helemaal geïnteresseerd als ze horen dat wij bij de Dauphiné waren.
Tot slot krijgen we ook nog de tip om dadelijk hard op te trekken. Niet direct invoegen, maar eerst plankgas geven op de vluchtstrook. En we moeten er rekening mee houden dat verderop nog een paar collega’s staan. Dat is aardig.
Ach, die mannen doen ook maar hun werk. En wij komen gewoon iets later thuis vanavond.
Ondertussen razen we over de A7 richting Lyon. Het is half tien. We zijn een klein uur onderweg en moeten nog meer dan duizend kilometer rijden. Als niets tegen zit zijn we rond half acht vanavond in Hilversum. Misschien kunnen we zelfs iets van deze ‘estimated arrival time’ afsnoepen als we doorrijden. Wat dat betreft is Tim goed bezig.
Plotseling zie ik achter een viaduct twee motoragenten staan. Ik waarschuw mijn Belgische collega, die vervolgens stevig op de rem trapt. De wijzer van onze snelheidsmeter schiet naar beneden. Toch zien we de heren in het voorbij rijden hun helmen opzetten.
In de spiegels ziet Tim dat de flikken komen. Het is even de vraag of ze achter ons aan zitten, maar als het zwaailicht aan gaat op het moment dat ze de DutchView Peugeot passeren weten we genoeg. De voorste agent wijst met een duidelijke armbeweging naar de vluchtstrook. We moeten volgen. De andere agent blijft vlak achter ons.
Tim zwijgt.
Even later staan we stil. Een stoere Franse agent, poloshirt zonder motorjas en ook geen beschermende broek, zet zijn motor min of meer tegen onze auto aan, zodat wij onmogelijk kunnen vluchten. Niet dat we het zouden durven, maar als we zouden willen konden we wel door de grond zakken.
Gelukkig spreekt Tim vloeiend Frans. Hij begrijpt de agenten en zij begrijpen hem. Al snel is er een gemoedelijke sfeer. Waarschijnlijk ben ik de enige die niet begrepen heeft hoe serieus de zwaantjes onze overtreding nemen. Als we één kilometer harder gereden hadden, dan was de boete twee maal zo hoog geweest. Wat dat betreft mag mijn collega mij wel bedanken. Als ik niet gewaarschuwd had, zat hij nu in een Frans cachot, want dan hadden we lang niet genoeg geld gehad.
Aan Tim te zien zijn we de auto niet kwijt en ik vermoed dat hij zijn rijbewijs mag houden. Dat zou mooi zijn, want ik vind het wel prettig dat hij graag lange stukken wil rijden.
Zevenenveertig euro en vijftig cent en of we direct willen betalen. Dus moeten Tim en ik ons laatste vakantiegeld bij elkaar schrapen. Samen komen we er net. Maar dan blijkt dat de agent niet kan of wil wisselen. Hij neemt genoegen met vijfenveertig. Van die twee vijftig mogen we een ijsje gaan kopen, zegt hij.
Er wordt gelachen. Eigenlijk zijn deze macho’s best vriendelijk. Ze willen ons ook nog wel even uitleggen wat de regels in Frankrijk zijn en ze zijn al helemaal geïnteresseerd als ze horen dat wij bij de Dauphiné waren.
Tot slot krijgen we ook nog de tip om dadelijk hard op te trekken. Niet direct invoegen, maar eerst plankgas geven op de vluchtstrook. En we moeten er rekening mee houden dat verderop nog een paar collega’s staan. Dat is aardig.
Ach, die mannen doen ook maar hun werk. En wij komen gewoon iets later thuis vanavond.
Heb je geluk. Dit overkwam alexanderstevens paar jaar geleden op de franse snelweg: (alleen nog via google cache, site ligt op z'n gat)
BeantwoordenVerwijderenhttp://74.125.77.132/search?q=cache:2BWrqblvxsoJ:www.alexanderstevens.nl/portal/news.asp%3Fid%3D782+frankrijk+site:alexanderstevens.nl&cd=3&hl=nl&ct=clnk&gl=nl
Nu wel werkend linkje:
BeantwoordenVerwijderenhttp://bit.ly/15GRBI