Je zal het maar hebben. Dat op zaterdagmorgen de wekker om kwart over vier gaat. Dat je kleren klaar liggen, zodat je als een brandweerman in tien tellen bent aangekleed en geen kwartier later in een auto op weg bent naar Boekelo.
Daar aangekomen word je uit die auto getrokken en krijg je amper tijd om collega’s te begroeten. Niks geen koffie. Je moet mee in een klaarstaande terreinwagen en wordt even later met drie loodzware kisten, een loeizwaar statief en je rugzak vol regenkleding gedropt bij een zes meter hoge steiger. Het is nog pikkedonker. Half zeven. Een vriendelijke tukker zegt dat er iemand komt om te helpen met het omhoog hijsen van de zware last en verdwijnt met zijn LandRover pickup.
Even later kijk je in de felle lampen van een graafmachine. Daarmee wordt de camera op die zogenaamde prak gezet. Boven aangekomen ontdek je dat de steiger behoorlijk wiebelt. Deze is zeker niet Pukkelpop-bestendig. Een steady shot zit er niet in.
Het wordt langzaam licht. De camera staat en met spanbanden is de stellage provisorisch aan de trekhaak van een busje geknoopt. Het helpt een beetje. Je krijgt een kan sterke koffie en een zakje waarin een paar broodjes zitten. Daar moet je het de rest van de dag mee doen.
De rechtstreekse uitzending begint om negen uur en is om half vijf afgelopen. Zeven en een half uur sta je onafgebroken achter je camera, op een vierkant plateau van twee bij twee meter, zes meter boven de grond. Even zitten is er niet bij. Elke drie of vier minuten komt er een paard langs. Die volg je zo lang de enorme telelens het toestaat. Pak ‘m beet, dertig seconden. Maar je kan niet echt rust nemen tussendoor. Je maakt publiekshots en kijkt mee met de uitzending, zodat je weet wanneer de volgende deelnemer er aan komt.
Natuurlijk gaat het een paar keer keihard regenen. Je bent doorweekt. Langzaam koel je af. En dan gaat opeens de zon schijnen en heb je het bloedheet in je thermowear. Opdrogen doe je niet meer. Het broodje met drie koude knakworsten dat je wordt aangereikt smaakt verrukkelijk. Alleen knoei je de mosterd op jas en handschoenen. Er zit een veeg in je gezicht, maar dat ontdek je pas uren later als iemand er op wijst.
Na afloop help je keihard mee om vijf kilometer kabel zo snel mogelijk op te rollen. Met z’n allen vestig je een nieuw wereldrecord, maar het gevolg is wel dat je van boven tot onder zwart van modder en koeienstront bent. Dan is er eindelijk tijd voor een plas en kan je even zitten. Helaas gaat het mis met het geproduceerde diner en mag je met een lege maag huiswaarts keren.
Je eet taaie spareribs bij de AC in Holten. Het is al lang weer donker. Je sopt in de schoenen en ontdekt dat je al uren in een klamme trui loopt. Alles in je lichaam kraakt. Je bent zo rozig als een speenvarken aan het spit.
Zeventien uur nadat je bent vertrokken parkeer je de auto weer thuis voor de deur. Twee minuten later ligt een halve kuub aarde in de hal, woonkamer en keuken. Je bent natuurlijk vergeten om eerst de schoenen uit te trekken en kan nog even met de Swiffer aan de slag.
Aan het eind van een lange dag prop je alle klamme broeken, shirts, truien en jassen in de wasmachine. Pas daarna plons je in een warm bad, waar je bedenkt dat mensen die zo’n dag zonder mokken ondergaan op z’n minst prettig gestoord zijn. Om je vervolgens af te vragen welk stempel iemand krijgt die het ook nog leuk gevonden heeft.
Wie denkt dat hij dit verhaal al eens gelezen heeft zit er niet ver naast. Het vorig jaar schreef ik ook over de Military in Boekelo. Namelijk dit stukje. De twee verslagen lijken misschien een beetje (veel) op elkaar.
Behoorlijke catering lijkt me toch niet zo heel moeilijk te organiseren, zelfs in Boekelo :-)
BeantwoordenVerwijderenWow, respect !!
BeantwoordenVerwijderenSta je nu met een Cinevideo regenhoes een Facilityhouse klus te draaien?;-)
BeantwoordenVerwijderen