De
soapstudio bij producent EndemolShine in Amsterdam is voor de meeste onder ons
onbekend terrein. Slechts een zeer select gezelschap wordt daar toegelaten. Als
cameraman wist ik dan ook niet zo goed wat ik er van kon verwachten, toen mij
gevraagd werd of ik eens wilde meelopen. Nou, dat heb ik geweten. Ondanks 24
jaar ervaring als cameraman en het feit dat ik inmiddels bij alle soorten
programma’s heb mogen draaien, stond ik in de soapstudio al snel met het gevoel
dat ik helemaal terug bij af was. Het is geen rijdende boemel en zelfs geen
Intercity of TGV waar je op moet springen, maar eerder zo’n razendsnelle
Japanse magneettrein.
In een grote studio, waar de verschillende decors dicht naast elkaar staan, wordt iedere opnamedag volgens een strak schema gewerkt. De dag begint daar om kwart voor acht ’s ochtends. Niet veel later wordt de eerste scène al gerepeteerd en opgenomen. De opnameleider moet streng zijn, want uitlopen is geen optie. Alles is tot in de puntjes voorbereid. Iedereen weet precies wat hem of haar te doen staat. Aan het eind van de ene scène staan de acteurs voor de volgende alweer klaar.
De cameramensen hebben per scène een plattegrond en een shotlist. Daaruit maken ze op wat ze te doen staat. Een gemiddelde scène bestaat uit ongeveer dertig shots, die gemaakt worden door twee of drie camera’s. Een cameraman krijgt slechts een halve zin de tijd om een ander beeld voor te zetten. Closer of juist ruimer. Het mediumshot van een andere acteur of er gebeurt iets in de achtergrond. Zoomen, scherpstellen, een stukje rijden, zakken of juist omhoog met de dolly en telkens exact op de afgesproken plek uitkomen, want anders klopt de decoupage niet meer. Een kans om nog even te corrigeren is er niet. De vingervlugge schakeltechnicus wacht op niemand. Elke beeldwissel ligt vast op een woord of op een reactie. Alles moet in één keer raak zijn.
Bij de eerste scènes die ik mocht meedoen kwam ik handen en voeten tekort. Na één of twee keer repeteren wordt er al opgenomen. Dan moet je als cameraman precies weten wat je shots zijn, gekeken hebben naar de voor- én de achtergrond, overlegd hebben met de mensen van licht en geluid en eventueel een bondje gesloten hebben met een acteur. Als het goed is gaat de soapmachine na één of twee opnames door met de volgende scène. Het is dus niet de bedoeling dat het aan jou ligt als er onverhoopt toch iets over moet.
Ik wil nooit meer horen dat iemand lacherig doet over soap. De lat ligt daar zó hoog dat zelfs beroemde speelfilmmakers er nog wat van kunnen leren. Zelf heb ik meegewerkt aan producties waar wereldwijd 150 miljoen mensen naar keken, maar in de soapstudio werd ik pas echt nerveus. Hier is door een aantal buitengewoon goede cameramensen een norm neergezet die zeker niet voor iedereen haalbaar is. Creativiteit, behendigheid met dolly’s, werken met een minimale scherptediepte, snelheid, inzicht en sociale vaardigheden komen bij elkaar. Het was zoveel tegelijk dat ik ging nadenken over allerlei wetmatigheden die onder normale omstandigheden al een kwart eeuw vanzelfsprekend voor me zijn. Ik maak dan ook een diepe buiging voor de cameramensen van NEP die soap draaien. Wie dat goed kan, die kan principe alles.
Om zes uur ’s avonds rolde ik met vierkante ogen en lamme poten de studio uit. De langlopende dramaserie was weer een dag verder en ik was kapot. Thuis op de bank heb ik de beginleader van Goede Tijden Slechte Tijden niet meer gehaald.
In een grote studio, waar de verschillende decors dicht naast elkaar staan, wordt iedere opnamedag volgens een strak schema gewerkt. De dag begint daar om kwart voor acht ’s ochtends. Niet veel later wordt de eerste scène al gerepeteerd en opgenomen. De opnameleider moet streng zijn, want uitlopen is geen optie. Alles is tot in de puntjes voorbereid. Iedereen weet precies wat hem of haar te doen staat. Aan het eind van de ene scène staan de acteurs voor de volgende alweer klaar.
De cameramensen hebben per scène een plattegrond en een shotlist. Daaruit maken ze op wat ze te doen staat. Een gemiddelde scène bestaat uit ongeveer dertig shots, die gemaakt worden door twee of drie camera’s. Een cameraman krijgt slechts een halve zin de tijd om een ander beeld voor te zetten. Closer of juist ruimer. Het mediumshot van een andere acteur of er gebeurt iets in de achtergrond. Zoomen, scherpstellen, een stukje rijden, zakken of juist omhoog met de dolly en telkens exact op de afgesproken plek uitkomen, want anders klopt de decoupage niet meer. Een kans om nog even te corrigeren is er niet. De vingervlugge schakeltechnicus wacht op niemand. Elke beeldwissel ligt vast op een woord of op een reactie. Alles moet in één keer raak zijn.
Bij de eerste scènes die ik mocht meedoen kwam ik handen en voeten tekort. Na één of twee keer repeteren wordt er al opgenomen. Dan moet je als cameraman precies weten wat je shots zijn, gekeken hebben naar de voor- én de achtergrond, overlegd hebben met de mensen van licht en geluid en eventueel een bondje gesloten hebben met een acteur. Als het goed is gaat de soapmachine na één of twee opnames door met de volgende scène. Het is dus niet de bedoeling dat het aan jou ligt als er onverhoopt toch iets over moet.
Ik wil nooit meer horen dat iemand lacherig doet over soap. De lat ligt daar zó hoog dat zelfs beroemde speelfilmmakers er nog wat van kunnen leren. Zelf heb ik meegewerkt aan producties waar wereldwijd 150 miljoen mensen naar keken, maar in de soapstudio werd ik pas echt nerveus. Hier is door een aantal buitengewoon goede cameramensen een norm neergezet die zeker niet voor iedereen haalbaar is. Creativiteit, behendigheid met dolly’s, werken met een minimale scherptediepte, snelheid, inzicht en sociale vaardigheden komen bij elkaar. Het was zoveel tegelijk dat ik ging nadenken over allerlei wetmatigheden die onder normale omstandigheden al een kwart eeuw vanzelfsprekend voor me zijn. Ik maak dan ook een diepe buiging voor de cameramensen van NEP die soap draaien. Wie dat goed kan, die kan principe alles.
Om zes uur ’s avonds rolde ik met vierkante ogen en lamme poten de studio uit. De langlopende dramaserie was weer een dag verder en ik was kapot. Thuis op de bank heb ik de beginleader van Goede Tijden Slechte Tijden niet meer gehaald.
Deze column schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét
mediavakblad van Nederland. Elke maand mag ik een stuk schrijven voor dit
prachtige tijdschrift in de reeks ‘Point of view’. Dit betoog staat in BM 372,
de uitgave van februari 2018. Een abonnement op BM kan ik iedereen van harte
aanbevelen.
Hai Jan Rein, wat een leuk stuk over het camerawerk in de soapwereld. En dank voor je complimenten! Ondanks de lange en intensieve dagen nog steeds leuk om te doen.
BeantwoordenVerwijderen