maandag 31 juli 2006

10+

Amsterdam. Wij gingen op 16 augustus 1990 naar Gelsenkirchen, omdat we dachten dat het wel eens onze laatste kans zou kunnen zijn om de Rolling Stones te zien. We wisten dat Bill Wyman er mee zou stoppen en konden niet vermoeden dat de anderen zo hard door zouden gaan.
Dat is dus nu 16 jaar geleden en inmiddels zijn we vier wereldtoernee's verder. Zelf heb ik ze daarna nog negen keer zien optreden, gewoon in Nederland. Er zaten heel goede shows tussen, maar ook een paar mindere voorstellingen.
Het concert in Paradiso miste ik op een haar na, omdat een lieve presentatrice met een kaartje mij niet kon bereiken. Sindsdien heb ik een mobiele telefoon. In de Kuip vingen we ooit een drumstick van Charlie Watts. Een paar jaar later zaten we daar zo ver achteraan dat besloten om alleen nog te gaan als we goede veldkaarten zouden kunnen bemachtigen. Ahoy was speciaal voor de liefhebber, omdat ze daar veel nummers van het geweldige album Exile on Mainstreet speelden. Vredenburg had ik graag willen meemaken.

Het is weer even spannend geweest, maar vanavond stonden de Stones in de Amsterdam Arena en met de echte liefhebbers, die bereid waren veel geld neer te leggen voor een kaartje, heb ik genoten van een spectaculaire show. Iedere keer krijg ik meer respect voor Mick Jagger, die ondanks zijn leeftijd de energie heeft van een 20 jarige en met zijn uitstraling een heel stadion gek maakt.
Keith Richards leek een beetje afwezig, maar dat is niet vreemd na het coconutincident op Fiji. Het is dat we beter weten, maar anders zouden we denken dat hij het verband nog om zijn hoofd had. Gelukkig maakte een nuchtere Ron Wood veel goed. Die voelde zich misschien een beetje schuldig en deed in het bijzijn van chef Jagger extra zijn best.
Hoogtepunt was wat mij betreft het nummer As Tears Go By dat ze akoestisch speelden. Het hele stadion brulde mee en ik kreeg even kippenvel.
Natuurlijk brengen ze altijd grote hits als Satisfaction, Brown Sugar en Jumping Jack Flash, maar het mooie van de Stones is dat ze kunnen putten uit een ongelofelijk aantal nummers en iedere keer weer weten ze het publiek te verrassen met een uniek nummertje of een bijzondere uitvoering.
Ik vrees dat we langzaam echt de grens bereiken en dat het steeds moeilijker word voor Mick Jagger om de boel bij elkaar te houden, maar wat mij betreft mogen de Rolling Stones nog wel even door gaan. Ik ben Stonesliefhebber en dus niet objectief, maar wat mij betreft krijgt de Bigger Bang een 10+.
Robbie Williams terug naar de schoolbanken.


Honky Tonk Arena.

positief

Amsterdam. Iemand die ook groot liefhebber is van de rollende Hunebedden vroeg zich vanavond in een sms af of Mick Jagger door de dopingcontrole zou komen. De hele band is volgens mij positief en het is vooral voor Keith en Ron goed dat de stadionconcerten van de Rolling Stones niet door de UCI georganiseerd worden.

zondag 30 juli 2006

trainingskamp (deel 2)

De Meern. Ze hebben er de afgelopen nacht alles aan gedaan om onze kinderwens te vermoorden. Niet de drie lieve nichtjes, maar de muggen van De Meern. Als in een vliegshow scheerden de prikkebeestjes laag over onschuldige oortjes.
zzzzzzzzzzzzZZZZZZZzzzzzzz. Looping en weer terug. Met een fanatisme alsof ze mee deden aan de Red Bull Airraces.
De logeerkamers werden geterroriseerd door een mug met de satanistische trekjes van Heinrich Himmler en het gevoel voor humor van John Cleese. Telkens als wij de kamer verlaten hadden zette de geniepige Talibanmug een nieuwe snoekduik in.

Zzzzz…
Prik
Steek
Jeuk
Paniek in de kinderkamer.
En zo stond de vakidioot diep in de nacht, in mijn onderbroek, te bedenken hoe je een close-up kan maken van een mug in volle vaart. Na een paar minuten observeren moest ik concluderen dat het onvoorspelbare vluchtplan van een kamikazemug niet met een camera te volgen is en misschien heb ik ook daarom zo'n hekel aan deze beestjes. Als het niet te filmen is, dan moet ik het niet.

Gevolg van de onderbroken nacht was een chronische vermoeidheid op de laatste dag van het trainingskamp. Dit was van invloed op het humeur van de deelnemers, waardoor ze af en toe van een mug een olifant maakten.
Zelf was ik gesloopt.
Tijdens de GP van Duitsland ben ik in slaap gevallen.

zaterdag 29 juli 2006

trainingskamp

Amersfoort. Alle randvoorwaarden zijn op orde. Een geweldige vriendin, een riant huis in kindvriendelijke Vinexwijk, een vaste baan en veel dromen die in vervulling zijn gegaan. Ook qua leeftijd ben ik toe aan kinderen. Het enige dilemma is de vraag of ik het aan kan.
De fase van korte snuffelstages zijn we voorbij. Ik ben een kindervriend. Zeker als ik weet dat de kids aan het eind van de dag weer ophoepelen. Alle baby's lijken op mij en voelen zich in mijn armen thuis. De gemiddelde peuter vindt het geweldig om met mij te spelen en kleuters laten zich graag door mij in de lucht gooien.

Tijd voor de ultieme test.
Drie dagen, twee nachten. Drie nichtjes te logeren. Daphne van vijf, Carmen van vier en Baukje van twee. Stuk voor stuk lief en schattig. Wat dat betreft nog steeds een redelijk veilige actie. Het zit 'm in de lengte van dit trainingskamp en de daarbij horende gevaren. De momenten van bokkenpruik, slapeloze nachten, de terreur van overvolle blazen en kleine ongelukjes. Als ik het weekend overleef ben ik klaar voor de volgende stap op kotergebied.

Tot nu toe gaat het redelijk. Mijn vriendin doet het tot nu toe net iets beter dan ik, omdat zij er de afgelopen nacht drie keer uit is geweest. Bonusmiles. De eerste keer had ik het geroep uit de logeerkamer niet eens gehoord en dat zijn minpunten. Alle volgende nachtmerries heb ik voorbij horen komen, maar de geruststellende actie heb ik overgelaten aan zij die zo graag kinderen wil.
Vanmorgen was ik wel het eerst uit de veren om te spelen met de wakkere dames. Het standaard spel van zogenaamd slapen en me wakker laten maken door neus knijpen, schreeuwen in oren, kietelen of haren trekken. Het laatste is in mijn geval gelukkig moeilijk.
Vandaag zijn we in de dierentuin geweest. Ik heb me een breuk gesleept aan meisjes met vermoeide beentjes. Verder heb ik informatie gegeven over beesten waarvan ik zelf niet wist dat ze bestonden en heb ik gediend als moter voor diverse toestellen in de speeltuin. Het spannendst vonden de meisjes een glijbaan, het meest interessant het schatkistijsje en het engst de wespen. Daar ga je dan. Voor 63 euro naar de dierentuin….

We zitten op schema. Terwijl ik dit schrijf wordt op de logeerkamer nog stiekem gefluisterd. Dat betekent dat ze morgen waarschijnlijk niet super vroeg wakker zijn. Mooi. Ik ben voorbereid op een ochtend schelpen zoeken, rupsen vangen en het slachtoffer zijn van waterpistolen.


...en ik Tjolk in de dierentuin! (JR de Bom, kindervriend...)

donderdag 27 juli 2006

Floyd Landis

De Meern. Het was de ochtend na de inzinking van Floyd Landis op La Toussuire. Vandaag precies een week geleden bij de start in Saint-Jean-de-Maurienne. De kans op een interview met de Phonak-renner was nihil. In de verte zagen we hem komen. Geen gele trui meer om zijn schouders.
In de veronderstelling dat het antwoord uit zou blijven stelde verslaggever Han Kock brutaal één vraag: 'How do you feel today?'
'Better!', riep Floyd in de witte NOS-plopkap. Hij grijnsde breeduit in de camera en reed voorbij. Weg was hij.
Zijn teammaatje Koos Moerenhout voorspelde die ochtend dat er iets zou gaan gebeuren. Hij mocht niet vertellen wat, maar ze waren iets van plan.

Die middag won Floyd Landis de etappe naar Morzine op grootse wijze. Hij maakte zijn achterstand in het klassement weer goed, maar was na afloop van de huldiging en de dopingcontrole niet beschikbaar voor de pers. Een Belgische verslaggever hoorde ik daarover vol onbegrip mopperen. 'Nog nooit een winnaar gezien die niet wil praten.'
Pas in de loop van de avond was er in het Phonakhotel een persconferentie van Landis.

Vandaag kwam het bericht dat bij de dopingcontrole in Morzine gebleken is dat de hormoonhuishouding van Floyd Landis niet in orde is. Er komt nog een contra-expertise, dus we mogen niet te voorbarig conclusies trekken, maar ik heb de vorige week al mensen horen twijfelen toen Landis zo overtuigend demareerde uit het peloton.
Ook ik had gelijk mijn vooroordelen klaar, omdat dopinggebruik niet vreemd is in de wielrennerij. Helaas is de grootste cynicus in deze tak van sport vaak waarzegger of zelfs een optimist.

Op de persconferentie afgelopen zaterdag in Montceau-les-Mines, na afloop van de beslissende tijdrit, vermeed Landis het thema doping categorisch. Hij wilde op geen enkele vraag over dit onderwerp een echt antwoord geven. Ook toen iemand vroeg of de winnaar van de Tour aan de jeugd het goede voorbeeld moet geven, gaf Floyd Landis een ontwijkend antwoord. Dat vond ik vreemd. Waarom geen statement en zei hij daar niet keihard dat hij fel tegen dopinggebruik is?
Of was?

Wat wist Floyd die ochtend toen hij ons voorbij fietste? Hij zal het ten alle tijden blijven ontkennen, maar ik vraag me af of hij toen al wist dat de kans bestond dat hij gepakt zou worden. En Koos, had die ook enig vermoeden?



Floyd Landis, precies twee weken geleden op Pla-de-Beret.

het dak op

Utrecht. 'Het is niet voor mezelf, maar voor iemand die ziek is', zei ik op verontschuldigende toon. Het voelde alsof ik een handtekening aan Patrick Kluivert vroeg.
De verkoper keek me onnozel aan. Voor hem was het verkopen van deze gevallen een normale zaak. Hij schoof met grote kartonnen dozen en haalde de vierkante Probox 430 tevoorschijn.
'Goede smoes, ziek zijn', zei de zwetende jongen toen hij mij zag worstelen met het onhandelbare ding.

Even later liep ik met de dakkoffer op mijn hoofd over de markt in Overvecht. Een vriendendienst voor Joost, die op vakantie wil zodra hij beter is.
'Is dat duur?' vroeg een marktkoopman met plat Utrechts accent.
'Geen idee', zei ik 'Het is voor iemand die ziek is.'
De man achter het fietspompenstalletje moest lachen.
'Geen heel handig model voor iemand die ziek is', zei hij droogjes.
'Ik weet niet hoe ziek ze is, maar als je een lange skibox had genomen…', de marktkoopman wees naar een van de langwerpige bagageboxen voor de Halfords en liet een korte pauze vallen... 'dan hoef je oma niet dubbel te vouwen als je op vakantie gaat.'

woensdag 26 juli 2006

niks

De Meern. Stilte.
Even geen avonturen, maar een ochtendwandeling door het Kloosterpark. De auto krijgt een beurt, dus moet ik lopen. Even rust is prettig, want de koers dendert nog na in mijn hoofd. Hoe laat is de start? Hoeveel kilometers moeten we vandaag rijden? Waar kunnen we tactisch parkeren en wanneer gaan we de straat op voor hijgende interviews?
Een brutaal kwettervogeltje achtervolgt me. Het doet me denken aan de Frans ratelende speaker die ik drie weken hoorde en waarvan ik niet meer verstond dan namen van renners. Duizend kwetters per minuut.
Ik probeer mijn gedachten te ordenen en bedenk wat ik deze week nog zou kunnen doen. Zou kunnen. Veel fut heb ik niet. Ik ben zo lui als de dikke Basset die geen zin heeft achter zijn baasje aan te sjokken. De vrouw roept haar hond met een krijsende stem die niet bepaald uitnodigend is. Hij gaat op zijn kont zitten en krabt eens achter zijn oor.
Jaloers kijk ik naar de paarden in de wei. Ze grazen. Om hun hoofd dragen ze een soort zakken. Het zijn maskers tegen de zon of de hitte. Of is dit om te voorkomen dat ze te veel prikkels krijgen? Ik weet het niet. Deze beesten zijn de afgelopen weken niet buiten dit stukje boerenland geweest.
Ik stond twee dagen geleden nog op de Champs Elysées, zag de Arc de Triomphe en Place de la Concorde. L'Opera en het Louvre. Had geen tijd om de Mona Lisa te bekijken, want ik moest zo nodig naar Gap. Niet het stadje, maar de winkel. Daar kocht ik drie uur voor de het eind van de Tour een T-shirt en moest me haasten om op tijd bij de finish te zijn.
Dat shirt draag ik nu, tijdens de vroege wandeling door de natuur.
De mevrouw van de hond groet mij op gedempte toon.
'Goedemorgen.'
'Morgen', zeg ik als we elkaar passeren.
Zij draait zich om een roept de Basset.
'Hierrrrrrrrr…!'
'Floyd, kom hier!'
Ik denk dat ik het niet goed hoor.

maandag 24 juli 2006

fin de la course

Hilversum. En we zijn weer thuis.
7096 kilometer verder, iets meer dan 250 uur gewerkt en een prachtige ervaring rijker. Het was een speciale Tour, die de geschiedenis in zal gaan als een ronde met veel strijd en minimale verschillen. Het post-Armstrong-tijdperk is op spectaculaire wijze ingegaan. Wij hadden iedere dag meer dan voldoende te melden.
Boogerd was de beste Nederlander en hij heeft niet alleen op de fiets indruk gemaakt. Wat een leuke kerel is dat! Zelfs na de meest heftige inspanningen nam hij zo snel mogelijk tijd voor ons.

Ik zal deze Ronde van Frankrijk nooit meer vergeten en als ik ooit ga twijfelen aan mijn geheugen is er altijd nog dit dagboek. Op deze weblog heb ik ongeveer 20.500 woorden geschreven over de Tour de France 2006. Genoeg volgens een aantal trouwe lezers. Zelf heb ik het gevoel dat ik lang niet alles heb kunnen beschrijven wat we hebben meegemaakt en dat soms het nog beter had gekund. Helaas was er niet meer tijd om rustig te schrijven over alle avonturen.
Het is goed zo. Over een tijdje zal ik het resultaat zelf met veel plezier terug lezen en uiteindelijk was dat mijn belangrijkste uitgangspunt. Dat er in de periode van 30 juni tot 24 juli meer dan 4200 pageloads zijn geweest op deze weblog is mooi meegenomen. Ik ben trots op het feit dat er de afgelopen weken gemiddeld 100 bezoekers per dag keken naar dit internetdagboek (2579 in totaal) en dat ik ongeveer 50 terugkerende bezoekers per dag mag rekenen tot de vaste lezers. Volgens mij een goede score voor een weblog.
Voor een deel zijn die cijfertjes zo goed, omdat ik mijn best gedaan heb op de verhaaltjes, maar belangrijk is natuurlijk dat ik in een zeer bevoorrechte positie zat. Op deze manier bij de Tour de France zijn is uniek. Ik ben ontzettend blij dat de NOS mij meegenomen heeft en dat ik deze schitterende kans gekregen heb. De mensen waarmee ik gewerkt heb waren allemaal inspirerend en bijzonder goed gezelschap.

Ik heb het dan ook heel erg graag gedaan!


zondag 23 juli 2006

Champs Elysées

Parijs. Antony-Parc de Sceaux > Paris -Champs Elysées- (152km). De Tour de France van 2006 is voorbij. Knap gewonnen door Floyd Landis. We hebben Parijs gehaald en zijn even uitgelaten als de renners en alle andere volgers.
Een paar minuten na afloop van de door Hushovd gewonnen etappe liepen we over de verlaten Champs Elysées. De weg bleef afgesloten voor verkeer en publiek tot het defilé van de ploegen. Wij hadden rustig de tijd om te genieten van het moment en maakten foto's terwijl we zochten naar de laatste renners die we een reactie moesten ontlokken. Koos Moerenhout uit de ploeg van de winnaar stond snel voor ons. Even later spraken we ook Bram Tankink op de streep. Een interview met Erik Breukink was ons laatste kunstje. De banden werden afgevoerd en zo blij alsof we zelf gefietst hadden liepen we over de steentjes van de meest beroemde straat van Frankrijk.
Vroeger keek ik altijd naar de uitzendingen van deze rit op televisie en ik kan me zo goed herinneren hoe Joop Zoetemelk hier won. De hand die door de Kneet de lucht in getrokken werd en de huldiging met ministerpresident Dries van Agt. Jaren later die indrukwekkende tijdrit met het minieme verschil tussen Fignon en de uiteindelijke winnaar Greg Lemond. Hinault, Delgado, Indurain, Pantani, Riis, Ullrich en zes keer Lance Armstrong. Meestal zag ik de live-uitzending van dit mooie moment op televisie.
Twee jaar geleden was ik er bij toen Lance zijn zesde overwinning pakte en gehuldigd werd in Parijs. Dat was ook heel erg speciaal, maar toen mocht ik niet de weg op. Nu had ik een hesje dat toegang verschafte tot de klinkertjes. Kippenvel.



Op veel plekken in de stad was het deze avond feest. Voor de medewerkers van NOS Studio Sport was een laatste avondmaal geregeld in een Italiaans restaurant, niet ver van L'Opera, in hartje Parijs. Ongeveer vijfentwintig man schoven aan. Onze chef d'equipe sprak lovende woorden en na afloop gaf iedereen elkaar een ferme hand en een stevige schouderklop. De groep viel uit elkaar en zal morgen in delen naar Nederland rijden.
Tijdens een korte twijfel tussen terras of bed ontvingen we een uitnodiging voor een feestje in discotheek Duplex. Daar was een benauwde zaal speciaal vrijgemaakt voor de Tour de France en haar volgers. Voor de ingang stond een lange rij en stevige uitsmijters controleerden streng. Alleen met accreditatie mocht je binnen.
Toen wij om 02:00 uur binnen kwamen liep het tourfeest op een eind. Er zaten nog een paar renners van de Lotto ploeg binnen met hun opgedirkte vriendinnen, een aantal Nederlandse journalisten stevig aan de drank en een paar mensen die iets met de Rabobankploeg te maken hebben. Ik was moe, stond vooral te zweten, schrok van de prijs van een drankje en had het dus snel gezien.
De Tour was voorbij. Het is afgelopen en klaar. Om 03:26 liep ik langs de Arc de Triomphe in de richting van mijn laatste hotelbed. Morgen naar huis.

zaterdag 22 juli 2006

lance niet

Montceau-les-Mines. Individuele tijdrit: Le Creusot > Montceau-les-Mines (56km). Mart moest even een promo opnemen voor zijn avondprogramma en de perfecte locatie was niet ver van de straalwagen, aan de andere kant van de hekken. Daar konden we alleen met een grote omweg komen. De SNG stond helemaal achteraan op de Zone Technique en alle hekken zaten potdicht. Een gezellige wandeling was de enige optie.
Aangekomen op de plek waar we de aankondiging wilden opnemen gebeurde gelijk waar we op gehoopt hadden. Een ploegleiderwagen kwam aangereden en op de bijrijderstoel zat Sven Kramer, een van de gasten in de uitzending. Zonder overleg en volkomen spontaan hadden we dertig seconden later ons spotje. Tevreden knikten we naar elkaar.
Iemand aan de andere kant van het hek was zo vriendelijk om even mijn camera aan te pakken. Over het hek klimmen was voor ons geen optie, omdat een strenge bromsnor ons in de gaten hield. Bovendien leek het mij geen goed idee als de presentator stunts ging uithalen. Lekker lopen en met plezier, omdat het zo snel en onvoorbereid was gelukt. Halverwege zag ik een mogelijkheid om een hek te verschuiven, maar een Franse klootzak begon gelijk te krijsen. De verrader was een regeltjesneuker en een fijne collega.
Woest liepen we verder. Schelden op die Fransoos hielp een beetje.
Achter ons toeterde een auto. Het geluid van een echte wielerclaxon. Het was de ploegleiderwagen van Discovery met achter het stuur Johan Bruyneel. Mart zwaaide. Het raampje ging open en toen pas zag ik dat op de bijrijderstoel Lance Armstrong zat. Een gouden moment, want al dagen waren we op zoek naar de Amerikaan. Alleen stond nu mijn camera vierhonderd meter verderop bij de straalwagen.
Natuurlijk kon ik er niets aan doen, want je kan niet dag en nacht met een camera in de aanslag rondlopen. Als ik over het hek was geklommen hadden we het ook niet gehad, maar nu stond ik er bij en kon ik wel door de grond zakken. Lance maakte een cynisch compliment over het uiterlijk van Mart, die een minuutje door het raampje sprak met de zevenvoudig Tourwinnaar. Ik kon niet meer doen dan het maken van een onduidelijke foto.
Inmiddels stond er een andere ploegleider achter de DiscoverySkoda, die snel verder reed. Mart had gevraagd of het mogelijk was om Lance even voor een camera te spreken, maar hij ging gelijk weg. Een vlucht naar Parijs wachtte.
"Pierre wat hebben ze niet?" Zou Willem Ruys geroepen hebben.
Dit zijn de momenten waar het om draait en als het op deze manier gaat, dan kan ik daar lang ziek van zijn. Anderen konden er vooral om lachen. Stel dat ik een camera in mijn hand had gehad en niet alleen een microfoon, dan was Lance misschien niet gestopt. Nu was het een heerlijk ongedwongen en ontspannen momentje met Mart. Tegen mij zei hij "Joh, guy!" toen de auto verder reed.
Lance Armstrong hadden we dus niet. Ik baalde, want het was een joekel van een gemiste kans. Niets aan te doen en niemand die me ook maar iets verweet, maar wat was het jammer. Zo jammer. Zo verdomd zonde. Zo gvdmme…

vrijdag 21 juli 2006

pour moi aussi

Macon. 17e etappe: Morzine-Avoriaz > Mâcon (193km). Over de benen van de oud renner zou ik een gedicht moeten schrijven. In 1985 en 1990 wonnen ze etappes in de Tour. Ik geloof in Pont-Audemer en Rouen. Tegenwoordig trekken deze benen iedere middag een sprintje voor de NOS.
Gerrit Solleveld, de man van de tussensprints, trekt zijn gympen aan als de renners beginnen aan de laatste tien kilometer. We pakken de verplichte hesjes met rugnummer en op het teken van de finishdeskundige lopen we naar de streep. De Sol bepaald waar we het beste kunnen staan, heeft het overzicht en een radio in de hand met het commentaar van Dijkstra en Ducrot.
Chauffeur en runner klinkt ondankbaar, maar in de Tour de France is het een essentiele functie. Voor een oud renner is het bovendien een heerlijke kans om in de ronde te zijn. Het circus bestaat voornamelijk uit mannen die in het verleden zelf gefietst hebben en die lijden aan wat Peter Winnen 'tourkoorts' noemde. Ze zijn chauffeur, masseur, ploegleider, commentator, journalist, sponsorbegeleider of materiaalman geworden. Gerrit is een van onze mannen met wielerkuiten, een onmisbare schakel in de tourprogramma's en bovendien bijzonder prettig gezelschap.
We noemen hem Pour Moi Aussi. Deze bijnaam heeft hij te danken aan zijn manier van bestellen in de Franse restaurants. Elke dag wacht hij rustig af tot de rest een keuze heeft gemaakt en dan springt hij op het juiste moment mee. Het is een man van weinig woorden, maar wat hij zegt snijdt hout en is vaak buitengewoon grappig.
Na afloop van de etappe worden honderd meter achter de streep eerste reacties van de Nederlanders opgenomen en de bandjes met die interviews moeten als een speer naar de straalwagen. Dat doet Gerrit. Hij is sneller dan een straalverbinding en dankzij zijn inzet, kennis en enthousiasme krijgen we niet alleen meer renners voor de camera, de beelden komen ook snel in de middaguitzending. Na ieder gesprekje staat onze snelle postduif alweer klaar met een nieuw bandje. Als het moet houdt hij renners tegen en voor geval van nood heeft hij altijd een flesje water bij de hand.
Pour Moi Aussi verdient aan het eind van deze Tour een dikke vette hulde. Hij heeft geweldig geholpen en stond als fieldproducer altijd voor ons klaar. Maar zijn aanwezigheid was niet alleen nuttig, ik heb ook ontzettend gelachen met de man. In de restaurantjes, na afloop van het zware werk, was het altijd razend gezellig.

Antoine

Morillon is niet meer dan een klein dorp in de bergen, ongeveer 25 minuten rijden van Morzine. Een hoofdstraat met een kerk, de Marie en een hotel. De typische berghuizen staan ver uit elkaar, want er is ruimte genoeg aan de voet van de berg. Het leek mij een plaatsje waar niet veel gebeurt tot ik vanmorgen in alle vroegte wakker werd van herrie op straat. Vanaf zeven uur werd een gezellige markt opgebouwd voor de deur van ons hotel. Honing, stoffen, manden, kunst, fruit, verrekijkers, sierraden en rommel werd uitgestald. Uitslapen is er op vrijdag niet bij in Hotel Morillon.
Gisteren ontdekten we dat Antoine Dénériaz in dit dorp woont. Hij is de man die op zondag 12 februari in het Italiaanse Borgata – Sestrière de Olympische Downhill won. Het Koningsnummer van het Alpine Skiën. Daar mocht ik bij zijn en we hebben de kampioen die middag geïnterviewd. Ik kon toen niet weten dat we deze zomer in zijn woonplaats zouden logeren. Zijn naam was ik alweer vergeten, maar het gezicht herkende ik op een poster in de lobby van het hotel en later op een placemat in het restaurant waar we aten.
De barman van een café, waar we na het eten nog een afzakkertje dronken, vertelde graag over de local hero. Hij was in de wintermaanden skileraar en kende Antoine goed. Dat Dénériaz een groot talent was wisten ze in dit dorp al lang, maar dat het een absolute topper zou worden, dat wisten ze in Morillon ook pas een jaar of vijf. Ondanks de successen was de kampioen een normale jongen gebleven. De barman zei ons dat hij gisteren nog had gegeten in het restaurantje waar wij nu zaten.
Tegenwoordig woont de skiër om fiscale redenen in Zwitserland, maar hij is vaak bij zijn ouders. Onlangs is hij geopereerd aan een enkel en hij hersteld hier, thuis in de Franse Alpen. De barman wees naar achteren, een straatje iets hoger op de berg. Ik hoopte dat we de held nog zouden ontmoeten, maar het was al laat en echte sporters liggen dan al in bed.
In het dorp zijn ze trots op Antione. Samen hadden ze naar de wedstrijd op televisie gekeken en ze wisten dat hij zou winnen. Voor de mensen hier was zijn prestatie geen verrassing. Ze wisten hoe goed hij hersteld was van de zware blessure die hij had opgelopen bij een ongeluk in Chamonix. Na de Olympische Spelen was Dénériaz gehuldigd op een podium bij de skilift. Er waren duizenden mensen in de hoofdstraat toen de kampioen van de kerk, langs het gemeentehuis naar de parkeerplaats van de skilift trok. Volgens onze barman was dat een mooi feest, waar ze nog vaak aan terug denken in Morillon.
Ik hoopte dat we de Olympisch Kampioen nog tegen zouden komen, maar het was al laat en het terras waarop we zaten werd afgebroken. Echte sporters liggen op dat tijdstip al in bed en in Morillon gaan alle mensen op donderdagavond vroeg slapen. Dat had ik ook moeten doen, want op vrijdag beginnen ze hier vroeg.

woensdag 19 juli 2006

voet plat

Villarodin Bourget. 15e etappe: Bourg d'Oisans > La Toussuire Les Sybelles (182km). Er zijn mensen met een bepaalde vorm van hoogtevrees die op een hoog punt de neiging krijgen om te springen. Daar heb ik geen last van. Mijn afwijking was misschien nog vreemder, want ik heb er nog nooit iemand over gehoord. Ik leed aan autobandvrees. Als auto's heel dicht langs me reden vroeg ik me af wat er zou gebeuren als ik mijn voet voor een wiel zou zetten en me dus een beetje zou laten overrijden.
Ik durfde het nooit, omdat ik niet het type ben dat graag op krukken loopt en ik kan van de vriendelijke planning op mijn werk vrij krijgen als het nodig is; daarvoor hoef ik niet in de ziektewet.
Bij de uitgang van pitboxen in de Formule1 is het regelmatig zo krap dat het me wel eens bijna overkomen is, maar raceauto's zijn niet zo zwaar en zo'n ongelukje zal heel snel gaan. Geen teen die gekwetst raakt van een F1-band. Toch heb ik het, ondanks mijn lichte vorm van dwangneurose, in de pits nooit zo ver laten komen. Lopen is namelijk een essentieel onderdeel van het vak en er is geen omroep die me op reis stuurt om met een voet in de lucht te zitten. Onnodige risico's ga ik nemen als ik met pensioen ben.
Hier in de Tour sta je bij start en finish in zo'n drukte dat auto's heel langzaam door moeten drukken om er uit te komen. Ik heb de afgelopen dagen dan ook weer regelmatig last gehad van mijn ziekelijke voorwiel-voet-neigingen. Vanmorgen nog in Bourg d'Oisans kon ik geen kant op en reed een ploegleider rakelings langs mijn rechter gympie. Ik vond het wel spannend.
Een paar uur later durf ik te stellen dat ik genezen ben.
Het was een spannende finale en de mediamassa achter de finish leek extra gespannen, nadat de Tour ontploft was. Zelfs de schrijvende pers wilde aan Landis vragen waarom hij door het ijs gezakt was. Alle aanwezige cameramannen en fotografen waren opgetrommeld om het slagveld van deze Alpenetappe vast te leggen en iedereen zocht zicht op de binnen druppelende renners.
Daar kwam Rasmussen. Er ontstond een lang lint van lenzen en de straat achter de streep werd steeds smaller. De officiële auto's en motoren konden er amper door, maar ze moesten verder rijden om geen fietsers te belemmeren.
Een cameraman stond precies op het kritieke punt, maar hij volgde zo geconcentreerd renners dat hij vergat dat deze gevolgd worden door rode Skoda's. Sastre kwam voorbij. De cameraman draaide zijn lijf en lens toen de renner langs flitste. De volgauto zag hij niet en zijn voet stak net te ver uit. Die linker voet werd van achteren overreden door het rechter voorwiel van Jurywagen 2. Niet een beetje over de tenen, maar vol over de wreef.
De cameraman schrok, maar moest de pijn verbijten omdat er alweer andere renners binnen kwamen. Zijn voet deed pijn, maar hij kon nog rennen toen Menchov voorbij fietste. Tijd om naar overreden lichaamsdelen te kijken is er niet in de chaotische minuten na de finale. Pas een half uur later kon de cameraman zijn schoen en sok uit trekken.

Ik kan uit zeer betrouwbare bron meedelen dat het overrijden van een voet door een Skoda geen blijvend letsel oplevert. Mijn voetje is een beetje gevoelig en misschien morgen lichtblauw, maar er is niets aan de hand.



let op nummer 57

interview met Boogerd...

dinsdag 18 juli 2006

gedonder op de berg

L'Alpe d'Huez. 14e etappe: Gap > L'Alpe d'Huez (187km). Om kwart over drie een roffel in de verte. Donkere wolken pakten zich samen boven de Alpe d'Huez en het koelde snel af. We hielden ons hart vast, want een onweersbui zou de sfeer op de Nederlandse berg verzieken. Het is een drama om ons werk in de stromende regen te doen. De apparatuur kan enigszins beschermd worden tegen regen, maar uiteindelijk gaat het een keer mis. We hebben deze week door een bergstorm gereden waar geen regenhoezen tegen bestand zijn.
Een uurtje eerder reden we de alp op en zagen we hoe het wielerpubliek zich opmaakte voor de doorkomst van de Tour. Het viel weer op hoe brutaal de Nederlanders zijn. Lolbroeken spoten een flesje water leeg in de Studio Sport wagen. Grappig. Voor andere Hollandse mafkezen schaam ik me zelfs een beetje. Dat eeuwige opvallen en haantje de voorste willen zijn. Waarom vinden Hollanders het leuk om zich te verkleden en waarom roepen ze zo hard?
De renners begonnen aan de klim. Jan en Kees uit Helmond holden alweer mee. Niet om iemand aan te moedigen, maar om in beeld te komen. Hopeloos in de weg lopen, soms zelfs bijna struikelen en gevaarlijk zwaaien met flesjes water en vlaggen. Verkoeling brengen of duwen zonder dat de renners er om gevraagd hebben. Alles gekleed in oranje leeuwenpak of met een pion op het hoofd.
Een geluk: We kunnen zeggen dat die enge Tourduivel een Duitser is.
Vanmorgen bij de start in Gap stonden de Nederlanders weer allemaal vooraan bij de Rabobus. Brutaliteit kent geen tijd. Een Nederlandse vader die over het hek geklommen was pushte zijn kinderen om handtekeningen te vragen aan renners, oud renners en ploegleiders. Hij uitgerust met foto- en filmcamera. "Doe maar een handtekening vragen!" Zijn arme kindje van drie kreeg een zet in zijn rug en begreep er niets van. Wat doet papa gek en waarom moet ik met een papiertje naar al die meneren toe? Je zag het mannetje denken. Papa duw me niet zo!
Een jongen van drie is geen fan van Richard Virengue, van Erik Breukink of Frans Maassen. Je kan hem leren wie Michael Boogerd is, maar moet over een paar jaar zijn eigen helden creeeren. En als hij tien is mag hij de handtekeningen sparen van de mannen waar hij bewondering voor heeft. Kinderen van drie mogen niet gebruikt worden om de verzameling van papa uit te breiden. Dat is kinderarbeid.

Het bleef bij gedonder op de berg en een paar druppeltjes water. Na afloop klaagde Boogerd over een dreun op zijn rug die hij had gekregen van een supporter. Alle lucht was uit zijn longen geslagen door een oranje Obelix die het misschien wel goed bedoeld had, maar zijn eigen krachten niet kende.


(mee)schrijvende pers

L'Alpe d'Huez. Ik ben dol op de krant en het raakt me als ik hoor dat het slecht gaat met de kranten in Nederland door teruglopende verkoopcijfers, maar sinds deze week heb ik iets minder medelijden met de journalisten van een paar dagbladen. Mij is namelijk opgevallen hoe lui sommige sportjournalisten zijn.
Het is niet de schrijvende pers, maar de meeschrijvende pers. Ze komen er bij staan als wij iemand spreken en pennen dan hun kladblokjes vol met uitspraken die je 's avonds ook op televisie kan horen. De volgende morgen staat het pas in de krant.
De een is de ander niet, maar er zijn hier een paar lulhannesen van Nederlandse kranten die zich van hun meest gemakzuchtige kant laten zien. Je ziet ze iedere avond in mijn shots staan. Sla de krant er eens op na en vergelijk het met de Tourjournaals op tv. Geen verschil.
Het is moeilijk om met nieuws en primeurs uit de Tour te komen, want radio en televisie zijn razendsnel en tegenwoordig staat alles binnen een paar minuten op het internet, maar wat kom je hier doen als je zelf geen vragen meer stelt? Opschrijven wat voor de camera gezegd wordt, dat kan je thuis beter.
Natuurlijk zijn er een paar typtypes die wel werken en iets toevoegen, maar ik heb geen hoge dunk meer van een aantal krantenjongens. Het zijn de mannen die uitsluitend vriendelijk doen tegen renners en de kritische vragen overlaten aan de journalisten van de televisie, die wel moeten interviewen om een quote te krijgen. De krant staat er bij en kijkt er naar. Er is een dagblad die deze methode volgens mij als algemene doelstelling heeft, want die slappe slijmtactiek was me ook al opgevallen in de Formule1. Geen persmuskieten, maar parasieten.
Als ze een keer kritisch zijn kunnen ze een sporter lang ontlopen, zonder iets te missen. Ze laten het stellen van vervolgvragen over aan anderen en pikken de antwoorden. In geval van nood verschuilen ze zich achter een koppenmaker of een nare eindredacteur op de krant.
Ik denk niet dat ik mijn krant ga opzeggen, maar mijn idee over de kwaliteit van deze vorm van journalistiek is wel veranderd. De televisie is toch minder oppervlakkig dan ze zeggen. Zeker de ongemonteerde televisie-interviews zijn heel eerlijk. Voor een goede televisieverslaggever heb ik veel respect. Dat zijn tegenwoordig de echte mannen in het veld.

foto's III

Alpe d'Huez. Morgen misschien een stukje tekst, maar nu alvast een paar foto's van onze rit naar boven.



De finish... twee uur voor de renners komen.

foto's II


Alpe d'Huez 14:41 uur

foto's I


startpodium in alle vroegte...

maandag 17 juli 2006

2e rustdag

Sisteron. De mannen achter de receptie en bar van het Ibis bij de afslag Sisteron Nord wisten niet wat hun overkwam. Ook de mensen van de Rabobankploeg moesten even wennen aan alle media-aandacht. Juan Antonio Flecha (Jan Anton Pijl) zat op een tafel en moest enorm lachen om het verschil met de vorige week. Toen waren er volgens de vrolijke Spanjaard 'two persons' op de persbijeenkomst en nu was het een officiële persconferentie met een batterij camera's en een zaal vol journalisten. De ruimte was te klein en daar werd de persvoorlichter van de boerenleenbank niet vrolijk van. Hij vond de faciliteiten die de Societé de Tour de France aan deze topploeg had geleverd ver beneden de maat. Ik vond dat juist weer charmant.
Onze speciale aandacht ging uit naar de familie Boogerd en de twee heren in het bijzonder. Precies op het moment waarop wij teammanager Theo de Rooij interviewden arriveerde de vrouw van Michael met hun zoontje en haar ouders. De ontmoeting tussen vader en zoon was zo mooi dat we er het zakelijke gesprek over contracten voor onderbraken.
De kleine Boogerd wilde voetballen met zijn vader. Dat is gevaarlijk, want eerder dit seizoen heeft Michael zijn voet gebroken tijdens een spelletje met zijn zoontje. Nu, voor het oog van de camera en de ploegleiding, deed de renner het rustig aan.
Na de geïmproviseerde ontmoeting met de internationale wielerpers mochten wij Boogerd en Menchov rustig spreken op een terras bij het Ibiszwembad. Terwijl de renners daarna genoten van een ontspannen middag en avond met vrouwen en kinders moesten wij een lange bergetappe rijden om de beelden in Nederland te krijgen. Onze straalwagens stonden aan de voet van Alpe d'Huez en dus moesten we van Sisteron twee en een half rijden om te kunnen monteren en stralen en vervolgens weer twee en een half uur terug naar de jeugdherberg voor de nacht in Les Orres. Alles over slingerwegen en Route Napoleon.
Om half een 's nachts waren we klaar, maar zeer tevreden over het resultaat. Een aardig filmpje met Boogerd en zoon.

Kortom: Wegens werk en poging tot nachtrust minder tekst.

zondag 16 juli 2006

le village depart

Montélimar. Tourvolgers die naar de start gaan moeten langs het PPO, een centraal punt aan de rand van de stad waar vandaan een route is afgezet voor Tourverkeer. Doe je dat niet, dan kom je hopeloos klem te zitten in de drukte van een Tourstartstadje.
Deze week waren wij eigenwijs in Béziers en daar kregen we snel spijt van. Er zijn zoveel straten afgesloten voor verkeer en er zijn iedere dag weer duizenden bezoekers bij de start dat het al snel een grote bende is. Bovendien kom je iedere dag op plekken die compleet onbekend zijn en waar je de weg niet kent. Alle omleidingen maken een navigatiesysteem tijdelijk nutteloos. Als je netjes doet wat in het Routeboek van de organisatie wordt aanbevolen gaat het altijd beter.
Bijna altijd, want vanmorgen kwamen we in een file van Tourvolgers op de Route de Valance, de doorgaande weg van het PPO (Point de Passage Obligé) naar de start op Allées Provençales. De reclamekaravaan trok al door de straten van het stadje. Deze commerciële optocht vertrekt iedere ochtend een uur en drie kwartier voor de renners. De enige optie was een wandeling van twee kilometer. Bart-Jan zou de auto parkeren op een tactisch punt. Han en ik zouden al even gaan kijken in Village Depart.
Het Village is een dagelijkse braderie voor volgers, vips en deelnemers aan de Tour de France. In een park of op een parkeerterrein bij de start staan tentjes van de sponsors van de ronde. Je kan er water en ijsjes krijgen van Nestlé, kranten bij Le Crédit Lyonnais, handtekeningen van Richard Virengue bij Supermarché Champion, koffie van Grand'Mere en kaasjes bij Cochonou. In alle vroegte drinken de Fransen er een glas wijn uit de regio, er worden lintjes doorgeknipt door Bernard Hinault of Jean-Marie Leblanc en de plaatselijke burgemeester wordt even in het zonnetje gezet.
Mijn vriendelijke VRT-collega Peter van Dijcke stond vanmorgen op de kiosk in het midden van Le Village, omdat hij met een prijsvraag een koelkast had gewonnen. Ik moet nog even uitzoeken hoe hij dit apparaat de komende week gaat meenemen.
Het is iedere morgen druk in het Village Depart, waar bij de ingang een grote bel hangt die ze luiden als de mensen die voor de koers uit willen rijden moeten vertrekken. Het personeel reist met de ronde mee en na twee weken wordt het een feest van herkenning. Een knikje van het meisje bij de ingang, die 's middags ook de chaos bij de finish in goede banen moet leiden. Koffie van hetzelfde meisje dat de eerste ochtend nog schrok van onze flauwe grappen. De uitleg van een Franse krantenkop door het meisje dat iedere dag een tasje met L'Equippe overhandigd. Hier werken vooral jonge dames.
Aan de andere kant van het hek begint de mannenwereld. Nadat de reclamekaravaan de stad heeft verlaten arriveren de ploegen. De bussen worden strak geparkeerd en ploegleiderwagens staan er tussen. De ene dag is er genoeg ruimte, een andere ochtend is het iets krapper. De fietsen worden klaargezet en na een tijdje verschijnen de renners, die een handtekening moeten zetten op het startpodium. Enkelen gaan daarna even kijken in Le Village. Soms voor een kopje koffie met een krantje, anders om familie of bekenden op te zoeken.
Omdat het zondag was hoefden we niet veel te filmen bij de start, want er was minder uitzendtijd. We hadden besloten te gaan voor een interview met Floyd Landis, maar dat bleek te hoog gegrepen. Zijn ploegleider stond ons wel keurig te woord. Van de grote favoriet kon ik alleen een mooi shot maken.
Daarna snel naar de auto voor een lange rit naar Gap. Niet naar de winkel, maar naar het stadje.

zaterdag 15 juli 2006

schijt hotel

Pierrelatte. Ik weet niet waarom, maar altijd als mensen langer dan een paar dagen samen op reis zijn, gaan ze elkaar vertellen hoe het met hun stoelgang zit. Je hoort de gekste verhalen over gewoonten en gebruiken, over de dikke of te dunne. Meestal begint het met een zakelijke uitwisseling van feiten, gevolgd door de stoere verhalen en uiteindelijk gaan mensen elkaar vrij gedetailleerd uitleggen wat het schema is. Wie, wat, waar, waarom en wanneer.
Zo ben ik de afgelopen jaren aardig geïnformeerd geraakt over het poepgedrag van heel wat omroepmedewerkers. Een paar anekdotes zijn zeer de moeite waard. De liefhebbers moet ik echter teleurstellen, want ik kan hier helaas niet schrijven over de stront van Hilversum.
Maar ook deze reis houden we elkaar zo nu en dan op de hoogte over de status van onze darmpjes. Het beïnvloed bijvoorbeeld de keuze van restaurants of verklaard waarom iemand even afwezig is. Zo wist ik dat mijn collega vanavond na de koffie toe was aan een moment van ontlasting. Zelf moest ik ook toegeven dat er sprake was van hoge nood en dus liepen we stevig door in de richting van onze volgende herberg.
In het karige Hotel du Centre moesten we concluderen dat er in de muffe kamertjes geen ruimte was voor een toilet en kwamen we elkaar in lichte staat van paniek weer tegen op de gang. Daar bleek dat we het toilet moesten delen en dat was uitgerekend op dit moment even heel onhandig. Wel goed voor de slappe lach. Inmiddels is er een code rood afgegeven in het kleine halletje tussen de hokken waar we deze nacht slapen.
Ondertussen durf ik te stellen dat de NOS deze reis niet te veel geld heeft uitgegeven aan hotels, want was het de afgelopen week misschien een paar keer vergane glorie, vandaag is het een plek waar glorie nooit is geweest.
Toch mogen wij niet klagen. Vanmiddag hoorde ik Joost Posthuma mopperen over hotelkamers zonder airco en die jongens moeten zo'n heet kamertje ook nog delen met hun ploegmaatjes. Zij pissen iedere avond naast dezelfde pot. Waarschijnlijk zijn ze het gewend en weten de renners niet beter. Ze zullen wel oplossingen hebben voor de behoeften.
Ik ben blij dat wij af en toe nog even een stukje privacy hebben en kak persoonlijk het liefst op mijn gemak.

karavaan

Montélimar. 12e etappe: Béziers Méditerranée > Montélimar (231km) Ongeveer 2.500 auto's volgen de Ronde van Frankrijk. De diversiteit is enorm. Duitsers rijden in dikke Mercedessen of nagelnieuwe BMW's, de Fransen doen het in Renaults en Citroëns. Alle officiële auto's zijn Skoda's en wij tuffen zoals eerder vermeld in een trage Peugeot. Veruit de meeste voertuigen zijn personenauto's, maar er zijn ook honderden bussen en vrachtwagens.
Er rijdt een politiebureaubus mee waar iedereen die schade heeft gereden zich kan melden voor een officieel document. Vanmiddag zag ik ook een soort postkantoortje op wielen, een Credit Lyonaiss bankwagen met pinautomaat en er is een eigen Tour de France zendstation voor mobiele telefonie. Natuurlijk verplaatsen ze iedere nacht een paar toiletwagens naar de volgende locatie en er zijn een rijdende skyboxen voor vips en bobo's.
Alle ploegen hebben eigen bussen die we iedere dag over de snelwegen zien racen om op tijd op de finishlocatie te zijn. Hun materiaalwagens rijden van hotel naar hotel. De firma Movico heeft een eigen cateringtruck voor het Tourpersoneel en als ik het goed gezien heb kunnen de mannen die alles opbouwen en afbreken ook slapen in een trailer.
Alle volgers hebben een accreditatiepas om hun nek. De auto's zijn voorzien van stickers in bepaalde kleuren en alle stickers hebben een registratienummer. Hoewel lang niet iedereen zich over het parkoers verplaatst zou je de Tour kunnen zien als een langgerekt lint met in het midden de renners. De kleur van de sticker geeft aan op welke positie in de karavaan je mag komen en hoe dicht een auto bij de renners kan rijden. Eerst de Tourdirectie en de jury met gele stickers, dan de ploegleiders met oranje stickers en bepaalde nummers die een volgorde aangeven en dan de rest in een bepaalde volgorde.
Wij hebben een blauwe sticker op onze auto die aangeeft dat we voor de koers uit of er vlak achter mogen rijden. Nooit in de koers. Die kleur geeft ook een rangorde aan op de parkeerplaatsen rond start en finish, want ook dat moet strak georganiseerd worden om chaos en opstoppingen te voorkomen.
Bij de start heb je de zogenaamde Avant en Arrière parkeerzones. Sta je Avant, dan moet je een half uur voor de start vertrekken en ver weg zijn voor de renners gaan rijden. Als je Arrière staat, dan kan je pas weg als de Tour vertrokken is en sluit je aan in de file. Wij kiezen tot nu toe altijd voor het laatste en nemen vervolgens de omleidingroute over de snelweg. De laatste kilometer mogen we dan over het parkoers om uiteindelijk op de parkeerplaatsen voor pers en volgers te komen.
Als iemand zich niet aan de regels houdt loopt hij het risico om zijn sticker kwijt te raken en dan ben je in de buurt van de Tour de France absoluut een nobody.

Niet alleen op de grond, maar ook in de lucht verplaatst het circus zich iedere dag van start naar finishplaats. Ook hier is een hiërarchie. Eerst de drie televisiehelikopters en dan de vier gastenheli's voor vips. Daar boven cirkelen zeven vliegtuigen die allemaal zorgen voor radio en tv verbindingen. Die vliegtuigen zitten allemaal op een eigen hoogte, zodat ze elkaar niet in de weg vliegen.
Het luchtruim boven de Tour is afgesloten voor alle andere vliegverkeer. Dat is dit jaar voor het eerst formeel zo geregeld. In het verleden moesten de piloten dat allemaal zelf een beetje organiseren met de plaatselijke verkeersleiding.
NOS Radio Tour de France heeft zo een eigen vliegtuigje dat op grote hoogte de motor en auto in de koers volgt. Een van de piloten vertelde deze week dat hij alleen op heldere dagen van drie kilometer hoogte de renners kan zien in de vorm van een kleurrijk stipje. Verder draaien ze met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur de hele middag kleine rondjes boven Frankrijk. Ze kunnen de uitzending volgen en overleggen met de heren van de techniek over hun positie. Aan boord hebben ze zenders en ontvangers van de radio die ze alleen aan hoeven te zetten voor het opstijgen en uit als ze zijn geland na de finish.
Het Tourcircus uit de lucht landt iedere avond in de buurt van de finish. Soms zijn dat heel kleine vliegveldjes die gelijk helemaal vol staan met de negen helikopters en zeven vliegtuigen.

vrijdag 14 juli 2006

abandon

Murviel les Beziers. 11e etappe: Luchon > Carcassonne (211km). Opgeven is geen optie, maar het is zo heet in Carrecassone dat je er aan gaat denken. 34 graden volgens het metertje in onze auto. Er staat geen wind op de Zone Technique, je ruikt de geur van heet asfalt en tussen de trucks die warme lucht naar buiten blazen lijkt het tropisch. Iedereen snakt naar water en zweet alle ingenomen vocht weer even hard uit.
Vanmorgen reden we de eerste zestien kilometer over het parkoers en daar zagen we de eerste uitvaller van de dag. Isaac Galvez hield het snel voor gezien. Zijn rugnummer werd afgepakt, de fiets werd opgeladen op de ploegleiderwagen en toen bleef de renner achter tussen de supporters in de berm. De bezemwagen liet hem staan in de wetenschap dat de bus van de ploeg achter ons reed. Die zou hem wel oppikken.

De laatste zeventien kilometer zijn ingegaan. De kopgroep van vier staat op ontploffen en in de verte hoor ik een doffe donder. Er hangt onweer in de lucht. Daar had ik geen rekening mee gehouden, dus ik moet door de drukkende hitte twee kilometer hollen naar de auto om een regenhoes voor de camera te halen. Halverwege loopt het zweet in mijn ogen. Dit is geen pretje. Mijn conditie is niet best, maar onder deze omstandigheden is zelfs een korte sprint bijna dodelijk.
We staan op tijd achter de streep. De lucht is inmiddels donkergrijs en er vallen af en toe dikke druppels. Popovych wint de etappe. Wij gaan voor Freire, maar die wacht op niemand. We hollen een kilometer achter hem aan naar de bus. Onderweg zijn er twee momenten waarop ik denk dat hij voor ons gaat stoppen, maar telkens is het een schijnbeweging. Hij heeft geen zin om te praten. Wij hebben wel vragen.
Vlak voor Freire de bus in kan stappen duwt Han Kock een microfoon onder zijn neus. Ik ben met die zware camera net een fractie later en probeer een shot te maken, maar een collega zit me dwars. Er staan twee cameramannen en toch is het dringen. Ik vraag me af waarom hij me er niet tussen laat als er ruimte is en als mijn verslaggever de vragen stelt. Ik geef hem een duwtje, maar hij zet zich schrap. De lul! Dan rest me niets dan een kamikazeactie. Ik geen shot, hij geen shot. Zo ben ik normaal nooit, maar deze VTM cameraman haalt het bloed onder mijn afgekloven nageltjes vandaan.
In beeld lijkt het alsof er tientallen camera's in een gevecht zijn. Het zijn er twee. Het shot botst heen en weer en vlak voor Freire de bus in stapt zie je nog een flinke stuiter en dan is er een steady plaatje. Het ziet er veel spannender uit dan het is. De jongen van de commerciële Belgische zender is boos. Vette pech. Morgen kan hij weer een knal krijgen. Ik geef niet op.

Op de rand van het zwembad analyseren we de laatste tien kilometer en leggen de deskundigen mij uit wie met wie in de slag zat. Ik trek de conclusie dat Rabobank een deal gesloten zou kunnen hebben met Discovery, zodat Yaroslav Popovych zijn felbegeerde etappe kon winnen en de mannen van de bank straks in de Alpen een steuntje in de rug krijgen van de voormalig helpers van Lance Armstrong. Of het ook echt zo is kunnen we de volgende week zien in de bergen. Zeker weten zulln we het waarschijnlijk nooit.
Aan tafel is het weer ouderwets gezellig. Ons groepje is na de bergritten weer compleet, want twee dagen moesten we het doen zonder Gerrit Solleveld en Maarten Ducrot. Zij gaan meestal mee naar de start, maar moesten tijdens de extra lange uitzendingen vooruit om op tijd bij de finish te zijn. In Chateau St-Martin des Champs zijn ze er weer bij. Het wordt laat, het eten is goed en er komt voldoende rosé bij kijken. Ben ik om half toch nog de eerste die het op geeft.



volgens mij is dit Isaac Galvez.

donderdag 13 juli 2006

boogie

Sauveterre de Comminges. 10e etappe: Tarbes > Val d'Aran – Pla-de-Beret (208km). Het was een prachtige middag op de berg in Spanje. Michael Boogerd kluisterde ons aan de buis met groots kopwerk tijdens de zware Pyreneeënetappe. Onverwacht reden de Rabo's alsof het de US Postals van een paar jaar geleden waren. Boogerd hielp zijn teammaatje Rasmussen aan belangrijke punten voor het bergklassement en Menchov aan de etappeoverwinning en een derde plek in het algemeen klassement.
Nederland was trots. Aan ons werd zelfs gevraagd wat wij konden doen als Boogerd de etappe zou winnen. Er werd gedacht over live-uitzending vanuit het hotel, maar dat bleek een beetje overdreven. Dat hij uiteindelijk loste uit de kopgroep deed niets af aan de prestatie van de Raborenner. Voor zijn klassering deed de Hagenees goede zaken, door het niet te laten lopen nadat hij zijn werk voor de kopmannen had gedaan. Het was machtig om te zien.
Achter de finish stonden we hem op te wachten. Ik rende een stuk met draaiende camera achter hem aan. Na een paar tellen uitpuffen en een koud watertje kon Han Kock hem de eerste vragen stellen.
Boogerd was trots op zichzelf. Terwijl hij vertelde over zijn superbenen stonden ook andere cameraploegen zich te verdringen voor een reactie van onze renner. De Vlaamse televisie wachte keurig op ons, maar een liveteam van Eurosport wilde er snel tussen komen en duwde op onbeschofte wijze. Een opdringerige reporter maakte met zijn handje gebaren naar onze verslaggever in de hoop dat wij zouden stoppen. Belachelijk. Het kon ons niet schelen. Boogerd hing voorover en mijn lens hing laag. Ik kon niet alles goed in mijn viewer zien en het licht in zijn gezicht werd ontnomen door de omstanders van de pers, maar het was een prachtig stukje.
Ik gaf het bandje aan Gerrit Solleveld die het als een speer naar de satellietwagen bracht, zodat het nog net in de livereportage kon worden uitgezonden. Ondertussen filmde ik op een ander bandje de aankomst van andere renners, waaronder Cyril Dessel, de man in de gele trui.
Pas toen Michael Boogerd helemaal tot rust was gekomen en alle andere journalisten hem gesproken hadden vroegen we of hij ons nog een keer te woord wilde staan. Een slim plan van de verslaggever die zo een ander stukje maakte voor het late avond programma van Mart Smeets. Boogerd begreep het en was zo gelukkig met zijn prestatie dat hij alle tijd nam. Tijdens dat rustige gesprek kwam Michael Rasmussen op grote achterstand binnen. De twee ploegmaatjes omhelsden elkaar voor de lens.
Boogerd vertrok richting dopingcontrole en wij vlogen naar de mixed zone, waar Herbert Dijkstra klaar stond voor een interview met Dennis Menchov in het Russisch. Deze renner is geen spraakwaterval, maar een gesprek in zijn eigen taal leverde meer woorden op. Daarna konden we ook Floyd Landis, de nieuwe gele trui drager, nog spreken. Hij zat op een stoel en dat is ongebruikelijk in deze interviewhoek. Zouden het de heupproblemen zijn of was hij te moe om nog langer te staan?

Ook dit bandje werd naar Hilversum gestraald en toen was het tijd om achteraan te sluiten in een lange file richting dal. De reis terug naar Frankrijk duurde een paar uur. In Barbazan konden we nog iets eten op advies van onze collega's.

Wat een mooie dag! Heerlijk om zo met je neus bovenop de topsport te staan. Wat mij betreft mogen de successen van de Raboploeg nog anderhalve week aanhouden.




Het hotel waar we om half elf aan kwamen was er weer een uit de middeleeuwen en ik vroeg me af of ik een museumjaarkaart nodig had om in te checken. Hier waren zelfs geen stopcontacten op de kamer, laat staan televisie of internet. Alles in Napoleonstijl en op een tafeltje stond het spiegeltje van de stiefmoeder van Sneeuwwitje. Daar heb ik niets aan durven vragen.

chute tourflits

Val d'Aran – Pla-de-Beret. De motor van de NOS radio is gisteren in de afdaling van de Col de Soudet gevallen. De bestuurder Bram Hengeveld en verslaggever Gio Lippens reden achter Joost Posthuma, maar kwamen in een lang doordraaiende bocht in de problemen. Door slecht zicht in de mist, een vochtig wegdek en een inschattingsfoutje raakte het voorwiel van de weg. De twee hebben een behoorlijke schuiver gemaakt. De motor is met beide zijkanten tegen de grond geklapt.
Vanmorgen kwamen we de brokkenpiloten tegen in de ontbijtzaal van ons hotel. Met de menselijke schade viel het mee. De verslaggever had een paar schaafwondjes, maar de motorrijder heeft waarschijnlijk zijn dikke teen verbrijzeld toen deze onder de motor kwam. Of hij de komende weken nog verder kan is de vraag.
De motor staat inmiddels met schade in een Franse garage en zal in ieder geval vandaag niet mee rijden in de koers. Voor het populaire radioprogramma is dat heel erg jammer.
Posthuma zei voor de start in Tarbes dat hij de jongens had horen schuiven. Ze waren hem net voorbij gereden en hadden iets gevraagd. Daarna waren ze achter hem gaan zitten en toen ging het mis. De Raborenner had nog even omgekeken en was daarna de mist in gedoken.
Het was nog even spannend, want ze reden twee minuten voor het peloton en de beschadigde motor lag midden op het wegdek in de afdaling. Met twee man kregen ze het zware ding niet aan de kant, maar gelukkig kwam op tijd hulp van collega's.
Michael Boogerd vertelde vanmorgen dat die motoren in de Tour vaak gevaarlijk rijden. Van de tv-motoren (Ted en consorten) hebben ze nooit last. Het zijn de fotografen en verslaggevers die halsbrekende toeren uithalen om zo veel mogelijk te kunnen zien. Het komt volgens de Nederlands Kampioen regelmatig voor dat renners worden aangetikt door motoren of de koffers die aan de achterkant uitsteken.
Gelukkig valt het allemaal mee. Het had met de mannetjes van de radio veel erger kunnen zijn als ze bijvoorbeeld vlak voor de grote groep waren gaan schuiven, als de motor was gaan stuiteren of als ze in een ravijn terecht waren gekomen. Nu zijn ze waarschijnlijk vrijdag weer terug in de koers.

woensdag 12 juli 2006

Henri IV

Tarbes. De hotels waarin we slapen verschillen kwalitatief enorm. De ene nacht geef ik mijn bedje vijf sterren en de volgende krijgt het krakkemikkig matras een dikke onvoldoende. In Bordeaux zaten we in een geweldig hotel met ruime kamers en van alle gemakken voorzien. Op iedere kamer was bijvoorbeeld gratis internet. Het eten in dat hotel was fantastisch.
Gisteren sliepen we in Bayonne in een aardig hotelletje, maar het mooiste van die plek was het meisje achter de receptie. Na haar werd alles minder. Ik had een super kleine kamer en moest over mijn koffer springen om in de badkamer te komen.
Vanavond hebben we in Tarbes een voorlopig dieptepunt bereikt in deze Tour. Hotel Henri IV heeft ooit in de jaren '60 drie sterren gekregen en deze nooit meer van het uithangbord verwijderd. Ze hebben hier sowieso niets meer veranderd sinds de landing van de eerste man op de maan. We zijn terug in de tijd en zitten in een prachtig decor voor een oude Hitchcock film.
Het ruikt er ook naar 1926. Geen idee hoe het toen rook, maar WC-eend hadden ze in die tijd nog niet. Het interieur doet er natuurlijk niet heel erg toe en ik kan in principe overal slapen, maar als uit de douche een pisstraaltje koud water komt, dan word ik daar niet vrolijk van.

De grap is dat het iedere dag opnieuw spannend is waar we terecht zullen komen. Over het algemeen valt het reuze mee, maar soms is het een nachtje even wat minder. Waar komen we vanavond terecht?

zone technique

Pau. 9e etappe: Cambo-les-Bains > Pau (193km). Aan het eind van de grijze middag gaat de zon schijnen en wordt het nog warmer op de Zone Technique in Pau. Alle mensen die ik vanuit de luie campingstoel kan zien hebben een glimmend voorhoofd. Harde werkers hebben last van vochtige oksels. Het is tussen de 30 en 35 graden, windstil en buitengewoon vochtig, alsof we in Maleisië zijn aangekomen.
Over een uur zal vijfentwintig meter verderop de eerste bergetappe finishen. Daar schreeuwen nu kinderen naar de voorbij trekkende reclamecaravaan. Op de ere-tribune zitten volwassen mensen met gele petjes. Ondertussen worden voor mijn neus de laatste voorbereidingen getroffen. Ze trekken kabels, plaatsen nog een paar hekken en camera's worden in stelling gebracht.
De Zone Technique is een groot terrein, direct achter de finish, waar alle televisiewagens bij elkaar staan. Een groot deel van de ruimte wordt iedere dag ingenomen door de Franse televisie die niet alleen het internationale signaal verzorgen, maar ook ter plaatse een eigen talkshow opnemen. Andere grote jongens zijn de ARD/ZDF, de OLN uit Amerika en de Spaanse televisie. Zij hebben allemaal grote vrachtwagens bij zich. Daarnaast zijn er een groot aantal omroepen die werken zoals wij, met een zogenaamde SNG.
Onze Multi-Link satellietwagen reist van finish naar finish met Bas en Sep. Zij moeten zich iedere morgen in alle vroegte melden als een nieuwe Zone Technique wordt ingericht. Dan krijgt het groene busje een plek tussen alle andere busjes en regiewagens. Radio 1 heeft bijvoorbeeld ook een busje op de zone voor alle verbindingen, maar ook de Belgen staan er met een SNG, de Denen, de Noren, de Italianen en ITV uit Engeland. Ga zo maar door.
De finishlocatie met de Zone Technique is een internationaal circus dat in combinatie met de verplaatsbare kantoren, podia, finishboog en commentaarcabines van de organisatie heel wat vierkante meters in beslag neemt.
Overal is geluid. Een speaker ratelt voortdurend in onverstaanbaar Frans. Of hij verslag doet van de etappe of andere verhalen vertelt weet ik niet. Mensen praten en roepen. De reclamecaravaan blaast haar tunes in de lucht en aan alle kanten luisteren de medewerkers van televisiestations naar hun eigen commentatoren. Wij hebben voor onze satellietwagen een monitor staan met het signaal van Nederland 2.
Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot zitten in de commentaarcabines van de Nederlandse firma Movico. Het zijn trailers die uitgeschoven kunnen worden en waar alle commentatoren voor radio en televisie naast elkaar in kleine hokjes zitten. Ze hebben uitzicht op de finish, kijken naar een monitor en hebben de beschikking over computers met internet en informatie uit de koers. Via ISDN lijnen gaat het commentaar naar Hilversum, waar het bij de beelden van de Franse televisie wordt gestopt en de zender op gaat.
Het is aardig om te zien hoe de twee commentatoren in dat kleine hok hun werk doen. Ik zie dat het niet eenvoudig is om al die uren livetelevisie vol te praten met zinvolle informatie. Bovendien valt opeens het beeld weg, zitten de buren in het Noors of Spaans keihard te gillen en trekt de reclamecaravaan nog steeds voorbij. Ik heb respect voor dit duo.

Als de renners dichterbij komen gaan alle journalisten, fotografen en cameramensen naar de weg achter de streep. Hier staat een tent waar monitoren in hangen, zodat de journalisten kunnen zien wat er in de koers gebeurt. De fotografen stellen zich op in drie trosjes waar de renners omheen kunnen. Daar achter staan de verzorgers van de teams en cameraploegen die renners gaan aanschieten voor korte interviews.
Het is iedere dag weer een chaos die door strenge organisatoren en politie in de hand gehouden moet worden. Volgens mij zijn er te veel ploegen en journalisten die toestemming hebben om hier te komen. Wij doen mee aan het WK dringen en duwen, omdat ook onze kijker na afloop van de etappe reacties verwacht van de Nederlandse jongens in de Tour.


NOS commentaarcabine

dinsdag 11 juli 2006

un peu nerveus

Bayonne. 8e etappe: Bordeaux > Dax (170km). Na een bakje Café Grand'Mère in Village Depart arriveren de bussen bij de start en begint het echte werk. De tijd die we hebben voor het verzamelen van ons materiaal is kort en het is vaak erg onoverzichtelijk bij de start. Renners zijn overal en nergens, dus is het soms lastig om de juiste mannen voor de camera te krijgen. Nu de eerste week voorbij is, moeten we meer op zoek naar verhalen en kunnen we niet rustig afwachten tot de jongens van een bepaalde sprintersploeg naar buiten komen.
Vanmorgen in Bordeaux vlogen we er vol in. In een poging om niets te missen joegen we elkaar op. Tak tak tak. Shotje hier! Zie je dit, had je dat? Let daar op en wacht even hier. De lens vloog alle kanten uit en wij waren niet de enige cameraploeg die zo druk aan het werk was. Al die bezige bijtjes met fotocamera's, microfoons, schrijfblokken en camcorders zorgen voor de nodige hektiek. Naar mate het moment van de start dichterbij komt, hoe meer gezoem er is.
Wij konden na een dik half uur tevreden zijn. Een aantal goede verhalen, te veel aardige quotes van renners om alles uit te zenden en een paar grappige kwinkslagen. Als toetje hadden we een kort interview met Mario Chippolinni en een gesprekje met Patrick Lefévère. Uiteindelijk vertrokken we met ongeveer 20 minuten op het bandje, als eerste wagen achter de koers aan, naar de finishplaats.
De ene dag hebben we iets meer materiaal, de andere minder. Van deze beeldenbrei moet de verslaggever een filmpje van 3 tot 4 minuten maken en soms een extra stukje van een paar minuutjes. Het spotten gebeurt onderweg. Dan bekijkt hij de beelden en luistert hij naar de interviews. In zijn hoofd en op papier maakt hij een selectie. Voor we bij de aankomst zijn moet hij een plan hebben voor de montage en liefst ook al een paar voiceover teksten. Voor de finish heeft hij een klein uurtje om het zogenaamde start-item in elkaar te zetten. Dat is te doen, maar de verslaggever en editor moeten wel stevig doorwerken.

Na de finish hebben we in principe maar tien minuten waarin het moet gebeuren. Er is geen kans om iets over te doen of om de situatie naar je hand te zetten. De renners vliegen voorbij en de mannen die we willen spreken kunnen we maar een keer aanschieten. Voor je het weet zijn ze verdwenen in de bussen.
Hoe ervaren en professioneel we ook zijn, dit zijn situaties waarin we elkaar opnaaien. Ik word iedere dag twee keer licht nerveus. Een gezonde spanning, die me scherp houdt. De druk voelt alsof we een liveuitzending maken. We nemen het wel op een bandje op, maar het meeste wordt integraal en zo snel mogelijk uitgezonden.
Ondanks het feit dat het soms onvermijdelijk is dat we iets missen, is het onze eer te na om het te laten gebeuren. Tot nu toe gaat dat redelijk goed. Soms kan iets beter, maar dan wordt daar achteraf ook over gesproken. In dit team blijft niets onder de pet en wordt slordigheid niet getolereerd. We weten zelf best of iets goed is of niet, maar we staan wel open voor kritiek, vragen er zelfs om bij de mannen die er echt verstand van hebben en proberen daar zo goed mogelijk naar te luisteren.

Vanmorgen bijvoorbeeld kreeg ik opbouwende kritiek van iemand waar ik veel respect voor heb op het gebied van televisie maken. Zijn opmerking heeft me de rest van de dag achtervolgd, omdat het niet eenvoudig is om het beter te doen dan ik al deed, maar ik moet en zal de oplossing vinden. De beroemde sportregisseur vroeg me of ik ondanks alle haast toch nog iets beter op mijn kaders en compositie wilde letten. Ik dacht dat ik dat al deed, maar hij legt de lat op mijn eigen verzoek nog hoger. Per slot van rekening kijken er veel mensen naar ons werk.
Ik denk dat ik daarom de komende dagen van mijn geloof val en de standaardlens die ik bijna altijd gebruik, ga vervangen door een groothoeklens. Dat is misschien een beetje laf, maar geeft in het gedrang bij start en finish iets meer vrijheid en speelruimte.
Alle kenners die meelezen mogen kijken, oordelen en hun mening geven…


start in Bordeaux

wat we ook nog zagen ...




Bayonne. Dat er nog steeds renners zijn die verboden middelen nemen verrast me niet, maar als het op grote schaal gebeurt vind ik dat wel schokkend. Op de snelweg tussen Bordeaux en Dax zagen we een vrachtwagen rijden met de tekst 'Epo-Trans Logistic S.A.' Zou daarin genoeg zitten voor het hele peloton?

téte de la course

Er zijn mensen die denken dat iedere cameraman in de Tour achterop een motor zit. Ik zou wel willen, maar helaas is het niet mogelijk. Dat werk wordt gedaan door Ted en zijn Franse vrienden. Zij verzorgen iedere dag het live verslag van de etappe en daar hoeven wij niets aan te doen. Een eigen motor in de koers die bijvoorbeeld Nederlanders volgt schijnt vrij kostbaar te zijn en als je al toestemming krijgt, dan zijn de mogelijkheden zeer beperkt.
Voor France Télévisions rijden vijf cameramotoren mee met de renners. Meestal lijkt het alsof we er maar drie in de uitzending zien, maar de motoren rouleren, zodat het voor de motorrijders en vooral voor de cameramannen achterop draaglijk blijft. Het is loei zwaar werk. Die jongens zitten regelmatig als een wokkel gedraaid op de buddyzit. Achterstevoren op een motor kruipen is niet alleen levensgevaarlijk, je hebt geen overzicht en wordt na verloop van tijd ook kotsmisselijk. Dat is door de organisatie dan ook streng verboden.
Boven de renners vliegen twee helikopters die zijn uitgerust met gestabiliseerde camerabollen. Deze zogenaamde Wescams maken de prachtige overzichtshots van de koers, maar ook de VVV-beelden van kastelen en andere toeristische punten in het landschap. De gespecialiseerde operators van deze bijzondere camera's en de piloten zijn ware kunstenaars. Het zijn dezelfde mannen die in januari de schitterende luchtopnamen maken in de Dakar rally. Ook zij moeten een sterke maag hebben, want het is soms alsof ze in een kermisattractie zitten en hun ogen gericht moeten houden op de monitor van een computergame.
Boven die helikopters, achter de wolken, vliegen twee vliegtuigjes die zorgen voor de straalverbindingen. Dit zijn als het ware heel hoge zendmasten. Beeld en geluid van de motoren en de helikopters wordt met digitale zenders naar die vliegtuigen gestuurd. Daar wordt het opgevangen en naar een zogenaamd grondstation gezonden. Dat grondstation staat ergens op een centraal en hoog gelegen punt. Vanaf het grondstation worden de verschillende bronnen naar de finish gestraald, waar op Zone Technique een hoge mast staat die het binnen haalt.
Op het laatste rechte stuk en bij de finish staan nog eens 11 vaste camera's die de finale registreren en de huldigingen filmen. Een van deze camera's is de zogenaamde superslomo die het finishshot van de winnaar moet maken. Het enige wat deze cameraman moet doen is eindigen op een close shot van de man die zijn handen in de lucht steekt. Dat lijkt minder eenvoudig dan het is, want het luistert heel nauw qua scherpte (de renner komt in volle vaart recht op de camera af) en de cadreur moet in een split second de juiste keuze maken. Hierbij wordt hij geholpen door het helikoptershot dat hij klein in zijn zoeker kan zien.
In de regiewagen bij de finish moet de regisseur het overzicht houden. Hij ziet wat Ted en zijn collega's in de koers filmen en maakt een keuze voor de kijker. Het verschil met bijvoorbeeld voetbal is dat er in het wielrennen niet altijd een camera is die het totaalbeeld maakt. Het kan in een bergetappe gebeuren dat er buiten het zicht van de camera's dingen gebeuren. Die regisseur heeft dus ook een logistieke functie. Hij moet voortdurend zorgen dat zijn motoren en helikopters op de juiste positie zijn. In het geval van de heli's moet hij ook nog rekening houden met de hoeveelheden brandstof aan boord, want vooral tijdens de lange live-uitzendingen gaan de heli's om beurten tanken.

Ik heb me lang afgevraagd of er misschien twee ploegen van de Franse televisie zouden zijn, zodat er steeds een dag vooruit gewerkt kan worden, maar dat is niet het geval. De apparatuur wordt na afloop van de uitzending afgebroken en ingepakt.
's Nachts rijden de trucks naar de volgende aankomstplaats waar alles de volgende morgen, in alle vroegte weer wordt opgebouwd en aangesloten. Dat is een gigantische operatie, waar nogal wat bij komt kijken.


Ted de la Course

maandag 10 juli 2006

sportzomer

Bordeaux. Het avondprogramma van Mart Smeets is begonnen. Het was vanavond nog geen vlekkeloze uitzending, maar het is goed dat deze show eindelijk weer gemaakt wordt. Ieder jaar is het spannend of de NOS nog geld bij elkaar kan krijgen voor dit project, terwijl het inmiddels bij de zomer hoort als een Telegraafje op de camping, vers stokbrood of de tune van Radio Tour de France.
Voor dit programma reist een technische ploeg door Frankrijk met een splinternieuwe SNG van United Broadcast Facilities, twee materiaalwagens (waarvan een met aggregaat) en een bus vol met lampen. Er zijn drie extra cameracollega's bij gekomen, waarvan er iedere dag twee op pad gaan om filmpjes te maken en eentje het studiogedeelte verzorgt. 's Avonds draaien ze samen de liveshow.
De NOS heeft een paar redacteuren, een verslaggever, een regisseuse, een producer en een productieassistent naar Bordeaux gestuurd voor de Tour van Mart. Het programma wordt met een relatief klein team gemaakt en dat is gelijk de charme van deze talkshow op locatie.
Vanavond konden wij even meekijken bij de eerste live uitzending. Het is altijd leuk om naar televisiemakers in actie te kijken, maar vreemd om er naast te staan en niets te doen. Twee jaar geleden maakte ik deel uit van deze ploeg, die dit mooie achtergrondprogramma verzorgd. Deze Tour ben ik onderdeel van het kleinere team dat iedere dag een verslag verzorgt van de actuele gebeurtenissen. Wij zitten meer op de koers en vaak verder van de locaties waar Smeets zijn gasten spreekt en dus zal het niet iedere avond lukken om een kijkje te nemen achter de schermen bij Studio Sportzomer.


op de plaats, rust

Bordeaux. Ik kan me beelden herinneren van een opgejaagde Lance Armstrong, die op de rustdagen in de Tour werd achtervolgd door een leger fotografen en cameramannen. Als hij een persconferentie gaf, dan wilde iedereen er bij zijn, niemand iets missen en het liefst zouden alle journalisten een exclusief stukje maken met de zevenvoudig Tourwinnaar. Het was altijd chaos rond Armstrong. Overal dringen en duwen. Zelf heb ik ook wel eens achter de Amerikaan aangelopen en dat was geen eenvoudige opdracht.
Op de eerste rustdag van de Tour in 2006 rijdt een Oekraïner in het geel en dat is een heel ander verhaal. Natuurlijk was het kleine zaaltje waar T-Mobile een persconferentie gaf tjokvol, maar de journalisten waren vooral geïnteresseerd in het verhaal van de ploeg die zonder Ullrich opeens heel succesvol is. De leider in het algemeen klassement kon in alle rust door de gangen van het hotel wandelen en hoefde niet veel vragen te beantwoorden.
Serhly Honchar moest uitleggen hoe je zijn naam uitspreekt en vertelde dat er welgeteld één journalist van een plaatselijke krant in de Oekraïne heeft gebeld om iets te vragen over de prestaties van hun landgenoot.
Terug naar Lance, die altijd en overal werd lastig gevallen door met name Franse journalisten. Ze wilden hem steeds weer onderuit halen met dopinggeruchten en valse beschuldigingen. De sfeer op deze persconferenties was regelmatig grimmig en Lance reageerde dan verbitterd, boos of cynisch, maar was altijd messcherp en bloedserieus. Ook op een rustdag moest Armstrong altijd op zijn hoede zijn en verdomd goed opletten.
Honchar hoefde geen enkele kritische vraag te beantwoorden, terwijl ik een goed geïnformeerd journalist hoorde zeggen dat ook deze renner geen zuiver blazoen heeft, dat het wel heel frappant is dat hij op 36-jarige leeftijd en met een lelijke techniek, zo vreselijk hard dat loodzware verzet rond kan trappen. In zijn omgeving is in ieder geval gerommeld. Er werd deze middag, door de voornamelijk Duitse journalisten, simpelweg niet naar gevraagd. Het voordeel van deze minder kritische houding was dat het gezellig bleef. Na afloop nam de man van het geel rustig de tijd om vragen te beantwoorden en toen de zaal bijna leeg en verlaten was liep hij in alle rust naar zijn kamer. Hij werd gevolgd door welgeteld één camera. Die van mij.

zondag 9 juli 2006

verplaatsing

Bordeaux. 16:47 uur. Sylvain Calzati wint de 7e etappe van Saint Meen-le-Grand naar Lorient over 177 kilometer. Wij staan honderd meter verder, net na een bocht en wachten op Tankink en Weening. Beide renners spreken we snel na elkaar. Het bandje wordt uit de camera getrokken en razendsnel afgevoerd naar de verbindingswagen van de NOS. Ik klik een nieuwe accu op de camera en wens mijn collega's een goede reis.
16:58 uur. Rob Harmeling won in 1992 de etappe naar Bordeaux. Tegenwoordig begeleidt hij belangrijke gasten van de Rabobank. Zijn Skoda staat geparkeerd achter de bus van de QuickStep ploeg, waar Tom Boonen ogenschijnlijk ontspannen handtekeningen uitdeelt. Hier hebben we afgesproken. Er is een plaatsje over in de gastenwagen en Rob komt langs het vliegveld. Hij geeft mij een lift.
17:35 uur. Ik ben op tijd op het vliegveld. De renners zijn er nog niet en Aerogare Lorient–Ploemeur is zo klein en overzichtelijk dat ik me totaal niet druk had hoeven maken. Een dame van de organisatie controleert of ik op de lijst sta en legt uit dat ik vandaag geen boardingpass nodig heb.
17:43 uur. Gasten van de A.S.O. (de tourorganisator) arriveren op het vliegveld. Een legertje politieagenten staat klaar, maar er is zo weinig publiek dat de overmacht aan streng kijkende agenten een beetje overdreven lijkt. Bij de deur staat een handje vol fotografen en er zijn vier cameramannen.
17:52 uur. De verslaggever van de VRT vertelt dat Boonen voor hun camera heeft gezegd dat het hem allemaal 'geen klote meer kan schelen'. Het was een duidelijke tekst in een heel kort interview. De Belgen maken hun Tommeke gek.
18:02 uur. Zeven bussen met renners en begeleiders arriveren op het vliegveld. De renners stappen om beurten uit en moeten geduldig wachten bij de paspoortcontrole en de securitycheck. Ik loop mee met de Raborenners.
18:30 uur. Aan boord van de MD80, een van de twee Tour de France charters, zitten de mannen van Rabobank, Discovery, Lampre, Lotto, Quick Step, T-Mobile en CSC met hun begeleiders. Ik neem plaats op de achterste rij. Als dit toestel straks neer stort is de Tour de France in een klap voorbij. Dan wacht niemand meer op de Tour.
18:44 uur. De deuren sluiten. Op het allerlaatste moment neemt een arts van Assistance Medicale de laatste vrije stoel naast me in. Hoewel het nu nog krapper wordt, geeft het toch een veilig gevoel dat er een dokter aan boord is.
Het is bloedheet in het toestel. De motoren brullen. Renners luisteren naar muziek op hun i-Pods. Voor me zitten Boonen, Tankink, Posthuma, Boogerd en Menchov. Ze draaien allemaal aan de aircoknop boven hun hoofd, maar dat lijkt niet te helpen.
18:52 uur. We rijden naar de startbaan. Menchov plaagt de stewardess door aan het luchtmasker te trekken tijdens de veiligheidsdemonstratie. Ze kan er wel om lachen. De renner duikt weer in zijn boek.
18:57 uur. We stijgen op. Een van de renners voor me heeft een scheet gelaten die behoorlijk ruikt. Alle vingers wijzen naar Tankink, die of vliegangst heeft of een reputatie op het gebied van winden laten. De stewardess de naast die renner zit staat zo snel mogelijk op en spuit demonstratief met parfum. Daar kunnen de jongens wel om lachen.
19:05 uur. Alle cameramannen en fotografen aan boord komen tegelijk in actie. Er ontstaan opstoppingen in het gangpad. Ik doe mijn kunstje en maak shots van de Nederlanders aan boord, van Honchar, de gele trui drager en van Mc Ewen, de man van het groen. Daarnaast zoek ik nog een paar andere bekende koppen.
De laatste tien minuten spreek ik met de arts naast me. We hebben een interessant gesprek over een foto van Erik Dekker die we gezien hebben in L'Equipe Magazine. Dekker werd zo slap als een vaatdoek opgetild door een omstander. Misschien was de renner op dat moment zelfs buiten bewustzijn. Hij liet zijn hoofd in ieder geval hangen. Als hij iets aan zijn nek beschadigd had, dan was hij op dat moment vermoord door de man uit het publiek die het daar zo goed bedoelde. De arts was duidelijk. Dit was een heel onverstandige actie van de toeschouwer. Hij had Dekker moeten laten liggen.
19:40 uur. We landen in Bordeaux. De verplaatsing over 500 kilometer is in een kleine veertig minuten gedaan. Op de snelweg voorbij Nantes rijdt een colonne Tourvolgers, die de WK finale op de radio moeten horen. De renners en hun begeleiders zullen op tijd in het hotel zijn voor de tweede helft.
20:03 uur. De bussen zijn vertrokken. Ik zoek een taxi op het vliegveld van Bordeaux, maar die zijn hier schaars op het moment dat Frankrijk de WK finale speelt. Ik tref er een waarin een man en vrouw zitten. Toch mag ik instappen. Dan ontdek ik dat het een stel is. Waarschijnlijk controleert zij of hij wel echt aan het werk is. In de taxi geen radio, maar klassieke muziek. Als ik vraag of de man niet geïnteresseerd is in voetbal reageert hij onverschillig, maar het zwijgende echtpaar kan moeilijk verbergen dat er iets aan de hand is. Hij rijdt als een bezeten gek door de straten van Bordeaux en zucht voortdurend. Het is stil op straat. De stad lijkt verlaten. Een ideaal moment voor inbrekers, maar die houden waarschijnlijk ook van voetbal.


zaterdag 8 juli 2006

bar brasserie

Rennes. Op de hoek van Place Saint-Germain en Rue des Francs Bourgeois ligt een buurtcafé. Ik denk dat het niet iedere avond een dolle boel is in Bar Brasserie Le Saint Germain, maar vanavond was het feest. Le Patron werd vijftig en dat werd door de stamgasten gevierd met groene punch, een koud buffet en zelf gezongen muziek.
Wat ons aan trok weet ik niet, maar we waren het er unaniem over eens dat we in dit gezelschap het laatste biertje voor het slapen zouden drinken. In eerste instantie werden we geweigerd door twee mannen bij de deur. Het was een besloten feest, maar de glimlach van Maarten deed wonderen. We mochten plaats nemen op het terras. Tien seconden later stonden we allemaal in de deuropening te kijken hoe de tengere dochter van het feestvarken een liedje zong.
De chanson werd niet spatzuiver gezongen en installatie met karaoke cd hielp haar niet. 'Ella, Ella. ELLAAAAH-ELLAAAAAAAA' werd harder op de momenten waarop het meisje in de strakke jurk vals zong. Er zat een kraak in haar stem vanwege de zenuwen en ze stond er bij als aan de grond genageld. Henk-Jan Smits zou dit talent afgemaakt hebben, maar hier kreeg het stuk met de scheve tanden een staande ovatie. Ik had bewondering voor haar durf en klapte hard mee. De trotse vader pinkte een traan weg.
Tijd voor de cadeaus. Na een korte toespraak kreeg de jarige van alle stamgasten een eenvoudige sporttas en een ruitjes overhemd. Heel praktisch. De man met snor, die mij deed denken aan de tekeningen van Fiep Westendorp, was er zichtbaar blij mee. Hij nam de microfoon en zong ook een lied voor de gasten.
Het bleef niet bij een drankje in Le Saint Germain. We raakten aan de praat met Fabienne1 en Fabienne2. Misschien heb ik het niet goed begrepen en was er maar een Fabienne, maar dan weet ik niet meer hoe die andere blonde mevrouw heette. Fabienne1 had een blauwe zeester om haar nek. Ze was ooit de mooiste in dit café en bleek zeer geïnteresseerd in de verhalen van de vreemde mannen uit de Pays Bas.
De andere Fabienne vertelde over haar jongere broer Fabian, ook een wielrenner, maar hij was helaas aan een hartaanval overleden. Ondertussen had Edith de microfoon opgepakt. Dit was de beste zangeres van het plein. Ik had alleen pas aan het eind van haar nummer door dat ze in het Engels zong en niet in het Frans. Ze had een beetje een accent.
Het werd communicatie op Allo Allo niveau. Voor mijn gevoel sprak ik aan het eind van de avond vloeiend Frans en de vriendelijke stamgasten begrepen me. Helaas kwamen we niet verder dan een gesprek over voetbal, terwijl ik graag had geweten wat zij in het dagelijks leven doen en hoe leuk Rennes is.
Maarten analyseerde scherper dan ik: De mensen in Bar Brasserie Le Saint Germain zijn gelukkig.

tijdrit

Rennes. Individuele tijdrit: Saint-Gregiore > Rennes (52km). Het fenomeen tijdrit is in mijn ogen niet het meest spectaculaire onderdeel van de Ronde van Frankrijk. Op televisie vind ik het saai om naar te kijken en vandaag bleek dat het ook voor televisiemakers geen spannende dagen zijn. Voor het algemeen klassement was het wel een belangrijke dag, want na een week sprinten zouden we eindelijk zien met welke renners we de komende twee weken rekening moeten houden.
Achter de streep konden we rustig wachten op de Nederlanders. Bram de Groot, Michael Boogerd en Joost Pothuma deden het niet slecht. Na afloop van hun rit spraken we met deze jongens. Ook Bram Tankink, Koos Moerenhout en Pieter Weening haalden we voor de camera. Alleen Steven de Jongh was ontsnapt in een moment van onoplettendheid. Hem hadden we deze week al zo vaak gesproken dat het niet erg was.
Ondanks de enorme inspanningen zijn wielrenners na afloop bijna altijd direct bereid om de media te woord te staan. Soms moeten ze even uitblazen, een flesje water leeg lurken en een nat washandje door het gezicht, maar zodra het even kan staan ze voor ons klaar.
Veel wielrenners hebben gelijk tekst met inhoud en dat is niet vanzelfsprekend. Er zijn genoeg sporters die dicht slaan voor het oog van de camera. Hier is het soms alsof ze tijdens het stoempen al hebben bedacht wat ze achteraf gaan zeggen. Het verbaasd mij hoeveel ze gezien hebben onderweg. Ook renners die niet tot het eind hebben gesprint weten precies wat er is gebeurt.

Nadat alle Nederlanders klaar waren en Bobby Julich met een gemene klapper de koers had verlaten werd het pas echt spannend. Voor ons was het een dag van lang wachten, met uiteindelijk een verrassende winnaar en nieuwe leider in het algemeen klassement; de Oekraïner Serhly Honchar, uit de T-Mobile ploeg. Ook hem kregen we na afloop voor de camera.




De renners hebben inmiddels 1.309 kilometer afgelegd met een gemiddelde van 43,095 kilometer per uur. De gele trui drager heeft in deze Tour al 30 uur, 23 minuten en 20 seconden op de fiets gezeten. Sébastien Joly, nummer 170 in het klassement en op dit moment de laatste, heeft er 43 minuten en 25 seconden langer over gedaan.
Volgens de kenners zijn Landis, Menchov, Savoldelli, Sastre en Hincapie op dit moment de serieuze kandidaten voor de eindoverwinning. Klöden, Evans, Zabriskie en Popovych zijn de gevaarlijke outsiders. Maar dit is de Tour van de verrassingen en na de rustdag in Bordeaux gaat het pas echt beginnen. Ik kan niet wachten tot we in de bergen zijn.