Van mijn vriend Frank (die vandaag jarig is) kreeg ik onze tent terug. Die had hij geleend voor een gezellig nazomerweekend, maar door het beroerde weer van de afgelopen weken kreeg ik de zak onaangetast retour. Tijdens het opbergen van de tent moest ik aan het volgende vakantieverhaal denken:
Ornans. Jura, Frankrijk. Soms heb ik dromen van het soort die een heerlijke nacht bezorgen, maar waarvan de inhoud helemaal voor mezelf is. In de tent heb ik deze meer dan thuis. Het komt waarschijnlijk omdat ik dan lichter slaap. Na het wakker worden kan ik me zelfs de meest prettige details nog haarscherp herinneren. Zo’n droom had ik ook in de nacht van 31 juli op 1 augustus jongsleden.
Tot ik plots getrippel op het grondzeil hoorde. Alsof mijn zoon al zelfstandig kon lopen, over de hoog opstaande rand van zijn campingbedje was geklauterd en in het aardedonker, met voorzichtige kleine pasjes op zoek was naar zijn Duploton. En toen schrok ik wakker.
Er zat verdomme iemand in onze tent!
Ik graaide naar mijn zaklamp.
Trippel, trippel, trippeldetrippel...
Klik.
De lichtbundel uit mijn kerstpakket-Maglite scheen met volle kracht in de wijd opengesperde pupillen van onze ongenode gast. Een egel.
Die eerste kennismaking ging snel, het was totaal onverwacht en ik bevond me nog in een halve droomtoestand. Vandaar dat ik behoorlijk schrok van Mister E. die stilletjes bleef zitten waar hij zat, op maximaal anderhalve meter afstand. Het enige dat het beestje deed was het opzetten van zijn stekels.
‘Wat is er?’ vroeg mijn vrouw met slaperige stem.
‘Er zit een egel in de tent.’
‘Oh.’ zei ze en ze draaide zich weer om.
De egel en ik bleven in elkaars richting kijken. Ik had geen flauw idee wat te doen.
‘Hoe laat is het?’ mompelde mijn vrouw.
Ik richtte de lamp op mijn horloge. ‘Vijf voor drie.’
In de verte huilde een kindje.
Trippel, trippel, trippeldetrippel. Deed de egel. Hij kwam dichterbij.
Snel scheen ik weer in zijn richting. Een truc die ik in Afrika heb geleerd toen we een nacht filmden tussen de leeuwen. Alleen was in onze tent nu geen ranger met doorgeladen geweer, die kon optreden indien noodzakelijk.
Even bleef de gast zitten. Vlak bij de tas met onze levensmiddelen. Hij zou toch niet zo brutaal zijn om, voor mijn neus, een baguette op te gaan peuzelen? Maar de egel kwam weer in beweging. Recht op me af.
Ik vind het prettig dat kleine beestjes over het algemeen banger voor mij zijn dan ik voor hen. Hier hadden echter we te maken met een uitzondering. Of zou het komen omdat hij mij door het felle tegenlicht niet kon zien?
Op twintig centimeter -ik kon niet naar achteren, want daar lag mijn vrouw- draaide hij naar rechts. Hij wurmde zich tussen onze kleren door. Even leek het er op dat een BH aan zijn stekels bleef haken, maar uiteindelijk ging het net goed. Meneer kroop onder het zeil door naar buiten.
Vervolgens heb ik nog uren wakker gelegen.
Ornans. Jura, Frankrijk. Soms heb ik dromen van het soort die een heerlijke nacht bezorgen, maar waarvan de inhoud helemaal voor mezelf is. In de tent heb ik deze meer dan thuis. Het komt waarschijnlijk omdat ik dan lichter slaap. Na het wakker worden kan ik me zelfs de meest prettige details nog haarscherp herinneren. Zo’n droom had ik ook in de nacht van 31 juli op 1 augustus jongsleden.
Tot ik plots getrippel op het grondzeil hoorde. Alsof mijn zoon al zelfstandig kon lopen, over de hoog opstaande rand van zijn campingbedje was geklauterd en in het aardedonker, met voorzichtige kleine pasjes op zoek was naar zijn Duploton. En toen schrok ik wakker.
Er zat verdomme iemand in onze tent!
Ik graaide naar mijn zaklamp.
Trippel, trippel, trippeldetrippel...
Klik.
De lichtbundel uit mijn kerstpakket-Maglite scheen met volle kracht in de wijd opengesperde pupillen van onze ongenode gast. Een egel.
Die eerste kennismaking ging snel, het was totaal onverwacht en ik bevond me nog in een halve droomtoestand. Vandaar dat ik behoorlijk schrok van Mister E. die stilletjes bleef zitten waar hij zat, op maximaal anderhalve meter afstand. Het enige dat het beestje deed was het opzetten van zijn stekels.
‘Wat is er?’ vroeg mijn vrouw met slaperige stem.
‘Er zit een egel in de tent.’
‘Oh.’ zei ze en ze draaide zich weer om.
De egel en ik bleven in elkaars richting kijken. Ik had geen flauw idee wat te doen.
‘Hoe laat is het?’ mompelde mijn vrouw.
Ik richtte de lamp op mijn horloge. ‘Vijf voor drie.’
In de verte huilde een kindje.
Trippel, trippel, trippeldetrippel. Deed de egel. Hij kwam dichterbij.
Snel scheen ik weer in zijn richting. Een truc die ik in Afrika heb geleerd toen we een nacht filmden tussen de leeuwen. Alleen was in onze tent nu geen ranger met doorgeladen geweer, die kon optreden indien noodzakelijk.
Even bleef de gast zitten. Vlak bij de tas met onze levensmiddelen. Hij zou toch niet zo brutaal zijn om, voor mijn neus, een baguette op te gaan peuzelen? Maar de egel kwam weer in beweging. Recht op me af.
Ik vind het prettig dat kleine beestjes over het algemeen banger voor mij zijn dan ik voor hen. Hier hadden echter we te maken met een uitzondering. Of zou het komen omdat hij mij door het felle tegenlicht niet kon zien?
Op twintig centimeter -ik kon niet naar achteren, want daar lag mijn vrouw- draaide hij naar rechts. Hij wurmde zich tussen onze kleren door. Even leek het er op dat een BH aan zijn stekels bleef haken, maar uiteindelijk ging het net goed. Meneer kroop onder het zeil door naar buiten.
Vervolgens heb ik nog uren wakker gelegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.