(nog even terug naar de vakantie)
Ornans. Aan de rand van de Loue zit mijn zoon op zijn hurken. De witte blote billetjes raken het koude water. Dat deert hem niets. Hij is al uren druk met steentjes en zand. Veertien maanden en meneer speelt al met de elementen.
Christel, mijn lieve lief, staat er naast. Haar wijsvinger wordt stevig vastgehouden door zijn linker handje. De rechter hand selecteert zorgvuldig kiezel. Die werpt hij vervolgens met een klein boogje in het ondiepe riviertje.
Ik lig verderop. Heb alle tijd om onbekommerd naar dit schouwspel te kijken. Al dan niet door de telelens van mijn fotocamera. Ondertussen waak ik over de tas met geld en zonnebrandcrème. Aan het lezen van een boek kom ik amper toe.
Mama heeft zo ontzettend veel geduld met haar kind, daar kan papa niet aan tippen. Nadat wij tien keer een steentje hebben uitgezocht, opgetild en in het water hebben gesmeten vind ik het mooi geweest. Tijd om iets anders te doen. Liefst iets constructiefs. Een dam bouwen ofzo. Maar daar is meneer nog net iets te klein voor.
Mijn vrouw laat haar zoon het tempo bepalen. Hij mag de wereld op zijn manier ontdekken. Zij geniet met volle teugen van elke beweging die hij maakt, ieder geluidje dat hij produceert en vooral van het feit dat het kereltje het hier zo ontzettend naar zijn zin heeft.
Hij plenst met vlakke hand op het water. De spatten doen hem kirren van plezier.
Het valt me de laatste dagen op hoeveel hij al kan. Zeker als je het vergelijkt met een jaar geleden. Toen mocht ik blij zijn als hij me vanuit de box aankeek en glimlachte. Nu ziet hij mij achter de camera vandaan komen en sprint lachend in mijn richting. Ik krijg een knuffel of een natte zoen waar ik verlegen van word. Zijn armpjes omklemmen stevig mijn nek. Hij drukt zijn hele lijf met kracht tegen me aan. Dit is echte liefde.
Art zegt overduidelijk ‘Mee, mee, mee!’ en wijst in de richting waar hij heen wil. ‘Uit!’ als hij zijn MaxiCosi of de kinderwagen zat is. Hij bromt als hij even achter het stuur van de auto mag spelen en zet sinds een dag of twee opeens Duploblokken in elkaar. Wanneer muziek hem bevalt kreunt hij met een hoog stemmetje mee. Wij noemen dat zingen.
Als hij moe is loopt hij naar zijn bedje. Alleen nog net niet los. Hij wandelt kilometers aan de hand, maar meer dan een paar zelfstandige pasjes zet hij nog niet. Toch weet ik zeker dat het elk moment kan gebeuren. Nu hoeft het niet. Het is veel te leuk om papa of mama mee te nemen.
Maar goed.
De zon schijnt. Ik ben volkomen onthaast en bijna ontroerd als ik naar moeder en kind kijk. Ze geven elkaar een overdosis liefde. En dan dat gepruts met steentjes bij het kabbelende water. De vorige week was het in de Dordogne, daarna bij een meertje niet ver van le Mayet de Montagne en nu aan de rand van Ornans.
Als we overmorgen in Zwitserland zijn zal niemand die twee kunnen tegenhouden om ook daar, bij de Zürichsee, op ontdekkingsreis te gaan. En ik ga dan weer vrolijk op mijn buik liggen observeren en foto’s maken van het mooiste en het liefste dat ik heb. Die twee, daar kan helemaal niets tegenop.
Christel, mijn lieve lief, staat er naast. Haar wijsvinger wordt stevig vastgehouden door zijn linker handje. De rechter hand selecteert zorgvuldig kiezel. Die werpt hij vervolgens met een klein boogje in het ondiepe riviertje.
Ik lig verderop. Heb alle tijd om onbekommerd naar dit schouwspel te kijken. Al dan niet door de telelens van mijn fotocamera. Ondertussen waak ik over de tas met geld en zonnebrandcrème. Aan het lezen van een boek kom ik amper toe.
Mama heeft zo ontzettend veel geduld met haar kind, daar kan papa niet aan tippen. Nadat wij tien keer een steentje hebben uitgezocht, opgetild en in het water hebben gesmeten vind ik het mooi geweest. Tijd om iets anders te doen. Liefst iets constructiefs. Een dam bouwen ofzo. Maar daar is meneer nog net iets te klein voor.
Mijn vrouw laat haar zoon het tempo bepalen. Hij mag de wereld op zijn manier ontdekken. Zij geniet met volle teugen van elke beweging die hij maakt, ieder geluidje dat hij produceert en vooral van het feit dat het kereltje het hier zo ontzettend naar zijn zin heeft.
Hij plenst met vlakke hand op het water. De spatten doen hem kirren van plezier.
Het valt me de laatste dagen op hoeveel hij al kan. Zeker als je het vergelijkt met een jaar geleden. Toen mocht ik blij zijn als hij me vanuit de box aankeek en glimlachte. Nu ziet hij mij achter de camera vandaan komen en sprint lachend in mijn richting. Ik krijg een knuffel of een natte zoen waar ik verlegen van word. Zijn armpjes omklemmen stevig mijn nek. Hij drukt zijn hele lijf met kracht tegen me aan. Dit is echte liefde.
Art zegt overduidelijk ‘Mee, mee, mee!’ en wijst in de richting waar hij heen wil. ‘Uit!’ als hij zijn MaxiCosi of de kinderwagen zat is. Hij bromt als hij even achter het stuur van de auto mag spelen en zet sinds een dag of twee opeens Duploblokken in elkaar. Wanneer muziek hem bevalt kreunt hij met een hoog stemmetje mee. Wij noemen dat zingen.
Als hij moe is loopt hij naar zijn bedje. Alleen nog net niet los. Hij wandelt kilometers aan de hand, maar meer dan een paar zelfstandige pasjes zet hij nog niet. Toch weet ik zeker dat het elk moment kan gebeuren. Nu hoeft het niet. Het is veel te leuk om papa of mama mee te nemen.
Maar goed.
De zon schijnt. Ik ben volkomen onthaast en bijna ontroerd als ik naar moeder en kind kijk. Ze geven elkaar een overdosis liefde. En dan dat gepruts met steentjes bij het kabbelende water. De vorige week was het in de Dordogne, daarna bij een meertje niet ver van le Mayet de Montagne en nu aan de rand van Ornans.
Als we overmorgen in Zwitserland zijn zal niemand die twee kunnen tegenhouden om ook daar, bij de Zürichsee, op ontdekkingsreis te gaan. En ik ga dan weer vrolijk op mijn buik liggen observeren en foto’s maken van het mooiste en het liefste dat ik heb. Die twee, daar kan helemaal niets tegenop.
Mooie foto ook ( en leuk verhaal)!!
BeantwoordenVerwijderen