zondag 28 november 2010

de methode Büch

Hilversum. Een vooraanstaand VARA man vertelde laatst spannende dingen over de verkennende gesprekken die deze omroep voert met BNN. Hij prees in zijn betoog de potentiële partner onder andere vanwege hun participerende presentatoren. Hierdoor wordt de kijker op een andere manier geïnformeerd dan bij de VARA, waar over het algemeen meer geïnterviewd wordt en ‘de gezichten’ zelf geen wilde avonturen beleven. Hij was even vergeten dat programma’s als BNN at Work en Trie Before You Die regelrecht afstammen van VARA’s Jules Unlimited en eigenlijk niets meer zijn dan een slap aftreksel.
Vervolgens blies de VARA meneer een loftrompet over het oh-zo geëngageerde 3 Op Reis. Toevallig heb ik deze week een aflevering van dat programma bekeken. De hippe presentator bezocht New York en kwam niet verder dan de Brooklyn Bridge en Times Square. Bovendien hing de reportage aan elkaar van informatieve teksten als ‘leuk’, ‘mooi’ en ‘te gek’. Floortje Dessing maakte in diezelfde episode een hele reis van het Aralmeer door Kazachstan naar Baikonur om vervolgens op een groot leeg plein te roepen hoe bijzonder het was, dat het speciaal was en dat ze het uniek vond. In een museum raakte ze de capsule aan waarin ooit een hondje voor het eerst een ruimtereis maakte, maar spannende verhalen daarover wist ze niet te vertellen. Het was allemaal apart of uitzonderlijk en bleef vervolgens buitengewoon oppervlakkig.
Automatisch moest ik denken aan De Wereld van Boudewijn Büch. Zeker in een VARA omgeving heb ik dat al snel.
Boudewijn ging ook niet supergoed voorbereid op reis, maar hij wist wel waarom hij ergens heen wilde. Vervolgens was hij op locatie zijn eigen redactie. Zo gingen wij bijvoorbeeld naar Pittsburgh voor een aflevering over Andy Warhol en ter plaatse zocht Büch in boekhandels en musea naar interessante informatie. Dan vond hij altijd wel een boekje of folder met weetjes die nieuw of bijzonder waren. Daar gaf hij dan zijn eigen draai aan. Als we uiteindelijk het graf van de kunstenaar gevonden hadden en de camera draaide waren we zo klaar. Binnen tien minuten stond een aardige scène op tape, want vertellen dat kon hij als de beste.
Zijn cameraploeg zat vaak langer te wachten in koffiecorners van boekhandels dan dat er feitelijk gedraaid werd, maar het was effectiever dan werken met een hele redactie in Hilversum. Als het even kon maakten wij alvast algemene beelden van een stad, terwijl Boudewijn zijn research deed. Het is eigenlijk zo’n simpele truc dat je je afvraagt waarom er nooit iemand anders op gekomen is.
Nou wil ik niet voorbij gaan aan de kunst van het vertellen, die Boudewijn tot in de puntjes beheerste. Hij maakte van elke drol een gebakje en lulde recht wat krom was. Een mooi Napoleon museum kreeg hij in een aflevering over Goethe door te vertellen dat die twee elkaar nooit ontmoet hadden, maar dat het zo gekund had. En als het moest verzon Boudewijn er hier en daar een feitje bij om de boel een beetje op te leuken.
Zo herinner ik me een opname bij een standbeeld van Goethe, waar Büch beweerde dat het geen goed gelijkend beeld was, omdat de Duitse wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker en staatsman niet links-, maar rechtsdragend was. Of andersom, daar wil ik vanaf zijn. Een grappig verhaal en geen tv kijker die dat zou kunnen controleren. Bij een schilderij waarop een vriendin van Goethe stond afgebeeld met een behoorlijke boezem, beweerde Boudewijn doodleuk dat zijn held op dikke tieten viel. Ook dat zou de gemiddelde kijker blind aannemen en het gaf zijn verhaal de sjeu die het nog nodig had. Of het echt klopte deed er niet toe.
Büch gebruikte de Lonely Planet uitsluitend om een Vietnamees restaurant te vinden na afloop van de draaidag en dat zouden de presentatoren van 3 op Reis ook moeten doen. Het is niet zo moeilijk om inhoudelijk net even een stapje verder te gaan. Daarvoor hoeft de nieuwe Boudewijn Büch niet ontdekt te worden. Hoewel... Alleen al een zoektocht naar zo’n bijzondere televisiereisleider zou een interessant VARA format zijn.




vrijdag 26 november 2010

nachtwerk

Utrecht. Ik had gewoon weer onder de dekens moeten kruipen, nadat ik zojuist Imme wat te drinken had gegeven, maar die Blackberry lonkte zo onweerstaanbaar naar me. De telefoon ligt tegenwoordig ’s nachts naast de wekker, die overigens nu aangeeft dat het zeven minuten over half vier is. Voor het slapen gaan check ik of er nog verse mailtjes, tweets of sms-berichten zijn. Als ik opsta doe ik dat weer. En nu dus zelfs midden in de nacht... Dat is dom.
Iemand heeft anoniem gereageerd op een blogverhaal van een tijdje geleden en daar krijg ik dan een melding van. Die reacties zijn over het algemeen luchtig, soms grappig en meestal onschuldig. Zo nu en dan roept iemand iets wat aanzet tot nadenken. Heel af en toe moet ik terug komen op een standpunt en mensen vinden het leuk om naar (de verkeerde) namen te gissen als ik net, al schrijvend, mijn uiterste best heb gedaan om iemand naamloos te houden. Tot slot heb je nog de irriterende reacties, meestal geschreven door anoniempjes die vaak slecht lezen of een heel selectief geheugen hebben.
Zo’n anonieme reactie heb ik zojuist -diep in de nacht- per ongeluk gelezen. Ik weet nieteens of het persoonlijk en aanvallend bedoeld is, maar zo is het bij mij wel aangekomen. Nu lig ik te woelen en te piekeren, terwijl ik mijn slaap hard nodig heb.
Het maalt in mijn hoofd, omdat iemand een paar cryptische regels heeft geschreven. Nou hoort het erbij dat niet iedereen je aardig vindt en dit soort reacties zijn de negatieve consequenties die je moet accepteren als je (bijna) alles wat je denkt op internet publiceert. Ik kan daar over het algemeen goed mee leven, maar nu heb ik toch de neiging om op te staan en een stukje te schrijven. Dat kan ik beter niet doen. Het is slimmer om even te wachten. Eerst tot tien tellen. Of schaapjes tellen, dat is nog verstandiger... 
En nooit meer diep in de nacht mijn mail lezen! Dat is de belangrijkste les van deze nacht.

dinsdag 23 november 2010

meeloper

Leiden. Mede dankzij deze weblog krijg ik regelmatig reacties van personen die zich voorgenomen hebben ook cameraman te worden en om te beginnen graag een dag met mij mee willen lopen. Er zijn zelfs mensen die mij serieus benaderen voor een ‘snuffelstage’, maar dat zijn jammer genoeg altijd jongens. In de meeste gevallen poeier ik dit soort gasten af. Alleen voor de enthousiaste aanhouder wil ik wel eens een uitzonderingetje maken. Zeker als de stalker Menno Hettinga heet, dan word ik nieuwsgierig.
Nou is niet elke klus geschikt voor meelopers en ander stagespul. Mijn opdrachtgever moet het bovendien goed vinden dat iemand de hele dag in de weg loopt. Als je echter aankondigt dat zo’n geïnteresseerde toeschouwer het statief kan sjouwen, is het in de meeste gevallen snel bekeken. Geen regisseur die deze luxe afslaat.
Zo’n snuffelaar moet wel een eerlijk beeld krijgen. Aan het eind van de dag moet hij inzien dat het leven van een cameraman niet over rozen gaat, maar het is ook weer niet de bedoeling dat zijn droom als een zeepbel uiteen spat. Zelf wil ik een stoere indruk achterlaten en bewijzen dat ik mijn vak versta. Liefst tijdens een ontspannen en gezellige draaidag, waarop we tussen de bedrijven door tijd hebben om een en ander toe te lichten.
Een Klokhuisdag dus.
Voor Het Klokhuis draai ik al vijftien jaar en regisseur Leo is een van de meest geschikte toffe peren in Omroepland. Ideaal voor de vraag of ik iemand mee mag nemen. En het antwoord ken ik al.
Vervolgens gaat mis wat er mis kan gaan. Voor de door mij uitgekozen draaidag krijg ik een callsheet met een pittig tijdschema en een absurd vroege begintijd. Ik voel de bui al hangen. We filmen in een donker museum, waarin deze dag ook diverse schoolklassen worden losgelaten. Tot overmaat van ramp vindt er een verbouwing plaats.
Op de dag zelf blijkt dat het handig zou zijn geweest als ik de scripts vooraf had bestudeerd. Ik hol voortdurend achter de feiten aan. Normaal is dat geen onoverkomelijk probleem en kan ik dat redelijk verbergen, maar nu kijkt een bijdehante student op mijn vingers. Die gaat dat straks natuurlijk in zijn stageverslag vermelden. Ook heb ik de afgelopen nacht te weinig geslapen en gedurende deze lange hectische dag breekt mij dat op. Ik word narrig of –zoals Boudewijn Büch deze gemoedstoestand noemde- kippendriftig. Na een uurtje of tien ben ik kortaf, ongeduldig en onredelijk.
Ik maak niet bepaald reclame voor het vak en voor mezelf.
We moeten meer met lampen slepen dan me lief is. Telkens als ik denk de scène onder controle te hebben komt er nog ergens een aap uit de mouw en moet ik toch het licht aanpassen. Wil ik het mooi maken, dan kost dat teveel tijd en als ik het snel doe ziet het er niet uit. Vandaag zie ik de middenweg niet en dat irriteert me. Kies ik voor handheld, dan is van statief mooier en als ik bij een volgend item de camera op het statief klik, ontdek ik na vijf shots dat dit beter van de schouder kan. Maar je kan niet straffeloos switchen als je een bepaald stijltje wilt aanhouden.
De enige twee die vriendelijk en vrolijk blijven zijn Leo en Menno. De eerste is altijd lief, dankbaar en aardig; de ander verdenk ik er van dat hij niet prijs durft te geven wat hij van de situatie denkt. De meeloper moet immers nog met ons mee terug naar Hilversum. Wel weet ik vrij zeker dat de 21 jarige Menno Hettinga terug komt op zijn beroepskeuze. Vermoedelijk gaat hij het volgend jaar een heel andere studie volgen. Iets waar je een normaal salaris mee kan verdienen, dat minder stressvol is en kortere werkdagen kent. Die is een ervaring rijker en een illusie armer.
Cameraman worden? Dat nooit!




Menno heeft een eigen weblog. Zijn versie van het verhaal staat hier! Hij kan in ieder geval verhalen vertellen en schrijven. Nu nog even leren filmen...

zondag 21 november 2010

Zevenheuvelenloop




motor 1 : Bertus Duiven en motorrijder Dirk te Velde
motor 2 : Jan Rein Hettinga en motorrijder Cees van der Oord
verslag : Leon Haan en Erwin Bak
techniek : Willem de Vente

zaterdag 20 november 2010

ga terug naar af...

Eindhoven. Krak! Totaal onverwacht lopen de raderen vast en staat de wereld even stil. Van het ene op het andere moment is niets meer wat het was. Een stom telefoontje met een korte mededeling. Het duurt niet langer dan een minuutje en dan staat alles op zijn kop.
Ga terug naar af! U ontvangt geen 20.000 gulden.
Traanbuisjes lopen vol, de adem stokt, een opkomend nerveus gevoel in de buik, stem slaat over. Het is alsof twee handen om je enkels grijpen en beide benen met een ruk terug op aarde zetten. Snok. Van de zenuwen laat je spontaan een zachte wind.
Ik had vanmorgen zo’n ervaring. Om zeven uur werd ik gebeld met de mededeling dat een zwager gisterenavond een hartinfarct heeft gehad. Op slag wist ik hoe dierbaar mijn familie is en waar het eigenlijk echt om draait in het leven. Alsof je dit soort vreselijke gebeurtenissen nodig hebt om in te zien wat echt belangrijk is. Even wakker schudden. Je realiseren dat het zo gedaan kan zijn.
Daar ging ik met mijn zojuist geschrokken hoedje. Een paar minuten later zat ik alweer in de auto, op weg naar huis. Vrouw en kinderen hadden mij even harder nodig dan de VARA. Met een knoop in de maag en twee handen aan het stuur verliet ik Hilversum. Voortdurend naar de wijzer van mijn kilometerteller kijkend, om niet onverantwoord hard te gaan rijden.
Het leven is soms zo onredelijk en spijkerhard. Onvoorspelbaar en zeer confronterend. Dat hoort erbij, maar het went nooit.
Langzaam komen de radertjes weer op gang. Het klokje tikt weer. De eerste schrik is achter de rug. Mijn zwager is een jonge, sterke vent en sinds vandaag realiseer ik me pas echt hoeveel ik om hem geef. Hij heeft de boel even op scherp gezet, wat voor mij niet had gehoeven, maar nu weet ik wel weer dat je het leven moet leven en je niet mag vergeten te zeggen tegen de mensen waarvan je houdt, dat je van ze houdt.
Pfhoehey...


donderdag 18 november 2010

de gelukkige geluidsvrouw

Den Haag. De facilitaire kant van Omroepland is een mannenbolwerk. Op planningen en bij de administratie kom je meisjes tegen, maar op de vloer zie je helaas weinig dames. Ik ken slechts een handje vol goede cameravrouwen en maar één ENG-geluidsvrouw. De geluidsvrouw!
Volgens mij zou het helpen als er meer camera- en geluidsvrouwen zouden zijn, want zij kijken toch weer anders naar de wereld en ze nuanceren alle stoere mannenpraat. Maar het is fysiek zwaar werk en dus voor veel vrouwen moeilijk vol te houden.
Onlangs meldde een geluidsman zich op het laatste moment ziek en moest de planner van dienst in alle vroegte op zoek naar een geschikte vervanger. Hij belde de geluidsvrouw en kreeg al om half zeven een stuk vrolijkheid aan de lijn waar je normaal gesproken ’s avonds in de kroeg nog bang van wordt. Natuurlijk wilde de geluidsvrouw die dag al haar plannen overboord gooien. Ze zat al op de fiets!
En zo kon het gebeuren dat wij even later samen naar Den Haag reden, op naar de minister van Onderwijs. Geen gezeur of gemopper over de vroege wake-up call en fluitend met een berg spullen door het ministerie sjouwen, alsof ze Jerommeke zelf was. De minister kreeg een ferme hand en vervolgens hield ze de hengel een half uur lang stil op dezelfde plek, zodat een schaduw op tafel niet of nauwelijks opviel.
Tussen de bedrijven door vertelde de geluidsvrouw dat ze eigenlijk pannenkoeken had willen bakken, ze vertelde over paarden en snurkende ex-vriendjes. Thema’s die normaal gesproken, wanneer de auto gevuld is met louter mannen, niet aan bod komen. Dan gaat het eerder over brommers, fileleed en de drie B’s (borsten, benen en billen).
’s Middags draaiden we in het AMC te Amsterdam en wilde de geluidsvrouw niet dat ik meer materialen tilde dan zij. De emancipatie is soms verder gevorderd dan wenselijk, want ik werd door alle wandelende infusen aangekeken. Die badjassen zagen in mij een lompe hork, die dat meisje een beetje liep af te beulen. Toen ik daar iets van zei lachte de geluidsvrouw me recht in mijn gezicht uit. Dat doet ze trouwens wel vaker.
Het is ontzettend gezellig om met de geluidsvrouw te werken en ze verstaat haar vak ook nog. Klanten vinden het leuk als eens een meisje de zendermicrofoontjes opspeldt. In sommige gevallen stel je zo ook nog de te interviewen personen meer op hun gemak. En nou wil ik geen narrige of flauwe reacties lezen van jaloerse geluidsmannen. Ik schrijf maar één keer dat ik fan ben van de geluidsvrouw!

En voor wie meer weten wil; ze is te volgen op Twitter via @geluidsvrouw.



dinsdag 16 november 2010

nar

Heel. Erik was altijd een prettige collega, ik zag hem zelfs een beetje als vriend. Als een van ons ergens mee zat dan bespraken we dat met elkaar. Ik hielp hem waar mogelijk en hij stond altijd voor mij klaar. Regelmatig stond hij pal achter me. Als ik in het water sprong dook hij er achteraan.
Nou vind ik mezelf best tolerant en ik hoop niet zo’n vader te worden die zijn dochter voortdurend probeert te sturen, maar als Imme op een dag zegt dat ze dansmarieke wil worden ga ik er toch met mijn volle gewicht voor liggen. Ze mag op paardrijden, ballet, hockey en desnoods op ijshockey of voetbal, maar mijn dochter gaat niet bij de dansmariekes. Daar heb ik toch zo’n enorme hekel aan.
De vriendschap met Erik heeft deze week een flinke deuk opgelopen. Ik had nooit van hem verwacht dat hij zo dwingend kon zijn. Laat staan dat ik kon bevroeden dat hij ook nog eens heel gemeen is. En dat hij zijn vrienden zo te kakken zou kunnen zetten. Meneer is wat mij betreft hard door de mand gevallen.
Dansmariekes zijn over het algemeen een beetje mollige meisjes, in te korte rokjes. Verre van sexy. In mijn ogen altijd een beetje sneu en onhandig. Tijdens de carnavalsoptocht van Geleen liet het voorste dansmarieke altijd haar stok vallen als de groep in het zicht van onze lokale omroep camera’s kwam. Bovendien heb ik een hekel aan panty’s.
Erik en ik waren zondag bij een carnavalszitting in Heel, die we opnamen voor het Limburgse televisiestation L1. Tussen de bedrijven door kregen we boerenkool met worst in de artiestenfoyer van het kleine zalencentrum. Tijdens het uitbuiken voerden we goede gesprekken over de zin van het leven. Er was tot op dat moment niets aan de hand. Alles koek en ei.
De dansmariekes van Heel en omstreken zouden die avond optreden voor de regionale zender. Hun warming-up moesten ze in de ruimte doen waar de heren van de televisie nog koffie dronken. Naast de tafel waaraan een stuk of tien cameralieden, assistenten, geluidsmannen en andere tv makers zaten, viel het showballet massaal in de split (of spagaat, ik haal die twee altijd door elkaar).
Mijn (ex) vriend Erik vond opeens dat ik met die meisjes op de foto moest. Hij griste mijn fotocameraatje uit het tasje aan mijn heup, duwde mij uit mijn stoel en had al aan de dames gevraagd of het mocht voor ik tegen kon sputteren. De dansmariekes vonden het ook een beetje ongemakkelijk, maar kennelijk krijgen zij dit soort verzoeken vaker. Professioneel gingen ze klaar staan voor een fotomomentje. Ik kon niet meer doen dan overeind komen en proberen er het beste van te maken.
Nog steeds weet ik niet precies hoe Erik het voor elkaar heeft gekregen. Het was voorbij voor ik me kon realiseren dat ik, met die door mij zo gehate dansmariekes, op de foto ging. En wat het aller ergste is... de foto is ook nog eens zo genomen, dat uit mijn oren de twee horentjes van het narrenpak groeien.



zaterdag 13 november 2010

intocht

Harderwijk. Zeven camera's met een dubbele positie en twee draadloze camera's die het gezelschap van Sint en Pieten tijdens de hele route op de voet volgen. Dik 12.000 meter kabel is uitgerold voor beeld en geluid. Op de vuurtoren staat een compleet ontvangststation voor alle audiozenders.
Ik heb ze niet geteld, maar de complete televisieploeg bestaat uit een kleine honderd personen, waaronder een aantal speciale camera-, geluid-, zenderrelais- opnameleiding-, en assistentiepieten. Op de stoomboot zitten namelijk alleen Sint en Pieten. Aan de wal en in het stadje vind je het gewone televisiepersoneel. De grote reportagewagen staat net achter de stadsmuur met daarnaast de satellietwagen, het grondstation voor de draadloze camera's en een van de twee enorme materiaalwagens.
We werken volgens een gedetailleerd script. Alles staat vast en is zo bedacht dat tijdens de intocht verschillende verhaallijnen met dubbele lagen, voor grote en kleine kijkertjes, de revue passeren. Het is absoluut een uniek televisieprogramma, omdat het feitelijk live drama is en dat luistert nauw. Niets mag mis gaan, terwijl de kijker juist de indruk moet krijgen dat er van alles mis is.
Ik buig diep voor mensen als Ajé Boschhuizen, die telkens weer de meest absurde situaties verzinnen voor Sint en Pieten. Sint zelf mag er ook wezen. Zijn gevoel voor humor is briljant. Petje af voor de productieploeg van de NTR, de regisseur en zijn assistente, maar vooral voor de opnameleiders (Tommy Byrne en Frans Fokking) die deze chaos in smalle straatjes moeten leiden en er voor zorgen dat alle essentiële scènes binnen vijf kwartier uitgespeeld zijn. Dat is stressvol werk met een grote verantwoordelijkheid.
Nu ik voor de verandering toch eens namen noem mag ik Jan van Ooijen niet vergeten. Hij heeft meer live-uitzendingen van de intocht gedaan dan Sinterklaas zelf. Vanaf 1981 is hij erbij en verantwoordelijk voor het complete kabelplan. Het is tevens de grote leider bij de operatie die 'opruimen' heet. Een prachtvent die ooit een wassenbeeld in het Omroepmuseum verdient. Of een lintje, want hij doet al even lang alle Koninginnedagen. Die twaalf kilometer ophaspelen in een kleine twee uur is volgens mij een absoluut wereldrecord.
Zelf heb ik een overzichtelijke klus. Camera 8 komt pas aan bod als het feest al een klein uur op gang is. Tot die tijd ben ik twee keer geschakeld met een zogenaamd publiekshot. Leuk dat buurmeisje Sarah zo haar close-up meepikt. Voor ze in beeld komt moet ze wel minimaal vijf minuten met een vlaggetje zwaaien om de aandacht van de regisseur te trekken.
Dan komt Sinterklaas eindelijk in de Kleine Marktstaat. Voor de bakkerij krijgt Huispiet van de Burgemeester een sleutel van de pepernotenfabriek. Een kleine scène die in een paar minuten voorbij is. Ik maak eerst een totaalshot vanaf een steigertje en klim vervolgens snel naar beneden om een van de draadloze camera’s af te lossen. Dan kan hij door en krijg ik een extra schakelmomentje. Heel veel minuten uitzendtijd leveren twee dagen intocht niet op, maar daar gaat het ook niet om.
Het hoogtepunt voor camera 8 is de verplaatsing van de ene positie naar de andere, samen met de Burgemeester, met verslaggever Jeroen, de uitvoerend producent en een vriendelijke vrijwilligster die ons moet begeleiden. Van de bakkerij in de Kleine Marktstraat naar het podium op de Markt. Hiervoor hebben we vier minuten. Door een sluisje van hekken in de Hoogstraat, linksaf de Hondengatstraat in. Bij The Lotus Lounge naar binnen, dwars door het sushirestaurant, de stomende keuken vol verbaasde Japanners, een berging, een steegje, een poortje en hopsakee we staan voor het podium op de Markt. Nieuwe kabel inprikken en door! Van het oer Hollandse Sinterklaasfeest in twee tellen naar Azië en vijf tellen later weer in Harderwijk. Niet de kortste route, maar publiektechnisch wel het snelst. Een unieke actie waarover we het nog jaren zullen hebben, die eigenlijk thuis hoort in de making of...
Ik moet toegeven dat ik bloednerveus word zodra Sinterklaas weer in mijn shot komt. Een paar weken geleden stond ik bij het WK turnen en keken wereldwijd miljoenen mensen mee, maar de intocht van Sinterklaas roept bij mij pas echt een speciaal soort spanning op. Toch ben ik dolgelukkig dat ik er weer bij ben. Bij deze teken ik alvast in voor de intocht van 2011!




vrijdag 12 november 2010

11e van de 11e

Maastricht. 08:44u. Deze donderdagochtend geen lange file voor Maastricht. Zou dit iets te maken hebben met het feit dat het een provinciale feestdag is? Of is het stilte voor de voorspelde storm?
Een week zonnetje schijnt nog. Ook de natuur in Limburg is prachtig geschminkt in feestelijke kleuren. Rood, geel en een beetje groen. Mick Jagger zingt me toe: 'tumbling dice'. Het is waarschijnlijk het laatste Engelstalige muziekstuk dat vandaag tot me komt.
10:55u. Welkom in Limburg. Het Vrijthof staat vol verklede gekken, de meeste al aan het bier. Burgemeester Onno Hoes maakt zich op voor zijn Vastelaovesdebuut. Ik klik de camera van het statief en leg deze op mijn schouder. Dat statief is verder alleen om het apparaat op te parkeren als we niks doen. Er liggen een regenhoes en een regenjas onder.
11:11u. Un zaelig nuujjaor! Het carnavalsseizoen '10/'11 is officieel van start gegaan met ritueel aftellen en een massaal gezongen "Waar in 't bronsgroen eikenhout". Dat zing ik altijd stiekem mee. Hoewel ik steeds minder met carnaval en alle bijbehorende tradities heb, is en blijft het Limburgs volkslied toch hèt volkslied.
12:33u. Volgende keer trek ik een shirt aan waarop staat dat ik niet van kaas houd, want die Limburgers zijn natuurlijk wel een beetje corrupt. Ze bieden me allerlei meegebrachte etenswaren aan, in ruil voor een paar seconden screentime. Ik speur uiteraard vooral naar snoezige snoepjes, schattige scheetjes en zoete zachte Gtjes. Het valt ook op dat shots van mannen in het publiek minder snel geschakeld worden dan beelden van prettige propjes.
13:11u. Even pauze. Tomatensoepie, broodje ham, broodje kaas, een Mars voor de energie en even opwarmen bij de straalkachel van Pierre Boels.
14:22u. Het wordt donker. Dikke druppels vallen in mijn nek. Is het bier of regen? De strakke regenhoes die ik gefabriceerd heb van een Komozak en een halve rol gaffertape is niet langer afdoende. Tussen twee nummers wurmen we de fabriekshoes -waar ik zo'n hartgrondige hekel aan heb- om de camera. Het bedienen van de lens is vanaf nu lastiger en de camera onderhands, aan het handvat bovenop, vastpakken gaat minder makkelijk. Mijn zeempje maakt overuren. Het is een godswonder dat het publiek blijft. Dit zijn met recht de diehard carnavalisten. En morgen de griep.
16:44u. Het is al lang niet leuk meer. Wat een van de krenten in mijn jaarlijkse werkpap hoort te zijn, is uitgedraaid op een koude natte boel. Ook het tweede lensdoekje kan ik inmiddels uitwringen. Het maakt van druppels op de lens vage strepen. De viewer is van binnen en buiten beslagen. Ik zie niks meer. Het minst onscherp zal wel scherp zijn. Mijn zwarte spijkerbroek is aan een kant doorweekt van het tegen het podium aan staan.
17:11u. Alle essentiële spieren verkrampen in de kou. Na zes uur live uitzending onder deze erbarmelijke omstandigheden ga je toch stiekem hopen op een stroomstoring of windvlagen van het kaliber dat de organisatie moet besluiten de rest van het evenement af te blazen. Maar dat gebeurt natuurlijk niet.
17:33u. We hebben vijfentwintig minuten voor het diner. Dat is genoeg om het voerbakje leeg te vreten. Gezond is anders, maarja het is carnaval. Dan eet je zoervleisj. Alleen zijn ze de frietjes vergeten...
18:55u. We maken ons op voor het optreden van de Janse Bagge Bend. Wat mij betreft elk jaar het hoogtepunt qua jeugdsentiment. Bovendien is Sollicitère weer een hartstikke actueel nummer. (En dat is een hint Veenstra!)
Ondertussen proberen Bart, Rik en Derk een nieuw confettikanon uit. Dit wonderlijke stunttrio krijgt over het algemeen alles voorelkaar, maar deze uitvinding valt mij een beetje tegen. Al Qaida of de jury van Het Beste Idee van Nederland zouden niet onder de indruk zijn van het plufje en een paar papiersnippers die vervolgens door de lucht dwarrelen...
20:11u. Het is klaar. De in Limburg wereldberoemde Beppie Kraft heeft zoals gebruikelijk afgesloten. We moeten alleen nog even opruimen. En zoals dat gaat op een dag als deze komt de regen opnieuw met bakken tegelijk uit de lucht.
00:11u. Warm bad en dito bed lonken. Onderweg ben ik nog een half uur gestopt voor zo'n befaamde 'powernap', anders was dit verhaal in de vangrails geëindigd. Kortom: blij dat ik thuis ben. Over een paar uur gaat de wekker en begint het volgende avontuur.







woensdag 10 november 2010

zielig


Utrecht. Wanneer ik op de site van Broadcast Magazine lees dat mediabedrijf RTL Group haar winst met slechts 47 (!) procent heeft laten groeien en dat de operationele winst in het derde kwartaal uit kwam op slechts 133 miljoen euro word ik een beetje verdrietig. Ik krijg dan medelijden met die arme aandeelhouders en met alle chefjes die wat bonus betreft zo afhankelijk zijn van dit soort cijfers. 133 miljoen in een paar maandjes is natuurlijk helemaal niks. Peanuts voor die stakkers.
Daarom lijkt het mij volstrekt logisch dat bijvoorbeeld de cameramensen, die voor dit bedrijf mogen werken, er ook het komend jaar niks bij krijgen. De dagprijzen van die groothoekgraaiers zijn al jaren bevroren, maar met zulke waardeloze winstcijfers is van ontdooien natuurlijk geen sprake. Hooguit een beetje opwarmen om er met de kaasschaaf nog een flintertje vanaf te halen.
Ook al is het vierde kwartaal nog zo goed begonnen en verwacht de onderneming dit jaar significant beter af te sluiten dan het voorgaande jaar, de inkoopvoorwaarden van alle plaatjespieten kunnen niet worden aangepast in 2011. Dat is volstrekt duidelijk. En zo belangrijk zijn cameramensen nou ook weer niet voor een organisatie als RTL.
De cameramensen die telkens weer mopperen over hun inkomen moeten zich schamen en zouden zich eens wat beter mogen inleven in de persoonlijke situaties van aandeelhouders en de managers van RTL. Die schatten hebben het ook niet gemakkelijk hoor!
Wat dat betreft ben ik altijd blij als ik weer eens een persbericht met winstcijfers van zo’n onderneming in Omroepland onder ogen krijg. Dat geeft toch gelijk een heel andere, meer realistische kijk op de zaak.



maandag 8 november 2010

schaatsen

Heerenveen. Wie (in Nederland) als cameraman allround wil zijn moet ook een NK afstanden kunnen filmen. Ik had nog niet veel potjes schaatsen op mijn kerfstok en heb de kans om een paar dagen in Thialf te mogen werken, met beide handen aangegrepen. Met dank aan mijn vrienden van Team Facilities. Het was een leerzaam weekend.
Uiteraard kreeg ik de rol die uitermate geschikt is voor beginners. Camera 5. Die doet eigenlijk alleen mee bij de start en draait interviews na afloop. Tussen de bedrijven door maakt deze camera shots waar mogelijk; voor eventuele slow motions, publiekshots, reacties van trainers, familieleden op de tribune en andere opleukshots. Vanaf deze positie kon ik ook mooi observeren hoe mijn collega's het deden en vooral wat, want elke camera langs de baan heeft zijn eigen specifieke rol.
Mij viel op dat zo'n schaatsregistratie in feite hartstikke simpel is, alleen worden de technische vaardigheden van alle cameramensen op de proef gesteld. Het is sport om het tot in de puntjes goed te doen. En niet onbelangrijk: Je moet wel kunnen scherpstellen als je bij het schaatsen achter een camera staat.
Op de cameracursus van Santbergen, waar lang geleden alle cameramensen werden opgeleid, hadden ze een oefening met een rondrijdend modeltreintje. Dat moest de leerling dan beeldvullend en scherp blijven volgen. Tegenwoordig hebben we het schaatsen. Als je dat kan ben je al een hele pief in cameraland.
Ik had de eerste twee dagen het idee dat ik op het punt stond om door de mand te vallen. Dat ik ontmaskerd zou worden als knoeier, prutser en amateur. Van zaterdag op zondag heb ik er zelfs onrustig van geslapen. Al mijn collega's leken zo moeiteloos hun shots scherp te kunnen houden en ik bleef maar rommelen op het randje. Vanmorgen bleek dat de beeldtechnicus in de regiewagen een filter over het hoofd had gezien*, waardoor mijn scherptediepte veel kritischer was dan noodzakelijk. Na die ontdekking was het leven vandaag een stuk aangenamer en de marge een stuk groter.
Toch neem ik mijn petje af en buig ik diep voor collega cameramensen die zo'n heel weekend aan het eind van het rechte stuk staan. Zij die telkens weer schaatsenrijders op zich af zien komen, close volgen, de juiste keuzes maken en niet een keer door de scherpte heen gaan. Hulde!




* Bij dit soort 'meer-cameraproducties' wordt een deel van de camera op afstand, vanuit de regiewagen bediend. De beeldtechnicus zorgt er voor dat de kleuren van alle camera's gelijk zijn en hij bewaakt het diafragma, zodat de cameraman zich bezig kan houden met compositie en scherpte. In dit geval heeft een heel kundige, zeer ervaren en buitengewoon aardige collega een stom schakelaartje over het hoofd gezien. Zo'n typische 'instinker'. De cameraman van dienst had ook aan de bel mogen trekken, maar die was veel te bang dat ze hem zouden ontmaskeren en dat het aan hem lag...

zondag 7 november 2010

tv nomaden


A6, de polder. Zo'n busje vol North Face jassen, bergschoenen en rugzakjes die uitpuilen met regenkleding, handschoenen, mutsen en lensdoekjes; het blijft een bijzonder fenomeen. Spijkerbroeken, truien met capuchons, Leathermans en hippe fotocameraatjes met extra veel pixels op zak. Beslagen ruiten. Altijd minimaal één persoon aan boord die met open mond in slaap sukkelt. Of iemand die opzichtig vecht tegen de slaap en zit te gumminekken.
Tegenwoordig speelt minimaal de helft van alle inzittenden met zijn of haar smartphone. Ze communiceren van voor- naar achterbank middels Facebook, Twitter of ouderwetse SMSjes.
De weg door de polder kennen we wel. Windmolens, windmolens en nog eens windmolens. Zo nu en dan kijkt iemand geconcentreerd naar de horizon om misselijkheid te voorkomen. Het is ook niet slim als je achterin gaat zitten met je mobieltje.
Bij Texaco of de daarop volgende Esso stopt de Transporter om even koffie te tanken. Een blikje Red Bull, Extrannetje, appelflap, suikerwafel, Raketje, zakje M&M's of alleen maar kauwgom. De verstokte roker heeft zijn shagje al lang gerold. Het wachten is op die ene collega die toch nog even naar het toilet moest. En dan rijdt het busje verder. Weer en wind, nacht en ontij.
Duizenden kilometers maken dit soort busjes. De bestemmingen zijn over het algemeen bekend. De Euroborg in Groningen, het Abe Lenstra Stadion of Thialf in Heerenveen. Telkens worden de busjes volgepropt in een iets andere samenstelling, maar de grappen en het kleine leed zijn hetzelfde. Mopperen op de hoge heren, klagen over geldgebrek, ergernis over de onregelmatigheid, lange dagen, slecht eten en verkeersregelaars, maar de jongens kunnen en willen allemaal niets anders.
Wie op de juiste knoppen drukt hoort de mooiste verhalen. De tv nomaden maken heel wat mee en zijn er vol van. En als je goed luistert hoor je dat zo'n busje overloopt van passie en liefde voor het vak.





zaterdag 6 november 2010

uit de oude doos

Amsterdam. Ik ben ooit, na een draaidag met schrijver J.J. Voskuil, vol goede moed aan het eerste deel van zijn epos Het Bureau begonnen, maar het tergend trage verhaal, gebaseerd op zijn ‘wilde’ avonturen bij het Meerstens Instituut, kon mij niet bekoren. Ik vond het een saai boek en inmiddels ligt het al jaren, ver weggestopt op zolder, in een onuitgepakte verhuisdoos. Dat is jammer, want nu had ik er wel even in willen bladeren.
Die hernieuwde nieuwsgierigheid is gewekt door een bezoekje dat ik voor Het Klokhuis aan dit onderzoeksinstituut bracht. Ik heb even naast dat bewuste bureau gestaan en het aangeraakt. Het enige echte! Niet spannend, maar het is zo’n momentje waarop ik me realiseer hoe bijzonder mijn baan is. Ik kom toch maar telkens weer op dit soort gekke plekken.
Wij waren bij het Meertens Instituut voor een kijkersvraag over familienamen en spraken met een naamkundige. Visueel niet de meest flitsende Klokhuis die ik in mijn carrière heb gedraaid, maar inhoudelijk wel grappig en leerzaam. Aan het eind van de reportage mocht presentator Bart een kijkje nemen in een van de uitgebreide archieven.
Bij het onderzoeksinstituut ligt het complete archief van een Volkstelling uit ‘47. Om precies te zijn de 12e Volkstelling, van 31 mei 1947, uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek in ’s Gravenhage. In een soort dunne schoenendoosjes, op woonplaats gesorteerd, zitten de antwoordstrookjes die mensen van een vragenlijst konden knippen en moesten invullen. Het heeft geresulteerd in een gigantische gang met dit soort doosjes en voorvaderen van ons allemaal zitten er in.
Het maakte mij nieuwsgierig en tussen de bedrijven door heb ik natuurlijk even gezocht naar de doosjes van Geleen. De familie Hettinga woonde in die dagen op de Raadhuisstraat nummer 17 en ik had ze vrij snel gevonden. Het gezin van mijn opa was de enige familie met deze achternaam in het mijnwerkersstadje.
Ik vond de Register Controlestrookjes van mijn tante, mijn oom, mijn vader en mijn opa. Mijn oma was waarschijnlijk verstopt bij de V, gesorteerd op haar meisjesnaam, maar ik had geen tijd om dat ook even uit te zoeken. Uiteraard heb ik de briefjes wel snel gefotografeerd. Op het kaartje van mijn opa stond dat hij filiaalhouder kruidenierswaren was. Dat klopt. Hij was de man van de eerste Geleense Albert Heijn. Maar zijn geboortedatum bleek verkeerd te zijn ingevuld. Het is dus de vraag of mijn opa deze briefjes zelf heeft beschreven.
Het is toch een gek idee dat hij of mijn oma die briefjes hebben ingeleverd, dat ze na het onderzoek in 1947 in een doosje zijn beland en dat hun kleinkind ze er 63 jaar later uit vist. En weer keurig netjes heeft terug gestopt. Ik ben benieuwd wie de volgende is die op zoek gaat naar deze specifieke briefjes. Waarschijnlijk helemaal niemand... Nooit meer.



dinsdag 2 november 2010

oppasmoe


Utrecht. De afgelopen week stond het vaderschap centraal. Mijn lieve Lief was druk met werk, dus heb ik me fulltime gestort op huishoudelijke taken en de zorg voor Art en Imme. Fijn dat het kan en ik vind het nog leuk ook.
Vond!
Inmiddels ben ik het wel een beetje beu om de hele dag voor kinderrechter te spelen. Het is vermoeiend om er voortdurend voor te waken dat de telefoon niet in een beker appelsap valt, de stiften op papier gebruikt worden en niet tegen een witte muur of dat de klei van Art niet verdwijnt in het hongerige mondje van Imme. Om maar te zwijgen over al die momenten waarop Art het speelgoed van Imme afpakt en Imme het territorium van haar broertje betreedt. Wat hij heeft wil zij hebben en waar zij mee speelt moet hij... Nu, nu, nu.
NU NUHUU!
Het hakt er in. Zeker sinds de wintertijd op onze wekkertjes is ingesteld, maar die nog niet wil indalen in de biologische klokjes van de kids.
Imme kruipt in de gordijnen en Art klikt als een volleerd... ehm, klikspaan. In een soort van paniek grijpt hij in, want wat zuslief doet mag niet en papa staat helemaal in de keuken. Het gevolg is een huilend meisje en meneer voor straf op de naughty-spot.
De een stoot zijn teen aan het hobbelpaard en de ander kukelt van het bakfietsje. Wat kunnen die twee sirenes loeien! En waarom telkens tegelijk?
Art zegt dat hij moet poepen en voegt de daad bij het woord. Een drol druipt langs het HEMA onderbroekje. Dit lost zelfs de getrainde papa niet op zonder in de shit te geraken. Voor ik het ventje in bad zet ga ik zelf nog even snel naar het toilet. Dan steekt Imme haar hoofd tussen mijn benen door om nieuwsgierig in de pot te kijken. Het gaat nèt goed, maar in een poging haar blonde lokken niet te raken plas ik over mijn eigen broek.
Van die dagen dus.
Het weer werkt ook niet mee. Buiten is het nat en koud. Bovendien kwakkel ik zelf al een aantal dagen. Opvliegers. Ik heb het koud en ik zweet.

Deze klaagzang komt er vooral op neer dat papa niks gewend is. Het lontje van mijn lieve Lief is wat kinderen betreft echt veel langer. Respect voor alle echte moeders en hun engelengeduld. Na een week kindervreugd wil ik dolgraag even een dagje filmen.
Vanaf morgen is mama weer beschikbaar en daar kijken niet alleen de kindjes naar uit.





maandag 1 november 2010

oudenoord


Utrecht. M. bleef niet zitten op 4 Havo en dus woonde zij al in Utrecht toen ik nog eindexamen moest doen. Binnen een paar maanden had ze in de Domstad ook al een buurjongen gestrikt, wat ik erg gevonden had, ware het niet dat hij cameraman was bij het RTL Nieuws. Mijn jongensdroom was bij hem al uitgekomen. Ik accepteerde dat ik volstrekt kansloos was bij M. en reisde in de kerstvakantie op mijn OV jaarkaart naar het hoge noorden voor een feestje. Ik wilde die cameraman graag ontmoeten.
Het bleek een geschikte gozer die zo aardig was om mij, na de studentenspaghetti, in zijn afgetrapte Peugeot, mee te nemen naar Hilversum. Bij RTL4 te Kerkelanden kreeg ik een rondleiding langs nieuwsredactie en studio's, waar Jaap van Meekeren zich opmaakte voor het Nieuws van half acht.
We eindigden bij de Overtoomkast waarin een vrij nieuwe LDK491 stond. De vaste camera van de cameraman. Toen, in mijn ogen, een veel mooier ding dan de Ferrari Testarossa van Sonny Crockett in Miami Vice. En ik mocht het apparaat heel even vast houden. Om hem even op mijn schouder te leggen was ik niet dapper genoeg. De camcorder ging terug in zijn kast en wij liepen even later langs de witte Renault Espace waarmee het RTL Nieuws in die dagen nog door het land scheurde. Ik moest me inhouden om niet te kwijlen. Gelukkig was het donker.
Het feestje kon me verder gestolen worden. Tot diep in de nacht bleef ik bij de cameraman in de buurt en ik hoorde hem uit tot hij er moe van werd. Ook M. had er aan het eind van de avond schoon genoeg van en ze probeerde me nog aan een studentenvriendinnetje te koppelen, waarschijnlijk vooral om haar cameraman weer even voor zichzelf te hebben.

M. ben ik een beetje uit het oog verloren. Ik heb nog een keer contact met haar gehad toen ik een paar jaar geleden een ander vleiend stukje over haar geschreven had. Zij en de cameraman zijn al een eeuwigheid niet meer samen en hij raakt al jaren geen camera meer aan. Tegenwoordig is de cameraman regisseur en in die hoedanigheid heb ik vandaag voor het eerst met hem mogen werken. Het was niet alleen heel erg prettig werken en super gezellig, ook dat oude verhaal kwam boven drijven. Ik zag mezelf, met een weelderige bos haar, zo weer instappen in die gammele Peugeot, aan de Oudenoord in Utrecht. Daar op de hoek staat een verkeersbord dat wijst richting Hilversum!