dinsdag 28 april 2020

koningsdag

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 23 / dag 47) 

2008    Franeker
2011    Thorn
2012    Rhenen
2013    Amsterdam
2014    De Rijp
2015    Dordrecht
2016    Zwolle
2017    Tilburg
2018    Groningen
2019    Amersfoort

En gisteren had ik in Maastricht moeten zijn. Het zou dan de elfde keer zijn dat ik de viering van Koningsdag in beelden mocht vangen. Al die jaren had ik de eer om, voor de rechtstreekse uitzending van de NOS, met een draadloze camera op de route mee te lopen met de Koninklijke familie. Voor mij absoluut een hoogtepunt in het jaar. De ene keer met mijn vrienden van het facilitaire bedrijf NEP en de andere keer met de kameraden United, maar altijd met regisseur Jan de Roode, producers Mike van Breemen en Andy Doctor en de vaste opnameleiders Tommy Byrne en Bertus Holkema.
Om dit geweldige feest van dichtbij mee te maken en onderdeel te zijn van zo’n technische mega-operatie heb ik altijd mijn privéleven op deze bijzondere dag aan de kant geschoven. Telkens weer moest mijn vrouw in haar eentje met de kinderen en een paar dozen rommel naar de plaatselijke vrijmarkt. Dit jaar bleef de doos met te verkopen spulletjes op zolder staan. 
En ik… ik was gisteren niet in nette werkkleding en een nieuwe zwarte broek, maar voor het eerst van top tot teen gehuld in oranje. Ik heb Koningsdag 2020 gevierd in Groningen. Al om zeven uur ’s ochtends stond ik op een groot bouwproject, waar ze mijn inzet wel konden gebruiken. Niet dat ik me nu al heb laten omscholen tot kraanmachinist of lasser; ik was daar als fotograaf, om een reportage te maken van hardwerkende bouwers. 
Voor die mensen maak ik een diepe buiging. Hun werk is behoorlijk ingewikkeld in deze coronatijd. Het is in veel gevallen knap lastig om rekening te moeten houden met de anderhalve meter maatregel. Ook zelf heb ik ervaren hoe moeilijk het is om de hele tijd voldoende afstand te nemen. Het zit stomweg niet in ons systeem. Als je druk bent, dan ga je vroeg of laat ergens de mist in. Er is bovendien niet altijd genoeg ruimte op een bouwplaats. Soms is het veiliger om even dicht bij elkaar te staan en het risico van besmetting voor lief te nemen. Het viel me wel op hoe het al bij iedereen in het systeem zit. De meeste mensen doen echt hun stinkende best, maar het blijft een hele gekke en totaal onnatuurlijke toestand.
Afijn. Om zes uur ’s avonds plofte ik op de bank met een welverdiend Coronabiertje en zag ik op televisie hoe de koning zijn verjaardag had beleefd. Ik hoop vurig dat hij en ik het volgend jaar op Koningsdag alsnog naar Maastricht kunnen gaan. Het oude normaal spreekt mij toch meer aan dan het nieuwe normaal.



zondag 26 april 2020

omscholen

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 22 / dag 45)

Deze week hebben we opnieuw te horen gekregen dat we voorlopig vast zitten aan de maatregelen rond corona. Evenementen zijn tot 1 september verboden en of ze daarna weer georganiseerd mogen worden is nog lang niet zeker. Dat betekent ook dat er voorlopig teveel cameramensen zijn en logischerwijs krijgen freelancers de eerste klappen. Volgens Klaas Knot, de directeur van de Nederlandse Bank, moet iedere ondernemer kritisch blijven kijken naar de levensvatbaarheid van zijn of haar onderneming en desnoods omscholen. In de basis heeft hij gelijk en ik wil me ook heel graag nuttig maken, maar wat ik in 32 jaar heb opgebouwd kan ik niet zomaar even overboord gooien. 

Ik was vijftien toen ik al zeker wist dat ik cameraman wilde worden. Dit mooie vak heb ik ontdekt als vrijwilliger bij de lokale omroep in Geleen. Zes jaar later mocht ik stagelopen bij AT5 in Amsterdam en daar kwamen de eerste dromen uit. Op mijn drieëntwintigste werkte ik al als freelancer voor NOB Fieldproduction, Cinevideogroep, Camco en AT5. Het waren gouden tijden met de opkomst van zenders als SBS6 en Sport7.
Na een paar jaar heb ik gekozen voor een vaste baan bij de ENG afdeling van het NOB. Daar waren ze gespecialiseerd in het maken van filmpjes met één camera en kon ik beschikken over de nieuwste gadgets. Vakmatig kon ik er veel leren en ik kreeg de kans om mijn netwerk uit te breiden. Ik wilde andersoortige reportages draaien dan alleen maar nieuws en sport. Bovendien mocht ik mij ontwikkelen op het gebied van eerste cameraman en teamleider. 
Na 10 jaar vond ik het opnieuw tijd om mezelf te verbreden als cameraman en heb ik ontslag genomen. De combinatie van ENG (alles met één camera) en multicam (grote producties met meerdere camera’s tegelijk) was in vastedienst moeilijk te realiseren. Het leek me leerzaam om vaker bij andere bedrijven in de keuken te kijken en met nóg meer verschillende collega’s samen te werken. Als een project of regisseur verhuisde naar een ander facilitair bedrijf, wilde ik de mogelijkheid hebben om mee te gaan. Daarnaast vond ik het soms lastig om me te confirmeren aan het beleid van managers en ik dacht dat je als freelancer meer grip had op de invulling van je eigen agenda.
Op 1 januari 2009 ben ik vol goede moed begonnen als ZZP’er. Ik ontdekte al snel dat de zaken, waaraan ik me in vaste dienst ergerde en waarover ik discussieerde met mijn bazen, ook bij andere bedrijven niet altijd even goed geregeld waren. Het gras is niet groener bij de buren. Ook is de vrijheid van een freelancer betrekkelijk. Je kan gemakkelijker ‘nee’ zeggen tegen een aanvraag, maar daar staat een constante druk tegenover om de agenda gevuld te houden. In vaste dienst viel er vaak wel iets te schuiven, maar voor een freelancer is het lastig om aangenomen opdrachten weer terug te geven. Bovendien komt altijd alles tegelijk. In een rustige week word je drie keer voor dezelfde dag gevraagd. Als je net een klus hebt aangenomen, belt tien minuten later iemand met een nog mooiere aanbieding voor dezelfde dag. 
In financieel opzicht is het voor de freelance cameraman ook geen vetpot. Ik kan er prima van leven, maar ik betwijfel of ik echt meer te besteden heb dan toen ik nog in loondienst was. Dat heeft te maken met de hoge kosten voor verzekeringen en pensioen. Bovendien moet je een buffer opbouwen voor mindere tijden. Als dat  op orde is en je werkt niet meer dan vier of vijf dagen in een week, dan houd je onder de streep ongeveer evenveel over als een ervaren cameraman in vaste dienst. Het verschil zit hem er in dat overuren direct worden uitbetaald en dat je soms een belastingvoordeeltje hebt op het moment dat je een computer of een fotocamera koopt. Maar een ZZP’er die niet werkt, bijvoorbeeld tijdens de vakantie, krijgt ook geen geld. Daar moet je tegen kunnen. Het gevaar bestaat dat je als een dwaas blijft werken, uit angst dat het de volgende week minder wordt.
Toch ben ik blij dat ik de stap gezet heb. Leven als ZZP’er is wat mij betreft een heel bewuste keuze. Freelance zijn is niet beter of slechter dan een baan in vaste dienst. Het is een way of life en die past bij mij. Overal waar ik kom leer ik weer iets nieuws en word ik geconfronteerd met inzichten die net even anders zijn. Ik ben mijn eigen baas en moet mijn eigen koers bepalen. Het ondernemerschap dwingt me om flexibel te zijn. Dat is niet altijd eenvoudig en het wordt voor mijn gevoel ook iets moeilijker naarmate ik ouder word, maar stilstaan is geen optie. Een freelancer moet zichtbaar blijven, aardig gevonden worden en zichzelf verkopen. In principe geldt dit voor elke cameraman, maar een ZZP’er die verslapt of verzuurt merkt dat al snel in zijn portemonnee. 

Alle vormen van camerawerk zijn interessant, maar mijn corebusiness was de afgelopen jaren vooral het filmen van sport en evenementen. Concerten, herdenkingen, theaterregistraties, feesten, eenmalige tv programma’s en heel veel sportwedstrijden. Dat is super afwisselend, je komt nog eens ergens en je mag altijd vooraan staan. 
Ik dacht dat ik als freelance cameraman voor de juiste markt had gekozen. Twintig jaar lang heb ik geroepen dat ik sport deed, omdat het altijd uitdagend is om sport te filmen, maar ook omdat er op dat gebied áltijd werk voor cameramensen is. Of was… 
‘Voetbal stopt nooit,’ zei ik dan.

De persconferentie van Premier Rutte, afgelopen dinsdag, was confronterend. Er is voor de freelance cameraman voorlopig weinig licht aan het eind van de tunnel. We moeten echt voor de langere termijn gaan nadenken over aanpassingen. Deze coronacrisis is kennelijk geen kwestie van twee maanden pauze nemen. Voor we van die intelligente lockdown af zijn moeten we nog heel wat sloten openen en sleuteltjes zoeken.
Toch is het wat mij betreft nog veel te vroeg om na te denken over omscholen. Niets is mooier dan mijn huidige vak en ik kan echt niet bedenken in welke sector ik mezelf net zo goed zal vermaken. Wel ben ik druk met het resetten van mezelf. Noodgedwongen kruip ik uit mijn comfortzone en kijk ik om me heen. Ik zeg geen ‘nee’ meer tegen opdrachten die wat verder van het vertrouwde televisiewerk af staan. Op dit moment help ik iemand met het bouwen van een website, ik ga een serieuze fotografieopdracht doen en ben ik in de slag voor het produceren van een bedrijfsfilm. Dat is allemaal spannend en ik hoop dat ik het red. Hopelijk win ik zo wat tijd tot mijn zo geliefde en vertrouwde omroepwereld weer op stoom komt. 






zondag 19 april 2020

post

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 21 / dag 39)  

Dit weekend hadden Pim en ik in Zuid Limburg moeten zitten, bij de 55e Amstel Goldrace. Daar treffen we elkaar jaarlijks. Hij als hoofd beeldtechnicus en ik als cameraman bij de finish. Het is een vast ijkpunt in het verder zo afwisselende jaar. Behalve in 2020. Nu is alles anders. 
Vanmorgen stond Pim opeens bij mij thuis op de stoep. Totaal onverwacht. De grote regiewagen, waarmee ze hem op pad hadden gestuurd, stond aan het begin van onze straat. Hij kwam namens alle medewerkers van United Broadcast Facilities een kaart brengen, om mij en mijn gezin een hart onder de riem te steken in deze gekke crisistijd.

“Fijne collega,
Via deze weg willen we je kenbaar maken dat we je niet vergeten en je een warm hart toedragen. Al is de gezondheid nu het belangrijkste, hopen we dat we met jouw inzet snel weer veel mooie producties mogen maken.
Stay Strong!”

Ik vind het een prachtig gebaar. Collega’s van United zijn in teams naar alle freelancers gegaan, die voor United werken om ze een kaart te brengen. Dat zijn er nogal wat en ze wonen verspreid door het hele land. 
Mijn zoon had zondagmorgen al een filmpje gespot op Instagram, waarin te zien was dat alle regiewagens in colonne vanaf het Mediapark vertrokken. Hij vroeg zich hardop af wat ze bij United aan het doen waren, maar ik had geen idee. Later zag ik op Facebook berichtjes voorbij komen van collega ZZP’ers die een kaart hadden gekregen, maar zelfs toen ging er bij mij geen lampje branden. Tot er opeens een auto met United-logo door onze straat reed.
Het is een mooie actie, die door mij en alle freelance collega’s wordt gewaardeerd. Dat bleek wel uit de vele reacties die in de loop van de middag op social media voorbij kwamen. Ik kon dit lieve steuntje in de rug, juist dit weekend, goed gebruiken. Geen Amstel Goldrace, dat doet wat met mij. 
Het is ook bijzonder dat uitgerekend Pim mijn wijk mocht doen. Hij heeft eerder de rol van reddende engel gespeeld in mijn carrière en die dag zal ik nooit vergeten. 

Ik neem jullie even mee naar het WK Wielrennen in 1998. Toevallig precies op de locatie waar zondagmiddag ook de Amstel Goldrace had moeten finishen. Ik was ingehuurd door Cinevideogroep en het was mijn debuut met de beroemde sportregisseur Martijn Lindenberg. We stonden daar met meer dan dertig camera’s en onze beelden werden wereldwijd uitgezonden. Ik mocht camera 7 doen bij de bevoorrading, ongeveer een kilometer na de finish. Na afloop van de race moest ik shots maken van de huldiging. Omdat ik snel moest kunnen verplaatsen hadden ze bedacht dat ik met een kleine camera zou werken. 
Vlak langs de weg stond een steiger van vier meter hoog. Zonder heel duidelijke briefing was ik daar op zaterdagochtend, de dag van de junioren race op geklommen. Ik had zelf bedacht dat ik alleen in beeld moest brengen hoe de renners hun etenszakjes in ontvangst zouden nemen van de verzorgers, maar toen het peloton vlak na de start voor het eerst voorbij kwam zei Lindenberg via de intercom tegen mij: ‘Pan maar mee 7’. Meedraaien met het peloton, dat vlak langs mijn steiger fietste, dáár had ik geen seconde over nagedacht. Het was een onmogelijke beweging. Ik moest enorm duiken met mijn lens, over het statief heen stappen, scherp stellen en snel draaien. Mijn eerste poging ging in elk geval helemaal de mist in. Bijna lazerde ik met camera en al van die steiger. Hoe het shot eindigde weet ik niet, want ik kon helemaal niet meer in de kleine zoeker kijken.
Vervolgens reden de renners een rondje. Het duurde ongeveer twintig minuten voor ze weer bij mij kwamen. Ik geloof dat ik twintig minuten heb staan proberen en nadenken. Het was kansloos. Maar Lindenberg was niet bepaald de man die je ging tegenspreken. Ik was al nerveus, omdat ik voor het eerst met de man mocht werken die Formule 1 had geregisseerd, Olympische Spelen en alle grote voetbalwedstrijden. Nu was ik helemaal op van de zenuwen.
Ook de tweede doorkomt ging op camera 7 de mist in. Ik eindigde veel te close en compleet onscherp op de kerktoren van Vilt, niet op het peloton. Daarop sprak Lindenberg de voor mij legendarische woorden: ‘Vroeger oefenden ze maanden lang met een modeltreintje, maar tegenwoordig doen ze dat gewoon in een live-uitzending die de hele wereld over gaat…’
Ik kon wel met steiger en al door de grond zakken. Het liefst wilde ik dood zijn. En we moesten nog een heel weekend.
Toen bedacht ik dat ik Pim moest bellen. Pim was in die tijd nog een assistent met talent. Hij had me de dagen daarvoor geholpen bij de finish van de tijdritten, waarbij ik renners moest opvangen met een camera op mijn schouder. Dat was overigens met een andere regisseur. Dus met mijn vierkante Sony Pop-up telefoon belde ik Pim en ik vroeg hem of hij nog een grote viewer had, zodat ik makkelijker kon meedraaien met de renners. Hij dacht van niet, maar ging even kijken in de materiaalwagen… 
Nog voor de renners voor de derde keer bij camera 7 waren stond Pim met een scooter onder mijn steiger. In zijn handen had hij een grote kist. Hij had in een razend tempo alles bij elkaar gescharreld wat ik nodig had. Samen hebben we het opgebouwd en toen was ik helemaal het mannetje. Ik kon maken wat Lindenberg wilde. 
Na die eerste race was er een lunch voor de enorme televisiecrew in een klein schuurtje. Daar waren dertig collega’s, die allemaal over de intercom hadden gehoord dat het bij mij mis was gegaan en dat de regisseur niet bepaald begripvol reageerde. Met lood in de schoenen trok ik dus het poortje van die schuur open. En tegen wie liep ik gelijk op? Precies. Martijn Lindenberg. Even had ik nog de stille hoop dat hij niet precies wist wie ik was en welke camera ik deed, maar dat was natuurlijk niet het geval. Hij zei alleen: ‘Het komt wel goed.’ Blijkbaar had hij toch gezien dat ik actie had ondernomen om mijn zaakjes op orde te krijgen.

Ik was Pim dus al eeuwig dankbaar, maar nu heeft hij nog meer bonuspunten gescoord. Het ging zondagmorgen alleen zo snel dat ik compleet vergeten ben om hem een kop koffie aan te bieden. Daar had ik later op de dag natuurlijk spijt van. Dus Pim, als je nog eens in de buurt bent. Voel je vrij. De komende maanden ben ik altijd thuis.

Verder wil ik Foppe, Jacqueline, Carlo, Dominique, Auke, Peter, Tjalling, René, Paul, Guilliano, Tamara, Floor, Michel, Hans, Steven, Stephan, Ruud, Joost, Robert, Jan, Kevin, Jasper, Scott, Astrid, Bryan, Jeroen, Sjaak, Max, Martijn, Kevin, Marjolein, Dimitri, Niels, Maikel, John, Eelco, Remy, Corné, Gijs, Peter, Daan, Jan-Willem, Tijmen, Fen, Rick, Dennis, Vincent, David, Gerard, Frank, Myrthe, Walter, Bert, Rob, Yves, Johan, Arien, Tom, Andre, Dennis, Léon, Hilbert, Thijs, Thijs, Eddy, Jan, Peter D, Peter, Bart, Tamara, John, Joost, Joeri, Niels, Niels, Burt, Jan Arie, Anniek, Robbin, Tobias, Lennart, Michiel, Sascha, Lars, Inge, Martijn, Rick, Cath, Verena, Dick, Bob, René, Rolf, Paul, Patricia, Tijmen, Tim, Tim, Justus, Nick, Marvin, Jacques, Lars, Willem, Mishka, Jasper, Mo, Joris, Marco, Jason, Kevin, Nino, Alex, Nathalie, Gerrie, Mischa, Jesper, Martijn, Jos, Mike, Jan, Bram, Robert, Dimitrie, Dennis, Joost, Huub, Dorine, Arnold, Sander, Erwin, Robbert, Dennis, Olav, Lars, Julian, Mick, Stephen, Kees, Sander, Thijs, John, Mark, Martin, Hans, Robin, Eric, Carmen, Said, Frans, Bas, Roel, Mike, Stanley, Thijs, Stijn, Eric, Jefta, Jordy, Bart, Bart, Daan, Mark, Jorn, Yuri, Jasper, Grace, Saed, Robin, Stephanie, Bart, Mattanias, Damian, Dick, Tijmen, Ruben, Bart, Frank, Peter, Luc, Rob, Jeroen, Rick, Hans, Martijn, Marc, Maurice, Irmo, Wim, Klaasjan, Anand, Arjan, James, Raffy, Matthijs, Thomas, Remco, Pascal, Mark, Jaap, Peter, Anniek, Luc, Michel, Luis, Renate, John, Rick, Judith, Remco, Gijs, Roel, Erwin, Sebas, Gerard, Sytse, Ricolt, Pascal, Bemy, Daan, Mike, Marleen, Pieter, Luuk, Mark, Lars, Rob, Aron, Dominic, Sanne, Roelof, Robin en dus Pim van United echt heel hartelijk bedanken voor dit lieve gebaar. Hopelijk tot snel!




zaterdag 18 april 2020

ruzie

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 20 / dag 37) 

Ik ben niet goed in ruzie maken. Dat blijkt maar weer, want ik had ruzie en heb het afgelegd. Het was geen ordinaire ruzie, hoor. Eerder een soort kinderlijke ruzie. Zo eentje van: 
“Jij…” 
“Nee jij.”
“Nee jij!”
“Nee jij-ij…”
En toen heb ik toegegeven. Ik vind het heel slecht van mezelf, maar het kon niet anders. Met sommige mensen moet je nou eenmaal niet te lang ruzie maken. Als ZZP’er kan ik me dat helemaal niet veroorloven en zeker niet in deze tijd.
Het is een simpel en overzichtelijk verhaal. Dat is altijd fijn in het geval van een ruzie. Dus geen midden-oostenconflict. Integendeel. Ik zal het uitleggen.
De afgelopen maand heb ik twee klussen gedaan waarvoor ik een cameraset moest inhuren. Ik had besloten om dat te doen bij een partij waar ik graag voor werk, die mij de afgelopen jaren veel ingehuurd hebben en die het vorig jaar gelijk voor mij klaar stonden toen een van mijn opdrachtgevers opeens uit de markt verdween. In deze tijd hebben alle facilitaire bedrijven het zwaar, maar het leek mij gerechtvaardigd om juist deze firma te steunen. Twee dagen camerahuur is natuurlijk niet eens een druppeltje op de gloeiende plaat, maar het is toch geld. Alleen kreeg ik vervolgens geen factuur. Zij hadden namelijk bedacht dat ze mij graag wilden helpen in deze gekke crisistijd.
Dat werd dus ruzie. 
Ik wilde hun steunen en zij wilden mij steunen. Een lievere ruzie heeft in Hilversum waarschijnlijk nooit eerder plaatsgevonden, maar toch. Ruzie is ruzie. Ik heb nog gedreigd om een volgende keer de camera bij een ander facilitair bedrijf in te huren, maar zelfs daar waren ze totaal niet gevoelig voor. De omroepwereld kan keihard zijn. Appjes en mailtjes over en weer. Uiteindelijk werd ik gebeld door een van de drie aandeelhouders. Ik moest eens stoppen met zeuren om die twee factuurtjes. Ik zou ze niet krijgen. Nu niet, nooit niet. Punt.
En toen heb ik dus eieren voor mijn geld gekozen. Of eigenlijk eieren voor hun geld.
Wat dat betreft leer je in zo’n crisis wel je pappenheimers kennen. Goed om te weten, ook als dat Coronagedoe straks weer voorbij is. 





maandag 13 april 2020

Westerbork

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 19 / dag 32)

Het is dit weekend 75 jaar geleden dat Kamp Westerbork werd bevrijd. Van de herdenking zouden we afgelopen zondag in opdracht van de NOS een live-uitzending maken, ware het niet dat een of ander vaag virus roet in het eten gooide. Vijf jaar gelden was ik er bij toen herdacht werd dat het zeventig jaar geleden was en dat vond ik buitengewoon indrukwekkend.
Vijftien jaar geleden maakte ik met verslaggever Arjan Nieuwenhuizen en geluidsman Cor Brinkman een reportage over Ted Sheppard, een van de Canadese bevrijders van Kamp Westerbork. De goede man was toen 82 jaar en speciaal voor die gelegenheid naar Nederland gekomen. Als ik goed geGoogled heb leeft hij nog en moet hij nu dus 97 jaar oud zijn.
Ik herinner me de man als zacht, broos en super vriendelijk. We hebben een dag met hem door Drenthe gereden. Hij kon het zich nog allemaal goed herinneren. Op 10 april 2005 schreef ik ‘s avonds in mijn dagboek:

Ted is in 1922 geboren op een boerderij in Zuid-Canada. Nadat hij was afgestudeerd aan de universiteit moest hij in 1943 het leger in. Daar volgde hij de Canadian Officers Training Course. Hij werd privat soldier, maar omdat hij tijdens zijn studie ook een militaire opleiding had gevolgd, werd hij direct tot de officiersopleiding toegelaten. Hij werd tweede en al snel eerste luitenant van de Armoured Infantery Reconaissance Troups. Nog in '43 ging hij naar Europa. Eerst volgde hij trainingen in Schotland en later in Zuid-Engeland. In 1945 was hij klaar voor de overtocht naar het vaste land. 
Van Oostende trok hij, als reinforcement reconaissance officer van het 8ste regiment, naar Nijmegen en vervolgend noodgedwongen Duitsland in. Nadat zijn commandant door granaatvuur een gehoorbeschadiging had opgelopen en terug moest naar Engeland, nam Sheppard het commando over en trok hij via Duitsland verder naar het noorden. Zijn divisie telde 12 legervoertuigen, 5 armoured cars en 7 bren gun carriers.
Hoewel krijgswetten het verboden, hield Ted bijna dagelijks een klein dagboekje bij. Een agenda uit 1937, die hij van een neef had gekregen diende als logboek in het jaar 1945. Hij had het boekje bij zich en heeft er voor de opnamen uit voorgelezen. 
Op woensdag 11 april '45 kwam hij aan in het plaatsje Westerbork, een aantal kilometers ten zuiden van het Kamp Westerbork. In het dagboekje staat: "Stopped at canal near there. Had advanced 60 miles since morning." Hij drinkt er iets met een aantal bevrijde Nederlanders en een Amerikaanse dame in het huis van haar schoonfamilie. "Met an American girl married to a Dutchman. Several of us talked till 2.30 a.m. at her uncle's home." In die nacht werd hij opgeroepen met het verzoek om terug te keren naar Spier. Het was inmiddels 12 april. Hij haalde troepen op en ging weer richting Westerbork. Via Zwiggelte reed hij naar Kamp Westerbork. Hij schreef: "Detoured through swamp (driving along a railwayline) arrived at and liberated a Political Concentration Camp (KAMP WESTERBORK). 1 or 2 thousand. All nationalities, only genuinely happy people I have seen. Many Jews, many beautiful women. (...) after radioing information back to Squadron H.Q. moved out C.camp after approx. 45 minutes. Than harboured at Amen – 2 miles from camp."
Dankzij het dagboekje kon Sheppard gedetailleerd vertellen over de gebeurtenissen van 60 jaar geleden. Op de plek waar vroeger de ingang van het kamp was staat nog een slagboom en een hek met prikkeldraad. Daar hebben we onze belangrijkste opnamen gemaakt. Op de achtergrond was het huis van kampcommandant Gemmeker te zien. Onze gast beschreef de situatie.
De slagboom stond open. Ze moesten in hun gepantserde wagens blijven, omdat ze als verkenners altijd op de vijand bedacht moesten zijn. Bij de ingang van het kamp zagen ze niemand. Hun aandacht ging uit naar de wachttorens, omdat daar de vijand kon zitten, maar de torens bleken verlaten. Opeens kwamen gevangenen aangehold. Honderden tegelijk, misschien wel duizend. Ze wilden de eerste bevrijders aanraken. Een oudere man zocht contact en wilde Ted een hand geven. Die man was zo blij dat hij de Jodenster van zijn jas trok en deze aan Sheppard gaf. 
De Canadees had het allemaal redelijk nuchter en koeltjes ervaren. Veel minder emotioneel dan ik had verwacht, maar hier realiseerde ik me voor het eerst dat die jongens van 22 niet wisten wat wij nu allemaal weten over die periode in de geschiedenis. Ze waren een onderdeel, maar konden het grote geheel op dat moment niet overzien. Zij zagen de bevrijding van Europa waarschijnlijk als een noodzakelijk avontuur en niet als een grote heldendaad. 
De Davidster heeft Ted Sheppard altijd bewaard en vanmiddag zat de ster in de binnenzak van zijn grijze regenjas. Ik mocht hem even vasthouden om er een foto van te maken en dat deed me wat. Niet eerder was de holocaust zo dicht bij. Boeken en films hebben me geholpen om een beeld te krijgen van de Tweede Wereldoorlog, maar vandaag was het allemaal echt. Een echte oorlogsheld; een bevrijder in levende lijve. Dat kamp met de echte verhalen en uiteindelijk een echte gele "Jood" ster van iemand die Kamp Westerbork heeft overleefd.

Toen ik nog werk had als cameraman maakte ik mooie dingen mee. Ik mocht bij allerlei gelegenheden vooraan staan en kwam in contact met bijzondere personen. Dat mis ik nu enorm. Ik hoop dat we weer snel aan de bak mogen en het dagboek kunnen vullen met nieuwe verhalen en ontmoetingen. In ieder geval op 13 september, wanneer de jubileumherdenking van de bevrijding van Kamp Westerbork alsnog plaats vindt. Ik heb het met een rode pen in mijn agenda genoteerd en ga er vanuit dat ik er dan gewoon bij ben.


Ted Sheppard in 2005

zaterdag 11 april 2020

Pasen 2020

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 18 / dag 30)

De kersenboom bloeit. Zijn witte bloesem is mooier dan ooit in het lentezonnetje dat net om de hoek komt kijken. Ik heb de bovenste takken de afgelopen winter op een beetje onhandige wijze gesnoeid, waardoor je iets kan vinden van de vorm, maar anders werd hij te groot voor ons tuintje. We hebben hem twaalf jaar geleden geplant, op 5 april 2008, de dag na ons huwelijk. Maar het is niet alleen onze liefdesboom; op dit moment gebruiken twee koolmeesjes hem om elkaar het hof te maken. Ze vliegen af en aan naar het vogelhuisje dat ik ooit van de makers van Vroege Vogels kreeg.
Het zijn de kleine dingen. Een kopje Nespresso. Twee prachtige kinderen om me heen en op de bank leest mijn lieve Lief de zaterdagkrant. Zelfs Flip, het konijn, is blij met alle aandacht die hij de afgelopen weken krijgt. 
Elk nadeel heb zijn voordeel. Dankzij Covid-19 ben ik voor het eerst in jaren weer eens een heel paasweekend vrij. Ik heb het nagezocht in oude urenoverzichten. Het is de afgelopen acht jaar niet meer voorgekomen. Als mijn vrouw met de kinderen in dit tuintje op zoek ging naar chocolade eieren, was ik bij een vroege kerkdienst of in Zuid Limburg voor de Amstel Goldrace. Ik kan me er nu al op verheugen dat ik morgenvroeg de eieren ga verstoppen, ook al zijn de kinderen er inmiddels wel te groot voor.
Verder ga ik dit weekend helemaal niks doen. Ik heb me voorgenomen om me de komende drie dagen nergens druk over te maken. Ik blijf hier zitten en wil eindelijk eens te beginnen in het boek van Giphart, dat al vanaf Sinterklaas naast mijn bed ligt. Anders vermaak ik me wel met kijken naar de mensen op het wandelpad bij de knotwilgen, achter ons huis. 
Vanmorgen maakten drie dames, die hun hondjes uitlieten, daar ruzie met een jogger. Ik hoorde ze schreeuwen over de anderhalve-meter-regel. Het was een idioot tafereel dat ik had moeten vastleggen en archiveren voor een Andere Tijden over het jaar 2020. Het pad is nog geen anderhalve meter breed. Blijkbaar ging de jogger niet genoeg aan de kant voor de hondenmevrouwtjes. Of andersom, dat heb ik net niet gezien. Een opmerking leidde tot een pittige discussie. Vervolgens werd het ordinair schelden, tot de jogger eieren voor haar geld koos en door liep. De dames van de hondjes hadden nog en tijdje nodig om met elkaar hun grote gelijk te bespreken. Ondertussen vergaten ze zelf die verdomde anderhalve meter in acht te nemen. Een meneer die inmiddels was komen aanlopen kon niet verder, omdat het pad werd geblokkeerd door de gepikeerde dames.
Ik heb ook een maand nodig gehad voor ik me een beetje kon verzoenen met de ontstane situatie. Eindelijk voel ik weer eens ontspanning in mijn lijf. Ik doe mijn best om het nog even vast te houden voor een nieuwe onrust toeslaat.
Vrolijk Pasen!






dinsdag 7 april 2020

adopteer een ZZP’er (voor een dag)

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
nr. 17 / dag 26

Direct nadat op 12 maart alle evenementen en sportwedstrijden werden afgezegd voor de komende periode hebben de grote facilitaire bedrijven in omroepland contact met elkaar gezocht en een paar belangrijke afspraken gemaakt. In het weekend daarna stuurden ze een brief aan alle omroepen en producenten, waarin ze schreven dat onze industrie ten tijden van het coronavirus op een aantal vlakken samen moet optrekken. Ze vroegen om flexibiliteit op het gebied van de inzet van eigen mensen en begrip voor het feit dat niet alle aanvragen op naam meer konden worden gehonoreerd. 
Op datzelfde moment werden alle ZZP’ers voor de maanden maart en april afgebeld. Uit interne communicatie blijkt dat United en NEP hebben afgesproken om zoveel mogelijk eigen personeel in te zetten en mogelijk zelfs operationele medewerkers van elkaar uit te wisselen om externe inhuur te vermijden.    
Ik begrijp dat volledig. Het is van groot belang dat alle bedrijven in Omroepland deze crisis overleven. De kosten die deze firma’s maken zijn enorm en als er de afgelopen jaren al winst is gemaakt, dan is dat doorgaans niet in een oude sok gestopt voor onvoorziene toestanden zoals deze coronacrisis. De afgelopen weken heb ik dan ook regelmatig tegen narrige collega’s gezegd dat we als ZZP’ers geduld moeten hebben en begrip voor deze keuze. 
Nu zijn we vier weken verder en begint het toch langzaam ook bij mij een beetje te knagen. Het geduld raakt op, ik mis mijn mooie vak en de collega’s. Daarnaast zie ik mijn spaarvarkentje al langzaam iets magerder worden. Het feit dat we nog geen licht aan het einde van de tunnel zien maakt me ook niet rustiger.
Deze week mailde ik met een programmamaker over een project in mei en werd ik nog eens fijntjes gewezen op de afspraken tussen facilitaire bedrijven en de omroepen. Hij schreef: ‘Hoe zeer het ons spijt en hoezeer we loyaal naar jou zouden willen zijn; het gaat domweg niet.’
Ik snap het, maar ik lees ook de berichten dat grote bedrijven op een heel prettige wijze worden gecompenseerd. De tijdelijke noodmaatregel voor behoud van werkgelegenheid houdt in dat lonen van werknemers van bedrijven die vanaf maart omzetverlies lijden, grotendeels door de staat worden opgebracht. Het doel is niet het behoud van banen, maar inkomensbehoud voor werknemers van die ondernemingen. Deze regeling geldt zelfs voor de hoge salarissen, tot 9.532 euro per maand. 
ZZP’ers die zonder inkomen zitten moeten tevreden zijn met een aanvulling tot het minimumloon. Ik denk echt dat dit een heel unieke regeling is en dat we daar als freelancers heel blij mee mogen zijn, maar ergens voelt het ook een beetje dubbel. Werknemers in vaste dienst worden rianter gesteund én ze krijgen ook nog eens de laatst overgebleven opdrachten toebedeeld.
Ik wil niet klagen over de regelingen en ik wil ook niet mopperen over de grote jongens die het ons lastig maken om nog ergens een opdrachtje vandaan te pulken. Ik wil alleen aan producenten en omroepen vragen om, met dit alles in het achterhoofd, eens wat vaker een ZZP’er te bellen en hem of haar rechtstreeks in te huren. Die help je enorm met een draaidag. Je maakt hem of haar niet alleen blij met wat geld, maar je zorgt er vooral ook voor dat hij of zij weer eens even lekker kan werken. In mijn geval huur ik dan de apparatuur in bij een facilitair bedrijf en zo verdienen zij toch ook weer wat.
Laten we de magere buit zo een beetje verdelen. In een onzekere periode is respect en solidariteit immers van groot belang. Ik weet dat er al een paar producers zijn die er zo over denken en die verdienen wat mij betreft allemaal een standbeeld bij de ingang van het Mediapark.









zondag 5 april 2020

lang leve de creativiteit!

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
nr. 16 / dag 24

Zaterdagmorgen belde Onno Krijnen. Ik ken hem al lang. In de vorige eeuw werkten we samen bij de Amsterdamse zender AT5. Dat was nog in de tijd van videobanden, accubelts en gloeiend hete lampen, waardoor bij mensen in huis de stoppen sprongen als je kwam filmen. Als we niet werkten met mannen als Theo van Gogh, Joop Braakhekke, Ton van Royen of Theodor Holman, dan zaten we nachtenlang in Café Schiller aan het Rembrandtplein om te filosoferen over ons fantastische vak. Onno was iets ouder, had meer ervaring en was creatiever dan ik. Van hem kon ik leren. 
Helaas hebben Onno en ik tegenwoordig weinig contact met elkaar. De laatste keer dat ik hem zag is alweer een paar jaar geleden bij de opening van een fototentoonstelling. Maar áls ik hem spreek is het altijd inspirerend. Ook aan de telefoon spatte de bevlogenheid er gelijk weer vanaf. Hij had een ideetje en dat moest er uit. Ik hou daar van en was een en al oor.
Onno vindt het heel erg dat zoveel collega’s op dit moment noodgedwongen thuis zitten en dat de meeste cameramensen op dit moment niet verder komen dan het schoonspuiten van hun tuintjes met lelijke gele hogedruk apparaten. Ondertussen blijf al hun creativiteit ongebruikt. Dat is eeuwig zonde en ongezond. Die opgekropte kunstzinnigheid moet er uit. Een cameraman moet filmen, anders gebeuren er vroeg of laat ongelukken.
En dus had Onno het volgende bedacht: Het Corona Short Mobile Phone Film Festival. Ofwel CSMPFF.
Je begrijpt dat ik enthousiast ben. Onno heeft altijd goede ideeën. Dit gaan we doen!

We roepen in eerste instantie cameramensen op, maar in principe mag iedereen meedoen. Het idee is dat je in coronatijd een of meerdere filmpjes maakt van maximaal 1 minuut, gedraaid met een mobiele telefoon. Geen toeters en bellen. Het is juist de grap om zo goed mogelijk te kijken en de creativiteit alle ruimte te geven. Observaties. Verhaaltjes vertellen met beelden. Lekker bezig zijn met het vak. Elkaar inspireren en elkaar vrolijk maken met verrassende resultaten. Samen de verzuring tegen gaan.
Het is geen challenge en ook geen wedstrijd. Het gaat niet om winnen of verliezen. De hoofdprijs is dat we er allemaal blij van worden.
Er moet nog veel gebeuren. Om te beginnen moeten we inzendingen hebben. We werken nog aan een YouTube-kanaal, maar er is inmiddels een prachtige Facebookpagina (Corona Short Mobile Phone Film Festival). Filmpjes kan je daar op zetten, maar je mag ze ook naar mij sturen. Gewoon via WhatsApp is makkelijk, maar je mag ook mailen. 
Om je een idee te geven van wat er mogelijk is vraag ik je om even te kijken naar het filmpje dat Onno deze week maakte en waar het hele idee uit voort komt. Als je dat gezien hebt gaan je handen jeuken, dat kan niet anders. En nu dus snel naar buiten. Pak je fiets en ga op jacht. 
Vol verwachting klopt ons hart.

(reinzelf@janreinhettinga.nl) 





donderdag 2 april 2020

persconferentie

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 15 / dag 21)  

Net als ruim 7,5 miljoen andere Nederlanders zat ook ik, afgelopen dinsdag om zeven uur, met mijn gezin voor de buis om te kijken naar de persconferentie van premier Rutte. De kinderen zullen dit nooit vergeten en zij gaan later vast nog vaak vertellen over het gekke jaar 2020. Ook de komende vier weken zijn we op elkaar aangewezen. Dat is het leuke van de hele situatie waarin we zijn beland. Eindelijk hebben we tijd en alle aandacht voor elkaar. We spelen elke avond spelletjes. Ondanks het feit dat ik al vijftien potjes op rij niet meer kan winnen van mijn zoon met Stratego, blijft het iedere keer weer spannend. Ik kan me niet heugen dat we zo vaak met z’n vieren aan tafel zaten. Met mijn dochter ben ik al een paar keer op ‘berenjacht’ gegaan en hoewel ze daar eigenlijk al te groot voor is hebben we samen de grootste lol. 
Terug naar die persconferentie. Als cameraman en televisiemaker kijk ik vol verbazing naar de banner achter de sprekers. Ik ben blijkbaar zelf ook geen goede strateeg, maar welke communicatiedeskundige heeft bedacht om daar met grote letters ‘Alleen samen krijgen we corona onder controle’ op te laten printen? In het mediumshot en op heel veel foto’s staat nu: ‘samen krijgen we corona.’ Het begin en einde van de zin valt weg in een keurig kader. 
Het valt me sowieso iedere keer op hoe klungelig en armoedig zulke belangrijke momenten in beeld worden gebracht. Niks ten nadele van de collega’s die daar staan en dit zo netjes mogelijk doen, maar is het echt niet mogelijk om daar een paar extra camera’s neer te zetten? In Hilversum staan hele schappen vol met werkloze camera’s en er zijn honderden cameramensen beschikbaar die graag hun steentje willen bijdragen. 
Waarom wordt zo’n historische gebeurtenis slechts met één camera geregistreerd? Ze stofzuigen een beetje heen en weer naar de verschillende sprekers en moeten een heel ruim shot maken om de doventolk in beeld te houden? En waarom houden we niet een of zelfs twee kanalen van de publieke omroep vrij om zulke belangrijke persconferenties integraal (en inclusief alle vragen van verslaggevers) uit te zenden? Op het ene kanaal voor de gewone kijker en op een ander kanaal met de doventolk in beeld. Zo moeilijk is dat toch niet? Die dame hoeft toch niet de hele tijd staan te hamsteren achter onze minister president. Dat kan prima in een picture in picture.
Stel dat het gaat om het aantal mensen in de ruimte, dan neem gewoon een grotere ruimte. Er zijn telelenzen genoeg. En als iedere nieuwsorganisatie liefst haar eigen keuzes wil maken, dan geef je iedereen alle beelden van de verschillende camera’s in de zaal los en kan elke zender zijn eigen regie voeren. Zo moeilijk is dat niet. We leven immers in 2020, het tijdperk van de onbegrensde mogelijkheden… Oh, nee. Die tijd is voorbij.








woensdag 1 april 2020

Tozo or not Tozo

dagboek - ZZP’er in crisistijd 
(nr. 14 / dag 20)  

Ik was er helemaal klaar voor. Gisterenmorgen zou ik even die tijdelijke bijstandsuitkering voor ZZP’ers aanvragen. Al mijn opdrachten als freelance cameraman zijn geannuleerd door de maatregelen die zijn genomen om het Coronavirus in te dammen, dus dacht ik in aanmerking te komen voor de noodmaatregel. Tot ik ging lezen. 
De Kamerbrief van de vorige week over de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers is helder: 

“Zelfstandig ondernemers met financiële problemen kunnen een beroep doen op deze voorziening, die uitgevoerd wordt door gemeenten. De nadruk op snelheid impliceert mogelijk wel dat niet al het misbruik en oneigenlijk gebruik ondervangen kan worden. Het kabinet doet een nadrukkelijk appel op mensen die extra ondersteuning niet nodig hebben om af te zien van een aanvraag. Die ontlast de uitvoering en draagt bij aan een doelmatige besteding van publieke middelen.”

Op de site van de Gemeente Utrecht lees ik: 

“De tijdelijke regeling is bedoeld voor ondernemers die niet meer kunnen rondkomen zonder financiële steun.”

En even verderop: 

“Deze tijdelijke regeling is vooral bedoeld voor zelfstandigen die het niet zouden redden zonder ondersteuning. Als u het wel zou redden moet u zelf de afweging maken wat ethisch verantwoord is.”

Tot slot: 

“Maakt u bewust misbruik? Dan krijgt u een boete.”

Wie goed leest en enigszins principieel is, komt tot de conclusie dat je echt aan de grond moet zitten om in aanmerking te komen voor dat gratis minimumloon. Als je een appeltje voor de dorst hebt, word je geacht om dat eerst op te eten. Feit is dat er in eerste instantie niet goed gecontroleerd wordt om vaart te kunnen maken, maar aan het eind van het jaar moet iedere ZZP’er natuurlijk wel belastingaangifte doen. Gaan ze dan controleren wie ten onrechte zo’n uitkering heeft ontvangen en eventueel zelfs boetes uitdelen? Ik weet het niet. Ga ik dat uitproberen? Nee.

Maart was in financieel opzicht een super slechte maand voor mij, maar ik heb wel net iets meer dan het bestaansminimum omgezet. Dan kom je sowieso niet in aanmerking voor die uitkering. Tenzij je de boel belazert. 
Voor april en mei weet ik het nog niet. Als ik deze maanden helemaal niks verdien kan ik in principe tot 31 mei met terugwerkende kracht van de noodmaatregel gebruik maken. Liever zet ik alles op alles om toch een paar klussen mee te pikken en zo wat geld binnen te harken. Ik ga pas van overheidssteun gebruik maken als het echt, echt, echt niet anders kan. Zo is het bedoeld en het is ook mijn eer te na.
Spannend is het wel. Ik slaap onrustig, omdat ik nagenoeg niks verdien. Mijn vaste lasten zijn best hoog door een serieuze arbeidsongeschiktheidsverzekering, mijn spaarregeling voor pensioen, alle overige (zakelijke) kosten, het levensonderhoud, de hypotheek en twee kinderen in de groei. Het gaat hard, maar ik heb natuurlijk een bescheiden buffertje. Daarmee red ik het hopelijk tot de zomer. Het wordt in mijn geval spannend als er eind augustus of begin september nog steeds geen werk is voor freelance cameramensen. Of als de auto, de wasmachine en de verwarmingsketel het tegelijk begeven. 

Ik moet naar mezelf kijken en niet naar anderen, maar het raakt me wel dat verstandige zelfstandige ondernemers hun spaargeld zien verdampen en dat collega’s (met vergelijkbare omzetten), die roekelozer gehandeld hebben, nu al vooraan staan bij de noodloketten. Want wees eerlijk, je moet toch serieus even achter je oren krabben wanneer je als ZZP’er binnen een maand door je buffer heen bent?
Als zelfbenoemd DBA-deskundige durf ik in ieder geval te voorspellen dat we als ZZP’ers, na deze crisis, onwijs op onze vingers getikt worden door de minister. De politiek zal dan zeker terugkomen op het feit dat teveel ZZP’ers geen echte ondernemers zijn. Zij die niks geregeld hebben voor een onverhoopte arbeidsongeschiktheid, die geen pensioen opbouwen en die dus ook niet eens in staat zijn om een gezonde reserve op te bouwen maken geen reclame voor de groep zelfstandige ondernemers zonder personeel.