Met een gehuurd busje van de AVIS reden we door Spanje. Geraldine zat achter het stuur. Ze moest wel rijden, want Cees wilde niet meer. Dan had ze zich, op de weg van Alicante naar Benidorm, maar niet moeten bemoeien met de rijstijl van onze geluidsman. Normaal gesproken reed hij, simpelweg omdat hij vond dat alle anderen niet konden rijden, maar als je een opmerking maakte over de snelheid of de manier waarop hij een bocht nam, riep hij: “Doe ‘ns rustig!” En wie het waagde om dan nog iets te zeggen kreeg de vraag: “Wil je zelf een stuurtje?” Dus toen de producer voor de derde keer voorzichtig kritiek uitte over zijn snelheid was de maat vol. Ze kreeg de sleutels en moest het de rest van de reis maar uitzoeken met die ‘kutbus’.
Het mooie aan Cees was dat je nog geen twee minuten later al aan zijn snuit kon zien dat hij spijt had van zijn veel te impulsieve daad. Dan zat hij achter in die bus en zag je hem malen. Toegeven, dat kon natuurlijk ook niet, maar het liefst had hij toch nog lekker zelf gereden. Boos blijven mokken was ook geen optie.
Opeens, midden op een kruising, riep hij: “STOP!”
Geraldine trapte hard op de rem.
“Wat doe je nou? Zie je die lantaarnpaal dan niet?”
Ik zat op de bijrijderstoel en was verdiept in de landkaart. Het was 2004. De TomTom en de smartphone stonden nog in de kinderschoenen. We navigeerden langs de Costa Blanca met kaart en kompas.
“Je neemt die bocht veel te krap!” Zei Cees.
Ik keek op en zag het probleem niet. Geraldine snapte er ook niks van. Op de achterbank zaten Rob Kamphues en regisseur Ap in een goed gesprek. De moeder van de presentator was er ook bij. Het idee was dat we een programma zouden maken over Nederlandse bejaarden in Spanje en de rode draad was dat we Greet daar ergens probeerden achter te laten.
“Die aanhanger!” zei Cees, “Je vergeet even dat je met een aanhanger rijdt.”
Geraldine reageerde totaal niet verbaasd. Vanaf dat moment nam ze alle bochten extreem langzaam en overdreven ruim. Voortdurend voerde ze overleg met Cees of de aanhanger er wel doorheen kon. Bij het inparkeren sprong Cees snel uit de bus en gaf hij met handgebraren aanwijzingen. Hij verdomde het om nog te rijden, maar was verder uiterst behulpzaam. De twinkel in zijn ogen sprak boekdelen. Gedurende de rest van de reis heeft hij die fictieve aanhanger in de gaten gehouden en zo bleek maar weer dat ook een hele flauwe grap leuk wordt als je het maar lang genoeg en stug vol houdt. Het duurde een hele tijd voor Greet zich hardop af vroeg over welke aanhanger wij het toch de hele tijd hadden. Op zo’n moment kon Cees gieren van het lachen en biggelden de tranen over zijn wangen.
Op pad met Cees Blankestijn was altijd een feest. Wat hebben we veel gelachen. Tot hij plotseling ziek werd en binnen een paar maanden overleed aan de gruwelijkste vorm van kanker die je kan bedenken. Hij werd slechts 34 jaar. Net twee dagen getrouwd en vader van een dochter van drie en een meisje van zes weken oud. Dat is heel erg niet eerlijk en ik word nog altijd verdrietig als ik aan ze denk. Zij zullen hun vader vreselijk missen, maar ook in Omroepland wordt Cees tot op de dag van vandaag gemist. Zijn vrolijkheid en directheid. Zijn vakmanschap en de vriendschap.
Vandaag, precies 10 jaar geleden, is hij overleden. Ik denk dat ik de hele dag alle bochten ruim ga nemen.
Mooi verhaal ,mooieherinnering !
BeantwoordenVerwijderenlevensmotto :NEEM DE BOCHTEN RUIM !!! MOOI STUKJE.
BeantwoordenVerwijderen