Allard Kalff in RS01

Het circuit Dijon-Prenois bestaat 40 jaar en als we het over deze plek hebben, dan denken Formule 1 kenners gelijk aan het legendarische gevecht tussen René Arnoux en Gilles Villeneuve, tijdens de Grandprix van Frankrijk, op 1 juli 1979. Die race werd gewonnen door Jean-Pierre Jabouille en dat was een belangrijke eerste overwinning voor het team van Renault in Formule1. Toch herinneren de meeste wat oudere autosportliefhebbers zich vooral de strijd om de tweede en derde plaats. Arnoux, ook in een Renault, en Villeneuve in een Ferrari reden twee of drie ronden lang wiel aan wiel. BBC commentator Murray Walker begeleidde de spectaculaire tv-beelden met machtige inhaalacties en rokende banden met de woorden: 'There has never been a more exciting battle for a major position than this one.' 

Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de racebaan was René Arnoux opgetrommeld en de Renault RS01 waarmee hij in '79 reed uit het museum gehaald. Om het feest compleet te maken hadden ze ook onze Allard Kalff uitgenodigd. Hij mocht voor RTL GP een paar rondjes rijden in deze historische Formule 1 wagen. En om alles in beeld te brengen mocht ik een paar dagen mee.

Een heerlijk klusje natuurlijk, maar ook spannend. Veel kansen om er een mooi filmpje van te maken kregen we niet. Volgens de oorspronkelijke planning mocht Allard een kwartier rijden. In die tijd moest ik shots maken van in- en uitstappen, wegrijden, maar het liefst ook beelden van de rijdende RS01 langs de baan. Een missie om redelijk nerveus van te worden.

Gelukkig begrepen de mensen van Renault ons probleem. Het schema werd aangepast. In de loop van de ochtend bleek dat Allard twee keer mocht rijden. Zo konden we tijdens de eerste run de opnamen in de pits maken en de tweede run gebruiken voor de noodzakelijke rijshots.

Om visueel meters te maken hadden we ook nog de beschikking over een paar onboard camera's. Vier GoPro's en een doos met grip. De eerste camera bevestigde ik met een klem op de rollbar. Eentje op de achtervleugel. Eentje gericht op het gezicht van Allard en de mooiste positie -vond ik zelf- laag op de voorvleugel, gericht op de baan. Deze plakte ik vast met de door GoPro mee geleverde voetjes en dubbelzijdige 3M tape.

Allard reed zonder problemen weg in de unieke oude racewagen. Ruim een minuut later scheurde hij vol gas voorbij over het rechte stuk. Wat zou er gebeuren als onze presentator per ongeluk van de baan schoot of even een vangrails raakte? Dat wil je natuurlijk niet; schade rijden met een museumstuk. Maar Allard reed berekenend. Zo hard dat het in beeld snel leek en langzaam genoeg om de controle te houden.

Spannender was de vraag of de minicamera's allemaal draaiden en vooral of ze bleven kleven. Het is toch lastig inschatten hoe groot de krachten zijn die op zo'n cameraatje werken. Stel je voor dat er een los schiet. Ik was dan ook opgelucht toen Allard na een aantal rondjes binnen kwam en de wagen keurig voor de pitbox parkeerde met alle camera's er nog op en aan.

De GoPro die ik had vastgeplakt zat zelfs zo vast dat ik hem niet meer los kreeg. Heel voorzichtig stak ik mijn zakmes tussen het voetje en de tape. Een beetje wrikken en heel langzaam kwam ik stukje bij beetje verder. Opeens schoot het los. Tot mijn grote schrik zag ik gelijk dat een stukje gele verf van de voorvleugel af was. De onderkant van het cameravoetje was geel.

Had Allard die wagen helemaal heel gehouden, was ik het die voor schade zorgde. Ik kon wel door het asfalt van de pitstraat zakken. Gelukkig werden de monteurs van Renault Classic er niet warm of koud van. Zij vonden het niet erg.

Maar als je die RS01 ooit ergens tegen komt, weet dan dat die kleine beschadiging niet is ontstaan tijdens het gevecht tussen Villeneuve en Arnoux, maar 33 jaar later. Ook op het circuit van Dijon.

De avonturen van Allard in de Renault RS01 en een interview met René Arnoux zijn aanstaande zondag te zien op RTL7, in de voorbeschouwing op de Grandprix van Monaco.