woensdag 24 maart 2021

held op sokken

Nog even een klein vuilniszakje met restafval in de container gooien, dat leek mij gisterenavond niet zo’n probleem. Het was weliswaar half tien geweest en we hebben te maken met die vermaledijde avondklok, maar in ons stille Vinex straatje moest dat kunnen. Dacht ik. Op mijn sokken en zonder jas liep ik naar buiten. Het was net iets frisser dan gedacht, maar de ondergrondse containers staan op nog geen honderd meter van onze voordeur. Net even de hoek om. Daar bij het parkeerterrein van het Balijepark Restaurant, wat overigens echt een aanrader is, maar dat terzijde.

Met een klap sloot ik de draaideksel van de container en liep ik weer huiswaarts. Geen kip op straat. Maar ik was nog een vijf meter van die afvalbak verwijderd toen een auto achter mij de Augustusweg in draaide. Ik hoorde hem. Koplampen prikten in mijn rug. De auto reed rustig. Ik keek om en kon niet gelijk zien of het een politieauto was, maar het schoot wel door mijn hoofd.

De stapel avondklokverklaringen in het handschoenenkastje van mijn auto groeit met de week. Ik heb een alibi’s gekregen van L1, de NOS, The Crew, NEP, Philharmonie Zuidnederland en ik heb als ZZP’er mijn eigen verklaringen opgesteld, maar dat telt natuurlijk allemaal niet als je op sokken door de buurt sluipt.

En het wás een politieauto. Natuurlijk! Dat heb ik weer.

Heel even heb ik overwogen om een steegje in te schieten en me te verschuilen, maar hoe verdacht maak je jezelf dan? Voor je het weet lok je een hele klopjacht uit en hangt er een politiehelikopter boven je hoofd. Nee, ik ging dit dragen als een man. Mocht ik die boete van vijfennegentig euro krijgen, dan zou ik hem netjes betalen. Regels zijn regels. En eigen schuld, dikke bult.

Op de hoek van de straat, waar ik moest oversteken, reed de politieauto naast me. Als ik snel zou oversteken, dan was ik thuis. Fatsoenshalve deed ik dat niet. Ik liet hem rustig voor gaan. Voor mijn neus stopte de hij. Ook dat nog. Het raampje ging langzaam open en ik zag onze vaste wijkagent. Ik groet die man altijd vriendelijk, maar verder kennen we elkaar gelukkig niet. Nog niet…

“Waar gaan wij naartoe?” 

Hij vroeg het echt. Nu kon ik een grap maken over dat woordje ‘wij’, maar dat durfde ik toch niet. Held op sokken. Ik stamelde iets over een vuilniszakje en dat ik aan de overkant woon. “Naar huis,” zei ik. Een beetje met een vraagteken. Ik hoopte vurig dat hij me liet gaan.

En dat deed hij. Gelukkig. De politie is je beste vriend. Waarschijnlijk had hij ook geen zin in alle papieren rompslomp of zag ik er betrouwbaar genoeg uit. We wensten elkaar een fijne avond en toen reed hij door. Op weg naar andere mensen die hij eventjes de stuipen op het lijf kon jagen.

Binnen werd ik keihard uitgelachen door mijn bloedeigen zoon, die het tafereeltje had gadegeslagen en die stiekem had gehoopt dat oom agent mij eens goed te grazen had genomen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.