zondag 31 juli 2011

zomer 2011 - 28


De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog twee weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op zaterdag 16 juni 2007.

doos

Een knappe jonge man zoekt een geschikte doos terwijl zijn aantrekkelijke vrouw de boodschappen op de band zet. Gesleep met plastik zakken vind zij slecht voor het milieu en bovendien kost het telkens 15 cent. Ze heeft voorgerekend dat de kosten van lussentassen op jaarbasis kunnen oplopen tot 35 euro, als je -zoals hij- bijna elke dag naar de winkel gaat. Daar kan je andere leuke dingen mee doen.
Hij is zo'n type die steeds weer vergeet dat je de draagtasjes kan recyclen. De voorraad in de trapkast is waarschijnlijk gigantisch. Alleen als zijn vrouw er bij is neemt hij een kartonnen doos. Vooral omdat zij telkens weer roept dat het afgelopen moet zijn met die plastik zakken.
Maar tegen het eind van de zaterdagmiddag is het behelpen bij de dozenbak. Alles wat rest is klein of heeft onhandige gaten in de bodem. Een vakkenvuller biedt uitkomst. Hij heeft weliswaar een buitengewoon grote doos, maar alles is beter dan opnieuw gezeur over het milieu en onnodige kosten.
De doos is te groot voor het winkelwagentje en er heeft iets van weinig gewicht in gezeten. Afbakbroodjes ofzo. Hij plaatst het gammele geval bovenop het karretje en begint met het inpakken van de boodschappen. Zware zaken eerst. Bovenop de broodjes en andere kwetsbare levensmiddelen. Zijn vrouw trekt de portemonnee en gaat voor de Pokémonknikkermunten.
Buiten zijn zie ik ze weer.
Op het parkeerterrein van de supermarkt worstelt de man met het wagentje. Met één hand sturen is nog lastig op het schuine, onregelmatige stoepje. De andere hand probeert de doos tegen te houden die langzaam naar voren hobbelt. Mevrouw volgt op anderhalve meter.
Stoep af gaat net goed, maar vlak bij de auto gaat het toch nog mis. Een zwenkwiel van het wagentje blokkeert in de goot, de doos schuift een klein stukje naar voren en door het gewicht van colaflessen scheurt het karton. Alle boodschappen gaan als een waterval over de rand. Tot slot valt de doos op de grond.
De tiramisu zakt naar een kant van de verpakking, een rol beschuit is gekneusd door de frisdrank, broodjes zijn geplet onder een pak appelsap en tot overmaat van ramp ligt een pot Chicken Tonight in gruzelementen. De milde curry ligt op straat en alle boodschappen zitten onder de gele spatten. Glasscherven vlak achter de achterband van de Volkswagen.
'Zag je het niet aankomen?', vraagt de vrouw, vlak nadat de man hartgrondig heeft staan vloeken. Even is het stil op straat. Alsof zelfs de vogels stoppen met fluiten. Donkere wolken pakken zich samen boven het winkelcentrum. Ik wil snel in mijn auto stappen en realiseer me dat dit zo'n moment is waarop zelfs het beste huwelijk kan stranden.
De man ontploft.
'WAT DENK JE???', roept de man. 'Zag je het niet aankomen? Zag je het niet aankomen?'
Inmiddels weet ook de dame dat deze zaterdagmiddag verloren is. 'Natuurlijk zag ik het aankomen, maar ik dacht: Ach laat ik alle boodschappen eens op de grond flikkeren!!!'
Er valt een nieuwe stilte. Deze keer kort.
Dan mompelt hij: 'Stomme doos!'

zaterdag 30 juli 2011

zomer 2011 - 27


De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog twee weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op dinsdag 13 juli 2010.

Waarom?

Art zit in de waaromfase. Al een aantal weken en het houdt niet op. Het is om gek van te worden.
Waarom?
Nou, omdat hij de waarom-vraag te pas en te onpas stelt.
Waarom?
Ik denk omdat hij alles wil weten. Het is een leergierig ventje.
Waarom?
Omdat hij qua nieuwsgierigheid natuurlijk een beetje op zijn vader lijkt.
Waarom?
Ehm... dat is iets met DNA of chromozomen. Erfelijkheid. Weet ik veel?!
Daarom!
En daar ga je. Het is heel irritant en frustrerend bovendien. Elk antwoord dat ik geef leidt onherroepelijk tot een nieuwe vraag. Het maakt niet uit of ik lange ingewikkelde zinnen gebruik of kort en krachtig ben. Het lijkt wel treiteren, al denk ik niet dat mijn zoon nu al zoiets doet. Hij is drie.
Dus doe ik mijn uiterste best om alles zo goed mogelijk uit te leggen. Voor zover ik zelf überhaupt weet waarom.
Waarom is een graafmachine geel? Waarom is het geen lekker weer?
Geen idee.
Als het bad bijna leeg is gaat het water bij het putje draaien, maar waarom? Waarom heeft papa bijna geen haar op zijn hoofd, maar wel in de neus? Waarom is dat muurtje recht?
Weet ik veel!
Waarom is schommelen leuk?
Ik kan het je niet vertellen...
Waarom zijn boontjes gezond? Probeer dat maar eens beknopt, helder en zonder lulkoek uit te leggen aan een kind. Want wat zijn vitamientjes papa?
Waarom vind papa koffie lekker?
Zelfs als ik eerlijk beken dat ik iets niet weet, vraagt meneer waarom? Het aller ergste is dat ik steeds weer tot de conclusie kom hoe weinig ik weet. Ik moet wel twintig keer op een dag een antwoord schuldig blijven en eerlijk toegeven dat ik geen idee heb. Wat moet die jongen nou toch van zijn vader denken?
Tot voor kort vond ik mezelf nog redelijk slim, maar inmiddels weet ik beter.
Waarom is papa een beetje moe?
Daarom!
Omdat dat zo is.
En omdat ik het zeg.

vrijdag 29 juli 2011

zomer 2011 - 26


De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog drie weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op woensdag 14 april 2010.

lijfstraffen moet mogen!

Mijn moeder deed ooit de in ons gezin inmiddels legendarische uitspraak: ‘Ik kan ook lachend slaan!’ Toch kan ik me niet herinneren dat ze ooit zo ver is gegaan. Op mijn opvoeding kijk ik zonder enige rancune terug. Mijn ouders hebben het goed gedaan. Nou was ik natuurlijk zelf ook een voorbeeldig ventje.
Nu ik zelf papa ben vraag ik me met enige regelmaat af hoe je kinderen op de beste manier groot brengt. Met name onze peuterpuber van bijna drie zorgt er voor dat ik steeds meer geinteresseerd raak in de Nanny-programma’s op SBS6. Vanavond had ik bijna de neiging om hem lachend te slaan, maar ik weet dat mijn Lieve Lief mij dan lachend vermoord.
Art is een slechte eter. Dat was hij niet tot ongeveer op de dag waarop meneer twee werd, nu bijna een jaar geleden. Sindsdien is hij kieskeurig en wij hebben ons voorgenomen om er geen strijd van te maken, maar inmiddels willen we wel dat hij meer van de schaal van vijf gaat eten. Dus vinden we dat hij, heel ouderwets, gewoon moet eten wat de pot schaft. De vraag is alleen hoe je dat voorelkaar krijgt bij onze kleine joker.
De afgelopen maanden zijn al onze trucendozen opengetrokken. We hebben vanalles geprobeerd en soms ook met tijdelijk succes, maar bijvoorbeeld vanavond at meneer twee stukjes aardappel en liet hij zijn broccoli en vleesje liggen, om vervolgens hard richting Duplo te hollen. Het liefst was hij pas terug gekomen op het moment waarop de woorden ‘toetje’ of ‘Mini Moesje’ zouden vallen. Papa en mama vonden echter dat hij nog niet van tafel kon en riepen hem tot de orde. Althans, dat probeerden wij.
‘Art, kom je nog even aan tafel?’ De formulering was modern vragend en wellicht ietwat vriendelijk, maar ik gebruikte mijn strenge toon. Alleen deed meneer alsof hij Oost-Indisch doof was.
‘Art!!!’ zei ik nogmaals. Nu op mijn strengst. Geen reactie. Zelfs stemverheffing had geen enkel effect. Het enige wat de kleine doerak deed was mij lachend aankijken.
Ik stond op om hem te pakken, maar dat is hier in huis doorgaans een spelletje. Art gilde van plezier en rende rondjes om de bank. Hoe ging ik nu duidelijk maken dat het menens was?
Ik pakte hem op, probeerde in zijn ogen te kijken en waarschuwde nog een keer. Als hij nu niet normaal op zijn stoel kwam zitten zou hij op de gang moeten. Die straf werkt in 99 van de 100 gevallen. Behalve vandaag. Het leek Art een prima ideetje om even op de trap te gaan zitten. Met plezier liet hij zich even later afleveren in de hal van ons huis. Hij had de meest ondeugende twinkel in zijn ogen en hield zijn hand voor de mond om zijn grijns te bedekken. Meneer wist dat hij heerlijk stout was.
Eenmaal terug in de kamer keek mijn Lieve Lief me lachend aan. Ik had zojuist geen enkele indruk gemaakt. Mijn hele optreden was een fiasco. Ik vond het ook wel grappig, maar baalde tegelijkertijd en herinnerde mij de uitspraak van mijn moeder.
Na een paar minuten ging ik eens kijken op de gang. Art zat vrolijk op de trap. Hij had er een paar reclamefolders bij gepakt die door de brievenbus waren gevallen. Ik nam plaats naast hem en vroeg met serieuze stem of hij even naar mij wilde kijken. Mijn gezicht stond in de boze stand. Tenminste, dat dacht ik.
Op het moment waarop ik nogmaals wilde uitleggen dat hij heel stout was kwam Art met zijn hoofd naar me toe. Hij lachte en gaf me een lange natte zoen. Vol op de mond. Hij sloeg een arm om mijn nek alsof hij zeggen wilde dat ik me niet zo druk moest maken. Je moet erbij geweest zijn, maar het was een uiterst grappig moment. Ik moest keihard lachen en Art ook. Alle gezag aan diggelen.



donderdag 28 juli 2011

zomer 2011 - 25

De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog drie weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op 23 november 2009.

Lieve lief

Mijn lieve Lief is uit het juiste mamahout gesneden. Ik wist dat al, maar het kan desondanks ontroerend zijn wanneer je in tijden van crisis ziet hoe onmisbaar een echte moeder is. Daar kan geen papa (hoe betrokken ook) tegenop.
Misschien moet ik voor mezelf spreken en de situatie van de afgelopen nacht er even ter verduidelijking bij halen. Imme had hoge koorts. Ons arme meisje (vier maandjes oud) was zeer onrustig. Ze wilde om een of andere reden niet plat liggen. Hartverscheurende huilbuien hielden papa en mama uit de slaap.
Papa was ook niet echt lekker. Wellicht had ik in mindere mate last van hetzelfde virus. Het leek echter aanstel, om onder de permanente zorg voor de kleine Imme uit te komen. Die paar keren dat ik ben opgestaan om Imme even te troosten werd het niks. Bij mij ging ze alleen maar harder snikken. Dat zegt veel over de band tussen moeder en dochter, maar wellicht ook iets over mij.
Als ze even sliep moest ik hoesten en waren we terug bij af. Maar mijn lieve Lief gaf geen kik. Rustig, zoals een echte moeder betaamt, pakte ze keer op keer haar dochter uit het wiegje. Het leidde tot een slapeloze nacht. Nou heb ik ook niet veel geslapen, maar meer dan mijn vrouw.
De afgelopen tijd heeft lieve Lief het toch al behoorlijk voor haar kiezen gehad, want Imme drinkt (nog steeds!) niet uit een flesje. Dat betekent dat moeders geen hele dagen van huis kan en halsbrekende toeren uit moet halen om werk te combineren met de zorg voor onze prachtige dochter. Hoe zwaar dat is zie je alleen als je een paar dagen mee kan lopen. Ik heb de afgelopen maanden nog meer respect voor mijn vrouw gekregen.
Vanmorgen vroeg, toen Art alweer wakker werd, zag ik mijn lieve Lief met Imme op de arm zitten. Ze knuffelde haar poppetje alsof er niets aan de hand was. Zoveel geduld, liefde en warmte; ik werd er even emotioneel van.
Mamahout, dat is zacht hout met een ongekende veerkracht en super sterk. Mijn lieve lief is van massief mamahout. Zonder haar ben ik nergens!


woensdag 27 juli 2011

zomer 2011 - 24


De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog drie weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op 8 juni 2007.

Geachte heer Jagger,

In een Nijmeegse snackbar heb ik met mijn rock 'n roll vrienden gewacht tot het noodweer was overgedreven. Terwijl we matige friet van een Chinese patatbakker nuttigden hoorden we wel de donderklappen die bij The Bigger Bang hadden kunnen horen. Of was het Jumping Jack Flash?
Door de laatste druppels zijn we naar de ingang van het Goffertpark gelopen en op het moment dat een vriendelijk meisje klaar was met fouilleren hoorde ik de eerste tonen van Start Me Up. Precies op tijd, zou Paulus de Boskabouter zeggen. Wel jammer dat we Van Morrisson hebben gemist. Ik had nog even de hoop dat hij een nummertje met jullie mee zou mogen spelen.
Met een traytje bier hebben we ons naar voren geworsteld. Het blijft een goede truc om te doen alsof je vrienden zoekt die er niet zijn. Uiteindelijk stonden we rechts voor het podium, achter een paar lelijke oude, matig dansende rockliefhebbers. Voor jullie tijd om She Was Hot en Sweet Virginia te spelen.
Op dat moment werd ik gegrepen door een vaderinstinct waar ik nog niet eerder mee geconfronteerd was. Met een brok in de keel moest ik denken aan mijn kleine mannetje. Ik realiseerde me dat het nog een paar jaar zal duren voor hij van zijn moeder mee mag naar een van jullie optredens. Het had deze avond prima gekund, want het was droog. Ik denk ook dat geen Stonesfan problemen had gemaakt over de aanwezigheid van een Buggaboo op het veld, want er was ruimte zat. Ze zeggen echter dat een mannetje van dik drie weken er nog niet zo veel aan heeft.
Tijdens It's All Over Now werd ik serieus sentimenteel. 'Wat als het echt over is?', dacht ik. Dan heb ik mijn zoon een jaar of acht te laat gekregen en zal hij dit stuk essentiële ontwikkeling moeten missen. Is een leven zonder ooit naar een concert van de Rolling Stones te zijn geweest wel de moeite van het leven waard?
Toen Keith op een geheel verkeerde wijze zijn Happy inzette en er een potje van maakte wist ik zeker dat de kans op verval met het jaar groter wordt. Dit gaat geen tien jaar meer duren.
Ik snapte ook gelijk waarom de Rolling Stones waarschijnlijk nooit meer aan de wens van haar fans kunnen voldoen om in theaters of andere kleine zalen te gaan spelen. Daar is de kwaliteit niet meer hoog genoeg voor. Op een groot podium kan je een hoop verdoezelen. Met een videoshow in stroboscoop ziet zelfs de ware kenner niet of de juiste snaren geraakt worden. Ron en Keith redden elkaar telkens en misschien zit er wel een coverbandje onder het podium een beetje mee te spelen. Of is er een muziekband, compleet met foutjes en kleine missers?
Ik maak me zorgen. Over het voortbestaan van de Stones, maar vooral over de toekomst van mijn zoon Art. Dat is waarom ik deze brief schrijf. Zou U, Mick Jagger, nog een paar jaar de Job Cohen van de rock 'n roll willen blijven en de boel een beetje bij elkaar kunnen houden? Is Keith nog zo lang te conserveren?
Over zes, zeven, acht jaar neem ik de kleine man mee. Dan zet ik hem op mijn schouders en zal hij juichen als U die gekke danspasjes maakt. Klappen wanneer U het aangeeft en ik beloof dat hij tegen die tijd alle nummers mee kan zingen. De tekst van Satisfaction zit nu al in zijn hoofd en ik vrees dat niet papa of mama zijn eerste woordjes zullen zijn, maar honky tonk!

dinsdag 26 juli 2011

zomer 2011 - 23


De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog drie weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op 17 oktober 2007.

uitgekookt



Dit is geen foto van een kunstvoorwerp of een nieuw soort voorbehoedmiddel. Het is de splinternieuwe bijtring van mijn zoon Art, waarvoor we vanmiddag een uur naar de HEMA gebuggabood hebben. Nou moet je niet gelijk denken dat ons mannetje een gulzig monster is. Hij heeft dit prachtige exemplaar nooit in zijn grijpgrage handjes gehad; laat staan dat hij het in zijn kwijlend en tandenloze mondje zou kunnen verslinden.
Deze brute vorm van kapitaalvernietiging (€ 1,50 bij de HEMA) moet geheel op het conto van zijn overbezorgde papa worden geschreven. Die wilde het allemaal net even te goed doen. Volgens de boekjes moet je namelijk alles uitkoken voor een baby. Dus dacht hij slim te zijn en smeet ook de fünkelnagelneue bijtring in een pan met kokend water. Vijf minuten later stond de fanatieke vader een beetje beteuterd te kijken bij het aanrecht.
Het stond natuurlijk in piepkleine lettertjes op de verpakking. 'Niet bestand tegen uitkoken!' Een euro vijftig naar de filistijnen en het kereltje blij gemaakt met een gesmolten bijtring. Ik had dat ding volgens de veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzing in de koelkast moeten leggen.
Weer een wijze les voor papa. Niet alleen maar doen wat in de boekjes staat of geloven wat ze op een Consultatiebureau voorliegen, maar zo nu en dan ook zelf nadenken! En nu ik toch eindelijk eens stil sta bij dat krampachtige uitkoken van flesjes, speentjes en lepeltjes realiseer ik me dat het een volslagen belachelijke bezigheidstherapie voor jonge ouders is.
Terwijl ik met een pollepel levensgevaarlijke toeren uithaal om een gloeiend heet flesje uit de pan met kokend water te vissen, likt meneer vrolijk aan een teddybeer, aan alle spijlen van de box, aan zijn kleedje of -als hij een beetje doorgedraaid is- aan onze vloer. Zo steriel is zijn leventje al lang niet meer en ik kan toch niet ons hele huis uitkoken?
Het goede nieuws is dat we morgen weer een reden hebben om een wandeling te maken.


maandag 25 juli 2011

zomer 2011 - 22

De zomerprogrammering op Reinonline duurt nog drie weken. Vanaf week 33 ben ik er weer met verse blogverhalen. Tot die tijd haal ik elke dag een stukje uit het archief van deze weblog. Deze week heb ik verhalen geselecteerd die horen bij het thema ‘vaderschap’. Onderstaande column schreef ik op vrijdag 2 maart 2007.


En papa dan?

Daar ga ik. Met een Blije Doos (van de babyzaak) onder de ene en de Zwanger Kadoos (van een drogist) onder mijn andere arm sjok ik door het centrum van de stad. Ik heb het gevoel dat ik een beetje voor joker loop. Echte mannen kijken me meewarig aan. Alleen een moeder met kind achterop de fiets lacht begripvol. Van sjans is echter geen sprake.
De slogan van de Prenatal spookt nog door mijn hoofd.
"Als jij wij wordt…"
Deze aanstaande papa denkt: En ik dan? Eén ding is zeker, de campagne is niet gericht op jonge vaders. Die worden namelijk negen maanden aan hun lot overgelaten.
Daarna wordt het waarschijnlijk niet beter. Ik vrees dat papa zijn finest moment heeft gehad. Neem de folder van de kraamzorg er maar even bij: "Persoonlijke zorg voor moeder en kind." Over de huisvader en zijn emoties wordt met geen woord gerept. Hij doet vanaf nu voor spek en bonen mee.
Het is me opgevallen dat er na de conceptie verdomd weinig amusante taken over blijven voor de man. Hij mag de Blije Dozen ophalen en de kinderkamer opknappen, maar die werkjes vallen bij mij niet onder de noemer 'leuk'.
Voor moeder zijn er tijdschriften, crèmepjes, speciale vitaminetabletten en Blije Dozen. Ze krijgt een nieuwe garderobe en is, overal waar ze komt, het stralende middelpunt.
Papa mag één keertje mee naar de pufcursus en dat is het dan. De verloskundige vraagt hem niks. Hooguit een keer hoe hij denkt na de bevalling zijn werk te combineren met het vaderschap.
Ga eens kijken in de babyzaken. Het paradijs voor moeders en oma's, maar voor een gezonde man is er helemaal niks te beleven. Alle hebbedingetjes zijn mamagerelateerd. Terwijl zij net al drie nieuwe broeken heeft gekregen.
De meeste babyspulletjes zijn natuurlijk gewoon voor de baby, maar toch heb ik de indruk dat de ontwerpsters geen rekening houden met de gemiddelde interesse van een man. Zo'n Buggaboo kost een fortuin, maar gadgets ho-maar. Peperdure stofjes en een modieus design. Mama mag natuurlijk de kleur bepalen, net als bij de Volkswagen garage, maar daar kan papa nog beslissen over een spoiler, het navigatiesysteem of de autoradio. Bij Quinny en Buggaboo niet. Daar kan hij een luiertas uitzoeken. Te gek.
Vol overgave stortte ik me op de techniek in de kinderkamer; de babyfoon. Al snel concludeerde ik dat zelfs op dit vlak weinig te kiezen valt. Een videosysteem, waarmee je beneden op televisie de kleine kan controleren, gaat mijn vriendin een brug te ver en dus komen we uit op het gele setje dat al onze vrienden ook al hebben. Verder is er niets te koop voor papa en de baby.
Volgens mij is een Blije Doos voor vaders een gat in de markt. Stop er een eerste doosje Technisch Lego in, een tijdschrift over radiografisch bestuurbare kinderwagens, een naaktposter van K3 en bijvoorbeeld een setje oordoppen, zodat hij beter kan doorslapen nu zijn vrouw gaat snurken.

zondag 24 juli 2011

zomer 2011 - 21

Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op dinsdag 14 augustus 2007 schreef.

actualiteitenrubriekpaniek

De signaleringsborden boven de A10 knipperen. In de verte zie ik remlichten van tientallen auto's opgloeien. Enkelen gebruiken hun alarmlichten om achteropkomend verkeer te waarschuwen voor de plotseling opkomende file. Ik kon volgens het informatiebord kiezen tussen 6 kilometer op de A10 of vijf kilometer op de A2. Toch heb ik gekozen voor de langste file, omdat we dan niet over de Vreelandseweg (N201) hoeven en het drukke deel van Hilversum vermijden. Het is een keuze en volgens het mannetje naast me de verkeerde.
Verslaggevers hebben de neiging om pas mee te denken over de te nemen route als de beslissing is genomen. Meestal zo'n honderd meter na de cruciale afrit. Het maakt niet uit welke optie je kiest, want altijd krijg je de vraag: 'Hadden we niet beter…?'
Ik blijf rustig, maar ik heb dan ook geen deadline te halen. Voor de meneer op de bijrijderstoel ligt dat even anders. Hij heeft een telefoontje in zijn hand waardoor zojuist nog een collega tetterde. Die was in staat van blinde paniek. Tenminste zo klonk het gekwetter dat tot mij kwam.
'Op deze manier halen we het nooit!' Zegt de verslaggever na een halve minuut stilte. Hij heeft gelijk, want op dit moment rollen we met een snelheid van nog geen tien kilometer per uur. Als dat zo door gaat zijn we in Hilversum op het moment dat de aftiteling wordt gestart.
Voor zijn neus, op het dashboard, staat een kleine monitor. Tussen de voorstoelen heb ik de camera gepropt, zodat de interviews onderweg konden worden gespot. Hij heeft druk zitten pennen en alle uitspraken van de geïnterviewde letterlijk uitgeschreven met de daarbij horende tijdcodes van het bandje.
Tevreden is de vragensteller niet over de gast die door de redactie is geproduceerd. De man is te langdradig en zegt niet wat ze, de verslaggever en zijn eindredacteur, eigenlijk willen horen. Over de manier van vragen stellen zegt niemand in deze auto iets.
'Misschien gooien we het wel weg.' Zei hij drie minuten geleden nog. Nu kijkt hij op zijn horloge, speelt ongeduldig met zijn telefoon, wrijft aan zijn neus en kijkt op het navigatiesysteem naar de vermoedelijke aankomsttijd. Het wordt steeds later. Naast me zit de onrust zelf.
Nog zoiets: de verkeersinformatie noemt de file waarin wij staan niet eens! Het is spits en de vakanties zijn bijna voorbij. Hoe graag ik ook sneller zou willen; de auto voor me gaat met een slakkengang.
'We hadden toch die andere route moeten nemen.' Hij zegt het zonder bedoelingen, waarschijnlijk zelfs zonder nadenken, maar het komt op mij over als een verwijt. Nu heb ík het gedaan. Ik zeg niks en kijk strak voor me uit. 50 staat op de borden. Was het maar waar.
Het is wel eens gezelliger geweest in deze auto.
Weer een paar minuten later gaat de telefoon. Waar we blijven. Nog steeds rijden we op de ringweg rond Amsterdam en het ziet er naar uit dat ook de A1 richting Amersfoort vast staat.
'Kunnen we niet binnendoor?', vraagt de man bij de afrit Diemen. Natuurlijk kan dat. Alleen vraag ik me hardop af of het daar niet ook vast zal staan. Daarop reageert de verslaggever verontwaardigd met de inmiddels legendarische en dodelijke woorden: 'Hoe moet ik dat weten?'
Zwijgen is de enige remedie die ik kan verzinnen. Ik doe wat ik denk dat het beste is; we geven ons over aan de situatie. Of hij het wil of niet.
Verderop lost de file op als sneeuw voor de zon. Even later kijk ik op de teller en zie ik dat we 150 kilometer per uur rijden. Ik weet niet of ik het doe voor het programma of om zo snel mogelijk verlost te zijn van de man naast me.

zaterdag 23 juli 2011

zomer 2011 - 20

Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op woensdag 29 augustus 2007 schreef.

sterretje

Elke dokter had haar gelijk kunnen vertellen dat ze leed aan het Syndroom van BN, maar zoals iedereen die lijdt aan deze ernstige ziekte, wilde ook zij niet weten wat er mis met haar was. Ze had zelf niet zo veel last van de symptomen. Het waren de mensen om haar heen die klaagden over een indrukwekkende verzameling van slechte eigenschappen en onhebbelijkheden.
Beroemd zijn én blijven was het enige doel dat ze nastreefde. Dat ze daarvoor televisieprogramma's moest presenteren was een bijzaak. Het medium interesseerde haar niet. Daar waren anderen voor. Het volk van achter de schermen; jongens en meisjes die narcistische sterretjes -zoals zij- moesten laten stralen. Het liefst op een manier die haar zo min mogelijk energie kostte.
Ze had het telkens over 'mijn producer' alsof het een loopjongen was. Haar slaafje. Als zij zin had in een appeltje werd de producer erop uit gestuurd. Ze had het over 'mijn cameraman' als dat interessant klonk, maar gaf net zo makkelijk de schuld aan 'die cameraman' als iemand een keer een opmerking over haar uiterlijk maakte. Dan sprak ze alsof ze verstand had van licht, lenzen en kaders.
Zo lang de hele ploeg complimentjes maakte ging het goed en viel er enigszins met deze dame te draaien, maar zodra iemand een negatieve opmerking niet langer voor zich kon houden, veranderde ze in een ijsberg waar geen broeikaseffect vat op kon krijgen. Zelf keek ze uitsluitend in de spiegel om te zien hoe mooi ze was, niet om haar eigen gedrag te reflecteren.
Zij kon te pas en te onpas zeggen wat ze dacht; spaarde niemand met haar zogenaamde eerlijkheid, maar o wee als collega's iets over haar functioneren zeiden. Zeker wanneer het rook naar kritiek. Al hadden ze 100% gelijk of een miljoen steekhoudende argumenten. Als ze niet boos of vals werd, dan was het altijd 'Ja, maarrrr…'.
Het was in ieder geval nooit haar eigen onvermogen. Terwijl ze nog geen drie zinnen achter elkaar kon uitspreken zonder denkpauzes of haperingen. Interviews waren een drama. Laat staan dat ze deed wat een regisseur, eindredacteur of cameraman van haar verwachtte.
Het ikke-ikke-ikke-denken maakte samenwerken onmogelijk. Zo egocentrisch zie je ze maar weinig. Totaal geen rekening houden met anderen. In een restaurant bestellen voor de anderen een menukaart hadden gezien, structureel voorkruipen, nooit een handje helpen als het even nodig was, alleen over zichzelf praten en in geen geval informeren naar de toestand van een ander.
Ze had er geen problemen mee om mensen die belangeloos meewerkten aan haar programma's te beledigen. Al dan niet met voorbedachte rade. Vaak was het buitengewoon gênant voor de collega's die er bij waren. Ze had sowieso de neiging om anderen af te kraken om daarmee zichzelf op een hoger niveau te zetten. Geniepig en subtiel.
Ik had nooit problemen met haar. Dacht ze. Ze vond mij een labrador, die zijn ongezouten mening nooit uitsprak; hooguit in bedekte termen op een zielig weblogje. Maar ook ik ergerde me wezenloos aan deze tante en was dolblij dat er een eind kwam aan de serie lange draaidagen.
Even had ik gehoopt dat ze van de buis zou verdwijnen. Wegens wangedrag geschrapt. Maar omroepbazen kijken naar cijfers en niet naar kwaliteiten of de sociale vermogens van hun presentatoren. Ze heeft een nieuw programma gekregen. En ik weet wie daar niet voor wil draaien…

vrijdag 22 juli 2011

zomer 2011 - 19


Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op zondag 23 maart 2008 schreef.

productiekus

De volgende stelling is niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar in onze branche wordt meer dan gemiddeld gezoend. Het is een van de meest intieme bedrijfstakken. Dat weet ik zeker. In dit geval gaat het niet over romantisch of erotisch zoenen (dan wint de luchtvaart), maar over eenvoudig afscheidkussen. 
Ik kan me niet voorstellen dat mensen op kantoor elkaar aan het eind van elke werkdag een pakkerd geven. Of in het onderwijs. En ook het gemiddelde OK-team blijft na afloop van een geslaagde operatie vermoedelijk steriel. 
Maar in Hilversum wordt wat afgekust. Aan het begin van de dag ter begroeting en zeker bij het afscheid, na een intensieve draaidag. Geen wang is veilig als er (leuke) vrouwen op de set zijn. Zelfs programmamakers die voor het eerst met elkaar hebben gewerkt lopen het risico aan het eind van de dag een stevige knuffel te krijgen. 
Niet dat ik het erg vind, maar in eerste instantie probeer ik altijd terughoudend te zijn. Ik wil geen gretig mannetje lijken of een verkeerde indruk wekken. Lang leve de ferme hand!
Toch overkomt het me regelmatig dat ik een zoengrage producer, presentatrice, redactrice of regisseuse tref. Die zijn in twee categorieën in te delen. De mooie en de lieve. Een combinatie van beiden is ook mogelijk, maar zeldzaam. Het komt vaker voor dat de lieve niet zo mooi zijn of de mooie niet zo lief. (Tegen elke dame die hier naar gaat vragen zal ik zeggen dat zij uitgerekend die ene uitzondering is...)
De niet lieve die ook nog eens niet mooi zijn krijgen gewoon een hand. Of ik verdwijn “per ongeluk” zonder afscheid te nemen. Maar voor vrouwelijke collega’s zich persoonlijk aangesproken voelen of voorbarige conclusies trekken; het komt zelden voor dat ik me zo irriteer of laat leiden door uiterlijk. Bovendien verdwijn ik ook wel eens uit verstrooidheid en sommige dames krijgen een hand omdat ik plots te verlegen ben... 
Alleen met koortslipmeisjes ben ik voorzichtig. Die kom je in omroepland ook regelmatig tegen. Vaak zijn het productiemeisjes die veel te hard moeten buffelen en onderweg hun weerstand kwijt zijn geraakt. 
Maar nu dwaal ik af. 
De productiekus is meestal meer dan welkom. Er zijn draaidagen waar ik me echt op kan verheugen. Stomweg vanwege die simpele wangzoen aan het eind van de dag. Zeker als deze gepaard gaat met iets dat lijkt op een omhelzing, schouderklop of aai over de bol van een innemende presentatrice of producer.
Een vreselijke draaidag kan in één kus worden goedgemaakt. Regen en wind zijn dan op slag vergeten. Evenals technische malheur, slecht eten, een te strak schema of de duizendste verspreking van een presentatietalent. 
En voor mijn gevoel wordt er in omroepland steeds meer en vaker gekust. Nog even en zelfs mannelijke collega's gaan elkaar tijdens de afscheidshug zoenen.


donderdag 21 juli 2011

zomer 2011 - 18


Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op maandag 8 maart 2010 schreef.

zakelijk

Ondanks een goed gevulde orderportefeuille gaat het niet zo best met de onderneming. De boekhouder en mijn aandeelhouders (Art en Imme) zijn niet tevreden over de behaalde winstmarges. Ik werk me kapot, maar onder de streep blijft er niet genoeg over voor de graaiers en grabbelaars hier in huis. Het heeft alles te maken met torenhoge kosten en mijn dagprijs die onder druk staat. Opdrachtgevers spelen mij uit tegen concurrenten en zetten mij regelmatig voor het blok. Dan doe ik weer iets voor niets, in de hoop dat er beter betaald werk uit voort komt, maar meestal is dat een illusie.
Dat moet beter!
Na lang wikken en wegen heb ik een interessant zakelijk plan gemaakt. Een financiële visie voor 2010 en daarna. Kort gezegd komt het er op neer dat ik vanaf nu alles ga doen om mijn kosten te drukken. Alleen zo kan ik genoegen nemen met dalende inkomsten en lekker blijven meeglijden op de neerwaartse spiraal. Straks, als alles is gelukt, hebben mijn concurrenten het nakijken. Tegen zo’n goedkope cameraman kan niemand op. Als ik het lang genoeg vol kan houden druk ik ze vanzelf uit de markt en blijf ik lekker in mijn eentje over. En tegen die tijd kan ik mooi de prijzen bepalen. Het klinkt simpel, maar het is een briljante managementtruc.
Vanmorgen ben ik begonnen bij de bakker. Ik vroeg hem of ik een gratis proefbrood kon krijgen. Bakkertje Deeg keek mij een beetje glazig aan, maar ik heb hem uitgelegd dat áls zijn brood bevalt en wij er vervolgens in de onderhandelingen goed uitkomen, dan zullen we de komende acht weken al ons brood bij hem afnemen.
De bakker gaf aan dat hij mijn gezinnetje graag als klant had en beloofde mijn voorstel in overweging te nemen. Ik zei zachtjes dat ik er eerlijkheidshalve wel nog een en ander aan toe moest voegen, omdat ik met meerdere bakkertjes in gesprek ben. Zo wil ik mijn brood “all inclusive”, wat zoiets betekent als met boter en beleg. Bovendien wens ik per gebruikt sneetje te betalen, ook al neem ik in eerste instantie hele broden mee. En ik betaal pas na twee maanden, of iets later.
Dit ging de bakker wel wat ver, maar hij leek er niet onwelwillend tegenover te staan. Elke klant is er immers een. En als wij tevreden zijn komen we wellicht in de toekomst terug. Ik gaf de bakker nog mee dat hij zijn knecht wat mij betreft zou kunnen inwisselen voor een knecht-in-opleiding en de mevrouw achter de kassa kon eventueel ook vervangen worden door een wulpse stagiaire, want dan sloeg hij twee vliegen in een klap. Bakkertje Deeg bedankte me voor het gratis advies en werkte me de volle winkel uit. Bij de deur tipte ik hem nog om ook eens met de molenaar te gaan praten. Volgens mij valt daar nog wel wat te halen, maar de bakker luisterde niet meer. Volgende keer ga ik ’s middags, dan heeft hij het minder druk.
Tevreden keerde ik huiswaarts. Vrolijk vertelde ik mijn kinderen dat de deal met de bakker wel rond zal komen. Toch klonk er luid protest. Ze dachten even dat ik de krentenbollen, appelflappen, worstenbroodjes en het suikerbrood was vergeten. Ik heb uitgelegd dat ik die er uiteraard bij ga ritselen zodra de bakker akkoord is. 
Morgen ga ik naar de slager, de groenteboer, de fietsenmaker, de winterschilder en naar de buurtsuper. Voor de komende weken staan er nog heel wat onderhandelingen op het programma, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt. Elke avond vertel ik thuis aan tafel hoe ik weer een kleine zelfstandige heb uitgeknepen. De aandeelhouders zullen trots op me zijn.

woensdag 20 juli 2011

zomer 2011 - 17


Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op vrijdag 7 maart 2008 schreef.

TV babe

Ze wilde dolgraag met haar snoetje op tv. Een eigen praatprogramma ofzo. En het liefst dagelijks. Oprah was het grote voorbeeld. Wat Daphne kon, dat kon zij ook. Mathijs of Pauw en Witteman. Eigenlijk was ze de nieuwe Sonja, alleen nog niet ontdekt. 
Op een dag kwam de zender met een unieke aanbieding. Nadat ze van de receptie naar de redactie was gepromoveerd kreeg ze nu een klein programma. Daarvoor had ze het maar één keer met de hoofdredacteur hoeven doen. Nu was dit nog niet echt de personalityshow van haar dromen, maar het was wel een begin. Ze mocht wekelijks beroemde gasten interviewen in een caféachtige omgeving. Op feestjes kon ze alvast verkondigen dat ze haar eigen talkshow had. 
Maar het viel niet mee. Na de eerste opname ging het gelijk mis. Trots zat ze thuis op de bank te kijken, tot ze plotseling werd geconfronteerd met haar minder voordelige kanten. De camera’s hadden haar ook van opzij en -erger- van achteren in beeld genomen. Nu zag ze wat de spiegel nooit laat zien. Ze schrok zich een hoedje en met haar alle familie en vrienden, die voor de gelegenheid waren uitgenodigd.
In dit decor werd ze niet bepaald gespaard. Ze had een kont. Enorme hangtieten en een buikje. Of zeg maar rustig ‘buik’. Haar haar zat van achteren voor geen meter. Het zag er uit alsof ze aan de stroom was blijven hangen. Door de rare designstoel waarop ze moest zitten hing ze erbij als een ingezakte plumpudding. En alles was genadeloos in beeld.
Niemand zei iets, maar de volgende dag stierde de ster in wording het kantoor van de hoofdredacteur binnen. Die beloofde direct beterschap, al was het maar om de opgelaaide emoties te bedaren. De regisseur kreeg onwijs op zijn lazer en de visagiste werd ontslagen.
Op de tweede draaidag stond alles en iedereen op scherp. Alleen was er niets gedaan aan de set en ook Sonja Bakker had in die korte tijd nog geen zichtbaar resultaat geboekt. En dus zat de kleine presentatrice weer als een zoutzak op een onhandige barkruk, achter de te hoge tafel. 
Televisie is meedogenloos. Camera’s zijn nietsontziend. Het komt niet vaak voor dat iemand zo fotogeniek is dat hij of zij door de lens mooier wordt. De meeste mensen lijken in beeld dikker. Dat is lastig, want personen die graag in beeld komen zijn over het algemeen nogal ijdel.
Het talent met zwembandjes keek op de floormonitor en zag gelijk dat het mis was. Ze begon te mopperen tegen de regie en de cameramensen op de vloer. Die moesten haar probleem oplossen. Geen totaalshots verkopen, haar niet over-shoulder te filmen en zeker niet te close. Daarmee begon het gemor over de intercom. De regisseur wist welke carrières er op het spel stonden en deed nog even zijn best, maar de gedreven mannetjes op de vloer keken niet naar de inhoudelijke capaciteiten van deze dame. Vooral omdat ze zich nieteens netjes had voorgesteld voor ze begon met klagen. 
‘Dan ga ik naar huis!’ fluisterde een van de cameramannen in het microfoontje van zijn headset, toen hij hoorde hoe weinig shots er over bleven. Het cynisme droop er vanaf. Hij keek minachtend naar de presentatrice en verlegde zijn blik naar de woest aantrekkelijke dame van productie verderop.
De nieuwe Sonja had het allemaal haarfijn in de gaten. Ze werd er behoorlijk onzeker van. Even hield ze zich goed, maar uiteindelijk brak ze. Ze sprong van de hoge stoel en holde richting kleedkamer. Snotterend en snuivend. Onderweg verloor ze dikke tranen.
Die dag liep de opname dik een uur uit. De presentatrice kreeg natuurlijk haar zin, waardoor die aflevering er behoorlijk gekunsteld uit zag. De ploeg beet de lippen stuk. Verwoede pogingen om professioneel te blijven waren echter al jammerlijk mislukt.

dinsdag 19 juli 2011

zomer 2011 - 16


Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op zondag 26 oktober 2008 schreef.

Stagiaire Mediaproductions bv

Met een oude studievriend heb ik onlangs een dynamisch productiebedrijf opgezet. Ons doel is het op enthousiaste wijze realiseren van inhoudsloze televisieprogramma’s voor verschillende zenders. Wij maken geen originele programma’s, maar kijkcijferknallers onder het mom ‘liever goed gejat dan slecht bedacht.’
Passie en talent zijn onze toverwoorden.
Momenteel zijn we druk met de reeks ‘Iets met koken’, waarin amateur-koks het tegen elkaar opnemen en bekende Nederlanders komen proeven. Daarnaast werken we aan het format ‘Geen talent, wel bekend’. In dit programma proberen mensen die niets kunnen door te breken en worden ze afgezeken door een onbekwame jury. Ook hebben we onlangs het idee ‘Shit, mijn vader is onhandig’ verkocht aan een commercieel station. Dat moet een hilarisch klusprogramma worden, waarin de hoofdpersonen behoorlijk te kakken worden gezet.
We gaan binnenkort ‘de grote echtscheidingshow’ maken, waarbij de kijken kan bepalen wie uiteindelijk de kinderen krijgt en het spelprogramma ‘Alles of Niets’ staat op de rol. In het laatste programma spelen de kandidaten onder het toeziend oog van Mr. Frank Visser een soort Russisch roulette. Alleen zijn we er nog niet helemaal uit of de deelnemers, die in de live-uitzendingen afvallen, later nog een rol gaan spelen in de real life soap ‘Het Crematorium’.
In Hilversum zijn ze heel blij met ons. SMP bestaat pas een paar maanden, maar nu al slepen we de ene na de andere opdracht binnen. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat niet alleen de ideeën briljant zijn, maar zeker ook onze offertes. De omroepcijferaars slaan op hun rekenmachines van het lachen als ze zien voor welke bedragen wij programma’s aanbieden.
Het geheim is dat we werken met stagiaires. Niet dat deze truc nieuw is in Omroepland, maar zoals met alles zijn wij ook hierin behoorlijk doorgeslagen. Bij ons werkt niemand met een salaris, behalve de directeuren natuurlijk. Jonge mensen kunnen hier ervaring opdoen door zich dag en nacht kapot te werken. Wie klaagt of het niet vol houdt kan ophoepelen. Voor hem of haar tien anderen. Dat is natuurlijk niet zo, maar zoiets roepen wij wel. Dat is tactiek.
Sollicitatiegesprekken noemen we castings of audities, want het oog wil ook wat. En de grote grap van stagiaires is dat je nooit gedoe hebt over vakantiedagen of overuren. We houden ze als worst voor dat er eventueel een contract te verdienen is, maar zorgen dat ze daar pas in een zo laat mogelijk stadium om durven te vragen. Als iemand al een onkostenvergoeding krijgt, dan is het hooguit op projectbasis.
Voor iedere serie maken we minimaal twee pilots. Niet dat omroepen daar om vragen, maar zodat we speciale deals kunnen sluiten met facilitaire bedrijven. Later zenden we die ‘gratis’ pilots gewoon uit als aflevering drie en vier. Verder vragen we offertes op voor uitgeklede sets en roepen pas in tweede instantie dat er van alles bij moet. Daar willen we dan uiteraard niets extra’s meer voor betalen. Ook spelen we die facilitaire jongens handig tegen elkaar uit door verkeerde prijzen te lekken. Bij het ene bedrijf vragen we een offerte op voor bijvoorbeeld honderd dagen. Met die kortingen gaan we bij de ander shoppen en zeggen dat het is voor een reeks van wel tien draaidagen...
Wij zijn dus hartstikke creatief. Niet zo zeer op het gebied van inhoud of vormgeving, maar wel qua boekhouden. Onze broodjes zijn dun belegd. Kilometers maken we zo min mogelijk, door alles en iedereen bij elkaar in een auto te proppen. Elke minuut die iemand stil staat heet bij ons pauze, evenals het werkoverleg en de regiebespreking.
Hondsbrutale producers moeten alles voor een habbekrats ritselen. Iedereen die meewerkt mag blij zijn dat hij of zij op televisie komt. Verder niks. En daar waar mogelijk stoppen we sluipreclame in onze producties zonder dat de opdrachtgever er van weet.

maandag 18 juli 2011

zomer 2011 - 15


Gedurende de zomermaanden piep ik er even tussenuit. Alleen in noodgevallen breek ik in met nieuwe verhalen. Verder recycle ik in juli en augustus hoogtepunten uit de 1.750 stukjes die ik de afgelopen jaren op Reinonline heb gepubliceerd. Deze week is het thema ‘omroepland’. Het wordt wellicht een ietwat zure week, omdat ik per ongeluk een reeks cynische stukjes heb geselecteerd. Maar neem van mij aan dat deze blogs toch ook bedoeld zijn om te lachen...
Vandaag het verhaal dat ik op dinsdag 23 september 2008 schreef.

Stilte

‘ATTENTIE VOOR OPNAME. STILTE A.U.B!’ 
De blonde regisseuse gilde het door de supermarkt, waarna verbaasde klanten massaal in onze richting keken, om vervolgens gewoon verder te winkelen. 
Het blonde regietypje had besloten om ook binnen haar grote Dolce & Gabbana zonnebril op te houden. Dat vond ze kennelijk hip. En bij haar styling hoorden natuurlijk ook UGGs. Evenals een witte maillot, kort rokje en dito truitje. Allemaal even iets te strak voor een lichaam dat het net niet meer kon hebben. Toch stond hier een gepoederde pittige tante, die van zichzelf vond dat ze stijl en klasse had.
‘STILTE!!!’ 
Haar overspannen toon maakte geen enkele indruk op de huismoedertjes met kleine kinderen en bejaarden die op dat tijdstip hun boodschappen deden. En gelijk hadden ze.
De bimbo zuchtte en steunde. Ze keek naar de geluidsman die zijn schouders ophaalde. Hij kon er niet meer van maken. Zijn richtmicrofoon hing precies op de kaderrand en hij had niet bedacht dat een zendermicrofoontje te duur was voor deze productie.
‘DAMES EN HEREN... WIJ MAKEN HIER TV OPNAMEN! ZOUT U ALSTUBLIEFT ZO VRIENDELIJK WILLEN ZIJN EN GEEN ENKEL GELUID WILLEN MAKEN? dank u...’
De filiaalmanager stond er bij en wist niet goed wat hij met deze situatie aan moest. Alsof zijn klanten schuldig waren aan een ernstig vergrijp. Stuk voor stuk maakten ze niet veel herrie, maar samen wel. Dat heb je nou eenmaal in een supermarkt. Waarschijnlijk had hij geen toestemming gegeven om opnamen in zijn zaak te maken, als iemand hem had verteld over de consequenties.
‘STILTE!!!’
De stille geluidsman hield ontzettend van rust. Niet alleen zijn microfoon was heel gevoelig. Hij kon zelf ook slecht tegen de overdreven manier waarop Juffrouw Mier probeerde het hem naar de zin te maken. Stiller dan dit zou het niet worden. Ze moesten het er maar mee doen. Hij knikte naar de cameraman die de band startte.
‘Camera loopt.’ zei de cameraman.
‘ATTENTIE. CAMERA LOOPT. STILTE OP DE SET!’ 
‘STILTE ALSTUBLIEFT!’
‘IN VIJF, VIER, STILTE, TWEE, EEN... EN ACTIE!!!’
En toen kreeg de presentator de slappe lach. Het waren de woeste armbewegingen die zijn regisseuse er bij maakte. Haar toon en het volume dat ze produceerde. De filmploeg werd door niemand op deze locatie serieus genomen. Dat kwam voor 50% door Miss Kenau en voor 50% door de bekende Nederlander die daar stond in een kangoeroepak. 

zondag 17 juli 2011

zomer 2011 - 14

In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Vandaag een verhaal dat ik schreef op vrijdag 19 februari 2010.


verliefd!


Amsterdam. Natuurlijk was ik naar de Keizersgracht gekomen om Rosanne weer te zien. En Nancy, die er niet was. Jeanine. Zelfs voor Willem, Aad, Frank, Renee, Bob, en Bart. Of Jan Michiel, die het uiteindelijk ook moest laten afweten. Allemaal leuk en aardig, die oude vrienden, maar ik was vooral naar Amsterdam gereden voor een ontmoeting met de dame waarover ik zoveel had gehoord.
Ze zou bijzonder speciaal zijn. Adembenemend. Prachtig machtig mooi.
Alle mannen in Omroepland vallen als een blok voor haar. Ze komt uit Amerika en heeft dus een klein accent. Verder is ze vooral sympathiek. Het is wat wij noemen een lot uit de loterij. Of liever gezegd: de hoofdprijs!
Ik had veel eerder kennis willen maken, maar dat was er niet van gekomen. Het plannen van een date bleek niet eenvoudig. Een pre-production-borrel bij de firma ParkLane, op deze regenachtige avond in februari, bood uitkomst. Voor de zekerheid had ik aardig wat kleingeld in de parkeermeter gegooid.
Op weg naar Mokum had ik me even afgevraagd of ik mijn vrouw alvast moest informeren over mijn stoute plannen. Het leek mij prematuur en bovendien is er voor haar geen enkele reden om zich zorgen te maken. Ik mag toch zeker wel eens een afspraakje hebben met een andere mooie dame...
Nog voor ik goed en wel mijn jas uit had zag ik haar al staan. Een beetje eenzaam in een hoekje. Toch stapte ik niet direct op haar af. Dat durfde ik niet. Wat zouden alle andere aanwezigen wel niet denken als ik haar direct zou pakken? Wel hield ik haar goed in de gaten. Ze mocht deze avond niet ontsnappen. Ergens op een goed moment zou ik mijn kans grijpen.
We bleven allebei tot het eind. Hoe rustiger het werd, hoe meer ik me op mijn gemak voelde. De twee toegestane biertjes gaven me moed. Hoe gênant het ook zou zijn, ik moest op zijn minst met haar kennis maken, haar omhelzen en liefst ook samen met haar op de foto, om op te kunnen scheppen bij mijn vrienden.
Ze stond nu even bij de Gouden Roos die ParkLane heeft gewonnen voor het programma The Phone. Aarzelend stapte ik op haar af. Van alle verhalen die ik over haar gehoord had was niets gelogen. Ze was inderdaad overweldigend. Zo zie je ze maar zelden. Het liefst had ik haar direct gezoend, maar dat leek me niet zo chique. Wel tilde ik haar voorzichtig op. Ze protesteerde niet. Ik draaide me om en iemand maakte snel een foto. Mijn moment met Emmy...



zaterdag 16 juli 2011

zomer 2011 - 13


In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Het volgende verhaal schreef ik op maandag 14 januari 2008:

Lambik

De leuke blonde presentatrice, die niet alleen de harten van boeren sneller laat kloppen, presenteerde een jaar of tien geleden een kinderprogramma. Ze was iets minder beroemd, maar minstens even begeerlijk. Een reden voor veel vaders en jonge mannen om na Sesamstraat met de kinderen mee te kijken.
Het was dan ook niet vreemd dat de alleenstaande cameraman verrukt reageerde toen hij eindelijk met haar mocht draaien. Zij belde persoonlijk met het verzoek of ze mee mocht rijden naar Hilversum en hij was de gelukkigste jongeman op aarde.
Voor ze in Hilversum waren was de cameraman tot over mijn oren verliefd. In het echt bleek ze nog leuker te zijn dan verwacht. Zo normaal, naturel, spontaan en heel gewoon bloedmooi. Aan het eind van een dag draaien in de chocoladefabriek wist hij zeker dat zij het beste was wat hem kon overkomen.
Daarna werkten ze wel vaker samen. Natuurlijk maakte die cameraman geen schijn van kans, maar wie zo denkt komt nergens. Dus rekende hij zichzelf rijk. Hij ging zich die dagen anders kleden en misschien ook wel iets anders gedragen.
Tot zij hem op een dag, in haar schattige Brabantse accent, uitmaakte voor Lambik. Ze draaiden een reportage over hoortoestellen, dus de cameraman met een wijkende haargrens had wel kunnen doen alsof hij haar niet hoorde, maar dan hadden ze twee van die apparaatjes achter zijn oren geplakt.
In een klap spatte zijn droom in duizend stukjes. Vlinders verdwenen uit zijn buik, de roze bril viel op de grond en werd bruut vertrapt. Op het wolkje boven hem en haar veranderden de engeltjes met harpjes in duiveltjes met de slappe lach.
Qua kaal worden zat hij nog een beetje in de ontkenningsfase, maar normaal gesproken was het geen probleem als iemand daar een grap over maakte. Het feit dat uitgerekend zij zo'n gemene opmerking maakte, dat raakte de jonge verliefde cameraman diep.
Toeval of niet, het was de laatste keer dat ze samen draaiden. Zij vertrok niet veel later naar de KRO en de programma's die ze daar ging maken werden niet door hem gefilmd. Hij zag nog wel eens iets wat zij presenteerde en had telkens moeite met wegzappen, maar ook dacht hij telkens weer aan de bijnaam die ze hem in een onaardige bui had gegeven.
Lambik.
Inmiddels is het prinsesje van de jaren negentig uitgegroeid tot kijkcijferkoningin van de Nederlandse televisie. En uitgerekend op de dag waarop zij, met haar 3,7 miljoen kijkers, het NOS Journaal haalde, kwamen ze elkaar weer tegen. Samen moesten ze een kort statement opnemen ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van dat populaire kinderprogramma.
In een druk restaurant bleek dat zij nog steeds even betoverend is en tegelijkertijd 'down to earth' in hoofdletters. Leuk en lief. Maar hij wist wel beter. Uitkijken met deze dame! Voor je het weet noemt ze je Lambik…



vrijdag 15 juli 2011

zomer 2011 - 12


In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Het volgende verhaal schreef ik op vrijdag 5 mei 2006:

cameramannen en onfatsoenlijke meisjes

De beroepsgroep wordt niet voor niets aangeduid met de term 'cameraman'. Hoewel ik een paar heel goede cameravrouwen ken, zijn het toch overwegend jongens en mannen die achter de prachtige apparaten staan. De invloed van deze overdosis filmend testosteron is het duidelijkst zichtbaar als er publiekshots gemaakt worden. Dan zie je nooit leuke jongens in beeld.
Cameramannen hebben de onhebbelijkheid om in de menigte op zoek te gaan naar het leukste meisje. Vaak aangespoord door de regisseur en schakeltechnicus (meestal mannen) in de regiewagen. De camera die binnen zijn bereik de mooiste dame heeft wordt beloond met veel rood licht. Het zogenaamde tally-lampje in de zoeker blijft branden.
Misschien een beetje zielig allemaal, maar zo zijn mannen. Altijd op jacht en zeker als ze gewapend zijn met een machtig middel als de camera met telelens. Persoonlijk vind ik het best een grappig spelletje bij grote evenementen. Zeker als die beelden van het publiek direct te zien zijn op grote videoschermen en de mensen die in beeld komen zichzelf uitvergroot kunnen bewonderen.
Zij die in beeld komen reageren meestal verrast, gaan dan vrolijker kijken en in veel gevallen zwaaien ze naar zichzelf. Een enkeling duikt verlegen weg en anderen doen alsof ze niet door hebben dat ze niet alleen door een hitsige cameraman, maar ook door 10.000 anderen begluurd worden.
Ik ben pas verbaasd als meisjes er alles aan doen om in beeld te komen. Daarin gaan sommige miepjes heel ver. Het begint met uitdagend dansen, dan proberen ze de camera(man)te verleiden door tieten en konten te benadrukken en als het dan nog niet lukt krijgt het publiek gratis en voor niets een grote beha of zelfs tieten te zien. Geheid dat de gemiddelde regisseur dan hapt en het shot op de vidiwall toont.
Van dit soort vrouwen begrijp ik niets. Leg mij eens uit wat het nut hier van is. Wie doet zoiets en waarom? Het zijn bovendien nooit de mooiste vrouwen die op een tribune, voor aan de Mojo-Barrier of op de schouders van hun aangeschoten vriend een topje omhoog trekken.
Tijdens het optreden van Wipneus en Pim, op het Bevrijdingsfestival in Wageningen, stonden op de voorste rij meisjes uit alle categorieën. Een paar vroegen aan de cameramannen of ze alsjeblieft in beeld mochten. Het was nog net geen smeken.
Al snel was duidelijk dat een blonde glimlach de voorkeur had van de meeste mannen in de videoploeg, maar dat lieten een paar andere feestgangers niet op zich zitten. Hoogte(of diepte)punt was een meisje dat zich door de mannen in haar omgeving liet aansporen om haar forse boezem, voor het oog van de camera, bijna uit het topje te laten vallen. Gelukkig zat er een groothoeklens op. In dit geval is cameraman nog een gevaarlijk beroep ook.

Persoonlijk houd ik niet zo van ordinair. Ik zoek met mijn lange lens over het algemeen meer naar verlegen schoonheden, maar ook ik ben geen moraalridder en bovendien gevoelig voor applaus in de regiewagen.

donderdag 14 juli 2011

zomer 2011 - 11

In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Het volgende verhaal schreef ik op woensdag 5 november 2008:

Barcelona

Eind jaren negentig of begin tweeduizend ging de cameraman naar Barcelona met een vrouw waar hij hopeloos verliefd op was. In de stad van Gaudí moest het gebeuren. Op La Rambla, in Park Güell, het tapasbarretje naast Hotel Gran Ronda of liever nog op kamer 126. Dat hij het reisje met dit meisje had kunnen regelen gaf de burger moed. De film van zijn leven moest dat weekend een belangrijke wending krijgen, zoveel was duidelijk, alleen wist meneer niet hoe en op welk moment hij het initiatief kon nemen.
Daar had die vriend vaker last van als het er op aan kwam. Zeker wanneer de dame in kwestie meer dan leuk was. Drie dagen slenterde hij achter de feiten aan. Hulpeloos, hopeloos, moedeloos.
Bijna tien jaar later kwam het verhaal weer boven. Het gebeurde tijdens een ochtendwandeling door de stad met een paar collega’s. Op Placa Reíal vertelde hij het in geuren en kleuren. Over hoe ze rook, wat ze aan had die dagen, haar haar en over de verwarrende grapjes die ze maakte. De complexe twijfels die hij had voor het slapen gaan en het eindeloos piekeren als zij al lang vredig lag te dromen.
Het werd stil op het plein. Een duif vloog weg, het oude mannetje sloeg zijn krant vol Obama-nieuws dicht en de visueel ingestelde cameramannen zagen het helemaal voor zich. De onhandigheid van hun collega. Een man met teddybeergehalte en hoge aaibaarheidsfactor. Zijn Barcelonabiecht was eerlijk en oprecht, maar ook een tikkel pijnlijk, gênant en onvoorstelbaar. Hoe kon zo’n kinderlijk eenvoudige missie toch nog faliekant mislukken?
Je zou verwachten dat cameramannen meer lef hebben. Dat ze recht op hun doel af gaan en bovendien goed in de markt liggen. Een cameraman is toch minstens zo interessant als een profvoetballer of de bassist van een bandje. Maar niets is minder waar. Hoewel er altijd uitzonderingen zijn die de regel bevestigen... 
Gelukkig is het uiteindelijk allemaal goed gekomen, zonder Prozac, maar niet met de mevrouw in kwestie. Dat weekend bleven de handjes keurig boven de deken. Lefloos stond hij er bij en keek er naar. Meer dan een vriendelijke vriendschap heeft expeditie ‘Barcelona’ niet opgeleverd.
Vanmorgen, op weg naar La Sagrada Família, vroeg de cameraman zich hardop af of Barcelona een romantische stad is. De herinneringen waren er wel, maar dat specifieke verhaal kende geen happy end



woensdag 13 juli 2011

zomer 2011 - 10


In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Het volgende verhaal schreef ik op maandag 24 augustus 2009:

festivalseks

Een echt festivaldier was hij al jaren niet meer, maar hij kwam buitengewoon graag voor werk op plekken als Pinkpop en LowLands. Toch nog even snuiven aan die goede oude tijd. En dan ’s nachts veilig naar een hotelletje of lekker op en neer naar het eigen bed. Wel de lusten, niet de lasten. Aan gehannes op zo’n overvolle festivalcamping moest hij niet meer denken. Die tijd lag ver achter hem. 
Hij keek naar de ongewassen figuren die in hun oudste kloffie over het terrein slenterden. Schrijver Herman Brusselmans had hem zojuist nog gewezen op de enorme potentie van deze festivalgangers. De mooie Nederlandse meisjes, zo slecht en minimalistisch gekleed en al die hitsige jongens. Het warme weer, de drank en de opwindende muziek; het kon niet anders of dit moest leiden tot een gigantisch seksueel geweld op de overvolle festivalcampings. 
Een gedachte die hij niet meer los kon laten. Overal zag hij stelletjes die het met elkaar gedaan hadden of zouden gaan doen. Zo moest hij opeens denken aan de jaren negentig, toen hij zelf nog vol overgave mee deed:

Diep in de nacht stond hij met een behoorlijke slok op in een van de biertenten. Bij de bar raakte hij aan de praat met twee woest aantrekkelijke meisjes. Natuurlijk had alle drank de normen een beetje vervaagd, maar een van beide meisjes was echt niet verkeerd. De ander had al een vriendje en droop na een tijdje af.
Hij -nog mét haar en twintig kilo lichter- maakte indruk door te vertellen dat hij bij de televisie werkte. Dat hij niet meer was dan beginnend stagiaire verzweeg hij. Tussen de leugentjes door bestelde hij pils. Ook nam hij een paar trekjes van haar joint, wat onverstandig was, want hij was op dit punt absoluut niets gewend en de drank had al meer kapot gemaakt dan hem lief was.
Maar waar hij op gehoopt had, dat gebeurde. Het mooie meisje wilde zoenen en even later nog veel meer. Ze zwalkten diep in de nacht in de richting van haar tentje. Zo nu en dan struikelden ze gierend van het lachen over een scheerlijn, om uiteindelijk het doel te bereiken. De tent, het luchtbed en een pakje Durex.
Pinkpop 1994 moest nog beginnen, maar wat hem betreft kon het festival al niet meer stuk. Tot het hem tijdens de daad begon te duizelen. Het werd bloedheet in de kleine puptent. Hij werd misselijk. Niet langzaam, maar van het ene op het andere moment. Tijd om iets uit te leggen was er niet meer. Hij liet het festivalprinsesje achter zich en zocht naarstig naar de uitgang. Alleen wilde die verdomde ritssluiting niet meewerken...
Het was natuurlijk niet de bedoeling geweest om over haar slaapzak en tas te kotsen. Zo had hij ook niet nagedacht over de manier waarop hij haar daar achter had gelaten. Ze had hem nog geroepen en kennelijk niet direct begrepen wat er aan de hand was. Waarom hij haar verliet, zou ze echter snel genoeg ontdekken...
Hoe hij zijn eigen tent bereikt had was een raadsel. Het eerste wat hij zich weer kon herinneren was het moment waarop hij wakker werd. Het was al licht, een uur of zes in de ochtend; de Pinkpopcamping sliep nog. Alleen hij moest ongelofelijk nodig pissen. Dus kroop meneer de Braak steunend en kreunend uit zijn ruftende tentje. Hij had koppijn voor drie, was doodmoe en behoorlijk misselijk. Uiteraard wist hij precies wat er was gebeurt en hij schaamde zich diep.
Tegen een Herashek probeerde hij te plassen. Of eigenlijk wilde hij het laten lopen. Met een hand hield hij zich vast aan het hek, de andere wipte pielemans uit de broek. Maar het plassen wilde niet lukken, ondanks een gigantisch hoge nood.
Pas du moment dat hij naar beneden keek zag hij wat het euvel was. Het condoom zat nog stevig op zijn plek...
Gedurende het hele festival heeft hij angstvallig om zich heen gekeken, uit angst het mooie meisje per ongeluk te treffen. 
Jaren later, toen hij dit uiterst genante verhaal probeerde op te schrijven, ontdekte hij dat ook het mooie meisje niet helemaal eerlijk was geweest. Bij het Googelen bleek dat ze de naam van een onbekende Zweedse schrijfster had opgegeven.


dinsdag 12 juli 2011

zomer 2011 - 09


In de maanden juli en augustus geen nieuwe verhalen op ReinOnline, maar een bloemlezing uit de 1.750 bijdragen die ik hier de afgelopen 6 jaar heb geplaatst. Deze week is het thema: ‘meisjes!’
Op dinsdag 6 november 2007 schreef ik het volgende verhaaltje:

het mooiste meisje van de klas

1988. Ik was nog een magere slungel. Op mijn kop een flinke bos donker haar, gel er in en zelfs een voorzichtig matje in de nek. Of een poging daartoe. Ik was vijftien, bijna zestien. Hoogste tijd om het eerste snordons te scheren. Die haartjes waren net zo zacht als mijn G. Ik droeg groene O'Neill-truien en zat in het eindexamenjaar van de Mavo. Het leven stond op het punt van beginnen.
Bij aardrijkskunde zat ik in een klas met twintig meisjes en één jongen. Bas of Bart. Daar had ik niks mee. Ik wilde persé niet naast hem op de voorste rij zitten. Mijn plek was helemaal achteraan, ergens bij het raam en het liefst alleen. Zo had ik overzicht, kon ik me verstoppen als het tijd was om weg te dromen en Jasmijn zat in de buurt.
Jasmijn was wat je noemt het mooiste meisje van de klas. Dat vond ik, maar dat vond mijn naar-school-fiets-maatje Leo ook. Alle jongens van de school zullen het er over eens zijn geweest. Denk ik. Jasmijn was buitencategorie. Zo weggelopen uit een sprookje. Een engel. Lang, smal, kort blond haar, een vertederende glimlach en schattige borstjes. Ik herinner me haar in een witte broek, fel gekleurde All Stars en een rood blousje met witte bloemetjes. Het enige nadeel was dat Jasmijn ook het domste meisje van de Mavo was. Met stip. Maar dat kon mij niets schelen.
Jasmijn was spannend. Bijna een vrouw. Ze was dan ook al achttien, want meerdere keren blijven zitten. Seksueel veel volwassener dan ik. Mijn dagelijkse hoogtepunt bestond nog uit het uitknijpen van jeugdpuistjes.
Tot het carnaval werd. Leo was al maanden stapelgek op Jasmijn en hij zou het tijdens de drie dolle dagen wel even regelen. Om indruk te maken ging hij zich een beetje te stoer gedragen. Het was een sportschooltype die hard werkte aan spierballen als die van Popeye. Qua intelligentie paste hij bij Jasmijn, maar zij bleek op slungeltjes te vallen. In zijn verwoedde pogingen om haar te versieren dreef Leo Jasmijn in mijn armen. Samen draaiden we in de Geleense Hanenhof uren lang rondjes op nummers als Sollicitere, Still haven't found what I'm lookin for, I save the day en Don't you forget about me. Het laatste is gelukt.
We eindigden in de buurt van de garderobe en voor onze ouders ons rond twaalf uur kwamen halen hebben Jasmijn en ik gezoend. Natuurlijk pas op dinsdag, de laatste avond van carnaval 1988. Het voelde alsof ik de Nobelprijs voor de liefde had gewonnen. Mijn vriend Leo wilde niet meer met me praten, maar het alleen naar school fietsen deed ik fluitend.
Voor het eerst in mijn leven had ik vaste verkering. De aardrijkskundelessen waren opeens een stuk spannender en ingewikkeld. Ik moest me gedragen als het vriendje van het mooiste meisje van de klas en deed mijn uiterste best om niet te kinderachtig of puberaal over te komen. Dat was nog knap lastig.
Ik heb het volgehouden tot en met het eindexamen. Met aardrijkskunde heb ik Jasmijn geholpen, want het was mijn beste en haar slechtste vak. Zij had niet in de gaten dat meneer Hooijen altijd alle vragen van een schoolonderzoek letterlijk behandelde in de laaste les voor de proefwerkweek.
Uiteindelijk slaagden we allebei. Zij met de hakken over de sloot en ik als een ervaren fierljepper. Daarna begon een lange en mooie zomer. Samen vierden we het Europees Kampioenschap en veel belangrijker zaken. Tot ik met mijn ouders op vakantie moest. Na vier weken Spanje was de liefde aan haar kant bekoeld.
Eind augustus maakte Jasmijn het uit. Het mooiste, maar dus ook het domste meisje van de klas. Er is later nog één ander meisje in staat geweest om mij zo extreem verdrietig te maken. Toch is en blijft Jasmijn de allereerste. Helaas heb ik nooit meer iets van haar vernomen.

Morgen draai ik voor het TROS programma: Het mooiste meisje van de klas. Ik denk niet dat we naar Zuid Limburg gaan…

(De namen Jasmijn en Leo heb ik verzonnen)