woensdag 22 juli 2020

Cor

Deze week is het alweer vier jaar geleden dat Cor Brinkman totaal onverwacht overleed aan een hartstilstand op de Chinese Muur. Ik denk vaak aan deze geweldige geluidsman. Hij was voor mij veel meer dan een collega. Een vriend, een vaderfiguur en mijn vaste maatje tijdens doldwaze televisie-avonturen. Als ik door vermoeidheid, stress of onmogelijke vragen van een regisseur het even niet meer zag zitten, dan sleepte hij mij er doorheen en als hij het helemaal had gehad met een te fanatieke redacteur of producer, dan kon ik hem altijd weer aan het lachen krijgen. Wij waren een goed team. We konden ongelofelijk veel lol met elkaar hebben. Hij was altijd in voor een geintje. Maar onderweg voerden we ook goede gesprekken. Wij wisten veel van elkaar. Tijdens het werk hadden we aan een half woord genoeg.

Het feit dat hij zo plotseling en midden in de vakantietijd uit mijn leven verdween maakt dat ik het nog steeds niet helemaal kan bevatten. Zelfs na jaren heb ik het gevoel dat hij ieder moment weer voor mijn neus kan staan. Dat hij me zo kan bellen of een berichtje kan sturen. Zijn nummer staat nog altijd in mijn telefoon en af en toe lees ik de laatste Appjes die hij me stuurde:

“Mooie herinnering aan een fijne klus.” Stuurde hij op 1 juni 2016 met een reeks foto’s van onze draaidag voor Het Klokhuis bij de Deltawerken. Daarop schreef ik: “Morgen weer!” en hij tot slot: “Zekers!”

Dan volgt er niks.

De laatste keer dat we samen draaiden was voor een programma van de VPRO over het Holland Festival. Iets met Toneelgroep Amsterdam in het theater van Hoorn. Een korte klus. Wat ik me kan herinneren is dat het niet allemaal vanzelf ging met de mensen die we wilden interviewen. Na afloop hebben we uitgebreid zitten lunchen op een terras in het mooie havenstadje. We hebben het nog gehad over een grote reistas die hij van mij wilde lenen voor zijn grote reis naar China, maar die ik zelf ook nodig had in die periode. Hoe we aan het eind van die dag afscheid genomen hebben kan ik me niet herinneren. Het moet zoals altijd met een stevige hug zijn geweest en woorden in de trand van ‘tot snel’. Ik weet niet eens of ik hem een goede reis heb gewenst.

De eerste keer dat ik hem ontmoette kan ik me wel levendig herinneren. Het was september 1995 en ik mocht als broekie met hem en Jan Eeckelaert mee naar Almelo voor een wedstrijd van Heracles. Ik zou gaan freelancen voor NOB Fieldproduction en moest een keer meelopen, maar had nog geen auto. De trein was vertraagd en dus kwam ik vijf of tien minuten na de afgesproken tijd aan op het Mediapark. Daar begreep Cor helemaal niks van. Hoe kon je nou tijdens je eerste werkdag telaat komen? Hij stak zijn ergernis niet onder stoelen of banken en had natuurlijk groot gelijk. Ik had minimaal een trein eerder moeten nemen of misschien wel twee. Sindsdien probeerde ik er altijd eerder te zijn dan hij, maar dat was niet eenvoudig. Meestal had hij de spullen al gecheckt en gepakt, hoe vroeg ik ook was.

De mooiste reizen die we hebben gemaakt waren voor het programma Jules Unlimited. Een keer naar Mount Hood in Amerika en vooral de reis van twee weken door Zuid-Afrika zal ik nooit vergeten. Wat een machtig mooi avontuur was dat! Maar ook de draaidagen voor Het Klokhuis en Vroege Vogels in Nederland waren altijd bijzonder. Wat dat betreft is er ook echt iets veranderd. Normaal gesproken hangt een programma vaak aan de cameraman en mag hij zijn voorkeur uitspreken voor een geluidsman, maar Cor en ik waren een vast koppel. Een deel van de klussen die we samen deden kleefden ook aan zijn kont. Nu hij er niet meer is zijn er vaste programma’s uit mijn agenda verdwenen. Sommige regisseurs, producers en presentatoren denken minder snel aan mij zonder Cor. Dat is jammer, maar zo gaan dingen. Daar wil ik niet over klagen. Ook dat is het leven. Het geeft vooral aan hoeveel ik aan Cor te danken heb. In allerlei opzichten is hij ontzettend belangrijk voor mij geweest. Dat zal ik nooit vergeten.




vrijdag 17 juli 2020

crimineel

Het is bijna donker als we de A12 afrijden bij De Meern. Onderaan de afrit stuurt Bas zijn oude witte Caddy naar rechts. Hij moet een lus onder de snelweg door maken om uit te komen op de carpoolplaats bij de Starbucks. Het parkeerterrein ziet er behoorlijk verlaten uit. Er zitten gaten in het wegdek en overal ligt afval.

De dag is klaar, maar we zijn nog lang niet uitgesproken. Al kletsend zet Bas zijn Volkswagen achter de mijne. We stappen uit, ik pak mijn tas en trek de achterklep van mijn bruine Passat open. 

“Wat heb jij allemaal bij je?” Vraagt Bas. 

Hij kijkt een beetje keurend naar de kratjes en kistjes in mijn kofferbak. Er ligt, naast de lichtset en een oude GoPro, een tennisraket (cadeautje voor mijn dochter), een fotostatief, een kabelriem en vooral een ongelofelijke hoeveelheid kleding. Jassen, schoenen, shirts en regenbroeken. 

Ondertussen sta ik bij de achterkant van zijn auto te bedenken welke accu’s er voor morgen nog op de lader moeten en welke spullen kunnen blijven liggen. Ik grijp nog een tas, gooi die in mijn auto en neem dan coronaproof afscheid van Bas. Morgen kletsen we verder. 

We stappen allebei in onze auto’s en rijden achter elkaar van de bekende carpoolplaats af. Bij de volgende stoplichten staan we naast elkaar. Ik wil nog zwaaien, maar Bas kijkt stoicijns naar het rode licht. Als we weer mogen draait hij de A12 op en vervolg ik mijn weg langs de geluidswal in de richting van Veldhuizen.

Tien minuten later gaat mijn telefoon. ‘Bas’ staat in het display. Ik ben toch niks vergeten?

Of ik ook ben aangehouden, vraagt Bas. 

Aangehouden?

Ik?

Hij vertelt dat zijn Caddy op de snelweg is ingehaald door een snelle grijze Golf. Vervolgens knipperde er een bordje met de tekst: ‘Stop Politie. Volgen’. Bij de eerstvolgende benzinepomp moest hij de snelweg af en werd hij gelijk klemgereden voor een andere politieauto.

Bas is een van de meest vredelievende regisseurs die ik ken. Daar zit geen greintje kwaad in. Maar als je hem ziet… Ja, hoe zal ik het zeggen? Hij is groot. Kaal. En in een typisch Nederlandse politieserie als Flikken Maastricht zouden ze iemand als Bas kunnen casten voor de rol van slechterik. Zo eentje die lachend het oor van een gijzelaar afsnijdt. Vrij naar Quentin Tarentino. Start Stealers Wheel met Stuck in the middle with you. 

Blijkbaar stonden de agenten in burger te posten op de carpoolplaats. Ik heb ze niet gezien, maar zij ons wel. En kennelijk waren wij verdacht. Als ik terugkijk op onze overdracht van spullen kan ik het begrijpen. Twee kale mannen. Ik met mijn coronabaardje. Zwarte kleding. Dat gedoe met tassen. Kijken in elkaars kofferbak… En natuurlijk bij gebrek aan echte boeven. Wie weet hoe lang die agenten daar al aan het posten waren. Wat laat je lopen en waar ga je achteraan? Etnisch profileren mag niet. Terecht. Maar als Bas en ik een maatpak hadden gedragen en we niet met die oude Caddy waren komen aanscheuren, dan hadden ze mijn opdrachtgever nooit van de weg gedrukt.

Heel lang duurde het overigens niet. Hij moest zijn rijbewijs tonen en uitleggen wat wij daar deden. Kennelijk was zijn verklaring overtuigend genoeg. Mij hebben ze nooit aangehouden. Voor het verhaal hebben ze wel de verkeerde uitgekozen.

Helaas kan ik het dan ook niet spannender maken.






woensdag 8 juli 2020

Sjakie en de Chocoladefabriek

Opeens had ik hét. Mijn gouden ticket voor de coronacrisis. Een plan waarmee ik twee gaten kon dichten. Het gat in mijn persoonlijke begroting en een gat in de markt. 

De schoolmusicalvideo. 

Dit idee ontstond eind april bij ons thuis aan tafel, toen mijn kinderen zich hardop afvroegen hoe het verder moest met de musical van groep 8, in tijden van de anderhalve meter samenleving. Een eurekamoment. Ik zou alle basisscholen van Nederland wel even helpen aan een spiffy livestream.

De volgende morgen belde ik gelijk met eventstream deskundige Jan Miltenburg en met mijn geluidsmaatje Peter Westbroek. Er waren namelijk wel een paar technische problemen die ik even moest tackelen. Op basis van deze gesprekken maakte ik een eerste opzet en met de natte vinger een begroting. Die heb ik voorgelegd aan het schoolhoofd en aan de groep 8 leerkrachten van de school waar mijn dochter zit. Ik moest natuurlijk serieus onderzoeken hoe scholen hier tegenaan keken. Zij waren direct enthousiast.

Nu moest ik vaart maken. Het einde van het schooljaar was al in zicht en door de crisis waren honderden leerkrachten hun plannen voor de eindmusical aan het bijstellen. Ik wilde een simpele website bouwen en een kloppende offerte maken voor een technisch format dat ik op alle scholen zou kunnen uitrollen. Mocht het een succes worden dan kon ik op meerdere scholen tegelijk leveren. Het musicalseizoen is immers kort, maar mijn netwerk groot.

Een dag later lanceerde het facilitair bedrijf United de webpagina ‘Red mijn musical’. Zij hadden blijkbaar precies dezelfde gedachte en waren net iets eerder dan ik. Daar baalde ik even stevig van. Nu leek het alsof ik hun idee ging pikken. Gelukkig had ik een paar getuigen en bovendien zijn er basisscholen genoeg in Nederland.

Na het lanceren van de site en het promoten op social media stond de telefoon roodgloeiend. Er waren inderdaad heel veel schoolleiders, leerkrachten en ouders op zoek naar een oplossing voor hun musical. Ik heb mijn visie wel vijftig keer toegelicht. Alle bellers waren direct enthousiast… Tot ik de prijs noemde. Mijn plan bleek veel kostbaarder dan scholen dachten. Ze hadden bijna allemaal een bedrag van een paar honderd euro in hun hoofd voor een goede registratie en een livestream. Het bleek lastig voor ze om op korte termijn de oorspronkelijke plannen aan te passen, om te schuiven met potjes geld, om aan ouders een extra bijdrage te vragen of een sponsor te regelen. Ik had mijn lat hoog gelegd en wellicht te hoog, maar ik vond het plan zo goed dat ik daar niet vanaf wilde wijken. En iets verkopen is natuurlijk ook een vak apart.

Als ik met slechts één camera, twee microfoons en een simpel livestreamprogramma had willen uitrukken, dan had ik tientallen scholen kunnen helpen, maar er zelf vooral stress van gehad en waarschijnlijk was ik dan de rest van de zomer druk geweest met het afhandelen van klachten.

Uiteindelijk bleef er één school over. De school waar ze mij kennen als bevlogen hulpouder en waar ik niet alleen telefonisch mee had overlegd. Samen hadden we goed nagedacht over de beste oplossing voor de musical en alle opties besproken. Door creatief en flexibel te zijn kon het daar wel. Geen theater, wel een video.

Afgelopen vrijdag hebben we op Apollo 11 in De Meern twee musicals opgenomen. Groep 8a aan het eind van de ochtend en groep 8b in de middag. De voorstellingen staan nu online en beleven de volgende week hun première. Daarna kunnen alle opa’s en oma’s, broertjes en zusjes, ooms en tantes de video ook bekijken en de kinderen kunnen hem downloaden om deze unieke ervaring te bewaren voor de eeuwigheid.

We hebben gewerkt met remote camera’s. Dat vond ik nogal spannend, want mijn expertise zit hem juist in bemande camera’s. Maar nu konden we met slechts drie personen een complete registratie maken met vier camera’s en optimaal geluid. Een goede geluidsman, een livestreamtechnicus/camera-operator en een zelf schakelende regisseur die voor het gemak ook de totaalcamera voor zijn rekening nam.

Als je mij begin maart had gezegd dat ik 120 dagen later deze werkwijze zou omarmen, dan had ik je vierkant uitgelachen, maar nu moet ik bekennen dat ik heel veel mogelijkheden en potentie zie. De opnamen zien er, al zeg ik het zelf, buitengewoon professioneel uit. Zeker voor een schoolmusical. Het is bovendien allemaal goed te verstaan en dat is ook een unicum bij een schoolmusical video. Zeker als je bedenkt dat we op de dag zelf niet veel tijd hadden om iets te repeteren of lang met een soundcheck bezig te zijn.

Ik moet ook zeggen dat ik nergens was geweest zonder mijn partners in crime. Jan Miltenburg heeft me ontzettend geholpen met goed advies en professionele apparatuur. Gijs Takken is een briljante livestream technicus en een razendsnelle remote operator. En Edwin Blom is een geluidstechnicus die uit precies het juiste hout is gesneden voor een klus als deze.

Achteraf ben ik blij dat ik mijn schoolmusicalvideo’s niet goedkoper heb gemaakt, want als je dit goed wil doen is het behoorlijk intensief. Nu heb ik een dag van te voren nog zitten kijken naar de generale repetities, maar als je tien musicals op rij doet, dan kan dat natuurlijk niet. Ook is dit de vorm waar ik zelf het meest vrolijk van word. Het levert echt een registratie op waar mensen naar blijven kijken en die kinderen later nog eens terug willen zien. 

Je zou kunnen stellen dat mijn businesscase niet helemaal succesvol was als ik uiteindelijk slechts twee musicals heb kunnen filmen, maar dat zie ik zelf toch anders. Ik heb er veel energie in gestoken en financieel heeft het (nog) niet zo veel opgeleverd, maar ik heb onwijs veel geleerd op allerlei fronten. Iets over het produceren van video’s, iets over livestreams, iets over het verkopen van een idee, iets over het maken van offertes, iets over efficiency en iets over nieuwe technieken. Het heeft me inzicht gegeven in andere denk- en werkwijzen. Daarnaast ben ik lekker bezig geweest, was ik zichtbaar en heb ik ontdekt dat er in mijn netwerk interessante mensen en bedrijven zitten, waar ik de afgelopen jaren te weinig mee heb samengewerkt. 

Ik hoop dat er het volgend jaar een vaccin is en dat ouders dan weer ouderwets mogen snotteren in buurthuizen en aula’s, terwijl hun kinderen op de planken staan te zweten tijdens de eindmusical. Mocht er dan toch nog iemand een hele mooie registratie van zo’n voorstelling willen laten maken, dan weet ik hoe het moet. En als je een diploma-uitreiking, een klein concert, een theatershow, een opening, een herdenking, een cabaretvoorstelling, een bruiloft, een uitvaart of een bevalling op professionele wijze wil streamen, dan mag je me altijd even bellen voor gratis advies. 



maandag 6 juli 2020

prettig gesprek

Dagboek van een ZZP'er in crisistijd

nr. 38 / dag 123



Twee weken geleden schreef ik over de online sessie van Broadcast Media Society, waar ik het als ‘inbeller’ aan de stok kreeg met Georgette Schlick, de CEO van Fremantle Nederland. We hadden op zijn zachtst gezegd een meningsverschilletje over de tarieven van ZZP’ers in de mediawereld. Schlick zei dat door de crisis budgetten zwaar onder druk staan, er de komende jaren veel minder programma’s geproduceerd worden, dat daarom iedereen water bij de wijn zou moeten doen en er alleen nog werk voor freelancers zou zijn als die bereid waren om flink met hun tarieven te zakken. Ze noemde daarbij een percentage van twintig procent. Ik viel van mijn stoel en schreef uiteindelijk, na een week piekeren, een verhaal waarin ik mijn teleurstelling en ongenoegen niet onder stoelen of banken stak. 

Dat werd door velen in ons wereldje gelezen en leidde met name onder ZZP’ers tot grote ergernis. Al een dag later stond Georgette Schlick op mijn voicemail. Zo had ze het nooit bedoeld. Ze nodigde mij uit voor een kop koffie, zodat ik kon uitleggen waarom het volgens mij niet mogelijk is om met de tarieven van freelance cameramensen te zakken en dan zou zij uitleggen waar de grote producenten op dit moment mee worstelen. Die uitnodiging heb ik uiteraard met twee handen aangegrepen.  

De vorige week maandag spraken we elkaar in Amsterdam. Ik had me super goed voorbereid. Niet vaak heb ik mijn eigen boekhouding zo gedetailleerd bestudeerd. Ook heb ik uitgebreid overlegd met een grote groep collega freelancers en ik heb gesproken met zeer ervaren cameramensen die in vaste dienst zijn. Ik had boekhouders gesproken, uitgezocht wat de winst van RTL in 2019 was en ik wist wat een freelance tegelzetter, stukadoor en automonteur verdienen.

Een groot deel van die bagage bleek overbodig. Om te beginnen bood Georgette Schlick uitgebreid haar verontschuldigingen aan voor de uitspraken die ze had gedaan bij de Broadcast Media Society en dan met name de door haar genoemde 20% tariefdaling. Ze begreep zelf ook wel dat dit niet realistisch is en legde uit dat haar opmerking voortkwam uit frustratie, die zij zelf ervaart door de enorme druk die door de zenders momenteel op de programma budgetten wordt gelegd. Deze budgetten zakken dus wel degelijk met 20%.

Omroepen zeggen dat ze door tegenvallende reclame-inkomsten genoodzaakt zijn om fors te bezuinigen op alle budgetten van producties. Daarnaast zijn er allerlei coronamaatregelen die extra geld kosten, wat niet of slechts gedeeltelijk wordt vergoed. Ook lopen de producenten grote financiële risico’s, omdat door deze pandemie veroorzaakte schade door geen enkele verzekering wordt gedekt. Dat alles nam niet weg dat ze oprecht spijt had van haar veel te koele reactie op mijn hulpvraag namens alle gedupeerde freelancers. 

Alleen was ik niet gekomen voor excuses. Ik wilde heel graag uitleggen hoeveel (of juist weinig) een freelance cameraman aan het eind van alle afrekeningen overhoudt aan een dag filmen. Dat de tarieven voor freelancers aan de facilitaire kant van onze branche al tien jaar lang hetzelfde zijn. Iedere keer als we er net een beetje bij hebben gesnoept moet het er vervolgens weer om een of andere reden vanaf. Soms direct, vaak indirect. Aan de andere kant blijven de kosten stijgen. Onder de streep verdienen we dus ieder jaar iets minder. Ik in ieder geval wel. En dan ben ik nog iemand die vaak te horen krijgt dat ik ten opzichte van veel collega’s een dure jongen ben.

Ik had een heel mooi overzicht bij me met daarop het aantal dagen dat ik vorig jaar heb gewerkt, het aantal weekenden (35!), het aantal verschillende opdrachtgevers, de facturabele uren, mijn omzet, de bedrijfskosten, de kosten voor pensioen en mijn AOV, de belastingen en wat er dan onder de streep overblijft voor mij en de drie aandeelhouders bij mij thuis. Het is een beetje appels en peren vergelijken, maar dat komt aardig in de buurt bij het netto salaris van een ervaren cameraman die in vaste dienst is bij NEP. Of in ieder geval wat ik daar zelf elf jaar geleden nog verdiende. 

Ik heb in zekere zin mijn vrijheden en in ieder geval geen baas waar ik naar moet luisteren, maar het leven van een freelance cameraman is zeker geen vetpot. Voor het bedrijfsrisico dat ik loop krijg ik niks. Het is niet eenvoudig om een buffer (die ik na deze crisis opnieuw moet aanvullen) op te bouwen. Dus in mijn ogen is het onmogelijk om nog te snijden in de tarieven van freelance cameramensen en al helemaal niet in de tarieven van geluidsmensen die sowieso al substantieel minder krijgen. Als je daar in snijdt is het voor die jongens veel lucratiever om een brommertje aan te schaffen en pizza’s te gaan bezorgen. De problemen van RTL, de NPO en alle producenten kunnen wij niet oplossen door weer een beetje water bij de wijn te doen.

Georgette Schlick was het met mij eens. Vervolgens hebben we samen zitten brainstormen hoe we dan de aankomende financiële crisis in Omroepland te lijf moeten gaan. We deelden samen de visie dat er waarschijnlijk minder geproduceerd zal gaan worden, omdat er minder geld in de markt is. En dat wat geproduceerd wordt zal voor een substantieel lager budget gemaakt moeten worden. Als we niet willen dat de makers (daaronder verstaan we dan ook de facilitaire spelers) daarvan de dupe worden, dan zullen we moeten kijken hoe we nog efficiënter kunnen produceren. Wellicht moeten we met andere technieken gaan werken en waarschijnlijk ook met minder mensen.  

Ik vrees dat onze sector gaat afslanken, dat bedrijven kleiner worden en dan blijven er uiteindelijk ook minder freelancers over, maar we moeten er wel voor zorgen dat de mensen die overblijven er ook van kunnen leven. Ervaren, creatieve en innovatieve krachten wil je binnenboord houden, maar dat zijn ook de mensen die als eerste iets anders gaan doen als je blijft rommelen aan hun dagprijzen. Dus moeten we in onze hele sector stoppen met het telkens weer uitknijpen van mensen. Dat geldt overigens niet alleen voor de freelancers, maar ook voor het personeel dat bij facilitaire bedrijven in vaste dienst werkt.

We kwamen samen tot de conclusie dat dit wel makkelijker gezegd is dan gedaan. Ik heb als freelancer last van collega’s die niet verzekerd zijn, geen pensioentje opbouwen en dus eerder kunnen zakken met hun dagprijs dan ik. Hetzelfde geldt voor grote producenten als Fremantle. Zij kunnen ook niet oneindig zakken met hun tarieven. De kleinere producenten feitelijk ook niet, maar uit noodzaak doen ze dat wel, met alle gevolgen voor de facilitaire partijen van dien. En door alle concurrentie is het natuurlijk voor opdrachtgevers op alle niveaus interessant om mensen en bedrijven tegen elkaar uit te blijven spelen.

Juist daarom is het zo ontzettend belangrijk dat we met elkaar spreken. Het gesprek met Georgette Schlick was buitengewoon prettig, verhelderend en in mijn ogen super nuttig. We moeten elkaar blijven vertellen hoe ons speelveld in elkaar steekt. Niet alleen op managementniveau, maar ook af en toe van beneden naar boven. 

Ik was heel blij met de uitnodiging. Natuurlijk zal onze wereld nu niet op slag veranderen en zal het ook niet zo zijn dat Fremantle of een van de andere grote producenten alle cameramensen gaat bellen met de mededeling dat ze vrolijk wat meer mogen factureren, maar ik weet zeker dat Georgette Schlick door dit gesprek anders naar de situatie van de freelancers kijkt. Dat zie ik als grote winst. Onze fittie is zeker niet voor niks geweest.