zaterdag 26 november 2022

De Wereld van Boudewijn Büch

 

De afgelopen week was het twintig jaar geleden dat Boudewijn Büch op 54-jarige leeftijd is overleden. De bekende, enthousiaste en niet onomstreden mediapersoonlijkheid stierf in zijn slaap op 23 november 2002, aan een hartstilstand. Als schrijver was hij vooral bekend van het boek De kleine blonde dood uit 1985, waarvan sindsdien meer dan dertig drukken zijn verschenen. Hele volksstammen hebben dit boek gelezen voor hun literatuurlijst. Als televisiepresentator maakte hij het reisprogramma De Wereld van Boudewijn Büch, waarin hij zijn interesses voor eilanden, de dodo, Mick Jagger, Andy Warhol en bovenal Goethe aan bod kon laten komen. Zijn fascinatie voor historie en cultuur was aanstekelijk. 

In 1998 mocht ik met Boudewijn Büch mee op reis als camera operator. Het is nog steeds een van de meest memorabele producties waar ik aan mee heb mogen werken. Met veel plezier kijk ik terug op deze periode, waarin ik in korte tijd ontzettend veel geleerd heb. Over cultuur, verzamelen, reizen en de wereld, maar ook over mijn vak en televisiemaken in het algemeen. 

Maar Boudewijn was geen makkelijke tante. Ook daarover heb ik op dit weblog meerdere verhalen geschreven. Op zijn sterfdag zat ik die stukken een beetje terug te lezen toen ik ook mijn blog van 9 januari 2014 tegenkwam. Het gaat over het einde van onze samenwerking. Ik vond het wel een toepasselijk verhaal nu we het al een week hebben over omgangsvormen in Omroepland. Vandaar dat ik het hier nog eens plaats:

 

 

 

'... en dat is het laatste filmwerk van deze lange zomer, die aangenaam was - zeker door Panda maar ook door Peter en Jan Rein - maar wel iets te vermoeiend en te lang. Ik heb veel aan depressies geleden.'

[Boudewijn Büch - Een boekenkast op reis. Privé-domein. Persoonlijke kroniek 1998. Pagina 256, 26 september]

 

Aan het eind van een jaar reizen met Boudewijn Büch kreeg ik totaal onverwacht te horen dat de schrijver/programmamaker niet langer met mij wilde werken. Dat vond ik heel erg. We hadden samen vier lange reizen gemaakt, een bedrijfsfilm voor de VNG en een commercial voor Lassie Toverrijst gedraaid. Alles bij elkaar ongeveer 100 dagen in zes maanden en toen was ik opeens niet meer goed genoeg. Zelf wilde Boudewijn dat niet tegen mij zeggen. Hij liet het over aan de accountmanager van het facilitair bedrijf en aan zijn vaste producer Erica, die mij bovendien verbood om hierover contact met Boudewijn op te nemen. 

Het verhaal was dat ik slecht gedraaid had en daar kwamen ze kennelijk pas achter in de montage. Wat er precies mis was met mijn beelden konden ze me niet uitleggen. Van alles. Ik mocht hierover ook niet spreken met de vaste editor van De Wereld van Boudewijn Büch, want ze dachten dat dit de montage niet ten goede zou komen. 

Ik was hevig teleurgesteld en werd hier heel onzeker van. Temeer omdat andere mensen bij de VARA opeens ook openlijk twijfelden aan mijn kwaliteiten. Na enig aandringen kwam er een bandje met daarop tien voorbeelden van missers. Het werd besproken met de accountmanager, die het vervolgens aan mij mocht uitleggen. Het waren tien fragmenten die ik vrijwel direct kon weerleggen of waarvan ik zeker wist dat er ook nog een andere take was. 

Een van de voorbeelden was een scene voor een gebouw. Boudewijn legde uit dat Goethe achter een raam op de eerste verdieping had gesproken met een goede vriend. De camera ging omhoog, maar met een boogje naar dat raam. Dat was kennelijk niet goed; ik een knoeier. Maar recht boven de verteller had de microfoonhengel gehangen en daar had ik keurig omheen gedraaid. Boudewijn wilde nooit iets over doen, vanwege de spontaniteit. 

Na het zien van deze voorbeelden was ik enigszins gerust gesteld. Ik had immers zelf elke avond op mijn hotelkamer álle opnamen teruggekeken. Nu wist ik dat ik niet gek was. Als dit de ergste voorbeelden waren die ze konden tonen, dan viel het best mee. Wat heel erg stak was het feit dat de accountmanager inmiddels een fikse korting had gegeven. Daarmee had het NOB min of meer toegegeven dat ik een wanprestatie had geleverd, terwijl ik het daar niet mee eens was. 

Er moest iets anders aan de hand zijn. 

En er was natuurlijk ook meer aan de hand. Ik was tijdens onze laatste trip verliefd geworden op het meisje van productie waar Boudewijn ook verliefd op was. Dat had ik verzwegen, maar ik had het misschien niet goed genoeg verborgen gehouden. Ook had ik langzaam in de gaten gekregen dat Boudewijn lang niet altijd het eerlijke verhaal vertelde. Zo wist ik dat hij nooit het kind had gehad, waar hij wel met tranen in zijn ogen over sprak. Maar wat bijvoorbeeld ook op begon te vallen was dat hij erbarmelijk slecht Duits sprak, terwijl hij beweerde in Duitsland Duits gestudeerd te hebben. Een kop koffie bestellen was al een probleem. 

Hij wilde van mij af, dat was duidelijk. Maar ik wist niet precies waarom. Dat vrat aan me. Het irriteerde vooral dat ik me niet kon verweren. 

Waren we misschien uitgeluld? Hij had mij onderweg uitgehoord en kende inmiddels al mijn verhalen. En hij had tijdens het filmen van de Lassie Toverrijst commercial Roel Deen leren kennen. Deze ervaren cameraman had ik erbij gehaald, omdat ik zelf weinig ervaring had met de wilde reclamewereld. De volgende reis ging Boudewijn met Roel op pad.

Als hij even kort met mij had gesproken en eerlijk was geweest dan was het voor mij nooit zo'n groot ding geworden. Nu ik was aangevallen op mijn kwaliteiten als cameraman deed het pijn. Ik was pas een paar jaar bezig, nog niet super ervaren en al helemaal niet zeker van mijn zaak. Van deze vreemde afwijzing heb ik lang last gehad.

Boudewijn heb ik nog twee keer gezien. Een keer rende hij mij voorbij in de kantine van het NOB en de keer daarna waren we op de begrafenis van collega Roel Deen. Dat was niet bepaald een moment om elkaar te spreken. Bovendien keek Boudewijn liever naar de grond dan dat hij mij aan moest kijken.

Een paar jaar later was hij dood.

Op de avond waarop ik hoorde dat Boudewijn was overleden heb ik me voorgenomen dat ik voortaan direct contact opneem met de persoon in kwestie, wanneer ik hoor dat iemand niet tevreden is over mijn werk. Of diegene dat nou prettig vindt of niet. 

Je moet elkaar altijd recht in de ogen blijven kijken, open staan voor kritiek, maar ook iemand waarmee je werkt kunnen uitleggen wat je niet bevalt. Dat is een wezenlijk onderdeel van ons vak. Misschien wel van het leven. Wie daar niet mee kan of wil dealen heeft pech gehad. 

Boudewijn was er in elk geval niet goed in. De lul. Als er toch een hemel is kom ik daar zeker nog een keer op terug.

 

'Met Panda en Ulrike ben ik aan de montage begonnen van veertien Goethe-programma's waarvan ik er overigens nog twee moet opnemen. Over het camerawerk ben ik niet zo tevreden, maar gelukkig is er een overvloed aan materiaal.'

[Boudewijn Büch - Een boekenkast op reis. Privé-domein. Persoonlijke kroniek 1998. Pagina 269, 8 december]

 

Columnist Anne Boermans in het Financieel Dagblad van zaterdag 29 mei 1999 over De Wereld van Boudewijn Büch:

 

'De cameraman, Jan Rein Hettinga, levert daarbij een topprestatie. Hij volgt Büch voortreffe­lijk. Hij heeft een camera op zijn schouder die toch al gauw zo'n dertig kilo weegt. Om z'n middel zit een zware riem met accu's voor de stroomvoorziening. Die weegt eveneens vele kilo's. Terwijl hij half naast Büch een trap op moet, ziet hij door zijn camera alleen het hoofd van de presentator, niet de treden. Hij moet dus èn Büch scherp in beeld houden, al dat ge­wicht torsen, èn op gevoel de houten trap oplopen, waarbij hij bovendien geluidloos probeert te zijn, terwijl alles kraakt en steunt onder het geklos van de - forse - presentator.

Cameraman Hettinga slaagt er op deze manier in een compleet interieur op drie verdiepingen te laten beschrijven, in èèn ongemonteerde opname ('one track') van maar liefst vier minuten en vijftien seconden. Dat is vakwerk.

.....

Büch en Hettinga gebruiken een aantal prachtige technieken om het product voor de kijker aantrekkelijk te maken.

.....

Het is èèn van de mooiste series die momenteel op televisie te zien is.'






 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.