Afgelopen zaterdagochtend plaatste ik een kritisch verhaal op dit weblog over een filmpje op de site van het AD. Het
betreft een interview met een mevrouw bij de huldiging van Feyenoord. Zij heeft
het over haar overleden zoon, maar dat is bijna niet te verstaan door het
slechte geluid en ook het camerawerk is zo slecht dat je er jeuk van krijgt. De
makers zijn volgens mij ver door een kwalitatieve ondergrens gezakt en ik vind
dat eindredacteuren van een serieus nieuwsmedium als het AD zulke belabberde
video’s niet op hun site moeten plaatsen.
Die boodschap heb ik in niet mis te verstane woorden opgeschreven en blijkbaar heb ik de spijker op zijn kop geslagen, want al snel werd mijn betoog gedeeld op de social media en schoten de hits van mijn blog door het dak. Inmiddels is het verhaal door meer dan 25.000 mensen gelezen en dat is voor een vrij specifieke website als die van mij behoorlijk veel.
Het is en blijft verbazingwekkend wat je anno 2017 in je eentje met een simpele blog in gang kan zetten. Op Twitter, Facebook en de weblog krijg ik overwegend positieve reacties. De mensen in mijn bubbel zijn het roerend met me eens. Filmen is een vak! Iedereen die een camera koopt is nog niet direct een cameraman. Mensen met een andere mening heb ik niet veel gehoord. De meeste kritiek die ik kreeg ging over het woord ‘godverdomme’ dat ik had gebruikt om mijn punt te maken. Daar heb ik achteraf spijt van. Voor mij persoonlijk is dat woord niet meer dan een ordinaire krachtterm, maar kennelijk zijn er veel mensen die hier zoveel moeite mee hebben dat het mijn statement ontkracht. Dat had ik me vooraf niet gerealiseerd. Sorry daarvoor, beminde gelovigen.
Maandagmorgen vroeg werd ik benaderd door een redacteur van Radio1. In het Mediaforum van De Ochtend wilden ze graag aandacht besteden aan dit betoog. Daar moest ik even over nadenken, maar al snel besloot ik dat ze mij mochten bellen. Om kwart over tien zat ik telefonisch in de uitzending en werd ik geinterviewd door Ghislaine Plag. In de studio zaten de mediadeskundigen Frenk van der Linden en Sjors Fröhlich. Zij waren het met me eens dat het filmpje van het AD een voorbeeld is van hoe het niet moet. Alleen maakte Fröhlich, hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio, aan het eind de opmerking dat het tegenwoordig onbetaalbaar is geworden om professionele krachten voor zulke filmpjes in te huren. Ik ben het daar uiteraard niet mee eens, maar er was in de uitzending jammer genoeg geen tijd om hierover verder te discussiëren.
Het is volgens mij een principiële keuze van bedrijven om met krachten te werken die nog niet zoveel kunnen, maar wel lekker goedkoop zijn. Je kan het ook niet doen. Als we onszelf blijven wijsmaken dat professionals te duur zijn verloedert uiteindelijk alles. Ik neem aan dat Fröhlich het niet zal accepteren als de school van zijn kinderen voornamelijk op stagiaires gaat draaien, de huisartsenpost of het politiebureau bij hem in de buurt. Ook zou hij het vast heel gek vinden als zijn eigen functie wordt overgenomen door een stagiair.
Ik denk dat we ons allemaal meer moeten realiseren dat als we iets willen, we er voor moeten betalen. Wil je een brood, dan kost dat geld. Wil je een grote beurt voor je auto, dan hangt daar een prijskaartje aan. Stucwerk, de schilder, een loodgieter en ja, ook een cameraman. Wil je een filmpje, dan moet je een vakman inhuren en daarvoor betalen. Zo gek is die redenering niet, al vond gisteren een freelance journalist (die werkt voor het AD) op Twitter dat ik in 1999 was blijven hangen. Volgens hem ziet de jeugd van tegenwoordig het verschil niet en blijf je hangen in het oude als je pleit voor kwaliteit. Mijn verhaal is volgens deze kritische twitteraar het probleem van profs die zich niet kunnen aanpassen aan de moderne tijd. Volgens hem pretendeert het AD geen NOS te zijn, werken ze met andere deadlines en andere apparatuur. Hij schrijft dat actualiteit en snelheid bij het AD prioriteit hebben. En omdat er heel veel mensen naar die filmpjes kijken is het goed...
Ik vraag me af of hij zijn artikelen ook vol taal en schrijffouten mag inleveren, maar discussiëren op Twitter is lastig. Ik heb aangegeven dat ik dolgraag eens naar de redactie van het AD wil komen om te discussiëren over hun werkwijze. Dat meen ik! In mijn ogen is dit filmpje juist een voorbeeld van het feit dat ze wél NOSje willen spelen, alleen mag het niks kosten. Ze hebben ook zo’n stoere plopkap en maken sfeerreportages op de plek waar de NOS op dat moment precies hetzelfde doet, live op de nationale tv.
Ik zeg niet dat sites als die van De Telegraaf en het AD niet mogen experimenteren met video. Integendeel. Graag zelfs, maar doe het goed of doe het niet. Ze halen elk artikel voor de krant ook door de spellingcorrectie en laten er een deskundige eindredacteur naar kijken. Zo moeten hun filmpjes wat mij betreft ook aan minimale kwaliteitseisen voldoen. Dat is niet ouderwets en ook niet teveel gevraagd. Met liefde wil ik wel eens met ze meedenken, al weet ik ook wel dat we het waarschijnlijk nooit helemaal eens zullen worden.
Die boodschap heb ik in niet mis te verstane woorden opgeschreven en blijkbaar heb ik de spijker op zijn kop geslagen, want al snel werd mijn betoog gedeeld op de social media en schoten de hits van mijn blog door het dak. Inmiddels is het verhaal door meer dan 25.000 mensen gelezen en dat is voor een vrij specifieke website als die van mij behoorlijk veel.
Het is en blijft verbazingwekkend wat je anno 2017 in je eentje met een simpele blog in gang kan zetten. Op Twitter, Facebook en de weblog krijg ik overwegend positieve reacties. De mensen in mijn bubbel zijn het roerend met me eens. Filmen is een vak! Iedereen die een camera koopt is nog niet direct een cameraman. Mensen met een andere mening heb ik niet veel gehoord. De meeste kritiek die ik kreeg ging over het woord ‘godverdomme’ dat ik had gebruikt om mijn punt te maken. Daar heb ik achteraf spijt van. Voor mij persoonlijk is dat woord niet meer dan een ordinaire krachtterm, maar kennelijk zijn er veel mensen die hier zoveel moeite mee hebben dat het mijn statement ontkracht. Dat had ik me vooraf niet gerealiseerd. Sorry daarvoor, beminde gelovigen.
Maandagmorgen vroeg werd ik benaderd door een redacteur van Radio1. In het Mediaforum van De Ochtend wilden ze graag aandacht besteden aan dit betoog. Daar moest ik even over nadenken, maar al snel besloot ik dat ze mij mochten bellen. Om kwart over tien zat ik telefonisch in de uitzending en werd ik geinterviewd door Ghislaine Plag. In de studio zaten de mediadeskundigen Frenk van der Linden en Sjors Fröhlich. Zij waren het met me eens dat het filmpje van het AD een voorbeeld is van hoe het niet moet. Alleen maakte Fröhlich, hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio, aan het eind de opmerking dat het tegenwoordig onbetaalbaar is geworden om professionele krachten voor zulke filmpjes in te huren. Ik ben het daar uiteraard niet mee eens, maar er was in de uitzending jammer genoeg geen tijd om hierover verder te discussiëren.
Het is volgens mij een principiële keuze van bedrijven om met krachten te werken die nog niet zoveel kunnen, maar wel lekker goedkoop zijn. Je kan het ook niet doen. Als we onszelf blijven wijsmaken dat professionals te duur zijn verloedert uiteindelijk alles. Ik neem aan dat Fröhlich het niet zal accepteren als de school van zijn kinderen voornamelijk op stagiaires gaat draaien, de huisartsenpost of het politiebureau bij hem in de buurt. Ook zou hij het vast heel gek vinden als zijn eigen functie wordt overgenomen door een stagiair.
Ik denk dat we ons allemaal meer moeten realiseren dat als we iets willen, we er voor moeten betalen. Wil je een brood, dan kost dat geld. Wil je een grote beurt voor je auto, dan hangt daar een prijskaartje aan. Stucwerk, de schilder, een loodgieter en ja, ook een cameraman. Wil je een filmpje, dan moet je een vakman inhuren en daarvoor betalen. Zo gek is die redenering niet, al vond gisteren een freelance journalist (die werkt voor het AD) op Twitter dat ik in 1999 was blijven hangen. Volgens hem ziet de jeugd van tegenwoordig het verschil niet en blijf je hangen in het oude als je pleit voor kwaliteit. Mijn verhaal is volgens deze kritische twitteraar het probleem van profs die zich niet kunnen aanpassen aan de moderne tijd. Volgens hem pretendeert het AD geen NOS te zijn, werken ze met andere deadlines en andere apparatuur. Hij schrijft dat actualiteit en snelheid bij het AD prioriteit hebben. En omdat er heel veel mensen naar die filmpjes kijken is het goed...
Ik vraag me af of hij zijn artikelen ook vol taal en schrijffouten mag inleveren, maar discussiëren op Twitter is lastig. Ik heb aangegeven dat ik dolgraag eens naar de redactie van het AD wil komen om te discussiëren over hun werkwijze. Dat meen ik! In mijn ogen is dit filmpje juist een voorbeeld van het feit dat ze wél NOSje willen spelen, alleen mag het niks kosten. Ze hebben ook zo’n stoere plopkap en maken sfeerreportages op de plek waar de NOS op dat moment precies hetzelfde doet, live op de nationale tv.
Ik zeg niet dat sites als die van De Telegraaf en het AD niet mogen experimenteren met video. Integendeel. Graag zelfs, maar doe het goed of doe het niet. Ze halen elk artikel voor de krant ook door de spellingcorrectie en laten er een deskundige eindredacteur naar kijken. Zo moeten hun filmpjes wat mij betreft ook aan minimale kwaliteitseisen voldoen. Dat is niet ouderwets en ook niet teveel gevraagd. Met liefde wil ik wel eens met ze meedenken, al weet ik ook wel dat we het waarschijnlijk nooit helemaal eens zullen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.