In Broadcast Magazine, hét mediavakblad van Nederland, staan ook deze maand twee bijdragen die ik geschreven heb. Een portret van Jan van Ooijen, in de serie Van de Vloer en mijn maandelijkse column Point of View. Voor het interview met Jan van Ooijen kan ik je aanraden om een abonnement te nemen. De column is ook hier te lezen:
"Bent u hier aan het filmen?", vroeg een
grote man die plotseling naast me stond.
Je kan zo’n zin, die strikt genomen keurig en correct
geformuleerd is, op allerlei manieren uitspreken. Deze meneer koos voor
stemverheffing en een ietwat norse intonatie. Ik schrok me eerlijk gezegd een
hoedje. Vervolgens keek ik even naar de grote camera die ik net op het zware
statief had geklikt en toen weer naar de man die inmiddels heel dicht bij me
stond. Als blikken konden doden was deze tekst nooit geschreven.
"Ehm, ja..." zei ik en weer keek ik kort
naar de enorme camera naast me. Er was geen ontkennen aan. Ik kon moeilijk
zeggen dat ik voor de lol met dat apparaat, midden op de streng beveiligde
verkeersleidingspost stond.
Voor ik iets kon vragen of een luchtige opmerking kon
plaatsen blafte de boze man: "Dan zorgt u er voor dat ik absoluut niet in
beeld kom!"
Weer kreeg ik geen kans om te reageren. Hij draaide
zich om en beende weg om, verderop kwaad in zijn bureaustoel te ploffen.
Iedereen in de ruimte had het meegekregen. Veel mensen keken verbaasd naar hem
en vervolgens met een verontschuldigende blik naar mij. Er werd hier en daar
wat gesmiespeld.
Wat ik maar zeggen wil is dat mensen totaal
verschillend kunnen reageren op de aanwezigheid van een camera. Een
vriendelijke collega van de man had het tafereel aanschouwd en knipoogde even
naar mij, alsof ze zeggen wilde: "Film mij maar lekker hoor."
Zelf sta ik ook liever achter de camera dan er voor.
Toch vinden de meeste mensen het gelukkig geen probleem als je een shot van ze
maakt. Het ligt er natuurlijk ook aan waar je bent en voor wie of wat je filmt.
Deels is het plaats- of regio gebonden. In Amsterdam
en Rotterdam zijn de mensen doorgaans minder onder de indruk van de
aanwezigheid van een cameraploeg dan in Geleen of Bolsward. Op de Wallen ben je
nooit welkom met een camera, maar op Pinkpop kan je weer eenvoudig een spontane
wave van juichende mensen veroorzaken als je met een lens heen en weer zwaait.
Daar lijkt het alsof iedereen altijd in beeld wil.
Normaal gesproken respecteer ik het als iemand liever
niet in gefilmd wil worden. Ik ben ook te lief (of te bang) voor programma’s
waarbij ze met draaiende camera’s achter mensen aan hollen die niet op
televisie willen. Als iemand aangeeft dat hij of zij niet wil heb ik
automatisch de neiging om op ‘stop’ te drukken of om de lens weg te draaien. Ik
vind ook dat je het in de meeste gevallen even moet aankondigen als je ergens
komt filmen. Meestal kan je vriendelijk vragen of mensen er bezwaar tegen
hebben dat ze in beeld komen. Dat vergeten wij in de haast wel eens. Zo ook ik,
in de controlekamer van het verkeersleidingscentrum. Stom van me. Ik had wel
toestemming van de chef, maar ik had die tien medewerkers best even kunnen
uitleggen wat ik kwam doen.
Wat dat betreft gaan wij van de televisie er te vaak
vanuit dat mensen op straat, in een winkel, op Schiphol of die aan het werk
zijn in een fabriek, op kantoor of in een verkeersleidingscentrum, direct
begrijpen wat een filmploeg komt doen en hoe zij zich dan moeten gedragen. Dat
ze stil moeten zijn als de camera loopt, gewoon door moeten gaan met hun werk,
niet in de lens mogen kijken, de vraag in hun antwoord moeten herhalen en geen
gekke bekken mogen trekken. Wij realiseren ons niet vaak genoeg dat het
behoorlijk intimiderend kan zijn als er opeens een camera voor je neus staat.
Als we zelf op de foto gaan of even moeten figureren voor een shot vinden we
dat immers ook ongemakkelijk. Toch?!
2005 is in mijn beleving het jaar dat de medemens problemen met ons kreeg. De 30 jaar daarvoor nooit iets meegemaakt dat me deed vrezen voor de levensduur van mijn camera of mezelf.
BeantwoordenVerwijderenGerard.