vrijdag 8 mei 2020

Skypehype


Arno zat van 1978 tot 1983 bij mij in de klas op Basisschool De Koppelberg in Geleen. Hij is nu vrachtwagenchauffeur en vervoert medicijnen door heel Europa. Een paar weken geleden zag ik hem op de Limburgse regionale zender L1, waar hij liet zien hoe verlaten de wegen in Frankrijk en Spanje waren ten gevolge van de coronacrisis. Alle beelden had Arno, niet onverdienstelijk, zelf gemaakt met zijn mobiele telefoon en via WhatsApp verzonden naar de studio in Maastricht. Vervolgens was hij in de cabine van zijn truck geïnterviewd via Facetime. Daarbij had hij zijn telefoon verticaal gehouden, maar niemand die er naar kraaide. 
Het was inhoudelijk een aardig stukje, maar vooral ook een goed voorbeeld van hoe onze televisie in een paar weken tijd compleet is veranderd. We zien steeds meer interviews die zijn vastgelegd met behulp van camera’s in smartphones of door lensjes van laptops, die niet groter zijn dan speldenknopjes. Jarenlang hebben we gestreden voor haarscherpe beelden in moddervet HD, maar nu maakt de resolutie opeens geen fluit meer uit.  
We kijken toch al de hele dag naar de beperkte beeldkwaliteit van Zoom, Teams en Hangouts. Het maakt niet uit dat de juf in tegenlicht zit of de directeur onverstaanbaar is door een centrifugerende wasmachine op de achtergrond. Soms hakkelt de wifi even en valt de verbinding weg of iemand drukt per ongeluk op een verkeerde knop. Soit.
Ondertussen gaat de televisie mee in die Skypehype. Covid-technisch mag er natuurlijk geen cameraman meer bij Arno in zijn cabine stappen, maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat het financieel een prettige bijkomstigheid is wanneer er niemand ingehuurd hoeft te worden voor de reportage over het leven van een vrachtwagenchauffeur. Nog niet zo lang geleden ging daarvoor gewoon een crew van twee of drie personen op reis. 
Ook in Hilversum kiezen steeds meer serieuze programma’s voor rommelig doehetzelf-camerawerk. In veel gevallen met scheve kaders, hopeloos licht, trillend beeld, een dramatische compositie en blikkerig geluid als gevolg. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, waarbij deze vorm perfect past bij de inhoud, maar over het algemeen word ik er ook een beetje verdrietig van. Het doet me pijn aan mijn professionele hart. Juist nu veel cameramensen werkloos thuis zitten zou ik willen pleiten voor vakmanschap. Huur in godsnaam een echte cameraman in, organiseer een goede verbinding en maak het mooi. 
In het geval van Arno was zijn filmpje nog sterker geworden wanneer ze hem even bij de grens hadden opgewacht met een echte camera voor een scherp interview. Dat kan in bijna alle gevallen prima met inachtneming van de 1,5 meter regel.
Ondertussen ben ik best een beetje jaloers op Arno. Hij kan zijn werk ook nu blijven uitoefenen en door de crisis is het misschien zelfs minder stressvol dan daarvoor. Hij is niet alleen gepassioneerd vrachtwagenchauffeur, maar op dit moment ook een van de weinige cameramensen die nog reportages draait in het buitenland. Mijn oude jeugdvriend heeft een onmisbaar beroep. 


Deze column schreef ik voor Broadcast Magazine, hét mediavakblad van Nederland. Het is mijn 77bijdrage in de reeks Point of View en is gepubliceerd in BM 389, het meinummer van 2020.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.