donderdag 9 september 2021

racebaan

 

Ergens heb ik gelezen dat het wereldwijde aantal kijkers per Formule 1 race ongeveer 88 miljoen is. Naar de Grandprix van Hongarije keken in 2020 zelfs meer dan 103 miljoen mensen. Daar kan ik nu beter even niet aan denken. Het is al spannend genoeg. 

Zandvoort, zondagmiddag. Ik zit op een camerakist in een klein tentje langs de baan. Eet een broodje en drink een blikje cola. Het uitzicht is bocht 9. Voor me staat camera 17. Hiermee ga ik vanmiddag mijn debuut maken als ‘trackcameraman’ bij de Formule 1. Dit mooie apparaat heeft haar hele leven niks anders gezien dan circuits en autosport. De vorige week stond ze nog in de regen van Spa-Francorchamps en over een paar dagen is ze alweer op Monza. Formula One Management is de eigenaar van deze camera en dit weekend ook mijn opdrachtgever. Het is de organisatie achter de Formule 1 en zij produceren hun eigen tv-registraties. Die content verkopen ze aan tv-stations over de hele wereld. Zo kan het dat alle raceverslagen er qua ‘look and feel’ ongeveer hetzelfde uitzien. 

Een grote crew, voornamelijk Engelsen, reist met elkaar de wereld rond om deze sport in beeld te brengen. Dit weekend heeft één Nederlandse cameraman de unieke kans gekregen om mee te draaien in dit fantastische team. 

Eerlijk gezegd maak ik me best een beetje zorgen over deze klus. Het in- en uitzoomen, scherpstellen of het van rechts naar links zwenken, is niet het probleem. Dat is mijn vak. Het hele weekend heb ik kunnen oefenen tijdens vrije trainingen, kwalificatie en de races van Formule 3, de W Series en de Porsche Supercup. De snelheid waarmee de racewagens voorbijkomen is ook te overzien. Het lastige van deze klus zit hem in de communicatie, het anticiperen op wat er gebeurt en dat je razendsnel moet schakelen. Ze willen dat je zoveel mogelijk racewagens volgt, want op ieder moment kan er een crashen. Als iemand voor je neus spint, móét je het hebben. In de uitzending volgen ze specifieke auto’s. Op de momenten waarop die voorbijkomen word je ‘on-air’ geschakeld. Daarom is het belangrijk dat je altijd precies weet bij welke rijder of welk gevecht ze in de uitzending zitten. Zodra die om de hoek komt moet je er in een split-second bovenop zitten. De ene keer close en als ze in een duel zitten juist wat ruimer in het kader. Teammaatjes komen soms vlak na elkaar of er schiet een andere racewagen, die er qua kleurstelling een beetje op lijkt, door je kader. Dan is het killing als je met de verkeerde mee gaat. De regie schakelt van gevecht naar gevecht. Na een aantal ronden en de eerste pitstops rijden alle auto’s door elkaar. Daardoor wordt het best onoverzichtelijk. Gelukkig kunnen ze in de regie met behulp van GPS zien wie waar rijdt. Alle communicatie is echter in het Engels en ook dat gaat soms razendsnel. Concentratie is hier dus het toverwoord.

 

In september 2000 werd mij gevraagd of ik een week later met, Olav Mol en Jack Plooij mee wilde naar de Grandprix van Amerika, op de Indianapolis Motor Speedway. Dat leek mij hartstikke leuk, maar ik wist werkelijk niets van de sport. Ik kende Michael Schumacher en Jos Verstappen, meer niet. Gelukkig vonden de mannen van RTL GP sociale vaardigheden en camera technische skills op dat moment belangrijker dan kennis van autosport. Olav gaf mij een uitgebreide rondleiding in de pitstraat, waarbij ik compleet werd overrompeld door alle details. Later die dag moest ik een shot maken van Jenson Button en kwam ik terug met vier minuten materiaal van Ralf Schumacher. Dat stond ook met koeienletters boven zijn pitbox. Gelukkig konden de heren er om lachen. Vervolgens werd ik voorgesteld aan Rick Winkelman en Frits van Eldik van het tijdschrift RaceReport, die mij een beetje op sleeptouw konden nemen. Volgens hen hoefde ik heus niet elke keer te filmen als Jos Verstappen een rondje ging rijden met zijn Arrows, maar toen ik mijn camera vervolgens op de grond liet staan sloegen opeens de vlammen uit zijn motor.

Het is een klein wonder dat ik daarna nog achtenveertig keer met de heren mee mocht. We vlogen van Melbourne tot aan Sao Paulo, van Barcelona naar Silverstone. Het was altijd een feest om ergens op de wereld in de paddock van de Formule 1 te lopen. Ik filmde vooral interviews en maakte beelden in de pits of in de paddock. Het waren de jaren van Ferrari, Jos Verstappen en Robbert Doornbos. Op zondagmiddag deden we live de gridwalk, maar verder mocht ik nooit langs de baan komen. Dat werd voor mij een bucketlist-dingetje. Zeven jaar lang heb ik ongelofelijk veel plezier de Formule 1 gehad, maar toen werd ik vader en vond ik het belangrijker om meer thuis te zijn. Mijn vijftigste grandprix heb ik net niet gehaald. 

Tot nu. Veertien jaar later.

 

De uitzending is begonnen. Onze ‘worldfeed’ is te zien in alle landen waar ze van autosport houden. Ik maak beelden van een volle tribune. Het is feest op Zandvoort. Oranjevlaggen, oranje capes en oranje rookpluimen. Zojuist kwam Max Verstappen voorbij voor zijn ‘formation lap’. Het rode lampje in mijn zoeker lichtte op. Het publiek ging uit zijn dak. Ik had heel even kippenvel.

 

Mijn dochter ging de vorige week voor het eerst naar de middelbare school. Omdat ze was uitgeloot bij de school van haar eerste keuze, kwam ze terecht in een klas waar ze niemand kende. Dat was super spannend voor mijn lieve kleine meisje. ’s Avonds moest ik me melden in het hotel waar de F1 crew in een coronabubbel zat en voelde ik me ook even een onzekere brugpieper. Alle andere cameramensen kenden elkaar al jaren en iedereen wist precies wat er verwacht werd. Voor mij was alles nieuw. Om eerlijk te zijn maakte ik me al een paar weken druk voor dit moment. Maar deze Engelse crew is een grote familie. Die gasten zijn super vriendelijk, uiterst correct en buitengewoon behulpzaam. Ze gunnen het elkaar en ze gunden het mij. Vanaf de eerste minuut werd ik in het team opgenomen alsof ik er al jaren deel van uitmaakte. Ze vroegen om beurten of ze me nog ergens mee konden helpen, gaven praktische tips en tricks, wensten me ‘good luck’ en ‘lots of fun’. Dat lijkt normaal, maar toch kunnen we daar in Nederland soms nog iets van leren. Positief, uiterst correct en vooral super attent.

 

Tijdens de race moet ik me zo focussen op mijn job, dat ik geen tijd meer heb om na te denken over kijkcijfers, druk of de gevolgen van een misser. Er zijn twee regisseurs die dit programma maken. Eentje is hier in Zandvoort en hij schakelt alle camera’s die langs de baan staan. Dat noemen ze de ‘trackfeed’. In Engeland zit de eindregisseur die de onboard camera’s, de camera’s in de pitlane, de helikopter, de herhalingen en alle graphics toevoegt. Daar maken ze het uiteindelijke programma. In mijn zoeker zie ik natuurlijk het beeld van mijn eigen camera, maar om te weten waar we zijn kan ik ook de ‘trackfeed’ bekijken. Onder een andere knop heb ik het eindproduct, maar daar kom ik amper aan toe. Als ik voor het eerst op mijn ‘return B’ druk om te zien welke rijder op de vierde plek rijdt en om te zien hoeveel ronden we nog moeten, blijkt dat we al in de 62e ronde zitten. Het is al bijna afgelopen. Ik voel opluchting, omdat het tot nu toe foutloos gaat, maar ook teleurstelling, omdat dit voor mij nog wel even mag duren. Het geeft een enorme kick dat alles, na een weekend hard werken, op zijn plaats valt.

 

Om 16.49 uur wint Max Verstappen de eerste Grandprix van Zandvoort sinds 1985. Ik ben erbij. In zijn uitloopronde word ik nog één keer geschakeld. Dan is het klaar voor camera 17. Het is goed gegaan en ik heb de neiging om net zo uitzinnig te reageren als het oranje legioen op de tribune voor me. Alles valt op zijn plek. Wat een geweldige ervaring. Een van de coolste dingen die ik in mijn lange carrière heb gedaan. Misschien juist wel, omdat ik me er vooraf zo druk over heb gemaakt. 

Een hele dikke groene vink op mijn bucketlist.




 

1 opmerking:

  1. Wat een prachtige gedetailleerd verslag van "jouw" Weekendje Zandvoort, dank je wel om dit te delen met ons ��

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.