Professionele camera’s zijn schitterende apparaten. Bij het zien van een mooie Arri, Sony of GrassValley gaat mijn hart sneller kloppen en jeuken mijn handen. Ik heb altijd de neiging om een camera op te pakken of aan te raken en te vertroetelen als een baby. Zulke machtige apparaten zijn letterlijk en figuurlijk een lust voor het oog. Het is dan ook volstrekt logisch dat we er super zuinig op zijn. Een camera behandel je met liefde en respect.
Helaas zijn er collega’s die zich niet lijken te beseffen wat zo’n speeltje kost. Ik kom toch regelmatig verwaarloosde camera’s tegen. Vette vingerafdrukken op de lens, opgedroogde zweetdruppels in de zoeker, smerige zwarte randen langs knopjes en soms zelfs met stof, zand of as op de gekste plekken. Daar kan ik slecht tegen. Ik ben ook allergisch voor nutteloze stickers en stukjes gaffertape. Als je die eraf haalt blijven er altijd nare plakresten achter. In het ergste geval trek je de lak los en soms gaan zelfs klepjes naar de knoppen. Gebruikssporen zoals een buts of een krasje, dat kan gebeuren, maar soms zie je redelijk nieuwe apparaten voorbij komen die nog het meest lijken op verwaarloosd straatmeubilair uit een Bulgaarse achterstandswijk. Alleen de gemiddelde regenhoes maakt het nòg erger. Het zijn vreselijk onhandige krengen, die nooit lekker passen, vaak gescheurd zijn of zo onpraktisch dat er nauwelijks nog met de camera gewerkt kan worden. Veel regenhoezen zijn lelijk, vies en ouder dan de camera die ze beschermen. Wie een camera koopt, schaft blijkbaar niet automatisch een bijpassende regenjas aan.
Zulke hoezen laten zich nog het beste vergelijken met een ingewikkelde bungalowtent zonder stokken. Overal zitten flapjes, ritsjes, elastieken en klittenbandjes die overal aan vastklitten, behalve op de plekken waar het moet. Hoezen die horen bij grote camera’s zijn daarom ook een intelligentietest voor de beginnende cameraman. Daar is geen touw aan vast te knopen en als het onverwacht gaat druppelen, heb je al kortsluiting voor je weet wat de voor- of de achterkant moet zijn. Het is telkens weer een hele worsteling om alle klittenbanden die niet op elkaar horen los te krijgen. Soms zie je niet wat binnenstebuiten is en als je dan, met veel stress en ergernis, die hoes over de lens geprutst hebt, blijkt dat je aan de andere kant had moeten beginnen. Sommige regenhoezen zijn bovendien zo lek als een speelgoedwigwam.
Voor elk type camera moet eigenlijk een hoes op maat worden gemaakt en zodra je een camera uitbreidt met accessoires vraagt dat ook om een andere type regenhoes. Denk aan kleine antennes die anders geplet worden of in het ergste geval zelfs afbreken. Je moet als cameraman bij alle bedieningsknoppen kunnen, het apparaat in verschillende standjes vast kunnen houden en eventueel snel een lens verwisselen of de accu vervangen. Tegelijkertijd mag er nergens water in lopen, ook niet tijdens de ergste hoosbui. Dat is best ingewikkeld en dus prijzig. Klanten betalen niks extra voor werken onder barre omstandigheden, maar we werken wel met die prachtige apparaten in weer en wind. Waterschade is ook duur, dus is het toch te gek voor woorden dat we nu zo vaak nog staan te klooien met Komo vuilniszakken en rollen gaffertape om onze kindjes te beschermen.
Deze column is geschreven voor BM, hét mediavakblad van Nederland. Het staat in het nummer 383, dat deze maand is verschenen. Een abonnement op dit fijne tijdschrift kan ik iedereen aanraden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.